OMARM. TE KOOP: em iM\ SPREI rar eel MM, De Firma öeïr. VM NlÊll WEO YK, Nieuwe Langedijker Courant', van Zondag 17 Juni 1894. EEU ENGAGEMENT. HELk, BOTER, HAAS, EIEREN. KINDERSPEELTUIN. AANBESTEDING. Het maken van een Woon- en Winkelhuis. Dames-Laarsjes en Hceren-Bottines, De Nieuwe Gaper, hield hem in het oog en toen Rodemeyer voor enkele dagen in een restaurant zijne portemon- naie uithaalde om te betalen, zag de commissa ris een verdacht biljet. Rodemeyer werd gear resteerd en men bleek den rechten vogel te heb ben gevangen. Men vond te zijnen huize eene geheime drukkerij en eene partij valsche bank biljetten tot een bedrag van meer dan ëen mil- lioen gulden. De regeering begint nu krachtiger op te treden tegen de sociaal-democraten en anarchis ten, die in Zwitserland een veilige wijkplaats meenen te vinden, ten einde daar hun woelin gen voort te zetten. Bij gelegenheid van de 1ste Mei-betooging vielen te Zurich, gelijk men zich zal herinneren, ernstige ongeregeldheden voor. De hoofdaanleg ger dezer standjes was een Duitscher, een zekere Kuennel. De politie liet den man met rust, maar toen hij in de vorige week weer eene betooging der werklieden op het getouw wilde zetten, werd hij op last van den Bondsraad zonder veel omslag over de grenzen gezet. Amerikaansch recht. Te Newport News (Virginië) heeft een als negers vermomde bende dezer dagen dr. Stone, een geneeskundige in die stad, uitgekleed, geteerd en met veeren bedekt, omdat hij een brochure geschreven had, waar mede hij de lieden tegen zich in 't harnas ge jaagd had. Het grauw dreigde hem verder te zullen lynchen, indien zij hem zes dagen later nog te Newport News in handen zou krijgen. Dr. Stone is een Britsch onderdaan en heeft zich gewend tot den Engelschen gezant om be scherming en schadeloosstelling wegens de hem aangedane beleediging. Eene aanranding te Antwerpen. De Koophandel van Antwerpen meldt in zijn nummer van Dinsdag: Dezen nacht, rond 3 ure, was een matroos van 21 jaar, geboren te Rotterdam, te Burger hout, zijnen weg kwijt geraakt, hij wist niet meer hoe aan de dokken te komen. In de Appelstraat ontmoette hij drie kerels, uit den omtrek van den Steenmolen. Hij vroeg hun naar den weg, maar inplaats van hem dien aan te duiden, brachten zij hem in een afgele gen straat, waar zij den jongeling te lijf gingen om hem te bestelen. De matroos verweerde zich zoo goed het kon, maar dewijl hij overmand was, trok hij, op een oogenblik dat zijne hand vrij was, zijn mes uit en gaf een zijner aanvallers er eene diepe snede mede over den rechter bil. De gekwetste slaakte eenen kreet en viel ten gronde. Zijne makkers namen daarop ijlings de vlucht en lieten hunnen gekwetsten handlanger liggen. Eenige personen waren toegesneld om den ge kwetste ter hulp te komen, doch deze had zoo gebloed dat hij weldra den geest gaf. Er was eene groote ader in het been doorgesneden. Intus8chen was de matroos naar het politie- bureel te Borgerhout gegaan waar hij zijn weder varen ging verhalen. In een artikel der Revue rosse, geschreven door den heer Hermite en handelend over lucht reizen, komt de volgende annecdote voor, die wel de moeite der verbeelding waardig is: „Bij de kroning van Bonaparte tot keizer, liet Garnerin voor de Notre-Dame, des avonds om elf uur, onder een schitterend vuurwerk eenen enormen ballon op, versierd met een keizerlijken adelaar en een lichtkroon van drieduizend glaas jes in verschillende kleuren. Dit majestueuse schouwspel maakte op de aanwezigen eenen diepen indruk. Groot was de verwondering der inwoners van Rome, toen zij den volgenden morgen aan den horizon een schitterenden bal zagen verschijnen, die zich naar den koepel van den Sint Pieter, vervolgens naar het Yaticaan voortbewoog, langs den grond streek, een deel van zijn kroon bij het grafmonument van Nero in den steek liet en eindelijk wegdook in de wateren van het meer Bracciano. Schijnt het niet, alsof dien ballon door den vingervan het noodlot de weg werd aangewe zen? Vertrokken te midden eener glorierijke apotheose, bezocht hij in één etmaal de twee hoofdsteden der wereld, terwijl de paus zich te Parijs bevond, terwijl de keizer het voornemen koesterde zich de kroon van Italië op het hoofd te plaatsen. Hij bevatte de voorspellingen der zegepralen van den grooten winner van veldsla gen, van zijnen val en van zijn einde, te midden der onmetelijke wateren, op de afgelegen rotsen der eilanden Elba en Sint-Helena. Wat hiervan zij, het vernemen der tijding deed Garnerin in ongenade vallen bij den keizer, die, gelijk men weet, zeer fatalistisch van natuur was." De aanslagen te Luik. Nog steeds zoekt de Belgische politie te ver geefs naar den Russischen anarchist Von Stern berg, den hoofdaanlegger der jongste dynamiet- aanslagen te Luik. Nu weer wordt uit Brugge gemeld, dat daar niemand in hechtenis is geno men, dien men voor den Rus houdt. Tot dusver echter is dit gerucht nog niet bevestigd. Nu wordt ook door de familie van baron Von Sternberg beweerd, dat de echte Von Sternberg zich in Spanje bevindt en gedurende tweejaren dat land niet heeft verlaten. Baron Ernst von Ungern-Sternberg, dien de politie zocht, woont te Gibraltar, waar hij werkzaam is bij het Rus sische consulaat. De familie Von Sternberg be weert daarom, dat de anarchist, die zich te Luik voor den Russischen baron Von Sternberg heeft uitgegeven, zich op de een of andere wijze in het bezit van diens papieren moet gesteld heb ben. In elk geval houdt de familie vol, dat de echte baron Ernst von Ungern Sternberg geheel onschuldig is aan de Luiksche misdaden. In hoe ver deze bewering juist is en men in dit geval met een pseudo-Von Sternberg te doen heeft, is natuurlijk moeielijk uit te maken. Voorloopig houdt de politie zich aan het signalement van den pseudo-baron, die te Luik de bekende mis daden pleegde maar dat volgens de familie niet de gelijkenis vertoont met den echten baron Ernst van Ungern-Sternberg, die te Gibraltar woont. Een schets. Met zijne magere, dorre vingers trommelde hij ongeduldig op de leuning van zijn armstoel en trappelde met den voet, terwijl er in zijne zwarte koude oogen een glans van toornig ongedud en ontevredenheid kwam. Zij stond aan het andere eind van de tafel: rechtop, met doodsbleek gezicht, trillende neus vleugels, en terwijl ze met groote inspanning de tranen terugdrong, die bij haar opwelden. Want zij gevoelde, dat hij, de oude man, hier de sterkste was en dat zij zou moeten zwichten. Maar zij wilde zich niet overgeven; al hare in nerlijke kracht had zij noodig om te worstelen tegen den grooten angst, die haar bekroop, tel kens wanneer dot grof-geteekende, dat harde ge laat haar aanzag, en die gebiedende stem haar scheen neer te buigenafbrokkelde iets van de macht om weerstand te bieden, die in haar leefde, maar zwakker en zwakker werd. „Meneer Van Duinen heeft geen middel van bestaan, Dientje", zei de vader op een toon van vervelende leering, sterk in zijn ijzige kalmte tegenover haar wilde, kokende, onstuimige op winding; „ik weet niet wat je met dien jongen voorhebt. Daar is dus geen sprake van Een oogenblik voelde zij aandrang om los te barsten; om hem in 'tgelaat te slingeren, dat hij haar geluk vermoordde door zijne ellendige berekening; dat zij hem haatte met al wat er in haar was en leefde, dat zij weigeren zou zoo lang haar tong kon spreken. Maar het geluid van dat trommelen op de leuning van den arm stoel maakte haar angstig, en zij wrong de vuis ten in elkaar, terwijl snikken ontsnapten aan haar mond, snikken van doffe wanhoop, van smart over haar zwakzijnvan vertwijfeling, dat ze niet even kalm en trotsch en onbuigbaar kon wezen als die oude man. En toen kwam het visioen vóór haar van die groote, helderblauwe, goedige, vriendelijke, zachte oogen van zijn oogen, die haar liefkoosden wan neer hij haar aanzagvan een zachte, melodi- euse stem van den weemoed, waarmee hij sprak over zijn armoede, over 't hopelooze van beider verlangen om met elkaar de toekomst in te gaan. En zij kon 't niet meer tegenhouden dat al haar worstelen zich oploste in een kinderlijk ge jammer, in een overgeven van den strijd en zij viel mot hare ellebogen op de oude huishoud- tafel neer en haar weeklagen trilde door het groote, stille, sombere vertrek. Vader trommelde nog steeds op de leuning van zijn stoel. Hij blies zijn rimpelige wangen eens op en haalde zijn dun gouden horloge voor den dag. Blijkbaar had hij verwacht een scène tje te moeten door maken. Het beste was om kalmpjes te beiden, totdat „de zenuwen" uitge werkt hadden. Maar toen 't wat lang duurde, zei hij met zijn krakende stem, die altijd in huis het sig naal was geweest van gehoorzamen Dientje, als je even bedaard wil luisteren Zij klemde de tanden in haar zakdoek, om dat zij niet langer durfde snikken. En 't deed haar in de keel zoo'n pijn, dat zij dacht ]te zul len stikken. Maar het bewustzijn dat vader daar vlak bij haar zat, beheerscht haar geheel. Ze herinnerde zich nu zoo scherp die oogenblikken uit haar vroegste jeugd, wanneer zij stout was geweest en hij plotseling achter haar aankwam, met van die groote, zware stappen, en hij, zon der iets te zeggen, haar 'schouder omklemde, terwijl de broertjes en zusjes bevend achtuit kro pen en men een speld had kunnen hooren val len „Je weet toch, dat je vader niet anders dan je bestwil op 't oog heeft, niet waar hernam hij, vreezend dat het gesprek anders den heelen middag kon duren, „gelooft ge dat niet, Dientje „Vader," zei zij, en de blauwe oogen zagen tot hem op met een uitdrukking van nederig, van slaafsch eerbiedig smeekende zachte toon, dien vader had aangenomen, had haar eensklaps moed gegeven om vertrouwelijk met hem te we zen om te hopen, dat hij iets gevoelen zou voor wat er in haar omging, „vader, ikhebJo- han niet lief." „Nu ja, dat weten wij al," schoot hij, de oude, weer op zijn harde, strenge manier uit, „dat weten wij al. Maar in den tegenwoordigen tijd moet een mensch practisch zijn, ziet ge! Prac- tisch, daar komt het op aan! Van die eeuwige engagementen zou ik in mijn huis niet willen hebben. Dat weet je. Je hebt dus te kiezen of te deelen: Of je neef trouwen, een braven, fat soenlijken jongen, met een goede zaak en beste vooruitzichten, of je weet? Zij wist het. Anders zou zij tante Leen in de huishouding behulpzaam moeten gaan zijn; zoo veel als „kind in huis", begrijpt men, want tante Leen werd iederen dag een dagje ouder, en eene meid houden, dat kon bruin niet trekken. Er kwam eene vermoeidheid over haar, die op hare slapen en oogleden drukte, een geweldig verlan gen naar rust, eene koude onverschilligheid voor al wat er verder met haar zou gebeuren. Zij zag j ze in hare verbeelding naast elkander staan tante Leen, met hare karmijnroode wangen en schitterende grijze oogen; beweeglijk, druk, be dillend, schei-pratend, onverbiddelijk, tante Leen, tegen wie zij al haar leven slechts anti pathie had gevoeld en bij wie zij nu in huis zou moeten zijn, onder hare bevelen, onderwor pen als eene dienstbodeen naast haar, het bolle, bleeke, nietszeggende gezicht van haar neef Jo- han, met de geplakte haren op het lage voor hoofd, de groote gouden horloge-ketting, de glacé handschoenen op Zondag; met zijn grinnekend lachje om alle flauwiteitenneef Johan, die haar als klein meisje altijd op zoo'n akelige manier geplaagd had met kleine spuitjes, die hij in haar hals leeggoot, en met geniepige knepen in de armen, neef Johan, het naarste, flauw ste onaangenaamste wezen, dat zij kende, na tante Leen... En over haar de magere, brekige figuur van vader, haar aanziend met dien vorschen blik, altijd maar trommelend op de houten leuning, afgewisseld door klapjes van de dunne, platte handen op het vettige, afgesleten hout Er speelde een lachje om vaders mond, want hij kende haar en wist, dat de overwinning niet moeilijk zou zijn. Zij boog het hoofd en merkte hoe het vlak der tafel scheen te deinen, zoo duizelig was zij, en het bloed gonsde haar in de ooren als „de zee" in een schelp. Haar lippen waren droog en klamhare vingers woelden in het natte lin nen van haar zakdoek. De pijn in het voorhoofd werd steeds piekender en pijnlijker; het was of een band om haar schedel was gekneld. Zij sloot even de oogen en had een gewaar wording alsof er iets bijzonders zou gebeuren, iets wonderbaars, dat verlossing zou brengen uit dezen verschrikkelijken toestand. Maar er gebeurde niets. Alleen hoorde zij, in haar toestand van doffe gevoelloosheid en ter wijl alle geluiden vreemd en ver schenen, vader opstaan uit zijn stoelnog steeds klonk dat tikken van vaders vingers in de ooren, hoe zonderlingZij ging op eene der groote, leeren stoelen aan tafel zitten en legde haar gloeiend hoofd op hare ijskoude linkerhand, zonder te weten wat er eigenlijk met haar voorviel. En zóó zat zij te staren vóór zich uit, op de rood witte strepen van het vloerkleed, peinzend zon der gedachten, verloren in een afstomping, die 't gevolg was van 't maandenlang worstelen tegen het harde, wreede noodlot, dat zij steeds nader, steeds nader had zien komen En later herinnerde zij zich, hoe vreemd'took was geweest, dat zij een poosje later in eens Johan voor zich zag staan, met dien afschuwe lijken glimlach op zijn bolle wangen, die de handen om haar schouders sloeg en haar kuste. Want vader had hem verteld, dat Dientje zijn aanzoek, recht-officieel en braaf het eerst tot vader gericht, met genoegen had aangenomen. Hoe vreemd ook, dat er 's avonds veel licht was aangeweest in de huiskamer en tante Leen op visite was gekomen; en oom Jan met de meisjes, en tante Mietje met haar man'n heele kamer vol. En hoe er gezongen was, en punch gedronken, en hoe zij haar hadden gefe liciteerd, de handen gedrukt en gezoend en hoe Johan haar telkens had gekust, waarna dan luid geschater en handgeklap opging onder den vroolijken kring. Maar tegen tien uur had tante Mietje toch gemerkt, dat „de bruid een beetje bleek zag." En toen hadden de anderen 't ook gezien. En vader had gezegd, „het kwam van de aandoening," en dat „'t het best was, als Dientje maar wat vroeg rust ging nemen," zoo had hij gesproken boven zijn spel kaarten. Toen was zij naar boven gegaan, en huive rend onder de dekens gekropen. En in haar koortsachtig wakkerliggen, hoorde zij beneden, in de huiskamer, nog wel een paar uren lang het blij geschater der gasten, het ge joel van de meisjes en de grove, boerachtige schreeuwstem van haar bruidegom, opgewonden van punch en pleizier. Eindelijk was eene der nichtjes even naar boven getrippeld om Dientje, de gelukkige bruid, op haar bed een stukje taart en een glaasje lekkere punch te brengen. Maar het was eene vruchtelooze tocht. Want Dientje was al ingeslapen, moê als zjj was van zoo'n dag vol emotie! Avondp PREDIKBE ÜR TE N. NED. HERV. GEM. OUD-KARSPEL. Zondag 17 Juni voormiddags 9.30 uur, geen dienst. NED. HERV. GEM. NOORDSCHARWOUDE. Zondag 17 Juni voormiddags 9.30 uur, Ds. Habbema. GER. GEMEENTE. Zondag 17 Juni voorm. 9 uur, nam. 6 uur preeklezen. NED. HERV. GEM. ZUIDSCHARWOUDE. Zondag 17 Juni voorm. 9.30 uur, Ds. Stram- rood. NED. HERV. GEM. BROEK OP LANGEDIJK. Zondag 17 Juni v.m. 9 nam. 2 uur ds. Gemser. GEREP. GEMEENTE A. Zondag 17 Juni voorm. 9.30 uur, nam. 2.30 u., ds. Gideonse. GEREF. KERK B. Zondag 17 Juni voorm. 9 uur, nam. 2 u. Ds. Bakker. DOOPSGEZINDE GEMEENTE. Zondag 17 Juni voorm. 9.45 uur, Ds. Vrijer. Marktberichten. ALKMAAR, 15 Juni Aangevoerd507 stapels Kaas, wegende 159338 Kg. Kleine f 28. Commissie f27.— Middelbare f28.— 52 HL Granen, als: 7 Tarwe f a f 3 Rogge f af. 8 Gerst f a Chev. f f 22 Haver f 2.85 f 3.75 1 f a f 11 Boonen, Paardeb. f a a Bruineb. f 5.50 af 8. Citroenb f a fDuivenb. f a f Witteb. f a f Kanariezaad f af Rood Mosterdz. f af Geel mosterdz. f 0.a f Kool zaad f a f Lijnzaad f Karweizaad faf—,a Blauw Maanz. fa f—Erwten 1 Groene, f a f groote f— Grauwe f a f Vale f .- Witte f—a f SCHAGEN, 14 Juni 4 Paarden f 75 a 150., 20 Geldekoeie f 80—af 280, 48 Kalf- koeien f 140 a 230, Vaarzen f af 30 Nuchtere Kalveren f6 a 16,— 72 Schapen 118. af23,25 475 Lammeren f 7,af 11,— 30 magere Varkens f 14a f 18,— 17 Biggen f 6.— a f 12,—Boter per kop f 0,42 a f 0,47 Kipeieren f 2,70, a f 3.per 100. ALKMAAR 16 Juni 1894. Aangevoerd: 17 Paarden f50.a f175.14.Koeien f130.a f180.32 Nuchtere kalveren fö.a f 18. 18 Schapen f 12.— a f 27.—82 LammerenfG.— a f12.-67 Magere varkens f16.a|fl8.240 Biggen f9.a f 12.11 Bokken en Geiten f2. a f7.8 kleine id. f 0.60 a f 1.25; Aardappelen f 1. a f per zaknieuwe p. mandje f 1.70 Wortelen f Kippen f 0.10 a f 1.50 Konijnen f 0.15 a 0.90 Kipeieren f3.a f3.75 per lOOstuks Eendeieren 4.per 100 stuks; Boter per kop f0.52 a f0.57 Adve r ten. tien. Getrouwd: S. W AGE1AAB en A. SLOT. Broek op Langedijk, 12 Juni 1894. Steeds verkrijgbaar: Eerste kwaliteit. Billijke prijzen. Nieuwe Werktuigen. Geopend Zondags, Woensdags en Zaterdags. van 1O uur. Met beleefde aanbeveling, C. KROON Cz. Namens den heer U. BET, zal door den bouwkundige Am. VIS, uitsluitend voor gega digden aan den Langedijk, op VRIJDAG 22 JUNI 1894, des avonds ten 8 ure, in het lokaal van den heer KIST, te Z u i d- scharwoude, worden aanbe steed: Bestek en teekening liggen ter inzage vanaf MAANDAG 18 JUNI, in voornoemd lokaal. (FIJN PATROON.) Brieven fr. letter X, Bureau dezer Courant. Leer- en Schoenfabrikanten noodigen liunne geëerde be gunstigers beleefd uit tot een bezoek aan liaar magazijn te ALKMAAR B 16. Dat magazijn is reeds overvloedig voorzien van de nieuwste modellen die uitmunten door degelijkheid, sierlijkheid, goede sneê en bijzonder lage prijzen. LUTTIK-OUDORP C 61, ALKMAAR. Droge en Bereide Verfwaren Licht en Donkergroen, Rood, Bruin, Wit, Zwart, enz., van af 25 cent de 5 ons. Best drogende Verfolie. Lakken en vernissen. Kwasten en Peitseeleu. Drogerijen. Verkrijgbaar bij W. PEA A AT W.Pz.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1894 | | pagina 3