Weekblad voor LANGEDIJK en Omstreken.
N°. 35.
Zondag 2 September 1894.
3e Jaargang.
J. II. KEIZER.
Plaatselijk Nieuws.
N ieu wstij dingen.
FEUILLETON.
Het Erdmanns
NIEUWE
LAMGED1JKER
IIRANT.
Deze courant verschijnt eiken Zaterdagnamiddag.
ABONNEMi NTSPRIJS
voor Noordscharwoude, Oudkarspel, Zuidscharwoude en Br. op Langedijk
per drie maanden SO et-, franco p. post 60 ct.
UITGEVER:
BUREEL:
Yoordscliaru oude.
PRIJS DER ADVERTENTIÈN:
Van 15 regels 30 ct-, elke regel meer S ct.
Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend.
Brieven rechtstreeks aan den Uitgever.
DIEIITREGELIIC; «P IHvY IIOLLVYHM IIKY SPOORYVEG. (Greenwich lijd.)
Vertrekuren van af station Noord-Scharwonde. (Zomerdienst.)
GREENWICH TIJD.
RICHTING IIELDER.
6.36*| 7.461) I 11.232)J 3.063) I 6.374)| 9.55... stopt ge-
y—i j1—regeld te
AMSTERDAMSCHE TIJD. 6.56* 8.061) 11.432) 3.263) 6.574)| 10.15... Zijdewind
Deze trein rijdt alléén des Donderdags tot Den Helder. De metstopt des Donderd.met 2) Maand,
en Donderd.met3) des Maand., Vrijd. en Zaterd.met4) geteekenden trein des Maand, te Zijdewind.
RICHTING AMSTERDAM.
GREENWICH TIJD.
6.18
7.30*
9.37
12.04f
1.38
3.55
8.16
AMSTERDAMSCHE TIJD.
6.38
7.50*
9.57
12.24-j-
1.58
4.15
8.36
c Deze trein rijdt alleen naar Amsterdam en stopt niet te Heiloo en Castricum.
f Deze trein rijdt alleen des Donderdags tot Uitgeest.
Bij dit nummer behoort
een bijvoegsel.
DE KERMIS.
Ér is geen ongezelliger tijd voor den man,
dan den schoonmaaktijd. Dan ligt alles overhoop.
Men is z'n lijf bijna niet zeker. Alleen als 't
eten klaar is, dan wordt manliefs tegenwoor
digheid geduld, doch 't is niet op, of ophoepelen
is de boodschap. Voort, uit het huis waar vrouw
lief in den schoonmaaktijd heerschappij voert.
Begrijpelijkerwijs is 't verstandig van den man
haar in dien tijd dan ook volle vrijheid te geven,
want werkelijk, we weten 't wel, als de vrouwtjes
't meenenniets wordt dan onbeproefd gelaten
om haar wil door te zetten. Hoe 't mogelijk is,
zult gij vragen, om 't schoonmaken met de
Kermis in verband te brengen Dit is als van
zelf gegaan. Gij zult 't moeten erkennen dat
wij (de mannen) weer een lastige week achter
den rug hebben. Dat was weer eene drukte
deze week. Van 's morgens vroeg tot 's avonds
laat was men in den weer om alles nog eens
vóór kermis een goede beurt te geven, en dat
heeft 't dan ook gehad. Het dorp ziet er anders
uit dan gewoonlijk. Overal ziet men „met zand
ingedwijlde" straatjes, aangeharkte tuintjes,
blanke muren, afgeschrobde en geschilderde hek
ken, kortom, de gehouden schoonmaak kan het
kritisch oog doorstaan. En waarom Wel, omdat
't kermis moet worden.
KermisD at tooverwoord doet harten sneller
kloppen maar ook beurzen nazien.
Weken te voren, weten de jongens elkaar
reeds te zeggen wat de kermis alzoo zal ople
veren, en ik geloof, dat ze 't al lang wisten dat
het paardenspel van den hr. Cohen dit jaar hier
zou komen. Kramen, draaimolen, schommelschuit,
jut, hakblok, nu natuurlijk! maar een paardenspel..
Voor dit jaar beloofd de kermis dus zeer be-
angrijk te worden. Hoe is 't echter mogelijk
dat men nog van zoo'n oude juffrouw houdt? In
dezen tegenwoordigen tijd, nu men in een spanne
tijds overal heen kan gaan, overal kan genieten
van wat er te genieten is, en dat veel meer
aantrekkelijks heeft dan eene boerenkermis
nu is 't onbegrijpelijk, niet waai-, dat men in
zoo'n kermis nog kan opgaan. Want werkelijk,
men gaat er in op. De jongeling schaft zich een
nieuw pak" aan, het meisje een nieuwe japon,
en ik zou haast wel durven beweren, dat alle
meisjes reeds in stilte hopen, dat zij maar uit
gevraagd worden.
Kom, laten wij er daarom niet te verachtelijk
over spreken, nl. over de kermis.
Waarom zou men ook niet met vreugde een
tijd verbeiden, waarin zich de geest en het
lichaam kan ontspannen; waarin men alle zor
gen eens aan zij zetwaarin men den brui geeft
aan het werk; waarin men zich de luxe per-
mitteerd te rentenieren en er goed van te leven
Dit oude volksfeest willen wij ook niet ver
achten neen, we zouden heusch onze stem niet
geven tot afschaffing van de kermis.
't Is wèl waar, en 't is jammer genoeg, er
wordt niet altijd feest gevierd op een wijze, die
strookt met de beschaving onzer 19e eeuw; met
de zedelijkheid en de gezondheidsleer. Men ver
geet zoo menigmaal het „tot hiertoe en niet
verder"; geeft zich zoo vaak over aan al te
groote losbandigheid, en men kan z'n lust tot
drinken zoo dikwijls niet beheerschen, waaruit
meestal tweespalt, ruzie en vechtpartij eu volgen.
Doch zou bij afschaffing der kermis dit anders
zijn? Wij kunnen 't niet bevestigen, doch dit
weten wij wel, als men op zoo'n manier den
misbruiker mores wil leeren, dan heeft men o. i. de
ware taktiek niet gevolgd, den weg nog niet
gevonden, die lijdt tot beschaving en veredeling
van het menschdom.
Neen, van ons uit, in onzen kleinen kring
moeten wij trachten de volmaking nabij te ko
men en doen we dit, dan zullen ook zeer ze
ker dergelijke volksfeesten, als de kermis, beter,
rustiger, prettiger en vredelievender worden ge
vierd.
Misschien, dat wij dit jaar al een betere ge est
kunnen opmerken in de complotten van ker mis-
houders en feestvierenden. Dat men 't er dan
maar van neme, dat wil zeggen, pretmaakt,
danst, lacht en zingt, doch zóó, dat het
der beschaving, der zedelijkheid en der gezond
heid niet kwetst. Yan harte danEen pleizier ige
kermis
Mejuffr. G. v. d. Stadt, Onderwijzeres te
Zuidscharwoude, is als zoodanig benoemd aan
een der openbare lagere scholen te U trecht.
De dubbele moord te Schag en.
Met betrekking tot de ontknooping
der historie van den afschuwelijken en lagen
moord, is door den zelfmoord ven vrouw
Boes, zoowel als door de op Zaterdagavond ge
vallen bekentenis van Klaas Boes, eene wending
gekomen, welke wij met het oog op de geheele
verhouding der afgrijselijke gebeurtenis en op
de nog daarbij betrokken personen, in zekeren
zin een gelukkige meenen te moeten noemen.
Zaterdagavond te half elf arriveerde Simon
Alot, welke tegelijk met Klaas Boes was gear
resteerd, in onze gemeente als volkomen vrij
man. Dat het gerucht, Zondag-morgen, dat
Alot vrij was, menigeen ongeloovig het hoofd
deed schudden 't ligt voor de hand. Spoedig
bleek dat het gerucht werkelijk waar was. Alot
wandelde vrij en frank door onze gemeente.
Wat was er gebeurd?
Naar luid van verhaal werd Simon Alot Za
terdagavond te half acht uit zijn cel gehaald en
gebracht in de zaal van het gerechtsgebouw, in
tegenwoordigheid van den Officier van Justitie,
P. F. Karseboom, en Mr. Lagewey, rechtercom
missaris; ook Klaas Boes was in de zaal aan
wezig.
Toen Alot daar verscheen, moet de Officier
van Justitie gezegd hebben, „Klaas doe je plicht!"
waarop deze zich hevig weenend voor Alot op
de knieën wierp en hem met gebogen hoofd
smeekte „O, Alot, Alot, je bent geheel onschul
dig, vergeef het mij
Dat Alot door blijdschap en opgewondenheid
overmand word, en niet meer lette op de verdere
woorden van Boes, en dat wat er verder is voor
gevallen, hem voorkomt als te zijn geschied in
een droom, wie, die dat niet ten volle be
grijpt?
Gedurende een reeks van dagen herhaaldelijk
in verhoor genomen, zelfs openlijk verdacht en
eindelijk gevankelijk weggevoerd als vermoede
lijk moordenaar dat zijn bittere, pijnlijke
ervaringen.
Te billijken is het dan ook, dat de oude va-
dor van Alot, Zondagmiddag dit geval bespre
kende, bitter uitriep„De kroon is weg, mijn
heer."
En toch, de kroon is niet weg. Alot, wiens
onschuld zoo duidelijk is aan het licht gekomen,
zal niet behoeven te vreezen, dat dit vermoeden
van de misdaad hem ook maar iets van zijn eer
ontrooven kan.
Te betreuren evenwel is het, dat Simon Alot
door zijne raadselachtige houding aanleiding heeft
gegeven tot argwaan. Moge Simon Alot uit het
gebeurde der laatste dagen de leering putten, dat
het elk sterveling geraden is, op zijne schreden
nauwkeurig acht te geven.
Wij verheugen er ons in, dat Simon
Plot's onschuld, reeds zoo schielijk en
zoo afdoende aan het licht is gekomen, en wij
kunnen ons begrijpen, dat het voor hem en voor
zijne ouders eene groote voldoening is geweest,
dat de president der rechtbank Mr. Sannes, de
Officier van Justitie Mr. Karseboom en onze
burgemeester, de heer S. Berman, hem Zondag
middag persoonlijk geluk kwamen wenschen en
tevens beloofden, dat zij al wat in hun vermo
gen was, zouden doen, om te beletten, dat er
nadeelige gevolgen uit deze treurige zaak voor
hen zouden voortvloeien.
Dat ieder onzer, zooveel hij vermag, aan deze
taak helpe. Dat is als 't ware een e e r e-s c h u 1 d,
welke de maatschappij tegenover
Simon Alot heeft af te doen.
(Uit het Duitsch vertaald naar Anton Freiherr
von Perfall.)
24.)
»En niemand anders dan Wölf zal u meer schil
deren uw manriep hij, op haar toeijlend en
haar omarmend.
Sixtus staarde zijn oogen blind, hij had zich naar
de beschrijving van vrouw Draaier den schilder
en «wat hij naar boven sleept" geheel anders voor
gesteld.
»Dat had gij ook niet gedacht, heer Erdmann,®
zei Wölf lachend, »dat gij daar zoo zonder er iets
van te weten op een verlovingsfeest zijt gekomen
Jammer slechts, dat Strehlen de levensgeschiedenis
van Lili niet aangehoord heeft, dat was koren op
zijn molen geweest. Kent gij hem nog niet, dien
heer Strehlen vroeg hij Sixtus.
«Den schrijver van hiernaast Neen Maar wel
heb ik van hem gehoord een socialist, niet
waar?
«Van 't helderst water, hij gelooft zelf er aan,«
antwoordde de schilder. «En dat geschiedt vervloekt
zelden
«Nu, nu, een beetje socialist zijn wij allen op
onze dakkamers,zeide Sixtus, »en gij hebt allen
grond daarvoor, heer Wölf. Bij God Als men trots
alle streven, alle werken niet vooruit komt en ziet,
hoe anderen zonder moeite brassen
«Bravo, bravo riep Wölf, «geheel in den smaak
van StrehlenGij zult goed met hem kunnen om
gaan. Wat mij betreft, ik fluit naar alle politiek en
dergelijken zwendel, ik word er geen zier beter
door; wij, kunstenaars moeten rustige tijden hebben.
Onlangs zei Strehlen, het was misdaad van den
staat, slechts een enkelen heller voor de kunst uit
te geven, die slechts door het geringste deel van
't volk verstaan, begrepen en genoten kon worden,
zoolang één mensch hongert. De duivel hale
zulke vervloekte ideeënVaak heb ik zelf honger
geleden en ik weet hoe zeer het doet, maar nog
nooit is 't mij ingevallen, daarom eiken rijke te
haten. Het is nu eenmaal niet anders en men moet
de zaak met een weinig humor bezien, dan gaat
het wel.«
Sixtus ergerde zich, Wölf voo weinig toornig te
zien.
Vraag u toch aan juffrouw Lili, of in de smerige,
vunze straten en stegen, van welke zij verhaalde,
nog humor te vinden isHeeft die Strehlen in
't einde niet gelijk, als hij beweert, dat zulke pest-
hoeken eerst gezuiverd dienen te worden, eer men
voor kunst en dergelijke geld uitgeeft, van welke
niet eens de naam tot daar doordringt In
«Valsch, totaal onwaar!» voer de schilder op een
maal heftig uit. «PraatjesDe beeldende kunst
alleen kan op de massa veredelend werken, meer
dan alle scholen en kerken te samenDe Grieken
hebben het begrepen. Ja welEn de veredelde
massa zal dan zelf die pestholen niet meer dulden,
van hun uit moet de menschheid zich vervormen
en beteren, niet van buiten met ruw geweld of
met politiemaatregelenDat is alles vergeefeche
moeiteStel die pestholen open voor meer licht,
drijf ze eruit, die ongelukkigen, vul hunne zakken
met goud, zij zullen het licht niet kunnen verdra
gen evenals de mollen en met leêge zakken spoedig
weder andere holen opzoeken en het blijft we
der de oude geschiedenisVan binnen uit, zeg ik
u, heer Erdmann, moet de strijd gevoerd worden
en in dezen strijd is de kunst de vooruitdringende
banierdraagster
Met vuur had de stoere man deze woorden ge
sproken, zijne kleine oogen schitterden onder de
zware wenkbrauwen.
Sixtus schudde ongeloovig het hoofd.
«Zeg mij eens, heer Wölf, op welke wijze zal
bijvoorbeeld dit schilderstuk die missie der kunst
vervullen, welke gij haar toeschrijft? Dat begrijp ik
nietEen eerwaardig gebouw, een beeld, dat een
of andere groote daad uit de geschiedenis voorstelt,
daarover wil ik niet spreken, wellicht hebt gij daarin
gelijk. Maar deze sireneMet alle achting en eer
bied voor haar verrukkelijk prikkelen. Deze begee-
rige satersWat hebben die met de veredeling des
volks te doen? Ik geloof niet, dat zij eenigszinsdie
kracht zullen bezitten
«Zeer veel hebben zij daarmee uit te staan, ook
al denkt het volk dat niet, al is het ook een zand
korrel aan het groote gebouw. De schoonheid ver
edelt in eiken vorm en haar begrip brengt ons tot
de natuur terug, vanwaar alle heil komt. Zij spreekt
uit deze welgevormde leden, uit deze in wilde
accoorden omdansende golven, uit deze heldere
wolken meer of minder sterk, al naar het in mijn
vermogen was, ze behoorlijk weer te geven, tot
den toeschouwer, en legt daar, al is het helaas
zelden genoeg, een vruchtbare kiem, die niet geheel
verloren gaat!« Millioenen zulke kiemen geven dan
eerst een zaadkorrel, uit welke eens de heerlijke
vrucht der schoonheid zich ontwikkelen zalware
menschelijkheid, de harmonie van den wilEn die
schoonheid, die menschelijkheid, die harmonie van
den wil zal geen ellende dulden, mag het nog zoo
zware offers kosten, daar de ellende hatelijk is, en
zij al het hatelijke haat 1 Nu weet gij, hoe ik over
de oplossing der sociale vraag denk, ik, een arme
duivel, die zelf niets te knagen niets te bijten heb,
maar een kunstenaar."
Sixtus gelooft te droomen. Lili, het model, ver
telt eene roerende liefdesgeschiedenis, waaruit trots
alle ellende een innerlijk onverdorven hart spreekt,
en echte liefdeWölf «de olievlek,de miskende,
bespotte schilder, die op een dakkamertje behoeftig
rondscharrelt, niettegenstaande zijn ontegenzeggelijk
talent, geeft hoog op van de zending der kunst,
dat hij zelf er heet van wordt. Beiden heeft de
ellende, de nood, de verachting en onrechtvaardig
heid, die zij ondervonden, hun heiligste gevoel niet
kunnen ontrooven, zelfs geen vorbittering sprak uit
de woorden van den armen schilderde kunst, die
hem ternauwernood het hoogstnoodige levensonder-