NIEIJ WE Weekblad voor LANGEDIJK en Omstreken. l N°. 26. Zondag 1 Juli 1894. 3e Jaargang. N ieuwstij dingen FEUILLETON. Het Erdmanns LAUIwEDIJKEft (IIIlitVI. Deze courant verschijnt eiken Zaterdagnamiddag. 1B0SKEM1 NTSPRIJS voor Noordscharwoude, Oüdkarspel, Zuidscharwoude en Br. op Langedijk per drie maanden 50 et-, franco p. post 60 ct. UITGEVER: J. H. KEIZER. BUREEL: Noordscharwoude. PRIJS DER ADVERTENTIÊN: Yan 15 regels 30 ct., elke regel meer 5 ct. Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend. Brieven rechtstreeks aan den Uitgever. IIIEiiTREAELIIC; OP »K\ IIOLLI VUM HKX KPOdltlVEC;. (Greenwich lijd.) Vertrekuren van af station Xoord-Scliai woude. (Zomerdienst.) RICHTING IIELDER. GREENWICH TIJD. 6.36* 7.46 InO co po oo 6.374) 9.55... stopt ge- GREENWICH TIJD. 6.18 7.30* 9.37 12.04f 1.38 3.55 8.16 AMSTERDAMSCHE TIJD. 6.56* 8.06 11.432) 3.26s) 6.574)| - regel d te 10.15... Zijdewind AMSTERDAMSCHE TIJD. 6.38 7.50* 9.57 12.24f 1.58 4.15 8.36 Deze trein rijdt alléén des Donderdags tot Den Helder. De metstopt des Donderd.met 2) Maand, en Donderd.met3) des Maand., Vrijd. en Zaterd.met4) geteekenden trein des Maand, te Zijdewind. RICHTING AMSTERDAM. Deze trein rijdt alleen naar Amsterdam en stopt niet te Heiloo en Castricum. f Deze trein rijdt alleen des Donderdags tot Uitgeest. Rroertje en Zusje. Toen hij ter wereld kwam, was zjj twee jaar oud en gaf luide hare vreugde te kennen over klein broertje. Toen hij drie jaar was, was zij al vijf en zeide tot het ventje „Je moet nu heel zoet en gehoorzaam zijn, want ik ben de oudste!" En toen hij zes jaar werd, was zij niet weinig trotsch op haar acht jarenzij ging school en kon al lezen en schijven. Toen hij tien was, deed het haar pleizier, dat zij al twaalf was, en haast juffrouw zou heeten, terwijl hij nog lang een domme jongen bleef. Met zestien jaar zag zij den veertienjarige nog slechts over de schouders aan, want met zestien jaar betee- kent men al heel wat in de wereld als men een meisje is. Toen hij zestien werd, was zij achttien, en twee jaar later, toen hij student werd, was zij twintig, liet zich zich het hof ma ken en hielp zelf een beetje mee. Met 24 jaar kwam hij te rug en omarmde zijn zusje, dat intusschen twee jaar jonger was geworden dan hij. Toen hij, 30 jaar oud, trouwde, was zij 24 en ging mee als bruidmeisje. Toen hij 36 was, ging zij al in haar 25ste en vertelde gaarne aan ieder, die 't hooren wilde„Mijn broer hield zooveel van mij, hij liep altoos met mij rond en liet mij paardje rijden op zijn knieën. Maar hij was toen ook al een flinke, groote Dnuwwurui. In den nacht van Dinsdag op Woensdag omstreeks half een uur zagen politie-agenten in een weiland aan den Nieuwen Binnenweg te Rotterdam een man staan, die als een razende met een stuk ondergoed door het gras heen en weer zwaaide. Dit trok hunne aandacht, en zij begaven zich daarop tot den man, die in eene der nieuwe straten aldaar bleek te wonen. Naar de reden van zijn zonderling gedrag gevraagd, verklaarde hij dat zijn kind dauw wurm had en een buurman hem nu den raad had gegeven 's nachts met het goed van het kind in den dauw te gaan zwaaien, hetgeen een onfeilbaar geneesmiddel was. De politieman nen mochten er niet in slagen den man dit denkbeeld uit het hoofd te praten. Een staaltje van bijgeloof op het einde der 19e eeijw. In het plantsoen bij het meteorolo-gisch observatorium te Utrecht zat dezer dagen des morgens een dame, een jonge, schoone Engel- sche, met haar schetsboek op de knie, op een klein vouwstoeltje te aquarellen. Een nieuwsgie rige slagersjongen stond achter haar en sloeg haar werk aandachtig gade, doch van tijd tot tijd dwaalden zijn blikken van het schetsboek af naar den schoonen gewelfden hals der teeke- naarster. Het scheen dat die hals ook de aandacht ge trokken had van een paar vliegen, die er aan houdend omheen vlogen en er op gingen zitten, blijkbaar tot grooten last van de jonge Engel sche. Of de slagersjongen jaloersch werd op de vlie gen dan wel of hij uit galantarie handelde, weet men niet, maar hij nam zijn pet van het hoofd en verjoeg daarmede zwaaiende de insecten van het bewonderde lichaamsdeel. De dame dankte hem met een vriendelijken blik dien zij achter zich om wierp. De vliegen gaven het echter niet spoedig op en zoo was de jongen verplicht al zijne aandacht aan den hals te blijven wijden. Dat was hem blijkbaar te machtig. Plotseling bukt hij zich en drukt een vurigen kus op den hals der Engelsche die verschrikt opspringt en in hare moedertaal om hulp roept. De euveldader verwijderd zich met haasti gen tred en na eenige moeite gelukte het de Engelsche dame zich naar het „Hotel de Ville" te doen geleiden. Daar bracht zij alle bureaux in opschudding zoowel door hare klacht, waar voor zij onmiddellijk voeldoening eischte. Hare aanwijzingen waren echter niet van dien aard dat de slagersjongen ontdekt kon worden. De zaak heeft zooveel gerucht gemaakt in het kuische Utrecht, dat men gelooft dat in de aanstaande gemeenteraadszitting er een interpel latie over gehouden zal worden en dan zal er wel niet anders op zitten dan dat alle slagers jongens gedurende vier maanden niet anders dan gemuilkorfd op den openbaren weg zich mogen vertoonen. Ook een uithangbord. Uit Gemert wordt aan de Limb. Koerier ge schreven Alhier lazen we dezer dagen op een uithang bord het volgende, 't welk we om zijne eigen aardigheid, enz. aan de lezers van de L. K. niet willen onthouden: DE KOOB WIDDEBROOT SIOKOLAAT BEEBERMUND BEBERKOUK SIEG A ARE BEESEMS KOMBINNE U EEDLEN IK BEN EEN ONgELUKKIg MAN. De naam des verkoopers was niet te vinden. Het schijnt dat de G niet bekend was. Een excutorialc verkoop. Te Uiterburen zon een gerechtelijke verkoop worden gehouden en wel bij den sociaal-democraat J. Hartman. Deze, hoewel daartoe zeer goed bij machte, had geweigerd zijn personeele belasting te betalen, en nu zou de inboedel verkocht wor den. Een twintig socialisten uit Sappemeer waren, opgekomen, kennelijk met het doel om 't gewone spelletje te drijven, andere koopers af te schrik ken en voor enkele centen den inboedel weer aan te koopen. Maar hier gelukte dit niet. Er waren op het terrein zeven marechaussees te paard, be nevens de wachtmeester, terwijl ook nog vijf rijks veldwachters uit Nieuwolda, Sappemeer, Stadska naal en Zuidbroek de politiemacht versterkten. De socialisten schenen in te zien, dat zij hier hun doel niet op de gewone wijze zouden bereiken. Zij betaalden dus maar spoedig de 21 gulden, die Hartman schuldig was en daarmee liep de zaak af. Er staat nog zulk een gerechtelijke executie voor de deur. (Tel.) De minister van buitenlandsche zaken brengt ter kennis van belanghebbenden, dat blij kens telegraphisch bericht van Haren Majesteits gezant te Berlijn de Duitsche grens geheel voor den invoer van fok vee uit Nederland is geslo ten. („st. Ct.") De bij de beschrijving voor de belasting op bedrijfs- en andere inkomsten uitgereikte beschrij vingsbiljetten behooren aan den ontvanger der directe belastingen of zijn gemachtigde te worden teruggegeven often kantore van dien ontvanger te worden terugbezorgd. Wil men voor de inle vering van die biljetten gebruik maken van de post, dan zij men gewaarschuwd, dat zij niet portvrij worden verzonden en de ontvangers geen met port bezwaarde brieven behoeven aan te nemen. Ongefrankeerde brieven van den hierbe- doelden aard loopen dus gevaar hunne bestem ming niet te herijken. („St. Ct.") Die meisjes, ze zijn zoo nieuwsgierig Men moet lezen wat ze al te vragen hebben in de bus van de „Holl. Lelie." Nu wilden ze weten wie ,,Jo van Sloten" toch eigenlijk was. En Jo had er niets tegen het hun te vertellen Wel, ik ben in niets buitengewoon ik dwing niet om „de zon," maar laat het firmament met rust, en verlang evenmin om „mooi" te sterven, als Hedda Gabbler, ofschoon ik afstam van een tamelijk zenuwachtig ouderpaar, en dus moest hebben op z'n minst een totale verlamming, kleur- en reukverwarring en vooral belast wezen met een valsch martelaarschap. Ik ben dus fei telijk een misdeelde. Wat zal ik u verder ver tellen Mijn naam is werkelijk Sluijter, waarvan v. Sloten zigzagsgewijze afstamtiedereen noemt mij bijna met den laatsten naam, waarom ik dien bijna altijd gebruik, om verwarring te ont gaan. Wilt u nog meer weten Ik ben spi- ritiste (maar maak geen proselieten), leef in da- gelijkschen onmin met koetsiers die hun paarden mishandelen, en heb een afschuw van „opzet- teugels," dat dierenmarteltuig als ik werk, heb ik graag een hond of kat om me heen om af en toe een praatje tegen te houden. Volgens Max Nordau zal dit ongetwijfeld een teeken van (Uit liet Duitscli vertaald naar Anton Freiherr von Perfali.) 15.) «Enook dan niet!" antwoordde Sixtus gedachte loos, »ook de onhandigste liefde bindt de nood, die hatelijke furie. Graaf Sergius antwoordde niet meer, hij trom melde, een bekende melodie neuriënde, op de ven sterruiten. «Nu kan het er op losriep plotseling Sixtus, die zijn toilet geëindigd had, dat er vrij pover uit zag in vergelijking van anders. Een eenvoudige donkere jas, het haar gladgestreken, de monocle ontbrak, zijn oudste hoed, getuige van menige nachtpret, dekte het hoofd. «Best verzonnen, verduiveld soliedriep hij licht vaardig uit, hem nauwkeurig van top tot teen op nemend, »maar daarover valt hij niet meer, de oude." «Goed, maar ik prikkel hem tenminste niet door mijne weelde, 't ware in dit geval zeer onverstan dig," meende Sixtus, eenigszins geërgerd over de koelheid van den graat, en schoof hem de deur uit. »Ik verzeker u, het is de zwaarste gang mijns levens, gij kent mijn vader nog niet." «Tot genoegen, om uwen heldenmoed te kunnen beoordeelen en hulde te brengen, lieve Sixtus; nooit zal ik het vergeten, wat gij voor mij doet!" Hij drukte hen innig de hand. »En nog watals 't mogelijk is, maak mij niet te zwart. Het is ter- wille van Gilde!" De beide vrienden scheiden. Graaf Sergius ging, in gedachten diep verzonken; hij dacht aan de woorden van Sixtus«De nood bindt ook de onhan digste lietde." Sixtus schreed met diep bedrukt gemoed het ou derlijk huis toe. De geheele erbarmelijkheid van zijn tegenwoordige toestand stond hem weder op eenmaal klaar en helder voor de oogen. Alle waar schuwingen en vermaningen zijns vaders, alle drin gen zijner moeder, zijner corpsbroeders, die hem meermalen attent maakte op de voortdurende groote uitgaven, die zijne krachten te boven gingen, die hem zelf met «schrapping" dreigden; alls te ver geefs! Sinds hij de gezonde ijzerhoudende lucht van het ouderlijk huis niet meer ademde, dreef hem een booze demon, tuimelde hij zonder een vasten bodem onder zijne voeten in een nevelzee van lust en vreugde. Slechts zelden kwam hij tot bezinning Zeer zelden opende zich die nevelsluier voor een oogenblik en schonk hem een duisteren blik in een vreemd, donker land. Nu echter scheurde zij plot seling geheel. Het oude eerwaardige Erdmannshuis stond hen voor den geest. Steen voor steen brok kelde van de massieve muren, het dak wankelde reeds. Daar kwam hij, zelf een Erdmann. haastig toegeloopen, om mee te helpen de fondamenten te ondermijnen, om het geheel te doen instorten. Ont zettende gedachte? Ja, hij stond werkelijk voor het Erdmannshuis, het was geen bloote fantasie, en het kwam hem werkelijk ietwat bouwvallig, verweerd voor. Wat de verbeelding al doet! Ook brandden niet zooveel vuren in de werkplaats als vroeger. Valentijn kwam hem tegemoet, met een zware ijzeren staaf op den schouder, Zijn gelaat stond be trokken en 't vroolijkte niet op, toen hij Sixtus zag. «Laat gij u ook weer eens zien?" sprak hij ver- vvijtend. »In allen gevalle, het is thans geen vroo- lijke plaats, het Erdmannshuis. Overal ernstige ge zichten, en dat behaagt je zeker niet! Nu, voor u, studenten gaat zoo'n slechte tijd spoorloos voorbij Fevi vroeg heden bij moeder naar je. Zij ziet er slecht uit," zijn oog rustte vorschend op Sixtus «alsof ze bezorgd was. Ja, ja, die trekt zich ons ongeluk meer aan dan juffrouw Gilde. Die slaat op de piano los, den ganschen dag, als bekommerde zij zich over dit tuig niet!" Hij hield bij deze woor den de zware staaf, als ware 't hout, in de hoogte. «Het is toch iets bijzonders, die hooggeroemde ont wikkeling, ik had mij dat geheel anders voorgesteld! Gij wilt zeker naar vader, hij is boven en rekent den ganschen dag, hij is niet in de beste luim. Bo vendien heeft hij ontdekt, dat de graaf, uwen vriend, en Gilde in 't geheim briefwisseling houden. Dat heeft hem geheel buiten zich zelfgebracht van toorn. Hij moet zich in acht nemen, die heer graaf, als hij eenmaal in mijn vaarwater komt, God zij hem genadig 1" Een onuitsprekelijke angst overviel Sixtus, na deze slechte berichten omtrent de luimen zijns va ders. Het liefst was hij teruggekeerd, maar hij schaamde zich voor Sergius, en ging met beklemde borst de trap op. Uit één der kamers klonk gezang en klavierbege leiding, het was de stem van Gilde. De kamer zijns vaders lag er dicht naast. Hij klopte, het zweet stond hem op 't voorhoofd. «Binnen!" klonk het ruw. De vader zat aan de tafel, gebogen over de kas- saboeken, conto's en alle mogelijke schrifturen, beide handen in het op vele plaatsen reeds grijs door schijnende haar. Hij hief het hoofd op, door onge wone inspanning vuurrood, en zag Sixtus aan met een gezicht, waarover dezen schier alle moed inde schoenen zonk. «Aha! mijnheer Sixtus! Waaraan heb ik de eer te danken, mijnen zoon te zien? Zeker al het geld uitgegeven? Dan komt ge voor niemendal hier, mijn jongen," hij lachte bitter dat goedje is in 't Erd mannshuis niet meer te vinden." «Vader," begon Sixtus met bevende stem al het mannelijke was uit hem verslagen, hij stond op het punt neder te zinken, zoo sidderden hem de knieën. «Ik zie het in, ik heb slechts gehandeld te genover u. Maar ik wil het goed maken, nog is daartoe tijd. Slechts dezen éénen keer nog, va der, help mij, trek u mijn lot aan. Gij hebt goed gedacht, het is wel meer dan erg, maar het is zoo, ik kom om geld!" Erdmann sloeg met de vuist op tafel en stond plotseling overeind. «Sixtus," zeide hij met nadruk,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1894 | | pagina 1