Nieuwe Langedijkar Courant", van Zondag 2 September 1894. meent, dat hem toekomen voor gedane werken. H. pleit pro deo. De gemeenteraad heeft beslo ten zich te verweren een der leden, de heer v. W. zegt, dat de positie van den Raad zijns inziens zeer zwak is volgens bestaande notulen in deze zaak in eeno vroegere zitting gehouden. Dag- en Weekbladen in Nederland. In 1869 werd het zegel op de dag- en week bladen afgeschaft. Die afschaffing heeft natuurlijk het aantal dag en weekbladen belangrijk doen toenemen. De volgende opgaven zullen dit nader aantoonen. In 1869 verschenen hier te lande 160 dag-en weekb. »1880 357 1890 574 1894 760 Volgens de verschillende provinciën waren deze uitgaven verdeeld 1869 1880 1890 1894 Groningen 7 16 30 40 Friesland 11 28 41 53 Drenthe 4 8 13 17 Overijsel 12 26 42 43 Gelderland 19 44 69 86 Utrecht 5 10 21 29 Noordholland 38 76 128 204 Zuidholland 26 84 154 193 Zeeland 14 17 18 25 Noordbrabant 14 29 37 45 Limburg 10 19 21 25 Dez< Dagelijks 1 maal per week 101 2 maal per week 30 3 maal per week 11 4 maal per week 1 5 maal per week 1 2 maal p. maand 2 1 maal p. maand 160 357 574 760 bladen werden uitgegeven 1880 1890 1894 32 54 62 212 324 84 123 1869 14 2 2 23 10 441 143 40 2 2 27 43 160 357 574 760 (Nbl. v. d. Boekh.) Valsche liaiidteekeniiigen. Een adres tot wederinvoering van de kermis te Velzen moest in de gemeenteraadszitting ter zijde gelegd worden, op grond dat hierop onder scheidene valsche hand tee keningen waren ge plaatst. Een proeve van Nederl. taal. Een handelsfirma te Amsterdam heeft van een harer afnemers de volgende briefkaart ontvangen. 26/8 94. WelEd. Heer. Met deze ontvangt UE. van mij een bericht, ik ondertrouwt zij. UE. zoudt mij een groot genoegen doen mij ook iets in het huishouden te schenken zoodat ik altijd een aandenken van U heb. Liefst had ik UE. mij een degelijk stuk schonk voor sieraad voor mijn kamer b.v.b. eenen grooten stoel een fateuil. Ik heb reeds van verschillende kooplui cadeaux ontvangen en twijfel niet of UE. zult ook wel aan mijn verzoek voldoen. Ik zal UE. binnenkort de bestelling opgeven van chocolaad letters tegen St. Nicolaas. UE. zult er geen schade bij hebben en voor betaling zal ik als altijd flink zorg dragen. Met achting, enz. Liefhebbers van een vast baantje. De lust bij Jan en Alleman, om in het bezit van „vast" geld te komen, met een of ander ambt of ambtje dus begiftigd te worden, is groot, of schoon al even zeer in den mond van het volk de uitdrukking leeft„vast geld, vast armoede." Tengevolge der uitbreiding van het tramwegnet der Eerste Gr. Tr. Maatschappij (Yeendam) is tevens een geringe uitbreiding van personeel noodig. Yoor koetsier en conducteur hebben zich niet minder dan omstreeks driehonderd liefheb bers aangemeld. Een eigenaardig verzuim. Na het eindigen der zomervacantie zouden Dinsdagochtend in de school voor uitgebreid lager onderwijs (hoofd de heer Groustra) te Slie- drecht de lessen worden hervat, maar het bleek onmogelijk de leerlingen hunne plaatsen te doen innemen men had verzuimd na de schoonmaak de banken, kasten enz., tot de zoldering op elkan der gestapeld, weder op hunne plaats te zetten. Borden, kaarten en gordijnen op te hangen was eveneens verzuimd (of vergeten Na kort beraad werd de vacantie tot nader verlengd, in de hoop dat spoedig een en ander op zijne oude plaats zou zijn teruggebracht. Weldra zag men de gansche schooljeugd, gevolgd door het onderwijzend personeel, in optocht door het dorp trekken. Zou het waar zijn? In het „Berliner Tageblatt" lezen wij de vol gende mededeeling „De Hollandsche regeering heeft voor eenige dagen een daad van rechtvaardigheid verricht. Den 23sten Maart 1893 werd een arbeider, die werkzaam was op de guanovelden te Em- ™rik, door een tweetal dronken Hollandsche veldwachters zonder eenige aanleiding aangeval len en door een sabelhouw zwaar aan het hoofd verwond. De veldwachters waren in volle uni form op Duitsch grondgebied gekomen. De moedwillige dader werd door de Holland sche rechtbank in twee instanties vrijgesproken, omdat men het hem ten laste gelegde niet wet tig en overtuigend bewezen achtte.' Volgens een mededeeling van het Duisburger parket heeft de Hollandsche regeering zich thans bereid ver klaard den verwonde niet alleen de kosten voor den dokter etc. (ongeveer 400 Mk.) te vergoe den, maar hem zelfs een „Schmerzensgeld" van 1000 gulden te geven. Daar de Hollandsche re geering hiertoe niet verplicht is, bewijst dit wel dat Holland er prijs op stelt de goede verstand houding met Duitschland te bewaren." Een historische vlag. Toen koning Willem I indertijd voor de eerste maal Leeuwarden bezocht, werd hij in die stad ingehaald in een karos, gemend door een rijken boer, Pier Prins, die te Amsterdam geleerd had „met de zes te rijden." Deze boer had ter ge legenheid van dit vorstelijk bezoek een groote Hollandsche vlag laten maken en daarin doen aanbrengen de woorden „Hulde aan Z. M. Ko ning Willem I." Toen later Neerland's koning Friesland's hoofdstad bezocht, liet Pieter Prins op dezelfde vlag de wooren bijvoegen: „Bloeien welvaart onder de regeering van koning Willem II. Later kwam de vlag door erfenis in bezit van den heer K. H. Feenstra, beurtschipper van Leeuwarden op Rotterdam. Deze liet er, toen Koning Willem de III te Leeuwarden kwam, de woorden bijzetten„Hulde aan koning Willem III." En toen in 1892 H. M. Koningin Wilhel- mina met H. M. de Koningin-Regentes Friesland en Groningen bezocht, hing dezelfde driekleur weder aan het paleis te Leeuwarden, verrijkt met de woorden „Hulde aan H. M. Koningin Wilhelmina 1892." Schipper Feenstra lag met zijn schip aan de De Ruyterkade bij het Wester viaduct en had dezer dagen deze historische vlag op zijn schip hangen, waar ieder Amsterdammer haar dus kon gaan zien. Koninginnedag. In en bij het PALEIS VOOR VOLKSVLIJT, te Amsterdam. Vrijdagvoormiddag was het „Paleis voor Volks vlijt" en de naaste omgeving het brandpunt van het feestbetoon. De „Vereeniging tot Veredeling van het Volks vermaak" had evenals vorige jaren een aantal feestelijkheden voorbereid. Te half elf zou in de groote concert-zaal van het Paleis een festival worden gegeven door een aantal muziek-vereenigingen uit verschillende dorpen uit Noord- en Zuid-Holland, onder lei ding van het dilettanten muziek-gezelschap „Am- stels Fanfarecorps" (directeur de heer David Koning jr.) Hieraan werd deelgenomen door de vereeni- gingen Harmonie „de Adelaar" te Weesp, Har monie „Beethoven" te Alfen a. d. Rijn, Harmo nie „Caecilia" te Oudendijk, „De Beverwijksche Harmoniekapel" te Beverwijk, Harmonie „Cres cendo" te Bussem, Harmonie „Trou moet Blyc- ken" te Amsterdam, Harmonie „Orpheus" te Amsterdam, Fanfarecorps „Concordia" te Beets, „Rijper Fanfarecorps" te de Rijp, Fanfarecorps „Macte Puer" te Oosterleek, Fanfarecorps „Ko ningin Wilhelmina" te Beemster, Fanfarecorps „Excelsior" te Zwaag, Fanfarecorps „Vrienden kring" te Broek op Langedijk, Edam's Fanfare corps te Edam, Waterland's Fanfarecorps te BuikslootNieuwendam, Fanfarecorps te Uit geest, Fanfarecorps „Eendracht maakt Macht" te Wormer, Fanfarecorps „Orpheus" te Venhui zen, Fanfarecorps „Amicitia" te Landsmeer, Fan farecorps „de Eendracht" te Den lip, Fanfare corps te Broek in Waterland, Fanfarecorps „An dante" te Oosthuizen. Het was een aardig gezicht, de leden der ver- eenigingen langzaam wandelend, loopend in op- gewekten cadans, soms half hossend, elke ver eeniging met haar banier voorop, het „Paleis voor Volksvlijt" te zien binnentreden. De leden der meeste vereenigingen met uniformpet op, het muziekinstrument van glimmend koper, voor deze extra-gelegenheid bijzonder netjes opge poetst, aan een bandelier over den schouder ge dragen zeer velen aan den arm van vriendin of meisje frissche boerendeerns in bruine, blauwe of grijze wollen jurk zonder veel opschikwit ten, zwarten of bruinen stroohoed op, een oran- je-cocarde of strikje op de borst. Kwart voor twaalf geweldig geroesemoes in de zaalde fanfare-corpsen stellen zich in orde voor den optocht naar het terrein achter het Rijksmuseum de tamboers oefenen zich nog eens even in het roffelen de banieren worden hoog gehevenaan 't hoofd van den stoet stelt zich „Amstels Fanfarecorps" met zijn mooie fluwee- len baniergeschetter van trompetten, scherp gepiep uit fluiten, lang gerekte tonen. Eindeljjk stellen de muziekvereenigingen zich in beweging. Voor het Paleis een talrijke me nigte, op eerbiedigen afstand gehouden door eene linie van vijftig politie-agenten en eenige inspec teurs van politie. De fanfarecorpsen verlaten het Paleis de trom men roffelen. Doch nu trekt een groote troep socialisten en werkloozen, honderden en honder den in havelooze plunje, voor de tweede maal het Paleis voorbij. Een groot aantal van hen gewa pend met stokkenenkelen laten schrille ge luiden uit dwarsfluiten hoorenvele politieagen ten trekken een bedenkelijk gezicht; het kan een heet dagje worden. Het consigne van werkloozen en socialisten was, een optocht te formeeren vóór en achter den feeststoet, natuurlijk met het doel verwarring te stichten. Om elf uur was het op den Dam bijzonder druk door de werkloozen, die aan den oproep hadden gevolg gegeven en in troepjes eerst van een honderd, later in kleineren getale naar het Frederiksplein trokken. Daar was het stampvol. Om 12 uur zette stoet zich in beweging. Juist op dat oogenblik hieven de werkloozen het Vrijheidslied aan. Een roode vlag werd vertoond en de politie maakte een charge met de sabel. Groote schrik onder de feestvierders, die oogenblik uiteenstoven en zich toen bij den snel voortschrijdenden stoet aansloten. Een persoon werd verwond een agent kreeg een slag met een knuppel op de hand en heeft zich waarschijnlijk laten verbinden. Hij werd later althans bij zijn detachement vermist. Terwijl de optocht onder muziek naar het feestterrein achter het Rjjksmuseum ging, om stuwd door duizenden belangstellenden sloten de socialen, want als zoodanig hadden de werk loozen zich toch ontpopt, zich achteraan.'t Was een klein troepje, dat door het zingen van de bekende liederen en door het nabootsen der po li tie-fluitjes de aandacht tot zich trok. Op de Stadhouderskade maakte een vrouw het de politie lastig. Van de herrie werd gebruik gemaakt om op te dringen, er werd gegooid met steenen en het zestal agenten trok de sabel. Een eigenlijke charge behoefde echter niet ge maakt. Bij het feestterrein gekomen trokken de soci alen een tijdje rond. In de Alexander Boerstraat hield Samson een toespraak over Lombok enz., waarna het troepje zich op het feestterrein ver spreidde. Een gat in de schutting maakte den toegang tot het terrein voor de gratis-bezoekers vrij gemakkelijkordeverstoring kwam echter niet voor. Een prachtige reclame. Onze wethouder van publieke werken heeft het aanbod ontvangen, zonder bezwaar der ge meentekas het beeld van Thorbecke waarschijn lijk weder in behoorlijken staat te brengen. De heer P. Thijssen, die hier te lande de nieuwe zeepsoort„Brooke's Soap Monkey Brand" bekend maakt, verzocht den wethouder een proef te mogen nemen met zijn artikel, dat in Engeland op dit gebied reeds meermalen met vrucht werd aangewend. Ware het niet dat het beeld 18 jaren „onverzorgd" heeft gestaan, de heer Thijs sen zou reeds dadelijk zeker zijn van te slagen met zijn bewerking nu echter moet hem vooraf gelegenheid gegeven worden tot het nemen van een proef. Valt de proefneming gunstig uit, dan zal de heer Thijssen het geheele beeld kosteloos een reinigingskuur doen ondergaan. (Tel.) liöiiibok. Het „N. v. d. D." ontving Dinsdagochtend uit Batavia het volgende telegram „Onze troepen op Lombok zijn verraderlijk aangevallen en de cavalerie is verstrooid. „De gemeenschap tusschen Mataram en Regara is verbroken." Het eiland Lombok heeft een oppervlakte van slechts 103 vierkante geografische mijlen, is dus slechts weinig grooter dan de provincie Noord- Brabant, dat 93 vierk. geogr. mijlen groot is; Lombok heeft een bevolking van 405,000 zie len, waarvan 380,000 Sassaks (Noord-Brabant telt 445,000 inwoners.) De Sassaks wonen hoofd zakelijk in het binnenland. De tijdingen uit Lombok zijn ernstig, ofschoon nader is gebleken, dat het aantal gesneuvelden minder bedraagt dan aanvankelijk in particuliere berichten werd medegedeeld. Het departement van koloniën werd Woensdag bestormd met aanvragen van familiebetrekkingen omtrent het lot van hun verwanten. Des och tends vooral ten 10 uur stond de vestibule van het gebouw vol met dergelijke personen, waar onder ook vele vrouwen uit verschillende stan den, en voor den ingang van het gebouw ver drong zich een talrijke menigte. Allen werden verwezen naar de „Staatscourant1 die de namen der gesneuvelden en gewonden ZOU Het is niet onnoodig, in herinnering te bren gen, ten einde al te groote onrust te voorkomen, dat onze troepenmacht bestond uit 2500 man met generaal Vetter als chef, dat onze troepen, na te Ampenan, de havenplaats, voet aan wal te hebben gezet, eerst Mataram en daarna Tjakra Negara hebben bezet en dat in laatstgenoemde plaats het hoofdkwartier is gevestigd. Mataram is de hoofdplaats van het eiland Lombok, op zijn Westkust gelegen, aan de rivier Djankek, drie mijlen van de havenstad Ampenan, die aan de monding van die rivier aan de straat Lombok gelegen is. Mataram is de zetel van den radjah de bevolking bestaat voor het grootste gedeelte uit Balineezen. Het „Handelsblad" schrijft Het eerste regeeringstelegram, dat, onbegrij pelijk, den minister van koloniën niet tijdig heeft bereikt, is dus nu openbaar gemaakt. Het werd Dinsdagavond aan het departement ontvangen en had dus toen reeds kunnen worden publiek gemaakt of voor de ochtendbladen medegedeeld. Als de regeering daarmede heeft gedraald, omdat zij wellicht eerst de verwanten der ge sneuvelden of gewonden wilde verwittigen, mag men toch vragen, waarom dan niet het overige terstond gepubliceerd werd? Hoe dit zij de vreeselijke ramp is nu officiéél bevestigd. De expeditie, die zoo uitnemend scheen ingericht en zulk een onverwacht geluk kigen afloop scheen te hebben gehad, heeft een ernstige neerlaag geleden, waarbij men onwille keurig denkt aan de eerste expeditie tegen Atjeh die generaal Köhler het leven kostte, en met het terugtrekken onzer troepen naar de kust eindigde. De berichten zwijgen nog over de aanleiding van de ramp en over de aanvallers. Blijkbaar was generaal Vetter niet bedacht op eenigen aanval. Toch moet deze Zaterdagavond met zeer sterke macht hebben plaats gehad en is het onbegrijpelijk, hoe die ongemerkt heeft kunnen naderen. Een zware verantwoordelijkheid rust op den bevelhebber. Het gebrek aan water, aan mondbehoeften, het verlies van vier veldkanon nen, en wat erger is van zoo vele officieren en manschappen, dat alles maakt een hoogst pijn lijken indruk. Ongetwijfeld zijn onze troepen slachtoffers ge weest van veinzerij en verraad. Na zes weken lang volkomen onderwerping geveinsd te hebben, wierpen de Baliërs in den avond, toen alles in ons kamp in diepe rust was, het masker af. Aan de mogelijkheid van zulk een handeling hebben de aanvoerders blijkbaar niet gedacht anders ware meer waakzaamheid in achtgeno men. Natuurlijk zal alles worden ingespannen om het geleden échec zooveel doenljjk te doen ver geten en den indruk weg te nemen, welke het in Indië vooral moet maken. Ons Indische leger heeft bovendien steeds getoond zich door aan vankelijke teleurstellingen niet te laten ontmoe digen. Op zijn rekening mag zeker niet worden gesteld wat in de eerste plaats het gevolg is van een verradelijken aanval, geheel in strijd met de vredelievende betuigingen. Nu men weet met welk een vijand men te doen heeft, zal een voorbeeldige straf niet uit blijven. Maar dat, volgens het telegram, over een groot gebied de aanval heeft plaats gehad en toch geheim bleef, wijst op veel raadsel achtigs, dat opheldering eischt. Eerst moet nu getracht worden den vijand te tuchtigen en tot geheele onderwerping te bren gen. Maar dan zal ongetwijfeld een nauwkeurig onderzoek worden ingesteld naar de oorzaken van het gebeurde. Niet enkel om uit te maken op wien de verantwoordelijkheid drukt, maar vooral ook om voor 't vervolg zulke rampen te voorkomen. Een lichtpunt bij de ontzettende ramp is, dat voor de toekomst onze positie zuiverder wordt. Tot nu moesten wij het Lomboksch vorstenhuis ontzien, geheel in strijd met de wenschen onzer bondgenooten, de Sasaks. Thans is daarvan zeker geen sprake meer. Zonder voorbehoud kunnen wij ons nu vereenigen met de Sasaks tegen den gemeenschappelijken vijand. De ramp, die de krijgsmacht trof, kan aldus aan de staatkunde ten goede komen. De „N. R. Crt." laat zich aldus uit De ernstige en treurige gebeurtenissen op lOinbok hebben allerwege in het land diepen indruk gemaakt en de deelneming in het lot der gevallen dapperen en in den rouw hunner be trekkingen is algemeen. Dat de ramp, na het aanvankelijk zoo voorspoedig slagen der expedi tie, zoo onverwacht kwam, heeft den indruk van het treurige feit versterkt. Zeer natuurlijk is het, dat de vraag zich op de lippen dringt, hoe dit zoo heeft kunnen gebeuren. Maar redelijk is het, dat men het antwoord op die vraag niet geeft in den vorm van eene beschuldiging tegen wien ook, voordat de geheele toedracht der zaak is ge openbaard. Pas nadat dit is geschied, is het oogenblik tot oordeelen gekomen. Tot zoolang wenschen wij althans ons oordeel op te schorten. Hoofdzaak op dit oogenblik is, dat het ver raad, dat ten onzen opzichte is gepleegd, afdoende worde gestraft en dat met alle kracht worde op getreden tot herstel van ons prestige. Dat men ook in Indië van de noodzakelijkheid daarvan doordrongen is, bewijzen de telegrafische berich ten, door onze regeering van den Gouverneur Generaal ontvangen. Algemeenen steun zal de regeering ongetwijfeld hierbij ondervinden. Met het oog op de ernstige gebeurtenissen op Lombok is door den minister van Koloniën be paald, dat de afdeelingen aanvullingstroepen, die ter sterkte van respect. 50 en 75 man op 15 en 29 September e.k. van het Koloniaal-Werf depot naar Indië zouden vertrekken, ieder res pectievelijk op eene sterkte van 208 en 157 onderofficieren en minderen zullen worden ge bracht. Het detachement meegerekend, dat Zaterdag Sept a.s. ook van Harderwijk naar Batavia wordt uitgezonden, zal het Kol. Werfdepot in die maand een contingent aan suppletietroepen moeten leveren van 420 onderofficieren en min deren. Een bekend kapitein van het Indische leger zegt in de volgende weinige regelen zijn oor deel, wat in deze dagen van veel geschrijf over Lombok moet worden gedaan „Ellenlange Lombokpraatjes, jonge maatjes Da's niet 't geen Neerland baten kan Dienst genomen als soldaatjes, jonge maatjes! Dit betaamt d'Oranjeman".

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1894 | | pagina 3