Nieuwe Langedijker Courant", van Zondag 26 Augustus 1894. gen, zijn in hechtenis genomen, eerstgenoemde als dader, laatst genoemde als medeplichtige, wordt nu door den zelfmoord van de moeder van den jeugdige medeplichtige weer minder betrouw baar, daar vrouw Boes, voordat zij zelfmoord beging moet gezegd hebben, „Mijn zoon en ik zijn de schuldigen, maar Alot is onschuldig." Ook dit schijnt nu verdichtsel te zijn, althans juistheden zijn al weder hiervoor niet aan te geven. Dat de justitie licht zal brengen in deze voor het publiek en ons nog zeer duistere gebeurte nis, is wel vrijzeker, daarvoor schijnt zij alreeds genoeg bewijzen te hebben, doch laten wij haar niet vooruitloopen met iets te constateeren, wat volstrekt op geen goede gronden berust. Van wege de Schager Harddraverij-ver- eeniging „West-Friesland" werd te Schagen den 21 de gewone jaarlijksche harddraverij ge houden door paarden van zessen klaar, inge spannen voor tweewielige rijtuigen. Er werd aan deelgenomen door 7 dravers, nl. „Joël Tabor," van den heer A. de Graaf, te Bussem, „Tabor III" van den heer Oortman Gerlings, te Hoorn, „Ninus," van den heer J. Koster, te Heemstede, „Jonge Tabor II." van den heer A. de Ridder te Noord-IJpolder, „Wilhelmina III," van den heer F. Munnikhuis te Zaandam, „Bles," van den hr. A. de Ridder, te N.-IJpolder en Willem III van den heer C. Broers te Beningbroek. De Prijs van f200 werd behaald door „Jonge Tabor II" van den heer Ridder, berijder de eigenaarde eerste premie f75 door „Willem III," van den heer Broers, berijder de eigenaar en de tweede premie f25 door „Wilhelmina III," van den heer Munnikhuis, berijder de eigenaar. Het feest werd 's avonds met een prachtig vuurwerk be sloten. Dit den gemeenteraad van Kralingen. De heer Everts vraagt en verkrijgt het woord. Hij zegt: Van burgemeester en wethouders vau Kralin gen ontving ik den 3en Augustus 1894 de mede- deeling, dat de Raad in zijne vergadering van 2 Augustus mij heeft benoemd tot lid der com missie van bijstand voor de waterverversching. Naar aanleiding daarvan wensch ik eenige be schouwingen hier te laten volgen. Al dadelijk wensch ik te verklaren dat het mij totaal onbegrijpelijk is, hoe het kan strooken met de waardigheid van den Raad om twee leden, die zonder eenige reden op te geven be dankten, te herkiezen. Inderdaad had de heer Schrameijer Verbrugge gelijk, toen hij sprak van eene wonderlijke comedieen hoe er buiten den Raad wordt ge sproken over dergelijke handelwijze, bleek vol doende, toen ik de opmerking hoorde. Zoo iets zou zelfs in Meerenberg niet gebeuren. De voorzitter valt den spreker in de rede en zegt, dat hij eenvoudig heeft te verklaren of de benoeming wordt aangenomen. De heer E. ver volgt Mij dunkt dat ieder onpartijdige het mij zal moeten toegeven, dat de Raad door een der gelijk comediespel toont, den noodigen ernst ge heel en al te missenterwijl eene hoogst ern stige opvatting en behandeling der gemeente zaken, naar het mij toeschijnt, nergens meer noodzakelijk is, dan juist hier in Kralingen. De financieele toestand onzer gemeente is be paald treurig te noemen, en eene beduidende verhooging der toch reeds zoo opgedreven be lasting is onvermijdelijk, een feit dat, naar ik meen, onze financiëele commissie niet zal ont kennen. Waar dit ten slotte op uit moet loopen, ter wijl bij het bestuur der gemeente alle homoge niteit ontbreekt, en er van samenwerning geen schijn of schaduw is, durf ik niette zeggen. Aangezien de annexatie zich nog wel eenigen tijd zal laten wachten, geloof ik dat wij waar lijk in het belang der gemeente zouden hande len, indien wij als raadsleden eenparig ons ont slag namen, om daardoor den kiezers de gelegen heid te geven, hunne fout te herstellen, met hierheen mannen af te vaardigen, die meer ge schiktheid en meer ernst blijken te bezitten. Mocht men aan dat denkbeeld gevolg willen geven, dan zal ik een der eersten zijn om mijn mandaat terug te geven. Hoe gaarne ik ook, in het belang der gemeente, als lid eener commissie zou willen werkzaam zijn, is mij zulks onmogelijk daar waar men kan voorzien dat er aan degelijke samenwerking zelfs niet wordt gedacht, reden waarom ik, bij mijne benoeming als lid der commissie voor de drink waterleiding, bedankte. In dit opzicht neme de Raad een voorbeeld het naburige Rotterdam, waar de commissiën flink en zelfstandig werken, en waar hare advie zen slechts zelden aanleiding geven tot debat. Ten slotte verklaar ik mij bereid (zoolang er geen verandering in den Raad komt) in samen werking met den heer Burgerhout het lidmaat schap der commissie van de waterverversching aan te nemenwanneer zulks niet gevonden kan worden, is het mij onmogelijk daaraan te voldoen. De voorzitterWordt nu de benoeming in de commissie door u aangenomen of niet? De heer EvertsAlleen als de heer Burger hout daarin zitting neemt. De heer KettingAlzoo hij bedankt. De heer EvertsJa, dan bedank ik. Middelerwijl waren verscheidene leden van hunne zitplaatsen opgestaan. De heer EvertsNog ééne vraag, mijnheer de voorzitter hoe staat het met de annexatie Hebt u hierover geen berichten gekregen De Voorzitter „Ik kan u niets naders zeggen. Een brief van den minister geeft geen nadere inlichting. De heer Everts Hier in art. 183 der gemeente wet lees ik„De Burgemeester en Wethouders zijn aan den Raad verantwoording schuldig en geve te dien aanzien alle de door den Raad ver langde inlichtingen." Op grond daarvan doe ik u de vraag. De voorzitterIk kan u niet nader antwoor den en sluit de vergadering. Men schrijft aan de „N. R. Ct." De vorst deed zich van Donderdag op Vrij dagnacht in het Zuidoosten der provincie Utrecht reeds goed gevoelen. Een aannemer uit de Marnixstraat te Am sterdam is in een café in de Nes aldaar, door een enbekend persoon afhandig gemaakt van een bankbiljet van f1000. Een vlaamsche „Groet aan De Ruyter." De „Vliss. Ct." bevat van een Antwerpenaar een „Groet aan De Ruyter." Het slot luidt aldus „Geest van De Ruyter, zie op ons neerzie neer, niet alleen op die talrijke vaderlanders in wriemelende drom'men rond uw bronzen afbeeld sel vergaderd, maar vergeet ook niet den groet te ontvangen van de gulle Vlamingen, die zich ook beroemen, afstammelingen van groote mannen te zijn. „Gegroet, fiere held, schrik der zeeën, min naar der vrijheid Zie op hen neer, die zwoegen en werken om den Zuidergeest, die verbastering en ontaarding aanbrengt, uit hun dierbaar land te verjagen en zijn zij misschien met een zeer klein getal, die strijden voor de vrijheid, gedenk hen tochgij, die ook met een klein hoopke den Vierdaagschen Zeeslag wont, en daar, „de maat sloeg in de muziek van duizenden kartou wen." Ontvang den groet der Vlamingen De droogmaking der Zuiderzee. Door het bestuur der „Zuiderzee-Vereeniging" is aan de leden, donateurs enz. der Vereeniging een schrijven gericht, waarbij is gevoegd een overdruk (met kaart) van het rapport, door de Staatscommissie, ingesteld bij kon. besl. van 8 Sept. 1892, in de eerste helft van dit jaar aan do Koningin-Regentes uitgebracht. Zooals men wel zal weten, is de vraag, of eene afsluiting en eene droogmaking van de Zuider zee op eene wijze als door de Vereeniging is voorgesteld, in 's lands belang behoort te worden ondernomen, door de Staatscommissie met over- groote meerderheid toestemmend beantwoord. Ten einde te overwegen wat door de „Z.Z.V." kan worden verricht om de zaak verder vooruit te brengen, zal in de October-vergadering dit punt aan de orde komen, en is derhalve een talrijke opkomst der leden gewenscht. Inmiddels heeft het algemeen bestuur gemeend zich in een adres tot de Regentes te moeten wenden, met verzoek zoodanige maatregelen te willen nemen, als het spoedig tot stand komen van het nationale werk knnnen bevorderen. Er komen reeds nu tal van tegenstrijdig heden en onbillijkheden in de bedrijfsbelasting aan 't licht. Om een paar voorbeelden te noe men. De houder van een café met muziek, die tot hiertoe in het patent fl,50 per avond be taalde, dat is circa f750 per jaar, zal misschien in de bedrijfsbelasting voor f 60 a f 80 worden aangeslagen. Bordeelen en dergelijke inrichtin gen zullen enorm bij de nieuwe regeling profi- teeren, terwijl reizigers en boekhouders, kleine winkeliers en dergelijken bijna zonder uitzonde ring meer zullen betalen dan vroeger in het pa tent. Daarbij komt, dat de aanslagen der ver schillende commissiën uit de colleges van zetters op verre na niet gelijk zijn en 't geval heeft zich voorgedaan, dat twee compagnons, die uit dezelfde zaak, ieder voor de helft, dezelfde in komsten genieten, doch die in verschillende af- deelingen der stad wonen, voor vrij uiteenloo- pende bedragen zijn aangeslagen. De practijk zal dan ook spoedig doen zien, dat de wet op menig punt wijziging of een andere, meer gelijkmatige toepassing vordert. Wie ooit Marken bezocht heeft, kent Marretje Tijssen, het bekende oude vrouwtje, wier typische woning bezocht werd door eiken vreemdeling, die het eiland ging zien. Yorsten en vorstinnen, prinsen en prinsessen, hertogen en hertoginnen bezochen hare woning, werden gastvrij ontvangen, zagen haar zitten in de Mar kerkamer bij het kleine raam. Sedert een paar dagen zit Marretje daar niet meer. Wie thans haar woning betreedt, wordt ontvangen door twee Marker deernen, die u ver tellen, dat Marretje daar in de bedstede ligt achter de gesloten blauwe gordijntjes. Ziek is ze niet, maar haar krachten nemen af. Zij is thans 83 jaren en op het eiland gelooft men niet, dat de oude vrouw ooit weder de bedstede zal verlaten. Een vreeselijke geschiedenis. Men leest in het „Handelsblad" In de Vechtstreek wordt druk gesproken over een geheimzinnig geval, dat zich heeft voorge daan. Een jong rechtsgeleerde, die, zeer tegen den zin zijner ouders, een rijke en geachte fa milie in een naburige stad, in een dorp aan de Vecht een betrekking had aangeknoopt, werd dezer dagen, terwijl hij voor een koffiehuis zat, aangesproken door een advocaat, die door eenige politiebeambten vergezeld werd. Er volgde een gesprek, waarvan de inhoud niet bekend is, en kort daarop is de bewuste jonge man met den advocaat en de politiedienaren verdwenen. Naar gezegd wordt, is hij naar een klooster in Noord-Brabant gebracht. In de buurt weet men te vertellen, dat de advocaat en eenige politie-dienaren reeds lang op den jongen man geloerd hadden. Deze is reeds eenige jaren meerderjarig. De Tijd teekent hierbij het volgende aan Wij gelooven dat correspondenten van liberale bladen, als zij de lezers met kloostergeschiede nissen willen bang maken, goed zullen doen, iets meer op waarschijnlijkheid te letten. Dat een kind of een jong meisje in alle stilte tegen haar zin naar een klooster wordt wegge voerd en daar wordt opgesloten, zal een zeker gedeelte van ons protestantsch publiek, als het dergelijke berichten leest,geloovig aannemen.Doch hoe te veronderstellen, dat hetzelfde publiek ook maar een oogenblik zal geloof hechten aan een verhaal als dit Een rechtsgeleerde dus ie mand bekend met de wettelijke voorschriften omtrent wederrechtelijke vrijheidsbeneming en met de autoriteiten, tot welke hij zich in derge lijk geval te wenden heeft laat zonder eenig verzet op klaar lichten dag zich in het publiek oplichten, om naar een kloostergevangenis te worden overgebrachtEn die ontvoering ge schiedt door „eenige" Nederlandsche polite-agen- ten, onder aanvoering van een anderen advo caat, welke reeds lang op hun prooi geloerd hadden en nu waarschijnlijk om zooveel op spraak te verwekken het gruwelijk feit vol voeren, terwijl het slachtoffer ten aanzien van het voorbijgaand publiek mogelijk in gezel schap zijner vrienden voor een koffiehuis zijn glas bier of zijn bittertje zat te gebruiken. Inderdaad, een dergelijk vertelsel moet zelfs den lezer van de „De Zwarte Non," „Barbara Ubryk" en verdere romanlectuur van dien aard te kras voorkomen. Met de meeste belangstelling blijven wij in- tusschen het verhaal van de verdere lotgevallen van den jeugdigen rechtsgeleerde afwachten. Misschien gelukt het den ijverigen correspondent van het „Handelsblad" eenige bijzonderheden omtrent den aard der „gevangenis," waarheen hij door den tweeden advocaat heengevoerd werd op te diepen, en wie weet, welke onthulling ons dan nog te wachten staan Volgens „Het Centrum" lost het geheimzin nig geval van het jongmensch uit de Vecht streek, dat in een klooster zou zijn opgeslo ten, zich op in een kleine familie historie. Het bewuste jongmensch is volstrekt geen rechtsgeleerdeen indien aan zijn verblijf in het dorp aan de Vecht een einde is gemaakt, dan is dit alleen geschied in zijn eigen belang, op volkomen rechtmatige en ook op volmaakt wettige wijze. Van het onvrijwillig overbrengen naar een klooster in Noordbrabant is natuurlijk geen sprake. Maar ware deze bijvoeging niet uit den duim van een of anderen praatjesmaker gezogen ge worden, het geheele nieuwtje van den al te ijve rigen dorps-correspondent zou wellicht niet zwart op wit in de wereld zijn gekomen. Een man met een aardige verdienste! De minister van financiën ontving f765 van B. P. te A. wegens te weinig betaalde bedrijfs belasting Ten opzichte van den oogst over 1894 in Hollands Noorderkwartier kan het volgende me degedeeld worden. De vroege aardappelen geven een best beschot en werden tegen goede prijzen van de hand ge daan. De latere aardappelen integendeel geven een klein beschot en zijn niet best van kwaliteit. Karwijzaad, klein beschot, zwart van kleur en geen droog zaad. Garst, kleine teelt en licht van kwaliteit. Haver en tarwe zit nog in stroo. Mosterdzaad, veel verbouwd en belooft goed, doch de kwaliteit niet best. Erwten en bruine boonen, weinig te veldde eerste klein van stuk en niet droog, de laatste nog groen. Uien worden in menigte geteeld, maar zijn niet best en klein van stuk. Er schijnt ziekte onder dit gewas te heerschen. Suikerbieten en mangelwortelen beloven goed. Hooi, genoeg geteeld, maar slecht gewonnen. Er is gras in overvloed. Sla- en snij boonen geven een goede teelt. Appelen zijn er niet ruim, maar peeren in overvloed, zoodat deze zeer goedkoop zijn. Aalbessen waren er ruim, doch daardoor ook laag in prijs. Over 't geheel werkt de aanhoudende regen zeer ongunstig voor den bouwboer. Blijft deze aanhouden, dan ziet menigeen de toekomst donker tegemoet. Natte kleeren aan het lijf laten opdrogen, doet niemand, 't Zou ook onverstandig zijn, want het lichaam zou daardoor te veel warmte verliezen.Maar wat voor ons geldt,is eveneens waar voor het vee. Koeiendekken doen dan ook vaak meer kwaad dan goed, althans als ze uit een grove, wateropnemende stof bestaan. De regen doorweekt ze en de lichaamswarmte moet ze in hoofdzaak weer drogen. De Engelschen beschut ten van hun vee de teerste deelen borst en rug en wel met een kleed, dat waterdicht is. Dat voorbeeld verdient navolging. Een nobele kolonel! De 64-jarige aardappelenmeter Gijsbertus Ver sluis, zag dezer dagen het drie-jarig kind van V. in het Levendaal te Leiden vallen en al meer en meer wegzinken. Hij sprong te water en redde het kind. De kolonel-commandant van het vierde regiment infanterie aldaar, de heer Langguth, was getuige van deze redding en nam op den walkant geknield, het kind van Versluis aan, wien hij ter belooning in ruil voor het kind twee muntbiljetten van tien gulden ter hand stelde. "Wat was de brave man, die voor de 43ste maal een menschenleven op deze wijze redde, in zijn schik! De tienjarige knaap uit Utrecht, die op zijn rijwiel viool spelen kan, is, schrijft men ons, een bekend kunstrijder binnen- en buitenlands. Het is verbazend wat de jeugdige wielrijder al niet op zijn rijwiel uithaalt. „Wielernieuws" heeft een portret van hem gegeven bij het in terview. De jeugdige Deumer Cramer, aldus zijn naam, kwam zoo van het hoepelen, toen zijn vader hem bij den interviewer riep, en hij stak dezen eene hand toe, „zwart als alle handen van echte jongens op een vrijen Zaterdag ach termiddag." De verslaggever, die vreesde een vroeg rijp mannetje voor zich te zien, was ge rustgesteld: „Jaap maakt in 't geheel niet den indruk van een verwend half-gaar wonderkind." De heer Cramer Sr. is zeer ingenomen metzjjn knap zoontje. Als hij maar den raad van „Wie lernieuws" verslaggever opvolgt en het kind niet tot te sterke toeren forceert! Het kunst-wielrij- den wordt in ons land zoo schaars beoefend, dat deze vlugge jongen wel aanmoediging verdient, vindt „Wns." En zoo ook onze correspondent, die uit ons bericht meende te moeten opmaken, dat wij Jaap Deumer Cramer, op zijn rijwiel het „Wien Neerlandsch Bloed" spelende, niet „au sérieux" namen. („N. R. Ct.") buitenland. Ten eten gevraagd in Japan. Onder den gegoeden burgerstand in Japan luidt eene uitnoodiging tot den maaltijd gemeen lijk aldus „Neem mij niet kwalijk, dat ik u de belee- diging aandoe, u bij mij ten eten te vragen. Mijn huis is klein en vuil. Onze manieren zijn ruw en het zou kunnen zijn, dat gij niets vondt om te gebruiken en toch hoop ik, dat gij wel de goedheid zult willen hebben ons met uwe te genwoordigheid te vereeren op aanstaanden des avends te zes uren." Komt de gast, dan zal hij zien, dat het huis keurig net is en dat het met smaak in orde is gebracht. De gastheer en zijne vrouw zijn vrien delijk. Het menu bestaat uit tien of twaalf ge rechten, alles van het beste, wat de markt op levert. De zelfvernedering van den gastheer is enkel om den gast eer te bewijzen. Een werkstaking is ontstaan onder de be manningen der baggermachines in het kanaal van Suez, daar de loonen niet geregeld uitbe taald worden. De stakers trachten de beweging over het gansche kanaal uit te breiden. Betreffende den toestand in Oost-Aziö komt uit Tokio een belangrijke tijding. - Vandaar wordt namelijk gemeld, dat de koning van Korea nu officieel den band heeft verbro ken, die zijn land tot dusver met China ver bond. Koning Li Hui heeft ter kennis gebracht van de Chineesche Regeering, dat hij voortaan Korea zal beschouwen als een onafhankelij ken staat. Daarom heeft hij zich geschaard aan de zijde der Japanners en zal hij zijne strijdkrach ten ter beschikking stellen van de Japansche regeering, indien deze hem van de suzereiniteit, waarop China nog steeds aanspraak blijft maken, wil bevrijden. Vandaar dan ook, dat de Koree- sche troepen zich hebben vereenigd met het Ja pansche leger, teneinde met vereende krachten de Chineezen te verdrijven. Naar men weet, vochten trouwens de Koreesche soldaten in den slag bij Asan reeds aan de zijde der Japanners. Overigens valt nog niet veel nieuws betref fende de jongste gevechten in Korea te melden. De Chineezen geven hoog op van de overwin ning, welke zij bij Ping-Yan hebben behaald, maar van Japansche zijde zijn over dezen slag nog geen berichten ontvangen. Voorloopig blijft de Japansche gezant te Londen ontkennen, dat de Japanners eene zoo gevoelige nederlaag heb ben geleden, als de Chineezen beweren. Men dient derhalve eerst nadere berichten af te wach ten. Aan het „Berliner Tageblatt" wordt ge seind, dat houthakkers in een bosch bij Clay in Kentucky (Vereenigde Staten) een beeld- schoone jonge vrouw hebben gevonden, met han den en voeten vastgespijkerd aan een houten kruis. De ongelukkige leefde nog. Deze kruisiging moet in Amerika de nieuwste straf zijn, welke jaloersche vrouwen toepassen op haar medeminnaressen. Het nieuwste product der papier-industrie wordt gevormd door telegraafpalen. Om aan die palen de noodige hardheid te geven wordt de papierpap vermengd met borax, zout en andere substantiën en dan geperst tot holle cylinders. De nieuwe palen moeten menige voordeelen aan bieden. Niet alleen dat zij veel lichter zijn dan hou ten palen, doch moeten ook een grooter weerstands vermogen hebben tegen de invloeden van de buitenlucht. De werkstaking der Schotsche mijnarbeiders is nu reeds haar vierde week ingetreden en hoe wel de afmetingen niet gelijken op die, welke de laatste Engelsche werkstaking heeft genomen, is de greve van 90.000 namen, meest hoofden van huisgezinnen, toch van enorme gevolgen. Alleen in 't ijzervak worden er 150.000 werk lieden door getroffen en bij de onwrikbar e hou van de partijen is er op het einde der bewe ging nog niet te rekenen. De eisch is loonsver- hooging met een shilling en bij de lage kolen- prijzen is, luidens het beweren der mijneigenaars daaraan niet te denken, waarop zou zijn terug gegaan tot den eisch 6 pence verhooging, indien de leiders daartegen niet waren opgekomen. Reeds is door den grooten Mijnwerkersbond 50.000 pond sterling aan hulp gezonden, doch dit is niet veel meer dan een druppel in zee er wordt groote ellende geleden. Dat schutters gezonde magen hebben, mag blijken uit de opgave van hetgeen gedronken is op het elfde schuttersfeest te Mainz12.563 flesch eerewijn, 21.393 flesch „schutterswijn," 5474 heele on 1061 halve flesch Hochheimer. In het geheel zijn er 33.229 heele en 1736 halve flesschen wijn gedronken. New-York telt 7000 herbergen, die tappen na het uur, dat door de politie als sluitingsuur is vastgesteld. Om de politie oogen en ooren te doen sluiten, wordt er jaarlijks Ton-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1894 | | pagina 2