NIEUWE
Weekblad voor LANGEDIJK en Omstreken.
N°. 37.
Zondag 16 September 1894.
3e Jaargang.
J. H. KEIZER.
Plaatselijk Nieuws.
Nieuws tij dingen.
FEUILLETON.
Het Erdmannshuis.
LAUGËDIJKËB
Deze courant verschijnt eiken Zaterdagnamiddag.
ABONNEMl NTS PR IJS
voor Noordscharwoude, Oüdkarspel, Zuidscharwoude en Br. op Langedijk
per drie maanden 50 ct., franco p. post 60 ct.
UITGEVER:
BUREEL:
Hoortlscham oinle.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 1—5 regels 30 ct., elke regel meer ct.
Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend.
Brieven rechtstreeks aan den Uitgever.
DIEliTRUOKLIAO OP DM HOLLAlȤC IIEl SPOORWEG. (Greenwich tijd.)
Vertrekuren van af station Noord-Scharwoude. (Zomerdienst.)
GREENWICH TIJD. 6.36* 7.46 0
11.232) j 3.063) 6.37*) 9.55... stopt ge-
GREENWICH TIJD. 6.18 7.30* 9.37 12.04f
1.38 3.55
8.16
AMSTERDAMSCHE TIJD. 6.56* 8.060
Deze trein rijdt alléén des Donderdags tot Den Helde
en Donderd.met3) des Maand., Vrijd. en Zaterd.met4)
i I I regeld te
11.432) 3.263) j 6.57*) j 10.15... Zijdewind
;r. De metstopt des Donderd.met 2) Maand,
geteekenden trein des Maand, te Zijdewind.
AMSTERDAMSCHE TIJD. 6.38 7.50* 9.57 12.24f
Deze trein rijdt alleen naar Amsterdam en stopt niet te Heiloo ei
t Deze trein rijdt alleen des Donderdags tot Uitgeest.
1.58 4.15
Castricum.
8.36
te kennen gevenmet 10 Octo
ber deze Courant voor reke
ning te ontvangenworden de
tot dien datum verschijnende
nummers gratis toegezonden.
Re Uitg-ever.
't Was jl. Woensdagmorgen zeer bedrijvig
aan het station van den H. IJ. Spoorweg Mij.
te Noordscharwoude en op den weg die leidt
naar 't stationsgebouw.
Sinds menschenheugenis was 't nog nooit ge
beurd dat een lid van het vorstelijk huis het
traject AlkmaarHelder van dien Spoorweg
was langs gekomen en nu jl. Woensdag gebeurde
dit heugelijke feit. Geen wonder dus dat vele
nieuwsgierigen en belangstellenden zich op weg
hadden begeven toen de koninklijke familie,
H.H. M.M. de Koningin en de Koningin-Regen
tes met een schitterend gevolg ook het station
Noordscharwoude moesten passeeren bij haar be
zoek aan Den Helder. Geen wonder dus dat de
Edel Achtb. Heer C. Kroon Mz., burgemeester
der gemeente Noordscharwoude, in ambtsgewaad,
gedecoreerd met het eerekruis der Orde van
Oranje-Nassau zijne gemeente vertegenwoordigde
en bij het passeeren der vorstelijke familie, den
Koninginnen zijn groet bracht.
Velen waren echter teleurgesteld, dat de trein
niet even stilhield en men van het perron werd
geweerd. Op heog bevel werd dit niet toege
staan dan alleen aan het hoofd der gemeente.
Men had echter nog hoop op den avond bij
den terugkomst der beide Koninginnen van Den
Helder, want de koninklijke trein zou stoppen
voor de kruising met trein 119 en wanneer deze
iets te laat kwam zou de extra trein iets langer
vertoeven.
veerd stoomde de extra trein langzaam voorbij,
terwijl ZEd. Achtb. wederom de Koninginnen
complimenteerde.
Eene groote menigte had evenals des morgens
weder post gevat bij het station en op den weg,
welke door de Koninginnen hartelijk werd
toegewuifd.
Men schrijft ons uit Alkmaar.
Vrijdagmiddag had aan het station te Alkmaar
een droevig ongeluk plaats.
Een weduwvrouw van Oosterblokker, genaamd
T. de W., was op hare terugreis van een be
zoek, bij hare familie te Alkmaar gebracht. Met
den trein, 3.29 van Den Helder zou zij vertrek
ken. Deze trein en de lokaal trein van Amster-
arriveeren beiden op hetzelfde uur aan het sta
tion. Terwijl nu de trein van Amsterdam reeds
voor staat, en de vrouw, onbekend met de rich
tingen, meent met dien trein te moeten vertrek
ken, wordt zij door den trein van Den Helder ko
mende, terwijl zij overloopt, gegrepen en tus-
schen de rails geworpen.
Een diepe snede werd daardoor veroorzaakt
aan haar hoofd, terwijl haar linker enkel werd
afgesneden. Per brancard werd zij naar het gast
huis vervoerd. De ongelukkige verkeert in zeer
zorgwekkenden toestand.
Moord te Schagen.
Uit Alkmaar wordt aan de Tel. geschreven
Naar alhier wordt medegedeeld, is nader nog
gebleken dat er een jongetje geweest moet zijn,
die reeds veertien dagen te voren het plan van
den moord te Schagen moet hebben geweten en
tot belooning voor zijn stilzwijgendheid na den
moord een goud tientje moest genoten hebben.
Dat jongentje zou een kind zijn van den vroe-
geren veldwachter.
Lombok-sigaren.
De heer A. M. Reket, Damstraat 19, schrijft
onsHiermede wenschte ik u in kennis te stellen,
een sigaar in den handel te brengen, onder 't
merk, Lombok-sigaren.
De kistjes zijn van buiten beplakt met een
zeer duidelijke kaart van het eiland „Lombok"
terwijl de prijs van de sigaar 3 ets. per stuk is.
Verder stel ik mij met den verkoop hiervan
hoofdzakelijk ten doel 5 pCt. van de bruto ont
vangst van bovengenoemd merk af te zonderen
voor de verwonden der Hollandsche dapperen,
en voorde nablijvenden der in den strijd geval
lenen.
Hopende u, door bekendmaking van mijn plan
in uw geacht blad, wilt medewerken mijn doel
volkomen te bereiken, verblijve, u bij voorbaat
dank zeggende, enz. (Tel.)
Holland—Lombok.
De door den Heer F. B. van Ditmar te Rot
terdam ontworpen uitgave, in den vorm van een
Geïllustreerd Gedenkblad, ten voordeele van de
nagelaten betrekkingen der gesneuvelden op
Lombok, mag zich reeds nu in de grootste be
langstelling verheugen. Uit alle deelen des lands
komen brieven van sympathie met de onderne
ming en bijdragen. Het werk, dat binnen zeer
korten tijd zal verschijnen, belooft een Kunst
werk te worden in den vollen zin des woords.
Reeds werden bijdragen ontvangen van:
Generaal Karei van der Heijden, Generaal-Ma-
joor N. I. leger Raedt van Oldenbarnevelt, Ge-
neraal-Majoor A. Lanzing, den Luit.-Kolonel
van de Genie van Panthaleon van Eek, Kolonel
Moorrees, den Lector van de Kon. Mil. Acade
mie te Breda R. van Eek, gep. Vice-Admiraal
Jhr. De Casembroot, gep. Vice-Admiraal J. H.
van Cappellen, Jhr. Mr. W. F. Rochussen, lid
van de Raad van State; Oud-Ministers Seijf-
fardt en Bergansius; Professoren S. S. Rosen-
stein en G. H. Lamers.
Verder werden bijdragen ontvangen van HH.
Letterkundigen: J. P. Hasebroek, Johan Gram,
A. C. Wertheim, Rosier Faassen, E. Laurillard,
Dr. D. C. Nijhoff, P. Heering, Mr. J. Nanninga
Uitterdijk, Dr. J. B. Kan, D. F. van Heijst, R.
A. Kollewijn, Paul Fredericq (Gent)van Schil
ders, als: Taco Mesdag, Josef Israels, Elchanon
Verveer, H. W. Mesdag, David Bles, J. Stroe
bei, Ch. Rochussen, H. J. Melis, P. Stortenbeker
en P. A. Schipperus. (Zie advertentie 3epag.)
Aan een verkeerd adres.
In het „Dag. Advertentieblad" van Groningen
staat de volgende advertentie:
„De ondergeteekende verklaart dat hij niet
behoort tot de middernacht-zendelingen en ver
zoekt bij deze zijn persoon niet te verwarren
met den middernacht-zendeling B. N. Sikkema,
wonende in de Houtzagersteeg, voor wien het
pak ransel bestemd was, dat aan ondergetee
kende op 11. Zondag geheel onschuldig is ten
deel gevallen.
E. H. SIKKEMA,
Schoorsteenveger en Rookverdrijver,
Poelstr., onder den heer Singer."
Uit Koedijk wordt gemeld
Bij de gehouden hersteming voor een lid van
den gemeenteraad alhier, werden uitgebracht 95
stemmen, waarvan 2 blanco (onwaarde). Op den
heer W. Kooiman werden uitgebracht 70 stemmen
en op den heer L. v. d. Oord 23 stemmen. Aldus
is gekozen de heer W. Kooiman, burgemeester
van Koedijk.
Lichtgevende inkt.
Vele soorten van inkt zijn uitgevonden, maar
een inkt te vervaardigen, die in het donker
licht, is nog niet gelukt. Thans wordt in een
chemisch tijdschrift hiervoor een zeer eenvoudig
voorschrift gegeven„Men stampt een deel
phosphoorzure kalk fijn en mengt dit met een
groote hoeveelheid lijnolie, laat het mengsel in
het zonlicht staan en men zal zien, dat het
hiermee geschreven schrift in het donker schit
tert. Men kan ook koolzure kalk met zwavel
mengen, terwijl men er dan 2 a 3 pCt. magnesia
magnesium-oxyde bijvoegt, waardoor men
een geelachtige tint krijgt, wil men een blauwe
kleur, dan vervangt men het magnesium-oxyde
door 2 pCt. bismuthzout. Op dezelfde manier
kan men drukinkten verkrijgen, om couranten
saam te stellen, die men in het donker leest.
(Uit het Dnitsch vertaald naar Anton Freiherr
von Perfall.)
Andreas, die vaak in die ruimten voor zijn eigen
werkzaamheden iets te verrichten had, deed het
meestal met weerzin. De duivelsche hitte, de vlam
mende vuren rondom, wier grille schijnsel de zwarte,
halfnaakte, door zweet bedekte gestalten fantastisch
verlichtten waren dan ook niet in staat om een
gunstigen indruk teweeg te brengen.
Was het een wonder, dat de arbeider zonder een
gezelligen eigen haard, zonder familie, die te mid
den van zoo'n hel het grootste gedeelte van zijn le
ven doorbrengt, in de weinige vrije uren, waarover
hij kan beschikken, zijn ongezellig, koud huis schuwt,
van de kroeg zijn' heil te zoeken, teneinde daar zijn
jammer en ellende te verdrinken en het aanlokkende
socialistische fantasiebeeld der verbeterde mensch-
heid voor de oogen te zien zweven?
De troost van het familieleven, de trots der tra
ditie, de menschenwaarde, dat alles misten zij, en
juist die hielden Andreas overeind. En toch was hij
niet zoo onrechtvaardig, om dat niet in te zien en
den geest van verzet, die er heerschte en toenam
te vergeven. Te vergeefs brak hij er zijn hoofd mee,
om te weten, waar het haperde. Hoe waren die lie
den te helpen? Het werk moest toch gedaan wor
den Betere loonen Hoe waren zij daarmee te die
nen; zij geleken soldaten in 't veld, hoo meer ze
hadden, hoe meer ze vroegen! En waar de levens
duur zoo onzeker was, wie zou er dan sparen Ver
zekering den in deze omgeving gebrekkiger gewor
den ouden? En waardoor zijn zij juist voorbe
schikt tot een vroegen en zieken ouderdom? En als
het communistische idee, dat in hun hersens spookt,
eens werkelijkheid werd, als die groote, hoogge
roemde gelijkheid in bezit en recht doorgevoerd
was? Wie zou dan nog willen werkenWie zou daar
toe gedwongen worden? Of zou men dan geen ijzer
en staal meer gebruiken?
De natuur zelf, die albedwingster, die geen ab
solute gelijkheid kent, die bestaat en altijd meer
volkomen wordt, door wisseling en vermenigvuldi
ging der vormen, zal binnen kort nieuwe troepen
naar deze werkplaatsen voeren! En nooit zal ze
daarmee eindigen. Erdmann wist geen uitweg, hij
Valentijn, die evengoed de fluisterstemmen der
ontevredenheid verstond, had daarvoor absolut geen
gevoel. Wat wilde men dan? staken? opstaan? De
vereeniging ruïneeren, die hun toch brood gaf? Wat
was men dan gevorderd? Ze hadden immers geen
aandeel, hoe klein ook aan het geheel, zoo hadden
zij ook geen zorgen, niet de minste zelfs, daarvoor.
Hoe was zijn vader zelf niet werkgever geweest en
benijd door de knechts, die in alle gerustheid hun
loon opstreken, terwijl zijns vaders haren grijs wer
den van kommer en zorg en hij tenlaatste evenveel
had als zij. Het begrip van risico, wat de arbei
dende klasse zoo weinig bezit, had hij uit eigen er
varing leeren kennen. Met koele woorden wees hij
alle verzoekingen den rug.
Het meest leed Gilde. Het was een geheel an
dere wereld, waarin zij nu leefde, geheel afgezon
derd van die vroegere, en in deze was alles zoo ge
lijk, zoo eentonig. Hoe die ontelbare gebouwen alle
'tzelfde voorkomen hadden, alle even eentonig wa
ren zoo waren ook de menschen, die daarin woon
den, de eeuwige kolenrook had ook hen allen over
trokken met een gelijkmatige zwartgrauwe kleur!
Gilde hing nog met haar geheele ziel aan haar
vroegere leven en dacht er ook niet aan de verbin
dingsdraden te vernietigen. Eene dezer kon noch
wilde zij doorsnijden hare liefde tot Sixtus!
Maar ook in haar gewoonten scheen zij haar nieuwe
omgeving niets toe te willen geven. Zij kleedde zich
nog even smaakvol; ze had immers een voorraaad
van toiletten, die stof genoeg bevatte voor tal van
jaren. Ze droeg het hoofd nog even hoog als vroe
ger.
Verstomd vroeg men in den beginne, als zij over
de met kolengruis bedekte paden trippelde en met
eleganten zwier haren sleep oprichtte, om hem niet
te hesmetten, wie die jonge dame was? Antwoordde
men dan: Juffrouw Gilde, de dochter van den nieu
wen werkbaas Erdmann in de smidse, dan erger
den zich de arbeiders, die de vroegere omstandig
heden, waarin Gilde verkeerde, niet kenden, over
hare trotsche houding, terwijl de jonge beambten
elkander veelzeggend toelachten en de dames uit
het directiegebouw hare scherpe opmerkingen maak
ten over die «ijzeren gravin", een spotnaam, die,
van een scherpzinnige werkman uitgaand, de ronde
deed door de geheele fabriek.
Zij bemerkte deze blikken en hoorde die gezeg
den wel, maar haar trots verzette zich er tegen,
hoewel het haar vaak diep wondde.
Andreas deed alles, wat mogelijk was, om Gilde,
die haar belofte bij hem te blijven tot nog toe ge
houden had, het leven zoo dragelijk mogelijk te ma
ken, maar hij voelde zeer goed, dat hem toch alle
middelen daartoe ontbraken, dat zijn kind langzaam
te gronde moest gaan in deze atmosfeer; en dat
was zijn grootste zorg. Anderzijds hoopte hij, dat
zij het onmogelijke harer verhouding tot Sergius,
wier voortbestaan hij wel wist, maar tegenover haar
geheel en al loochende, eindelijk inzien zou, en
zoo het grootste gevaar, dat haar volgens hem
dreigde, zou ontgaan. Maar daarin vergiste zich An
dreas. Haar geheele vroegere leven scheen haar, van
hier gezien, dubbel verlokkend, dubbel begeerens-
waardhoe minder zij van het leven kon genieten,
des te sterker werkte haar verbeeldingskracht, des
te heftiger wies haar begeerte daarnaar, en Sergius
scheen haar in deze hatelijke omgeving haareenige
verlosser. Dag en nacht was zij in gedachten met
hem bezig, hij was haar laatste hoop; als een dren
kelinge klemde zij zich aan hem vast. Sedert het
voorgevallene in het Erdmannshuis had ze hem niet
kunnen spreken, daar hij in 't kamp was, vanwaar
hij haar hartstochtelijke, vurige brieven schreef. Hij