Nieuwe Langedijker Courant', van Zondag 26 Augustus 1894.
Broeikasten met glas
verkrijgbaar voor f27.50 met 0ramen;
met 5 ramen voor f25.
twee BROEIKASTEN voor f 50.
bij A. ROOKER,
De trein wacht niet.
geveer 3.640.000 dollar aan fooien gegeven. De
hoofdstad der Yereenigde Staten bezit verder
900 publieke huizen, met een bevolking van
45000 personen. Deze huizen brengen der politie
jaarlijks minstens 8.120.000 dollar op. Verder
heeft New-York 110 speelhuizen, waaronder 10
groote, die eerst 1000 dollar per jaar moeten
betalen en dan nog 500 dollar per maand. De
overige 100 betalen vast 100 dollar per jaar en
bovendien 50 dollar per maand, makende te
zamen eene som van 140.000 dollar per jaar.
PREDIKBEURTEN.
NED. HERV. GEM. OUD-KARSPEL.
Zondag 26 Aug. voormiddags 9.30 uur, J.
J. Knijperberoepen Pred. van Otterloo.
NED. HERV. GEM. NOORDSCHARWOUDE.
Zondag 26 Aug. voormiddags 9.30 uur,Ds.
Habbema.
GER. GEMEENTE.
Zondag 26 Ang. voorm. 9 uur, Bediening
v/h H. Avondmaal, nam. 2 uur, Dankzegging
en Bediening v/d H. Doop, Ds. Bakkervan
Broek op Langedijk.
NED. HERV. GEM. ZUIDSCHARWOUDE.
Zondag 26 Aug. v.m. 9.30 uur, Ds. Melcher.
NED. HERV. GEM. BROEK OP LANGEDIJK.
Zondag 26 Aug. vm. 9, nm. 2 u. Ds. Gemser.
GEREF. GEMEENTE A.
Zondag 26 Aug. v.m. 9.30 u. nam. 2.30 u.
Ds' J. van Anken, van Urk.
GEREF. KERK B.
Zondag 26 Aug. voorm. 9 uur, nam. 2 u*
preeklezen, J. Boeijenga.
DOOPSGEZINDE GEMEENTE.
Zondag 26 Aug. voorm. 9.45 uur, Ds. Vrijer.
Marktberichten.
Groentemarkt Noordscharwoutle.
Maandag 20 Aug.
Bloemkool f5,50; Middelb. f2,50. Wortelen
f2,—, f2,50, f Bosuien f Roodekool
f 4,—. Geele f 4.—. Uitschot Bloemk. f
Nep f 1.50 per mud.
Dinsdag 21 Aug.
Bloemk f 5,50 a 3,50, Middelb. f 1,50 Wortelen
f 1,50, f f Roodekool f4,— Bosuien
f Geele f4.—. Uitschot Bloemk. f
Nep fl.50 per mud.
Woensdag 22 Aug.
Bloemk f7,50 a 3,—, Middelb. f3, Roodek
4,Wortelen f 1,50, f 1,25; Bosuien f
Geele f4.Uitschot Bloemk. f Ramme-
sen f Nep f 1.50 per mud.
Donderdag 23 Aug.
Bloemk f5,50, a 3,—, Middelb fl.50 a 0,50,
Wortelen f 1,50, f 1,25 Roodekool f 4,— Bos
uien fGeele f 4.Rammenassen f
Nep f 1.50 per mud.
Vrijdag 24 Aug.
Bloemkool f 5,50 a 3,Middelb. fl ,50,
Wortelen fl,50 a f 1,25. Roodekool f4,.Bos
uien f Geele kool f4,Rammen, f
Nep f 1.50.
Zaterdag 25 Aug.
Bloemk f 3. a 5,50, Middelb. f 2,—. Wortelen
f 1,50 a f 1,25. Roodekool f4,Bosuien f
Geele kool f 4,—. Uitschot Bloemk. f Ram
menassen f Nep fl.50
Groeiitenniarkt Broek op Langedijk,
Maandag 20 Aug.
Aardappelen f a f0.Bloemkool le
soort f3.— a f6.—. Bloemkool 2esoort fl.—
a f2.Roode kool f a f4.Wortelen
f .- a f Uien per 100 bos f2,—a f
Geele kool f4.—. f4,—, Nep f 1,75 a f 0, 0
Witte kool f 6.a f
Dinsdag 21 Aug.
Aardappelen f af.. Bloemkool le
soort f 4.a f 6.Bloemkool 2e soort f 1.50
a f2.50. Roode kool f a f4.Wortelen
f af. Geele f4.Bosuien f2.— a
f Witte k. f6, Nep f 1,75 a ,0.
Woensdag 22 Aug.
Aardappelen f0.a f0.—Bloemkool le
soort f6.a f 6.Bloemkool 2e soort f2.
a f3.—. Roode kool f a f4,Wortelen
f af,. Uien per 100 bos f 2.a f
Geele kool f4.Witt k. f 6 Nep f 1,75
Donderdag 23 Aug.
Aardappelen f 0.a f0.Bloemkool le
soort f 3.a f 6. Bloemkool 2e soort f 1.50
a f2.10. Roode kool f a f4,—. Geele kool
f4.Uien per 100 bos f2.a f2.—.
Wortelen f Witte kool f6,Nep 1,75.
Vrijdag 24 Aug.
Aardappelen f0,a f0,Bloemkool le
soort f4,— a f6,—. Bloemkool 2e soort fl.50
a f 2,40. Roode kool f a f4,—. Uien per
100 bos f2,af Wortelen f af,.
Geele kool f4.Witte k. f6,— Nep 1,50.
Zaterdag 25 Aug.
Aardappelen f 0,a f 0,Bloemkool le
soort f3,a f6,Bloemkool 2e soort fl,
a f 2,Roode kool f a f4.
Geele kool f 4.— Uien per 100 bos f 2.— a f
Witte kool f6,— Nep 1,50
SCHAGEN, 23 Aug. 8 Paarden f75»
150., 22 Geldekoeie f 100—a f 245, 14Kalf-
koeien f 140 a 230, 16 Vaarzen f 80 a f130
12 Nuchtere Kalveren f 8a 23,— 405 Schapen
f 12. a f 27,— 200 Lammeren f 12,— a f 17,— 25
magere Varkens f 14a f 17,— 50 Biggen f 6.50 a
f 10—, Boter per kop f 0,42 a f 0,47 Kipeieren
f2,75, a f 3.— per 100.
ALKMAAR, 24 Aug. Aangevoerd 569
stapels Kaas, wegende 170324 Kg. Kleine t 27.50
Commissie f 25.— Middelbare f 26.—
ALKMAAR 25 Aug. 1894. Aangevoerd8
Paarden f 80.— a f150.— 22 Koeien f 70.—a
f200.16 Nuchtere kalveren f7.a f20.-
167 Schapen f 10.a f22.Lammeren f
af 119 Magere varkens f15.— a f17.— 306
Biggen f7.a f 10.50; 7 Bokken en Geiten f2.
a f6.— kleine id. 10. af Aardappelen f 1.10
per zak nieuwe p. mandje f Wortelen f3.— ;per
100 bos Kippen f 0.10 a f 1.75 Konijnen f 0.a 0.
Kipeieren f3.50 a f4.25 per lOüstuks Eendeieren
0.per 100 stuks; Boter per kop f 0.50 a f 0.55
Peren fl.50 per zakBloemkool 15. a f4, per 100;
Uien f2.50 per 100 bos; Eenden f0.65 per stuk;
Aalbessen f0.80 per mandje; Kruisbeziën f per
mandje.
BOVENCARSPEL (Station) 21 Aug. Mei-
rapen f af,Wortelen f ,75 a f0,90 per
1000. Aardappelen: Streeker Muizen f
a f kleine f0,— a f0,—blauwe f0,85 a
f 0,95, ronde f af,per mud. Bloem
kool: fijne f a f grove f 7,—a 8,—per
100. Witte kool f2,50 a f3,50.
BOVENKARSPEL (Station) 23 Aug. Heden
besteedde men voor Meirapen f a f
Wortelen f0.75 a f0.85, Bieten f per
1000 stuks. Streeker Muizen groote f a
f kleine f 0,a f0^- Blauwe f0.80 a
f 0,90 Ronde f a f per V2 H. L. Bloem
kool fijne f. af grove f6.a f7.50.
AL Ij E lt I, EI.
Toen de tegenwoordige koning van Denemar
ken een kleine jongen was en evenals andere
jongens te Kopenhagen schoolging, moest hij da
gelijks een huis voorbij, met zulk een verleide
lijke schel, dat hij de verzoeking niet kon weer
staan er even aan te trekken, waarna hij zoo
hard als hij kon wegliep.
Op zekeren dag, toen hij zijn kwajongensstreek
weer uitgehaald had, kwam de portier zoo haas
tig naar buiten, dat hij den wegloopenden prins
nog zag. „Wacht jou kleine rekel!" riep hij
hem achterna, er een uitdrukking bijvoegend, die
de prins nooit gehoord had en waarvan hij den
zin niet begreep.
's Middags aan tafel vroeg hij aan zijn vader,
wat dat beteekende. De koning legde uit en be
val den prins, nadat deze 't geval naar waar
heid verteld had, den portier vergiffenis te gaan
vragen.
De prins ging hoewel schoorvoetend, daar hij
niet zeker was van een aangename ontvangst.
Zoodra hij schelde, kwam de portier naar bui
ten en ziende, wien hij voorhad, greep hij zijn
kleinen kwelgeest bij den kraag, blijkbaar met
't plan 't hem betaald te zetten. Maar de kleine
haastte zich en voordat de afrekening plaats
greep te vertellen, dat zijn vader hem bevolen
had hierheen te gaan en vergiffenis te vaagen
en hij deed dit zoo aardig en zag er zóo be
droefd uit, dat de portier hem losliet en zei„Je
moet een verstandigen vader hebben, jongen!
Hoe heet hij
Crhistiaan, antwoorde de prins.
Ja, maar zijn van. Wat is hij voor een
man?
Hij heeft geen van. Hij is koning van
Denemarken.
't Had weinig gescheeld of de portier had in
zijn verlegenheid den prins bijna verzocht, zoo
dikwijls als hij maar wilde te schellen.
Nagekomen Advertentie.
te OUD-KARSPEL.
i.
Achttien jaar, blond haar, blauwe, dwepende
oogen, een lach om de roode lipjes, een char
mante gestalte, ziedaar de benijdenswaardige
eigenschappen van Clara Fournier, die sedert 14
dagen de kostschool verlaten heeft, de eigen
schappen van de eenige dochter van een rijken
molenaar uit den omtrek van D
Niets is zoo poëtisch als een molen op het
platteland, waarvan de stilte nagenoeg niet ver
stoord wordt door het eentonig getiktak of het
regelmatig geklots van water. Clara vond die
poëzie verrukkelijk.
Er was een drukte van belang in huis, ge
durende de eerste dagen van haar terugkomst.
Men maakte visites, men gaf diners, alles ter
eere van de ex-pensionnaire. Dat duurde wel
een veertien dagen. Daarna werd alles langza
merhand weer stil bij den molen, achter welken
zich een groot buiten uitstrekte, met breede al-
lées, vrucht- en andere boomen en een schaduw
rijk boschje.
Daar hield het jonge meisje zich vaak op.
Bij het laatste Kerstfeest had haar vader op
aanraden van den zoon van een zijner vrienden,
haar als Kerstgeschenk gegeven de werken van
Lamartinede groote dichter, reeds bijna ver
geten, als behoorde hij tot een andere eeuw,
opende der pensionnaire nieuwe gezichtspunten
en deed haar droomen, oneindig droomen.
Eens aan het ontbijt zei haar moeder:
Herinnert ge uw neef Albert?
Dat geloof ik wel
Dat was een bekentenis uit het hart voort
gekomen, even vrijmoedig als naïef. Clara bloosde
en, door heur haren, van het voorhoofd tot den
nek, gevoelde zij die gewaarwording, die veroor
zaakt wordt door een mengeling van verlegen
heid en vreugde.
Hij komt ons dezer dagen bezoeken, her
nam mevrouw Fournier.
„Welk een gelukwilde Clara uitroepen.
Zij vergenoegde zich met het slechts te denken.
Waarom? Omdat zij de „Méditations" gelezen
had.
Maakt de poëzie iemand geveinsd Mis
schien als het de liefde geldt
Clara antwoorde met een gewilde onverschil
ligheid
Het is twee jaar geleden, dat ik hem niet
gezien heb wat zal hij veranderd wezen
Niet meer dan gij merkte de moeder
op, terwijl zij een blik van bewondering wierp
op haar dochtergij waart aanvallig toen hij
heenging thans zijt ge schoon
Clara maakte dat zij wegkwam in den tuin,
en in de schaduw van het boschje verborg zij
haar hooge gelaatskleur en geloofde zij het klop
pen van haar hart te bedwingenzij ging zit
ten, opende het geliefkoosde boek, maar kon
geen letter lezen.
II.
Albert kwam spoediger dan men verwacht
had, hij kwam terwijl zij nog aan hem zat te
denken. Een kreet van vreugde en schrik tege
lijk ontsnapte haar. Haar wangen werden van
blozend zoo rood als een pioen. Bevend stond
zij op.
Albert, de onvergetelijke neef, greep „sans
fagon" haar beide handen en kuste haar op de
wangen, dat het klapte.
Hij was student in de medicijnen, zonder
eenig serieus plan noghij had in zich ontdekt
een neiging voor de studie der geneeskunst om
daardoor eenige jaren vroolijk in Leiden te kun
nen doorbrengen, waar hij leefde een leven zon
der zorgen.
Wel! nichtje, zei hij, wat ben je groot.
en mooiik ben in staat je te aanbidden
Zij zag hem aan, een weinig verbluft.
Hebt ge de heerljjke dagen vergeten, die
we vroeger in dezen tuin doorbrachten en de
uitstapjes, die we samen hebben gemaakt
O, neenluidde haar antwoord.
En onze roeitochtjes, waarbij ik je wel
eens bang maakte, door te wiegelen en je te
doen gelooven aan schipbreuk in de rivier
weet je je die nog te herinneren
Ja, zeker
Nu, waarom valt ge me dan niet om den
hals, zooals toen Waarom laat ge mij u niet
omhelzen
-t- Ik weet het niet.
Duivelswat is ze dwaas, mijn nichtje,
zei de student tot zichzelven. Een hij hernam
-Laat eens zien, wat laast ge
LamartineDat is heel mooi
Ho! ho!
Vindt u dat niet, neef
Wel, wel, gaat ge me nu al met „u" aan
spreken ge houdt dus niets meer van mij
Zij wilde antwoorden Oh zeker zij
hield op, de lippen half geopend en blozend als
een kers.
Bevalt je dat niet, dat ik niet van La
martine houdt?
Ja.
Waarom
Omdat ik van hem houd.
Nu ik vind hem een echte huilebalk, uw
gelief kooosde dichter. Als je Fransch wilt lezen,
lees dan Alfred De Musset, dat is nog iets!
Zij zag hem aan, zooals men het orakel aan
ziet, in welks uitspraak men vertrouwen stelt.
Hij hield in eens op. Zij vroeg
Waardoor, neef?
- Ik zal u zijn werken zenden, dan kunt ge
oordeelen.
De studentikoze neef, de ongeloovige spotter,
gevoelde zich eensklaps minder op zijn gemak
tegenover dit onschuldig kind. De moeite het
gesprek op een ander onderwerp te brengen
werd hem bespaard een vlugge voetstap deed
het zand kraken van de laan, die naar het
boschje voerde, en bijna terstond daarop kwam
een jonge man met vroolijken glimlach en zacht
aardig uiterlijk het „tête-a-tête" storen.
Gij verontschuldigt mij, mejuffrouw, zei
hjj Ik heb gehoord, dat Albert gekomen was
en kon der verleiding geen weerstand bieden,
hem dadelijk de hand te gaan drukken Me
vrouw uw moeder gaf me overigens permissie.
Het jonge meisje stamelde, men zou onmoge
lijk kunnen zeggen welk antwoord, dat moeilijk
haar misnoegen kon verbergen. De conversatie
met een derde scheen haar weinig te behagen.
Zij gaf al zeer spoedig beiden jongenlieden hun
vrijheid.
Gij blijft dus alleen? protesteerde neef
zwakjes.
Ik ben niet alleen, in de eenzaamheid,
antwoordde zij lachend, terwijl zij Albert het
door hem gering geschatte boekdeel toonde.
Maar, toen zij alleen was, opende zij het niet.
Zij had genoeg te doen, door het luisteren naar
het kloppen van haar hart en zich rekenschap
te geven van haar gedachten, waarbij het haar
bleek dat zij haar neef Albert den knapste aller
mannen en den meest gewenschte aller aanstaan
de echtgenooten vond.
Wat zijn vriend Jacques Ronde betreft, zij
liet hem volkomen recht wedervarenhij was
een goede, een knappe jongen zelfs, maar welk
een verschil van geest en van voorkomen met
dien andere!
III.
Gij hebt een allerliefste nichtzei Jacques,
terwijl hij met zijn vriend voortliep.
Een beetje kostschoolachtig een bak-
vischje.
Daarmede wensch ik haar geluk. Zij heeft
nog geen maand geleden de kostschool verlaten:
ge zoudt toch niet willen, dat zij reeds de vrij
moedigheid en het zelfbewustzijn eener vrouw
hadToen ik u beiden daar straks gadesloeg,
wist ge niet wat ik wel dacht.
Neen.
Dat ge een aardig paartje zijn zoudt?
Wat heb ik gedaan, Jaques, riep de stu
dent op komisch-wanhopigen toon, dat ge er aan
denkt mij voor mijn leeftijd te ketenen.
Zijt ge niet bijna vijfentwintig jaar
Is men dan al oud
Men kan toch uw nichtje, die weldra 19
jaar zal zijn aan geen grijsaard geven.
Over twee jaar zal ze twintig wezen, wat
nog beter zal zijn. Dan zal ik een ernstig man,
een geneesheer misschien geworden zijn. Clara
is een goede partij ons fortuin is nagenoeg even
groot, de familierelaties verzekeren mij een goede
cliënteele. Waarschijnlijk zal ik een gelukkig
sterveling zijn, maar ik heb den tijd er over na
te denken.
Het komt mij voor dat uw nicht beter
verdient, en ik geloofde u dol-verliefd te vinden
op haar.
Zoo maar in eens vroeg Albert lachend;
Clara is lief, zeker, maar zij bezit niet die schoon
heid, die hen, die haar zien, terstond in vuur
en vlam zet.
Jacques zeide niets meer dan een paar bena-
liteiten, en beide vrienden hielden zich verder
met niets anders bezig, dan met de wijze, waar
op zij het verblijf te Dvan den aanstaan
den geneesheer zoo aangenaam mogelijk zouden
maken.
Iedereen scheen gelukkig, zelfs de arme Clara
die zich door de aardigheden en complimenten
van haar neef, gedurende de weinige oogenblik-
ken, die bij haar was, liet innemen.
Toch wachtte zij een bekentenis, iets als een
huwelijksaanzoek voor de toekomst, vergezeld
van een eed van trouw. Maar de laatste dag na
derde, zonder dat daarvan iets werkelijkheid ge
worden was. Zij hoopte op het laatste uur, dan
op de laatste minuut. Albert omhelsde iedereen
en haar als iedereen. Zij beefde zoo, dat de neef
hoe onverschillig ook, het opmerkte.
Ik kom terug, zei hij, binnen een jaar en
ik zal u schrijven tegelijk als ik u de werken
van De Musset zend, die ik u beloofd heb.
Zij vond den moed in het oogenblik tijds
slechts dat haar restte, te zeggen
Zoudt ge mij voor ge vertrekt, geen andere
belofte doen, neef?
Hij begreep haar, maar hij wilde zich tot
niets verblinden, zijn blik, dien hij overal heen
liet dwalen, vestigde hij eindelijk op de klok.
Nichtje, vergeef mij, zei hij, de trein is
voor, hij wacht niet
En nogmaals kuste hij haar op haar branden
de wangen.
Ge hebt gelijk, zeide zij.
Bepaald, zij was dwaas
Albert was reeds buiten.
Hij riep haar toe
„Tot het volgend jaar, nichtje
IV.
Het studentenleven, vooral dat van den stu
dent die weinig of niets studeert, heeft zijn
schaduwzijde, zoo goed als elkanderer zijn
uren, dat zelfs de pijp, het koffiehuis, de ga
lante avonturen den student tegenstaan.
Albert had een dier sombere dagen, waarin
alles mishaagt. Hij was slecht gehumeurd op
gestaan en, met den tabakszak in de hand, had
hij nog geen pijpje gestopt. De pijp lag bij hem
op een tafel vol met boeken en stoffige papie
ren.
De tabakszak herinnerde hem aan Clara. Zijn
nicht had hem geborduurd, gedurende de acht
dagen, dat hij er vertoefde. Toen ook herinner
de hij zich, dat hij beloofd had het jonge meisje
te schrijven en haar de werken van Alfred De
Musset te zenden hij gevoelde een soort berouw,
en nam zich voor zijn verzuim te herstellen,
nog dienzelfden dag, een verzuim van meer dan
acht maanden.
Daar werd aan de deur geklopt. Zijn hospita
overhandigde hem een brief, dien Albert ter
stond aan het handschrift herkende, als komen
de van zijn moeder.
Nauwelijks had hij een paar regels gelezen,
of hij stond plotseling op, de tafel en alles wat
er opstond bijna omverwerpend.
Clara Fournier, zoo schreef zijn moeder hem,
ging binnen veertien dagen trouwenhij zou
worden uitgenoodigd tegenwoordig te zijn, en
men rekende er op, dat hij niet zou mankee-
ren.
Albert gevoelde dat hij boos werd.
Men zeide hem niet wie zijn nicht zou huwen.
Een vlegel, een lomperd waarschijnlijk, die niet
voor haar kon bestemd zijn. Want Albert zag
haar niet meer als pensionnaire, maar als een
jonge bekoorlijke vrouw. Hij had haar genegli
geerd het was stellig uit spijt, volgens hem,
dat zij in het huwelijk zich ging begeven.
Maar ik kan toch niet gedoogen, dat zij
zich aldus opoffertdacht hij niet zonder ver
waandheid.
Twee uur later vertrok hij met een valies
aan de hand en een pakje onder den arm,
de werken van Alfred De Musset, die hij in der
haast had gekocht, om aan zijn belofte te vol
doen.
Clara ontving hem.
Hij vond haar vroolijk en opgewekt, wat hij
toeschreef aan zijn onverwachte komst.
Zij was bijna vrouw, wat minder verlegen
dan het vorige jaar, bevalliger van voorkomen,
en met een blik en een glimlach, die duidelijk
de hoedanigheden van verstand en hart ver
rieden.
Is het waar dat go gaat trouwen, nicht?
vroeg Albert.