m Mummie Levensmlelen.
Nieuwe Langedijker Courant', van Zondag 22 Juli 1894.
Hel Zangersfeest te Oud-Karspel.
Bliksemafleiders
f 115. Luchtbanden, f IÏ5.
1ste klas Rjjwiel HllBER-MODEL
HOLLENBERG,
voortdurend verschil bestaan daarom heeft de
redactie van de Strassburger Post zich tot den
privaat-secretaris van Perier gewend en het vol
gende antwoord bekomen; „De naam van den
president der Fransche republiek moet Casimir
Perier geschreven worden, zonder accent op de
e, maar een trait-d'union tusschen Casimir en
Perier.De naam wordt echter uitgesproken, of
er op de eerste een accent stond."
Hulde aai» de gedachtenis van Carnot.
De „Temps" heeft de vijfde lijst der inschrij
vingen voor het stichten van een liefdadig werk
ter nagedachtenis van Carnot openbaar gemaakt.
In het geheel wijzen die lijsten nu eene som aan
van ruim 16,000 fr.
De inschrijvingen voor een standbeeld te Lyon
ter eere van Carnot bedragen tot nu toe ruim
110,000 fr.
INGEZONDEN.
M. d. R.!
Verzoeke beleefd voor onderstaande een plaatsje
in uw geacht blad.
Nog eene week en 't is Zangersfeest te Oud-
Karspel.
't Is te hopen dat dit feest in allen deele zal
slagen.
Blijkbaar zijn door „Orpheus" moeite nog
kosten gespaard om haren Zustervereenigingen
een genotvollen, aangenamen dag te bereiden;
't publiek daarentegen in de gelegenheid te stel
len te kunnen genieten van wat het feest zal
opleveren.
Ongetwijfeld zal 't door velen, in de eerste
plaats door liefhebbers van zang en muziek, zijn
toegejuicht, dat verschillende Zangezelschappen
zich verbonden 's jaarlijks gemeenschappelijk een
Zangersfeest te houden.
Doch met welk doel?
Dit doel is m. i. tweeledig.
Met zich te vereenigen, zal men el
kander leeren verstaanmen zal zich beter oefe
nen in de schoone zangkunst door zich met el
kander te meten, en alzoo meer geraken tot de
hoogste volkomenheid.
En dan verbindt men tevens het nuttige aan
het aangename, terwijl het nuttige zich niet al
leen bepaalt tot den zang, maar, en ook dit
is zeer zeker niet van belang ontbloot, den
belanghebbenden, den neringdoenden van de
plaats waar het feest wordt gehouden, wordt
tevens een voordeeligen dag bezorgd.
Dit zijn zeer zeker redenen om van ons kant
flink mede te werken tot het welslagen van het
Zangersfeest te Oud-Karspel. In de eerste plaats
kunnen wij „Orpheus" steunen in haar moeie-
lijk werk, door te doen wat een ieder denkt in
het belang van de goede orde te kunnen doen.
Daarom den Zangersbond gesteund, en deel
genomen aan de festiviteit.
Ik zou allen burgers van Oud-Karspel in over
weging willen geven of men door 't uitsteken
der nationale driekleur den feestdag mede zou
willen verhoogen.
Dat dit feest begunstigd mag worden door
schoon weder, is de wensch van uw abonné, een
vriend van „Orpheus".
X.
PREDIKBEURTEN.
NED. HERV. OEM. OUD-KARSPEL.
Zondag 22 Juli voormiddags 9.30 uur, Ds.
Stramrood.
NED. HERV. GEM. NOORDSCHARWOUDE.
Zondag 22 Juli voormiddags 9.30 uur, Ds.
Habbéma.
OER. GEMEENTE.
Zondag 22 Juli voorm. 9 uur, nam. 6 uur
J. Boeijenga
NED. IIERV. GEM. ZUIDSCHARWOUDE.
Zondag 22 Juli nam. 1.30 uur, Ds. de Boer.
NED. HERV. GEM. BROEK OP LANGEDIJK.
GEREF. GEMEENTE A.
Predikbeurten niet ontvangen.
GEREF. KERK B.
Zondag 22 Juli voorm. 9 uur, nam. 2 u.
Ds. Bakker.
DOOPSGEZINDE GEMEENTE.
Zondag 22 Juli voorm. 9.45 uur, Ds. Vrijer.
Marktberichten.
Groentemarkt Noordscharwoude.
Maandag 16 Juli.
Bloemkool f6,25; Middelb. f2,25. Wortelen
f2,50, f2,25, f 1,50 Bosuien f 1,50. Roodekool
f8,
Dinsdag 17 Juli.
Bloemkool f6,Middelb. f2,25; Wortelen
f2,50, f 1,50, f2.— Roodekool f8,— Bosuien
f 1,75.
Woensdag 18 Juli.
Bloemkool f 5,15, Middelb. f 2,50 Roodekool
8,—Wortelen f 2,50, f2,— Bosuien f2,
Donderdag 19 Juli.
Bloemkool f 7,Middelb. 2,50, Uitschot f 1,
Wortelen f2,50, f2,25; Roodekool f8,— Bos
uien f 1,50.
Vrijdag 20 Juli.
Bloemkool f 7,25, Middelb. f2,—, Uitschot fl,
Wortelen f2,50 a f2,Roodekool f8,.Bos
uien f 1,50.
Zaterdag 21 Juli.
Bloemkool f6,25, Middelb. f2,—. Wortelen
f 2,50 a f 2,25. Roode kool f 8,Bosuien f 1,50.
Groeiiteiunarkt Broek op Liiiigedijk,
Maandag 16 Juli.
Aardappelen f0.70 a f0.90. Bloemkool le
soort f4.75 a f7.50. Bloemkool 2e soort f4.
a f2.50. Roode kool f9.— af. Wortelen
f2.10 a f2.40.
Dinsdag 17 Juli.
Aardappelen f 0.70 a f 0.80. Bloemkool le
soort f4.50 a f7.50. Bloemkool 2e soort f3.25
a f2.50. Roode kool f9.— af. Wortelen
f 1.35 a f2.40.
Woensdag 18 Juli.
Aardappelen f0.40 a f0.90. Bloemkool le
soort f4.50 a f7.50. Bloemkool 2e soort f3.
a f2.20. Roode kool f9.— af, Wortelen
f 1,40 a f2,50.
Donderdag 19 Juli.
Aardappelen f0.40 a f0.90. Bloemkool le
soort f 5.a f 7.25. Bloemkool 2e soort f 3.
a f2.50. Roode kool f9.—.
Vrijdag 20 Juli.
Aardappelen f0,40 a f0,90. Bloemkool le
soort f5,50 a f8,—. Bloemkool 2e soort f3.
a f2,50. Roode kool f9,— af, Uien per
100 bos f2,20 a f2,75.
Zaterdag 21 Juli.
Aardappelen f 0,40 a f 0,90. Blremkool le
soort f4,a f7,50. Bloemkool 2e soort f3,—
a f2,50. Roode kool f9,—.
SCHAGEN, 19 Juli 6 Paarden f 75 a
150., 42 Geldekoeief 120—af 255, 20 Kalf-
koeien f 160 a 260, 10 Vaarzen f 60 a f 95
5 Nuchtere Kalveren f 11a 17,— 375 Schapen
t 10. a f23,50 Lammeren f af16
magere Varkens f 13a f 16,— 30 Biggen f 7.— a
f 9,— Boter per kop f 0,42 a f 0,52 Kipeieren
f2,75, a f 3.25 per 100.
ALKMAAR, 20 Juli Aangevoerd 492
stapels Kaas, wegende 151847 Kg. Kleine f 25.50
Commissie f 22.50 Middelbare f 24.
ALKMAAR 21 Juli 1894 Aangevoerd 3
Paarden f60.a f300.7 Koeien f140.a
f240.12 Nuchtere kalveren f6.a f16.
50 Schapen f 12.a f 18.117 Lammerenf6.—
af !2.33 Magere varkens f15.a f17.242
Biggen f7.a f 10.50; 3 Bokken en Geiten f3.
a f8.— 2 kleine id. f 0.75 a f 1.25; Aardappelen f 1.25
per zak; nieuwe p. mandje f 0.90 Wortelen f 3.- ;per
100 bos Kippen f 0.10 a f 1.10 Konijnen f 0.15 a 0.90
Kipeieren f3.a f3.50 per lOüstuks Eendeieren
3.75 per 100 stuks; Boter per kop f0.50 a f0.57
Peren f4.per zak; Bloemkool 18.per 100;
Uien f3.per 100 bos; Eenden f0.55 per stuk;
Aalbessen f2.50 per mandje; Kruisbeziën f 1.50per
mandje.
Een merkwaardig voorval uit den Franscli-
Duitsclien oorlog.
Uit het Fransch van Anna Kingford.
De gebeurtenis, die ik hier ga verhalen, heeft
plaats gehad gedurende den inval der Duitschers
in Frankrijk in 1870. Het is mij niet veroor
loofd den naam te noemen van de heldin of in
nadere bijzonderheden omtrent haar persoon te
treden. Alle3 wat ik mag zeggen, is, dat zij een
jeugdige Fransche dame was, die, met haar oom
en eenige anderen, door Pruisische soldaten bij
de Duitsche grenzen gevangen genomen en be
schuldigd werd aan het Fransche gouvernement
belangrij ke inlichtingen verstrekt te hebben om
trent de bewegingen der overweldigers.
Het doel, waarmede ik dit verhaal opteeken,
is alleen, om op een wonderbaarlijke en toch
zeer verklaarbare werking van de natuurkrach
ten te wijzen, welker merkwaardige losbarsting
op een zeker oogenblik aan een mirakel zou
doen denken, door den Hemel beschikt tot red
ding van een mensch. Zonder in uitweidingen
te treden, laat ik hier de aanteekeningen van
den persoon volgen, zooals ze aan mij werden
toevertrouwd.
„Zooals vanzelf spreekt, had ik mij in de
politieke worsteling tegen onze wreede tegen
standers niet onzijdig kunnen houden en ik had
gelegenheid een belangrijke rol te spelen ineen
ingewikkelde zaak; maar mijn oom, dien ik er,
helaas, in mede had gesleept, had zich slechts
zeer weinig er mede ingelaten. De Pruisische
autoriteiten, die ons op het spoor kwamen,
trachtten verscheidene keeren ons te arresteeren,
doch een tijd lang wisten wij aan hun scherpe
blikken te ontsnappen.
Toen wij eindelij k ontdekt werden, bracht men
ons onder* sterk geleide naar een militaire wacht
post, om een verhoor te ondergaan.
De man, die mij gevangen nam, was een on
derofficier. Hij nam mij alleen mede naar de
wachtzaal, liet mij plaats nemen aan een houten
tafel, waarop hij papieren voor mij neerlegde,
die ik moest invullen en onderteekenen. Toen
ging hij tegenover mij zitten en ik kon haastig
de papieren doorloopen. Het waren formulieren
met open ruimten voor naam, ouderdom, woon
plaats en stand van de gearresteerden. Ik vulde
die in en vroeg, terwijl ik den sergeant over
tafel de papieren weer toeschoof, wat er met ons
gebeuren zou.
„Gij zult gefusilleerd worden," antwoordde hij
op driftigen en stelligen toon.
„Beiden
„Allebei", hernam hij.
„Maar," vervolgde ik, „mijn metgezel heeft
niets gedaan, waarvoor hij den dood zou kunnen
verdienen. Hij is door mijn schuld in het geval
medegesleept. Heb toch medelijden met zijn hoo-
gen leeftijd. Zijn haar is wit van ouderdom en
was hij niet zoo slecht ter been geweest, dan
hadden wij sneller kunnen vluchten en zouden
ons hoogstwaarschijnlijk nu in veiligheid hebben
bevonden. Bovendien, wat voordeel kunt gij er
bij hebben, een armen grijsaard te laten dood
schieten P"
De onderofficier bewaarde het stilzwijgen zijn
gedrag verried mij niet, dat hij ongunstig jegens
mij gestemd was, maar ook niets wat mij hoop
kon geven. Terwijl ik nog op zijn antwoord
wachtte, bekeek ik de hand, waarmede ik de
papieren had onderteekend en er rees plotseling
een nieuw denkbeeld in mjjn hoofd op.
„Sta mij ten minste een gunst toe," zeide ik,
„Als mijn oom dan toch moet sterven, laat ik
hem dan ten minste voorgaan, zie voor mij te
verkrijgen, dat ik het eerst worde doodge
schoten."
Ik deed dit verzoek om de volgende reden.
In mijn rechterhand was de levenslijn plotseling
op de helft harer lengte afgebroken, hetgeen vol
gens sommigen een plotselingen, gewelddadigen
dood voorspelt. Maar het punt waar zij eindigde,
liep uit in een zuiver, duidelijk afgebakend vier
kant vakje. Zulk een vierkant vak aan het
einde van een gebroken lijn, beduidt in oude
chiromantie redding, verlossing. Reeds sedert
langen tijd was ik bekend met dit teeken in
mjjn hand, en had mij reeds vele malen afge
vraagd, wat het toch beteekenen zou. Maar toen
ik er op dit oogenblik naar keek, kwam ik plot
seling tot de overtuiging, dat ik, op welke wijze
wist ik niet, op het uiterste oogenblik van den
dood gered zou worden, en ik dacht, dat, indien
dit gebeurde, het zeer treurig zijn zou, als mijn
oom vóór mij gefusilleerd werd.
Werd ik gered, dan zou ik hem stellig even
eens redden, want kreeg ik gratie, dan sprak
het van zelf, dat ook hij gratie zou ontvangen,
en mijn behoud was het behoud van ons beiden.
Bij volg was het van het grootste belang voor
zijn veiligheid te zorgen, totdat mijn lot beslist
zou zijn. De onderofficier scheen mijn laatste
woorden in ernstiger overweging te nemen dan
mijn eerste.
Hij zei stug„Het is mogelijk dat ik dit
voor u in orde kan brengen." Toen stond hij
op en nam de papieren, die ik ingevuld had,
met zich mede.
„Wanneer worden wij gefusilleerd?" vroeg ik.
„Morgenochtend," antwoordde hij kortaf.
Hij ging weg en sloot de deur der wacht
kamer achter zich dicht.
De morgenstond van den volgenden dag brak
zeer somber aan. De lucht was stormachtig,
dikke en zware wolkgevaarten, met electriciteit
beladen, waren aan den gezichteinder samenge
pakt en dreven langzaam tegen den wind op.
Ik aanschouwde ze met ontzettingzij schenen
zich zeer dicht bij de aarde te bevinden en ge
leken op levende wezens, die wat er hier bene
den gebeurde, moesten bespieden. Het kwam
mij voor, alsof zij met ketens aan het hemelge
welf waren opgehangen en hun lange, spook
achtige armen naar de aarde uitstrekten, terwijl
hun zwarte kleur en reusachtige vormen aan
bovennatuurlijke wezens deden denken.
De soldaten kwamen ons afhalen en brachten
ons, met op den rug gebonden handen, naar een
vierkante ruimte achter hunne barakken.
Het tooneel, dat ik toen voor mij zag, zal
mij zoolang ik leef voor oogen staan. Het plein
was ingsloten door een houten schutting. Achter
deze palissade verdrong zich een groote menigte
mannen en vrouwen de inwoners van het
stadje, die gekomen waren om de strafoefening
bij te wonen.
Maar de uitdrukking van hun gelaatstrekken
was meêwarig en droevig. Daarin kon ik mij
onmogelij k bedriegen want verontwaardiging en
woede, gemengd met wanhoop over hun mach
teloosheid, stonden er op te lezen.
Ik was de eenige vrouw onder de veroor
deelden. Mijn oom was er ook bij, met nog twee
drie andere gevangen. Aan twee kanten van het
plein bevonden zich hooge muren, die een hoek
vormden, en daarin stond een boomstam, waar
van de kruin was afgekapt. Een ijzeren ring was
aan dien boom bevestigd, blijkbaar met geen
ander doel dan om er den veroordeelde aan vast
te binden. Ik raadde dadelijk dat men hem
daartoe zou gaan gebruiken.
Midden op de plaats stonden eenige soldaten
in het gelid geschaard, die met karabijnen wa
ren gewapend en waarover een officier met ge
trokken sabel het bevel voerde. De schutting
werd bewaakt door eenige schildwachten, die
hier en daar op wacht stonden, ongeveer een
twaalftal, naar het mij voorkwam. Een katho
liek geestelijke, in het zwart gekleed, liep naast
mij en keerde zich op het oogenblik, dat wij
het plein optraden, naar mij toe, om mij de ver
troostingen van den godsdienst aan te bieden.
Ik weigerde ze aan te nemen, maar vroeg hem
angstig, of hij ook wist, wie van ons beiden het
eerst zou moeten sterven.
„Gij mevrouw," antwoordde hij, „de onder
officier, die u moest bewaken, heeft gezegd, dat
gij dit verzocht hebt, en hij hoeft de toestem
ming daartoe voor u weten te verkrijgen."
Zelfs op dit oogenblik ondervond ik een plot
selinge blijdschap, toen ik deze woorden hoorde,
hoewel ik niet meer op redding durfde hopen.
De dood was reeds te nabij, dacht ik.
Daar naderde mij een soldaat, die mij bloots
hoofds naar den boomstam geleidde, waartegen
hij mij plaatste, na mijn handen met een touw
aan den ring te hebben vastgemaakt.
Men bond mij geen doek voor de oogen. Ik
stond met opgeheven hoofd tegenover de in gelid
geschaarde soldaten, die zich op het midden van
het plein bevonden, en ik zag, dat de officier
met den blooten sabel aan het eind van de rij
ging staan, die uit zes man bestond. In dit ont
zettend oogenblik merkte ik nog op, dat er aan
hun uniformen veel schitterend staal was. Ik
zag hun helmen blinken, ovenals hun karabij
nen, en op het oogenblik, dat zij deze op mij
richtten, fonkelden zij als een plotselinge blik
semstraal. Toen kwam er een oogenblik van ont
zettende stilte, terwijl de krijgslieden den vin
ger aan de trekker brachtenvervolgens hief de
officier zijn sabel omboog, ten teeken om vuur
te geven. Maar met een snelheid, die onmogelijk
te beschrijven is, zag ik dat het geheele plein
in een vuurzee veranderde en in een lichtglans
gehuld werd, zóó verblindend en ontzaglijk, dat
alles er door verteerd scheen te worden. Plotse
ling kwam het denkbeeld bij mij op, dat deze
bedwelmende glans het physieke uitwerksel was,
dat men moest ondervinden wanneer men ge
fusilleerd is, en dat de kogels, die mijn hoofd
en hart hadden doorboord, de ontzettende voor
stelling hadden veroorzaakt van een alles ver
terende vlam. Ik herinnerde mij flauw, dat ik
gelezen of gehoord had, hoe zulke uitwerksels
op het zenuwgestel worden teweeggebracht van
iemand, die door een kogel werd getroffen.
„Het is afgeloopen," dacht ik, „het was de
kogel.
Maar eensklaps schenen er geluiden tot mijn
verwarde zinnen door te dringen ik hoorde
duidelijk het gonzen van stemmen de duis
ternis, die op het schitterend licht was gevolgd,
week voor de bleeke schemeringik bemerkte,
dat er een volksoploop ontstond en ik zag eenige
lichamen, die onbewegelijk voor mij op den grond
uitgestrekt lagen.Toen begreep ik alles. Het
onweder, dat den geheelen morgen gedreigd had,
was in die zwarte massa boven onze hoofden
opgehoopt. Het peleton soldaten, dat mij had
moeten fusilleeren, bevond zich juist onder dit
punt.
Fonkelend van al het staal, dat zij op hoofd,
borst en schouders droegen, stonden zij daar
schouder aan schouder en vormden aldus een
batterij voor den bliksem, en aan het eind van
dien keten hief de officier zijn ontbloote sabel
met een plotselinge beweging in de hoogte. De
bliksem door het staal aangetrokken schoot neer,
liep voort van de stalen kling langs de karabij
nen, en van de helmen naar het borstharnas,
iederen krijgsman in zijn loop doodend. Zij vie
len ter aarde als een rij kegels, hun gelaat en
handen waren zwart gebrand in één punt des
tij ds, in één oogwenk waren zij allen dood.
De electrische vonk had in één seconde het le
ven van zeven mannen weggevaagd geen hun
ner bewoog meer een spier of vinger. Toen had
er een woest tooneel plaats. De volksmenigte,
die gedurende een minuut verpletterd en be
dwelmd was geweest door den donderslag en de
ontzetting over de daardoor aangebrachte ver
woesting, kwam weder tot bezinning en wierp
zich met doordringende kreten op de palissade,
brak er doorheen en vloog het plein op, terwijl
zij zonder eenige moeite de verschrikte Pruisen
verjoeg. Ik werd omringd door behulpzame han
den, die zich beijverden mijn boeien los te ma
ken het volk brulde, schreide en jubelde van
blijdschap en velen zonken met mij op de knieën,
om den hemel te danken. Ik geloof dat er een
zware regenbui losbrak en de regendroppels op
mijn gelaat neervielen en mijn haar, handen en
kleederen geheel nat werden, maar ik zag en
gevoelde niet meer, daar ik bezwijmde in de
armen van het volk dat mij wegvoerde.
Ik was in waarheid gered door het vuur des
hemels. („N. Asser Crt.")
Advertentiën.
Op den 18 JULI overleed zacht en
kalm, na een langdurig doch geduldig
lijden, mijn innig geliefde Echtgenoote,
Bregtje Ambuul,
in den ouderdom van 49 jaar en 11 maanden.
Tevens is het mij eene behoefte aan de
alhier bestaande Dames-vereeniging „IIulp-
1 etoon" mijn hartelijken welgemeenden
dank te betuigen voor de vele gaven en
betoonde belangstelling gedurende de ziekte
mijner lieve vrouw.
Mede namens Kinderen
en Behuwd-kinderen.
JACOB KOSTELIJK Jzn.
Zuidscharwoude, Juli 1894.
Eenige en algemeene kennisgeving.
STOOMFABRIEK
Yoor het a.s. ZANGERSFEEST
beveelt ondergeteekende zich beleefd aan tot de
levering- van alle soorten
<*roeiiten in blik,
Peeren en Appelen in Wijn,
Tafelzuren, en*, en*.
Firma C. BRINKMAN,
Noordscharwoude.
worden billijk en soliede ver
vaardigd, geplaatst en onder-
*ocbt
door AVAN REE,
SINT MAARTEN.
met schriftelijke garantie.
Alkmaar,
RIJWIELEN-FABRIEK.