Weekblad voor LANGEDIJK en Omstreken.
N°. 30.
Zondag 29 Juli 1894.
3e Jaargang.
Ia demokratische richting.
FEUILLETON.
Het Erdmanns
SB—B-üü—A
NIEUWE
UUJIJkï
Deze courant verschijnt eiken Zaterdagnamiddag.
AB0NNEM1 NTSPRIJS
voor Noordscharwoude, Oüdkarspel, Zuidscharwoude en Br. op Langedijk
per drie maanden SO et-, franco p. post OO ct.
UITGEVER:
J. II. KEIZER.
BUREEL:
HToorclscIiarwoii<le.
PltlJS DER ADVERTENTIËN:
Van 1—5 regels 30 ct., elke regel meer S ct.
Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend.
Brieven rechtstreeks aan den Uitgever.
IHEllTRMiiüLIAG OP DE.f IIOLLAID§CHElT NPOOKWEO. (Greenwich tijd.)
Vertrekuren van af station Noord-Scharwoude. (Zomerdienst.)
RICHTING HELDER.
GREENWICH TIJD.
6.36*
7.46J)
11.232) J 3.063)
6.374) j
9.55... stopt ge-
GREENWICH TIJD.
6.18
7.30*
9.37
12.04f
1.38
3.55
8.16
AMSTERDAMSCHE TIJD.
6.56*
8.06
CD
OJ
co
co
1
6.574)
ïegeld to
10.15... Zydewind
AMSTERDAMSCHE TIJD.
6.38
7.50*
9.57
12.24f
1.58
4.15 I
8.36
Deze trein rijdt alléén des Donderdags tot Den Helder. De metstopt des Donderd.met 2) Maand,
en Donderd.met 3) des Maand., Vrijd. en Zaterd.met4) geteekenden trein des Maand, te Zijdewind.
RICHTING AMSTERDAM.
Deze trein rijdt alleen naar Amsterdam en stopt niet te Heiloo en Castricum.
f Deze trein rijdt alleen des Donderdags tot Uitgeest.
Proclamatiën.
De BURGEMEESTER van O u d k a r s p e 1
Gelet op art. 4 tot en met 6 van de Alg.
Plaats. Politie-Verordening
verleent vrijheid aan de tap
pers aldaar, om op Zondag, den
29 dezer maand, muziek- en
danspartijen te geven en ook,
om na den bepaalden tijd van
sluiting- te tappen.
Oudkarspel, den 16 Juli 1894.
De Burgemeester voornoemd,
C. KROON.
De woorden, aan 't hoofd van dit opstel ge
plaatst, dienden als wachtwoord bij de jongste
verkiezingen en toch bleven ze voor velen slechts
een klank.
Nu de gemoederen meer tot rust zijn geko
men, is de tijd misschien gunstig, om meer in bij
zonderheden af te dalen.
Een feit is 't, dat honderdduizenden werklie
den voortdurend bezig zijn met 't vervaardigen
of bereiden van artikelen, die voor den werk
man zelf onbereikbaar blijven. Deze ervaring
moet den arbeider verbitteren, wanneer de mee
ning bij hem gevestigd wordt, dat de meer ge
goed klassen de vruchten van zijn arbeid ge-
genieten, zonder eenig mededoogen te gevoelen
met zijn ontbering.
Maar wordt bij de arbeidersklasse bet vertrou
wen gegrondvest, dat de meer bevoorrechten be
reid zijn, zooveel mogelijk te trachten naar ver
betering van haar lot, dan spoort dit haar aan
tot eigen krachtsinspanning, om tot die lotsver
betering mede te werken, en doet het haar
berusten in 't onvermijdelijke.
Om dit vertrouwen bij de arbeiders te vesti
gen is in de eerste plaats noodig een wettelijke
bescherming van den arbeid. En met schaamte
moeten wij erkennen, dat, terwijl in Frankrijk
alreeds sedert 1806, en in Duitschland en En
geland sedert tal van jaren zulk een wet be
staat, de Nederlandsche werklieden nog altijd op
eenige wettelijke bescherming wachten.
Maar elke regeling moet in overleg met de
arbeiders worden tot stand gebracht. Anders treft
zij geen doel.
In Frankrijk zijn door de regeering arbeids
raden ingesteld, die uit patroons en werklieden
bestaan, elk voor de helft.
Ontstaat er een conflict tusscben een arbeider
en zijn patroon, dan wordt door een verzoenings
bureau, bestaande uit één patroon en één arbei
der, getracht de zaak in der minne te schikken.
Eerst wanneer deze poging mislukt, komt het
geding voor den vollen raad.
Natuurlijk is bij het in dienst treden tusschen
arbeider en patroon een eenvoudig contract op
gemaakt, en heeft de raad te onderzoeken, in
hoeverre dit contract wederzijds is nageleefd.
Daar de beslissing plaats heeft volgens eed en
geweten en niet alleen naar de doode letter van
een geschreven wet, geeft deze uitspraak meer
waarborg voor een billijk oordeel dan die van
een rechtelijk college.
Opmerkelijk is het ook, dat een werkman, die
zijn patroon niet bij de rechtbank zou durven
af willen aanklagen, niet aarzelt, om de bemid
deling van vakgenooten in te roepen.
Gaat de klacht van een groep van werklie
den uit, dan neemt de vrederechten in den ar
beidsraad plaats, om zoodoende aan de uitspraak
meer kracht bij te zetten. De uitslag van zulk
een geding wordt openbaar gemaakt.
In het officiéél Maandblad, uitgegeven door
den Minister van Handel en Nijverheid, wordt
telkens een staat gegeven van de geschillen, die
door een verzoeningsbureau zijn bijgelegd, en
waardoor zoovele werkstakingen zijn voorkomen.
In Duischland en Engeland komt de inrich
ting der arbeidersraden in hoofdzaak met die in
Frankrijk overeen. Zelfs is in het laatste land het
initiatief tot het instellen van die raden van de
patroons uitgegaan.
Een tweede middel, om den arbeid op te hef
fen en voor gebrek te bewaren, bestaat een ar
beiders-pensioenfonds.
Menig werkgever houdt een ouden arbeider
in dienst, ofschoon deze zijn werk niet behoor
lijk meer kan verrichten, omdat bij den trouwen
dienaar niet aan de publieke liefdadigheid wil
overleveren. Toch moet zulk genadebrood den
arme bitter smaken. Een ander patroon zend den
afgesloofden werkman naar het armbestuur.
Wanneer nu de armbesturen, de werkgevers
en de werklieden-zelve elk jaarlijks iets bij
droegen en de Staat het overige deed, zou 't dan
niet mogelijk zijn, ook in ons land den ouden
arbeider een pensioen te verzekeren Hij moet
immers ten koste van wie dan ook toch
onderhouden worden. Het verschil bestaat alleen
maar hierinzal de werkman bij 't klimmen
zijner jaren de blijde troost genieten, dat hij na
volbrachten arbeid recht heeft op een pensioen,
of zal hij aan den avond zjjns levens, voor 't
eerst misschien, de hand voor een aalmoes moe
ten openen
Het afgetreden Ministerie had een pensioenwet
voor arbeiders gereed.
Nog een ander vraagstuk is het vaststellen
van een maximum-werkdag en van minimum
loon.
De oplossing is niet gemakkelijk, maar dat is
geen reden om niets te doen, vooral daar men
bijv. in de Vereenigde Staten, in Zwitserland
en in Engeland ons op 't goede spoor is voor
gegaan.
We vragen geen aehturigen werkdag. Maar
uit een onderzoek is gebleken, dat in de groote
steden een aantal werklieden bakkersgezel
len, behangers enz. 16 k 18 uur per dag
werken, terwijl zooveel andere vruchteloos om
werk vragen.
Men kon den werkdag, als proeve, toch gerust
tot 10 of 12 nur beperken. Vindt men bij den
landbouw die beperking nog te moeilijk, welnu
deze arbeid is niet de ongezondste. Maar in fa
brieken en werkplaatsen kan zij zonder groot
bezwaar worden ingevoerd. Men beginne slechts
met het meest uitvoerbare. Later zal het blijken,
dat men gerust een schrede verder kan gaan.
Wat wij hier vragen, is veel minder, dan wat
elders reeds is verkregen.
En nu de loonkwestie. Men kan natuurlijk
voor het geheele land voor elk vak geen loon
vaststellen. De omstandigheden zijn te verschil
lend. Toch kan er hierin veel gedaan worden.
Slechts als voorbeeld willen wij ons bepalen tot
het bouwvak.
Voor elke groote stad of voor elke plattelands-
streek kan door de gemeentebesturen, in over
leg met de arbeidsraden en onder goedkeuring
van Gedeputeerde Staten een minimum-loon wor
den vastgesteld, dat verbindend is voor rijks- en
gemeentewerken. Ziet men er nog tegen op, dit
loon ook voor particulierie werken verplichtend
te stellen, dan kan men toch bij de wet eischen,
dat in elk bestek wordt bepaald, welk loon op
dat werk aan de arbeiders minstens moet worden
uitbetaald. Is dit loon te laag gesteld, dan kun
nen de arbeidersraden bemiddelend optreden.
Mislukt deze onderhandeling, dan wordt de uit
slag der besprekingen openbaar gemaakt.
We gaven slechts een voorbeeld. Voor andere
vakken moet natuurlijk een andere regeling ge
troffen worden. Men zie er niet tegen op, ver
schillende gevallen bij de wet afzonderlijk te be
handelen. In elk geval doe men, wat gedaan
kan worden en late men zich niet afschrikken
door gezochte bezwaren.
De Amsterdarasche gemeenteraad heeft vóór
eenigen tijd besloten, dat, als proef, bij publieke
aanbestedingen van gemeentewerken de aanne
mer in zijn biljet zal opgeven, voor hoeveel bij
het werk wil opleveren, wanneer de arbeiders
niet meer dan 11 uur per dag werken en het
loon op minstens 23 centen per uur wordt ge
steld (3 centen meer dan 't gewone loon),
en tevens in dat biljet de som bepalen, waar
voor hij zonder dio verplichtingen het werk wil
Nu is bij de inschrijvingen voor verscheidene
groote werken gebleken, dat de aannemingssom
in 't eersre geval gemiddeld slechts 2 procent
hooger was dan in het laatste. Dit verschil is
dus niet noemenswaard.
Bovendien hebben 3 patroonsvereenigingen
aan het gemeentebestuur bekend gemaakt, dat
zij bereid zijn, wanneer deze bepalingen voor
loon en arbeidsduur bij gemeentewerken defini
tief worden vastgesteld, ook bij particuliere
werken het loon op 23 centen en de arbeidsdag
des zomers op 11 en des winters op 10 uur te
brengen.
In Engeland werd in het Parlement door den
Minister medegedeeld, dat de invoering van den
achtuurs-werkdag in de rijkswerkplaatsen groo-
ter succes heeft gehad, dan verwacht werd. De
maatregel blijkt een besparing van tijd te zijn
en de werklieden maken een hooger loon.
We hopen, onzen lezers duidelijk te hebben
gemaakt, wat we door „democratische richting"
verstaan, en meenen daarmede de houding te
verklaren, die we bij de laatste verkiezingen
aannamen.
Uitgaande van het denkbeeld, dat men den
arbeiders zelve eene stem moet geven bij eene
wetgeving op den arbeid, meenen wij nog, dat
men hun het kiesrecht niet mag onthouden.
(Uit het Duitsch vertaald naar Anton Preiherr
von Perfall.)
19.)
HOOFDSTUK VI.
Het waren booze dagen in 't Erdmannshuis, na
het bezoek van den smid aan den graaf Perin op
Herren worth! Monika's oogen waren rood en ge
zwollen, zij rustten voortdurend met vorschenden
blik op de verdrietige, sombere trekken van An
dreas, wien zelfs de arbeid niet meer over de zor
gen kon heenzetten. Gildes immer verdrietig, onte
vreden gezicht, haar uiterst geringe deelneming,
haar koele houding, haar geheele doen, waaruit er
gernis sprak, omdat zij door de slechte financieele
omstandigheden niet in staat was, haar weelderig
leven voort te zetten, dat alles droeg er niet toe
bij, den zwaren last, die zich op haar vaders schou
ders geladen had, te verlichten. Op Sixtus had
het onderhoud met zijnen vader niet zulk een ge-
volggevenden indruk gemaakt,^ds men zou verwacht
hebben.
De wissel was betaald door den vader dat
vernam hij van zijn' vriend Sergius, die hem daar
om met dankbetuiging overlaadde. Op welke
wijze betaald? dat las hij op het bekommerde aan
gezicht zijns vadeas, en daar hein dit lezen pijn
deed, liet hjj zich zelden zien, onder voorwend
sels van drukke studiën.
Valentijn alleen had zich niet veranderd. Zijne
eenvoudigheid, zijne tevredenheid, en het bewust
zijn zijner arbeidskracht hielpen hem over die vele
zorgen heen. Zijn geheele wezen wortelde meer in
het tegenwoordige, dan dat zijns vaders, wiens lust
voor allerlei zaken van vroeger eeuwen, hij niet ge
ërfd had. Voor hem was de arbeid zijn levensdoel
en levensgenot, en als toch alles moest verlo
ren gaan, dan zwaaide hij zijnen hamer even gaarne
in Gods naam, in de werkplaats van een' vreemde.
Met deze gedachte, die voor Erdmann deallervree-
selijkste was, had hij zich reeds sedert lang ver
trouwd gemaakt; en nog een schat bewaarde hij in
zijn breede borst, een kinderlijk vertrouwen op
God, een ernstigen godsdienstzin, die nochdoor'het
spottend lachen van Sixtus, noch door de grove
spotternijen des vaders konden benadeeld worden.
Hij dacht niet, hij gevoelde slechts, en zoo bleef
hem het geloof,
Niet zelden gebeurde het, dat hij na het eindigen
zijner werkzaamheden even overwipte naar de na-
burigen Heiligengeestkerk. Daar heerschte een zoo
frissche koelte onder die hooge gewelven. Dat deed
hem goed, evenals de geheimvolle stilte, na het ge
raas van des daags in de werkplaats, en ook zonder
een gebed uit te spreken, gevoelde hij zoo verhe
ven. De reusachtige pilaren en gewelven trokken
zijn gansche ziel naar boven die purperblauwe
lichten, welke door de beschilderde boogramen in
het kerkgebouw doordrongen en hier en daar een
helder licht lieten vallen, terwijl ze elders een
hoekje slechts met schemer-donker wisten te vul
len, verplaatste hem, wiens phantasie door zijne ge
dachten niet gestoord werden, in een andere ge-
heimnisvolle wereld, die hoog verheven was, boven
die, waarin hij dagelijks arbeidde. Het was voor
hem een oneindig zoete, zeker wellustige rust, die
hij niet meer missen kon, en thans allerminst.
Het was in de tweede week van voormeld be
zoek op Herrenwörth. De vader had zeker heel
slechte berichten ontvangen, want den ganschen
dag arbeidde hij niet en hij sloot zich op in zijne
kamer; alleen des avonds kwam hij in de smederij.
Valentijn schrikte, toen hij hem aanzag. De sterke,
verheven gestalte was ineengezonken, de oogen la
gen diep in hunne kassen, de baard was erg wan
ordelijk; hij zag niet om gelijk vroeger naar den
vereischte arbeid zijner knechts.
»Plaag je niet, Valentijn," zeide hij op hitteren
toon, «daarmee is niets meer te verhelpen. Ik moet
mij morgen failliet verklaren het kan niet lan
ger," sprak hij langzaam op gedempten toon. De
machinenfabriek van Böhme Co. heeft heden hare
betalingen gestaakt, die posten zijn zoo goed als
verloren, graaf Perin kan ook niet betalendie dui
zend thaler konden mij nog redden, het was ten
minste een bedrag, waarmee ik nog een tijdlang
kon doorwerken.
De vertwijfeling zijns vaders sneed Valentijn meer
door het hart, dan het slechte bericht, dat hem
toch niet onverwacht kwam. »Kop op, vader," zeide
hij, den hamer kalm wegleggend, sik wist het al
lang hoe 't gaan zou met dien vervloekten ijzer
handel. Wij zijn smeden en geen handelaars en
we hadden ons bij ons handwerk moeten houden."
sEn wiens schuld is het, dat ik er niet bij ge
bleven ben?" viel Andreas in. «Mijne kinders, Six
tus en Gilde, voor wie de winsten van een eerlijk
handwerk niet meer toereikten, toen heb ik my
laten verleiden".
»Zoo moeten wij weder worden, wat wij waren,
vader eenvoudige smeden arbeiders! Onze
goede God heeft ons krachtige onvermoeide armen
gegeven, die helpen overal door."
sin dienst van een vreemde niet waar ant
woordde de smid. sGij zegt dat zoo rustig; alsof
dan in het Erdmannshuis niet een ander zal ar
beiden. En gij gelooft, dat ik zou kunnen verdra
gen, dat men mij zonder omwegen op straat zet,
als een hond? O, God, wat heb ik dan toch
voor zonen? De een heeft mij door zijn voor-heer-
tje-spelen ten gronde gericht, en de andere neemt
geduldig zijn gereedschap en verlaat zonder om te
zien het vaderlijk huis, waarin sedert zoovele hon
derden jaren een Erdmann woonde?"
Andreas sloeg er geen acht op, in zijne opge
wondenheid, dat het geraas der hamers rondom
hem had opgehouden, de gezellen de hoofden bij
een staken en verstomd naar den woedenden smid
keken.
sEn wat helpt dat tobben, vader?" antwoordde
Valentijn bedaard. sZeg het zelf, wat kan ons dan