Nieuwe Langedijker Courant", van Zondag 16 September 1894.
Persnieuws.
Een onzer meest verdienstelijke landge-
nooten, professor Nicolaas Beets, vierde Donderdag
zijn 80sten verjaardag. Ieder weet wie Beets is:
in zijn „Camera Obscura," in zijn „Stichtelijke
Uren," in zijn dichtbundels, heeft de geniale
schrijver, de bezielde dichter zich onverganke
lijke gedenkteekenen gesticht. Maar ook als be
gaafd prediker heeft deze gemoedelijke godge
leerde met zijn beminnelijk karakter zich een
welverdienden roem verworven.
Ook na het verlaten van den professoralen
katheder bleef de immer arbeidzame Beets werk
zaam ter veredeling van het gemoedsleven zijner
landgenooten. Gelukkig, bij het klimmen zijner
jaren, begaven hem zijn lichamelijke krachten
niet en bleef zijn geest zoo helder, zijn oordeel
zoo scherp, dat de vruchten van zijn hersenar
beid nog steeds een welkom onthaal vinden al
lerwegen.
Het door hem gekoesterde ideaal is werkelijk
heid geworden
'k Wil aan geheel mijn volk behooren,
Mijn ernstig woord, mijn vroolijk lied
Moet zijn voor aller hart en ooren.
Den nu 80-jarige is de grijsheid een sierlijke
kroon.
Nog vele jaren moge de talentvolle dichter,
de geestige schrijver, de heldere denker Beets
voor ons volk gespaard blijven
Onder de talrijke gelukwenschen den 80 jarigen
jubilaris aangeboden, zij vermeld de heilwenschen
van IIH. MM. de Koninginnen.
Onder de personen die Neerlands grooten bur
ger hun opwachting maakten, behoorden ds.
Hasebroek, de oude vriend en studiemakker;
de senaat der Utrechtsche Hoogeschool, vele pro
fessoren en afgevaardigden van de rederijkerska
mer: „Nicolaas Beets" te Groningen, die een
fraai album overhandigden.
De Koninginnen te Den Helder.
Nieuwediep en Helder waren jl. Woensdag
geheel in vlaggentooi. In de straten, waardoor
de koninklijke stoet moest passeeren, was geen
huis zonder vlag. Het weer zag er goed uit, de
lucht was weinig bewolkt en de wind frisch,
maar niet al te sterk.
Ofschoon het bezoek der vorstinnen slechts
kort was, oefende dit geen invloed op de gul
heid en geestdrift waarmede HH. MM. allerwege
werden begroet. Op verschillende punten van
den weg, die de hooge bezoekers passeerden,
waren eerebogen opgericht. Uit de dicht opeen
gepakte massa stegen telkens luide jubel- en
juichkreten op.
Ongeveer te 11 uur werden de koninginnen
aan 't station door de stedelijke overheid ont
vangen en werden bouquetten aangeboden door
de dochters van het oudste raadslid (de heer van
Neck) en van den commissaris van politie, den
heer Swaving en freule Uhlenbeck.
Yoor het station stond een eerewacht, uit
schutterij en garnizoen samengesteld, zij werd
door de koninginnen geïnspecteerd, terwijl de
trompetten schalden en het volk juichte anders
was er geen muziek. Yan het fort Dirks-admi-
raal klonken saluutschoten, terwijl van het
wachtschip ook 101 schoten werden gelost.
Onmiddellijk na de verwelkoming door den
burgemeester, den schout-bij-nacht Uhlenbeck en
den overste In de Betou reed de stoet, vooraf
gegaan door den burgemeester, naar de haven,
waar het nieuwe pantser-dektoren-schip „Koningin
Wilhelmina der Nederlanden" werd bezichtigd.
Overal heerschte groote geestdrift. Op de „Wil
helmina" werden luide hoera's aangeheven door
de matrozen, die in het want stonden. De huza-
renkapel speelde het Wilhelmus. Langs den zee
dijk was het zwart van menschen. Hierna begaven
HH. MM. zich aan boord van het stoomjacht
de „Yalk," waar zij den lunch gebruikten en de
voorgenomen revue over de ter reede van Tessel
aanwezige oorlogsvloot bijwoonden. Te twee uur
werd de „Yalk" uitgesleept door de „Hercules."
De koninginnen zaten op een der raderkasten
en groette de menigte aan den wal, die geest
driftig juichte, terwijl de schepen op de reede
saluutschoten losten. Het weer bleef prachtig, er
waaide een vrij sterke wind.
De vloot telde 20 schepen en 11 torpedobooten.
Den kapitein ter zee Wentholt was het commando
over de torpedo-divisie opgedragen.
De groote vaartuigen lagen in twee liniën,
terwijl de torpedobooten een derde linie vorm
den. De „Yalk" stoomde tusschen de eerste en
tweede linie door en nam den terugweg door de
tweede en derde linie.
Een schijn-manoeuvre door torpedo's werd op
de „Valk" gedaan, 't Was zeer belangwekkend,
wat nog verhoogd werd door de bulderende
saluutschoten.
Verder werd er nog een torpedo gelanceerd,
terwijl boot nommer 9 een mijn deed springen.
Alleen dit laatste was zichtbaar voor het publiek.
Na de revue brachten HH. MM. een bezoek
aan het kon. institunt voor de marine.
In den namiddag werd een rjjtoer door de
stad gedaan, die bij een triumftocht te verge
lijken was.
Bij het telegraafkantoor was een zangkoor
van pl. m. 9o0 jongens en meisjes opgesteld, die
een welkomstlied zongen. Op het Nieuwe Kerk
plein werden HH. MM. op dezelfde wijze gehul
digd door een mannenkoor en voor de Israel,
synagoge evenzoo door een kinderkoor.
Bij de Postbrug waren voor een der drie
vensters van het huis van den heer Hattinga
Raven, de drie bij het ongeluk op de „Guina"
gewonde matrozen gezeten. Voor het weeshuis
werden weer bloemen aangeboden en voor de
R. K. kerk zongen de leden van den R. K.
Volksbond het bondslied. Bij de eerepoort aan
't station stonden de besturen van een groot aan
tal vereenigingen geschaard met de banieren,
alsmede de Heldersche oudstrijders van 1880,
in rijtuigen gezeten.
Aan 't station namen de vorstinnen afscheid
van de autoriteiten, met hartelijke dankbetui
gingen voor de gastvrije ontvangst.
Woensdagavond had er een gondel vaart plaats
door het kanaal, openbare muziekuitvoeringen,
vuurwerk aan de Binnenhaven, enz.
HH. MM. de Koninginnen hebben aan den
burgemeester van Den Helder een bedrag van
f 400 ter hand doen stellen, ten behoeve van de
armen der gemeente.
H. M. de Koningin-Regentes heeft den bur
gemeester opgedragen den dank van HH. MM.
aan de ingezetenen over te brengen voor de
hulde, den betoonden eerbied en de orde bij het
bezoek van HH. MM. aan de gemeente op jl.
Woensdag.
H.M. de Regentes heeft bij Haar bezoek aan
Den Helder alle lichtere straffen bij de marine
aldaar doen kwijtschelden.
De Tweede Kamer der Staten-Generaal zal
Dinsdag i8 September, na de opening der
nieuwe zitting, 's namiddags 3 uur een verga
dering houden.
Zich verslapen in den trein!
Dezer dagen was een heer, die te Rotterdam
eene plaatskaart genomen had tot Goes, bij aan
komst aan het station aldaar in diepen slaap ge
dompeld en hij reed dientengevolge door tot Mid
delburg. Er zat nu niets anders op dan voor den
eersten teruggaanden trein een biljet tot Goes
te nemen. Maar ongelukkig viel hij andermaal
in slaap, zoodat hij weder het station Goes voorbij
spoorde. Gelukkig werd hij bij het station Krui-
ningen wakker en had hij nog gelegenheid om
met den laatsten trein Goes te bereiken. Hij had
nu gezorgd wakker te blijven.
De predikant van Dronrijp.
Zooals reeds gemeld is, verscheen in de vo
rige week eene advertentie in de „Leeuwarder
Courant" onderteekend door alle leden van den
kerkeraad van Dronrijp, waarin deze krachtig
opkwamen tegen de laster als zou de rampzalige
daad van ds. H. aldaar, die zichzelven door ver
drinking om het leven bracht, in verband staan
met onzedelijke handelingen door den predikant
gepleegd. Daar desniettegenstaande de schande
lijke betichting van dezen ongelukkige aanhoudt,
deelt men omtrent deze zaak de volgende bij
zonderheden mede, door een correspondent der
„N. R. Ct." uit volkomen betrouwbaren bron
vernomen.
Reeds sedert eenigen tijd stond ds. H. bloot
aan de boosaardige lastertaal van een vrouwe
lijk lid zijner gemeente, en werden door haar
allerlei praatjes uitgestrooid omtrent een onge
oorloofde verhouding, die bestaan zou tusschen
den predikant en de vrouw van een zijner vrien
den. Ofschoon die beschuldiging geheel uit de
lucht gegrepen was, werd zij toch met halstar-
righeid volgehoudendit ging zoover, dat zelfs
de straatjeugd, waarschijnlijk opgehitst door de
straks genoemde vrouw, ds. II op straat na
schreeuwde en een liedje op hem zong. Ook een
der blaadjes, die op dergelijke schandalen azen,
maakte zich van de zaak meester en wist de
geheele toedracht in kleuren en geuren te ver
halen.
Veel leed de belasterde predikant onder dit
alles, en meer dan eens moet hij gezegd heb
ben, dat hij op den duur onder zulk eene ver
denking niet zou kunnen blijven leven. Om aan
alle praatjes een einde te maken, belegde hij
eene kerkeraadsvergadering, waarin de laster
aarster werd uitgenoodigd te verschijnen. Aan
die uitnoodiging gaf zij gehoor, en thans legde
ds. H. haar een door hem zeiven opgesteld stuk
voor, waarin hij wegens onzedelijken levenswan
del bij het classiaal bestuur van Franeker werd
aangeklaagd en noodigde de vrouw uit dat stuk
te onderteeken, wat zij echter weigerde. Thans
besloot ds. H. eene aanklacht wegens laster bij
de justitie in de dienen en hij begaf zich naar
Leeuwarden om de zaak in handen te stellen
van den advocaat mr. Tromp. In den laatsten
tijd was hij zoo gedrukt en zwaarmoedig, dat
zijne beangstigden echtgenoote haar zoontje, dat
zijnen vader vergezellen zou, op het hart drukte
papa geen oogenblik alleen te laten.
In Leeuwarden aangekomen, trol hij den heer
Tromp niet thuis. Vernemende, dat deze s' avonds
te spreken zou zijn, besloot hij in de stad te
blijven, doch beval zijn zoontje naar Dronrijp
terug te keeren, omdat zijn moeder anders wel
licht ongerust zou worden. Reeds zat het kerel
tje in den trein, toen hij dacht aan de verma
ning om zijnen vader niet alleen te laten ter
stond sprong hij er uit en ging de stad weder
in om te zoeken. Hij vond hem, helaasniet.
Zoodra hij alleen was, schijnt de ongelukkige
man weder met dubbele kracht overvallen te
zijn door de doffe zwaarmoedigheid, die hem in
den laatsten drukte, en in die stemming de wan
hopige daad te hebben gepleegd, die zijn gezin,
dat hij innig liefhad, en zijne gemeente, die
hem hoogachtte, in diepen rouw gedompeld
heeft.
Speculanten!
Als een effectenhandelaar de menschenliefde
zoo ver drijft om in eene advertentie die hem
f 27 kost, aan het publiek kosteloos den raad
te geven, een fonds te verkoopen, wat ligt dan
voor dehand?
Dat die handelaar er heel wat meer dan f 27
bij denkt te verdienen, als de bezitters zich naar
zijn advies gedragen, hunne stukken doen verkoo
pen en daardoor daling van den koers ver
oorzaken.
Is 't zoo niet?
Als men op die wijze om de acht dagen eens
een fluctuatie van een paar percent kan teweeg
brengen, koopende na de daling, om dan weer
te verkoopen als de koers zich heeft hersteld,
dan brengt dat aan hem, die achter de coulissen
aan de touwtjes trekt, een aardig winstje op.
En wie betalen dat?
„Ce bon et charmant public, dat er in loopt
en zich laat wijsmaken dat die menschenvriend
zich die advertentiekosten getroost uit pure,be-
langelooze menschlievendheid. H. Ct.
In een familie, die in een groot huis in
het oude gedeelte der stad woont, heerschte al
sedert eenigen tijd zekere spanning, die dezer
dagen tot een uitbarsting gekomen is. De huis
vrouw verdacht haar gemaal van andere sluip
paden dan den grooten weg des huwelijks te
bewandelen en gaf daarom aan een harer kinderen,
een tien- of twaalfjarig meisje, den last, pa op
al zijne uitgangen te vergezellen, zonder zich
door eenig middel te laten afbrengen van die
taak.
De dochter gehoorzaamde dit consigne onver
biddelijk, taartjes en andere aanlokselen, op haar
leeftijd van zooveel invloed, bleven zonder effect,
zoodra pa erg in zjjn gebruikelijke wandelingen
gehinderd werd.
Na eenige huiselijke scènes heeft hij wederkeerig
den burgeroorlog aan zijn vrouw verklaard.
Op het motief van een dergelijke verdenking
als hij te verduren had, vroeg en verkreeg hij
hulp bij onze erg zedelijke politie er werden
door het openbaar gezag dag aan dag een agent
en door hem een besteller voor het huis gepos
teerd de eerste moest noteeren, welke personen
van het mannelijk geslacht daar binnen gingen
of daaromheen draaiden, de tweede moest deze,
voor zoover onbekend, nagaan om naam en woon
plaats te ontdekken. Daarna verliet de waardige
huisvader de echtelijke woning.
Welk een idyllische verhoudingWelk een
opvatting van het huwelijk, welk een wonder
lijk opvoedkundig inzicht, welk een vreemde
medewerking van het gezagEn toch zijn al
die dingen, afschoon niet normaal, in hun soort
specifiek Plaagseh, zegt de correspondent uit de
Hofstad van de „Arnh. Crt." aan wien het be
richt afkomstig is.
De „Nederlander," de Amerikaansche, die in
Chicago verschijnt, deelt mede, dat de heer v.
Deth met zijn optreden tegen Neerbosch ook daar
niet veel succes behaalt.
De openbare vergaderingen, door hem belegd,
worden maar schaars bezochten een der oud-
weezen schrijft o. a. in dit blad aan het adres
van den heer v. Deth
„Volgens uw bericht in de „Tel." waart gij
naar Amerika gekomen om bewijzen te halen
en die Van 't Lindenhout voor de voeten te
slingeren. Het spijt mij dat gij de reis gemaakt
hebtwaarlijk, geloof mij, gij zijt hier aan het
verkeerde kantoor. Van de 98 weezen, over
Amerika verspreid, zijn wij met ons 37 in deze
stad, en allen door een zelfde gevoel van dank
baarheid gedreven jegens den mau, aan wien
we naast God onze opvoeding en positie te dan
ken hebben."
Lombok.
Het „Handelsblad" bevat een artikel van
„Een oud militair", getiteld Geestdrift en va-
dersliefde. De schrijver wenscht het een en ander
in het midden te brengen over de gevolgen, die
het onheil in ons land onder studenten en niet-
studenten heeft gehady en verder kan hebben.
Stel eens zoo zegt hij dat een 300-tal
jongelieden van goeden huize gehoor gaven aan
de roepstem van den jeugdigen warmen, zelfs
vurigen Nederlander. Al die jongelieden zijn, op
enkele uitzonderingen na, ongeoefend en vooral,
zij zijn niet gewoon zonder de minste tegenspraak
te gehoorzamen. „In een der dagbladen werd de
meening verkondigd, dat die jongelui in twee
maanden tot bruikbare soldaten zouden zijn af
te richtenDenkt men dan dat het zulk een
gemakkelijke taak is een jongen man te vormen
tot gehoorzaam soldaat, tot goed schutter, tot
bedreven tirailleur, tot betrouwbaar schildwacht,
tot handig pionnier, tot vlug gymnast, tot geoefend
schermer met het geweer, tot sober soldaat, tot
eenen man, op wien te rekenen valt? Gelooft
men, dat zulke jonge mannen tegen alle ver
moeienissen, tegen klimaat enz. bestand zouden
zijn. Geestdrift is veel, maar ook beleid kenmerkt
den uitmuntenden soldaat.
„Zou het beleidvol zijn jongeliedendie wie
weet welke schitterende toekomst nog wacht
onvoldoend voorbereid, bloot te stellen aan de
vermoeienissen en de gevaren van een oorlog
in een gematigd, laat staan in een tropisch
klimaat P"
Toch juicht de oude soldaat over die warme
vaderlandsliefdemoge hij er toe leiden, dat
spoedig de tijd zal aanbreken, waarop geen man
in Nederland over voldoende geoefendheid in den
wapenhandel zal hebben te klagen. Met weinig
voorbereiding wordt men tegenwoordig geen
bruikbaar soldaat meer. „De sterkste vesting van
had nog geen geeachte van haar ongeluk en zij
waagde het niet hem te schrijven; hij zou het uit
haar eigen mond vernemen, dan zou hij het eerder
verdragen.
Eindelijk kreeg zij bericht, dat hij weder in de
stad was. Zijn brief was nog altijd geadresseerd aan
het Erdmannshuis, hij wist dus nog van niets. Wat
bekommert zich ook een jong officier hij was
luitenant geworden om zulke verhoudingen. Niets
kon haar meer weerhouden, al hare zenuwen wa
ren gespannen op het wederzien hij zou wel
wat groots, wat ongedachts vinden, om mij uit deze
ellende te redden, dacht zij.
Doch hare handelingen moesten nu geschieden
buiten weten van de moeder, die sedert het verla
ten van het Erdmannshuis van geenerlei geheime
handelingen achter den rug van Andreas om iets meer
wilde weten, en zelfs de onmogelijkheid hunner
verhouding had ingezien. En dat was niet zoo ge
makkelijk 1 Die kende haar listen, welke zij vroeger
had gesteund. Daar kwam een brief van Fevi, die
haar dringend verzocht te spreken; deze gelegen
heid greep Gilde met acht vingers en twee duimen
aan, haar moeder kon nu geen »neen" zeggen.
Gilde vloog dus na een korten tijd, over de ko-
lenpaden der fabriek, om geen minuut van den toe-
gestanen tijd te verliezen. Zij moest naar Fevi, haar
moeder kon navraag doen. Fevi wilde alles verne
men aangaande het nieuwe leven der Erdmann's,
in 't bijzonder van Valentijn, hoe die zich in zijn
nieuwen werkkring hield, welke vooruitzichten hij
had. Maar wat wist Gilde daarvan! Zij stond als
op heete kolen, Fevi kon haar niet houden. Plotse
ling brak zij 't gesprek af, onder voorgeven nog
eene boodschap te moeten doen, en ijlde de straat
op naar een bekend rendez-vous.
Sergius was er niet, dat was voor de eerste maal.
Een onuitsprekelijke angst overviel haar. Als hij
eens niet kwam? In 't geheel niet meer kwam? De
laatste gedachte was vreeselijk voor haar. Met haar
vervloog de laatste hoop. »Ik wil tot hem, ik moet
tot hem, als hij niet komt," zeide zij na eenige
minuten gewacht te hebben. Zij vergat alles! Ha
ren trots, haar vader, hare eerDaar kwam hij den
hoek om, niet in uniform maar in burgerkleeding!
Zij herkende hem van verre en ijlde hem te ge-
moet.
»Sergius!" riep ze. Hij wenkte afwerend met de
hand en keek naar alle zijden om. Wat was er
toch heden? Zij greep zijne hand en liet haar niet
meer los, haar geheele lichaam trilde van aandoe
ning, tranen vloeiden over haar bloeiende wangen,
hartstocht en hoop versnelden haar bloedsomloop,
zij verkeerde geheel in een overspannen toestand.
Sergiqs was getroffen door deze ontboezeming, hij
trok zich terug en scheen opvallend koel. sik heb
alles van Sixlus vernomen," begon hij zonder eenige
geestdrift, »het is ontzettend, niets dan ongeluk bij
u en mij, wat moet daarvan komen?"
Geen woord van medelijden, geen woord van
smart over haar lijden, over haar vervlogen hoop!
Gilde rilde van zulk een kou in haar binnenste.
»Gij moet mij redden, Sergius!" sprak zij met
trillende stem, »ik kan zóó niet leven, ik ben voor
u verloren, daar, waar ik nu ben!"
»Ik weet het, ik weet het. Wie kon dat denken
antwoordde hij radeloos. »Maar hoe dan, hoe dan?"
Hij ging met Gilde den weg op, daar sommige
voorbijgangers opmerkzaam werden door het in haar
angst onvoorzichtige meisje.
»Ik bezit niets, het zou buitendien moeilijk gaan
ook, men heeft ten opzichte van zulke verhoudin
gen zeer eigenaardige begrippen bij de militairen,
maar nu, nu uw vader alles verloren heeft en in
een fabriek werkt gij kunt niet gelooven, hoe
hatelijk dat voor ons klinkt fabriekswerkman
Ik zie geen uitweg meer! Het is om te vertwijfe
len
Hij zag de arme Gilde, in nadenken verzonken
aan. En toen hij zoo het betooverend aangezicht
zag, met de daarop zichtbare smart, en haar onein
dige trouw, toen werd zijn gloeiende hartstocht we
der wakker.
»Weet gij zelf eenigen raad!" vroeg hij op zach-
ten toon.
»Hoe kan ik raadgeven?" zuchtte Gilde, shier
helpt geen raad, maar alles verachtende liefde, en
die die ontbreekt u zeker voor mij, Sergius?"
Zij brak in tranen los.
Maar Gilde, wees toch niet zoo onrechtvaardig.
Wat zal ik doen? Tezamen vluchten? Waarmee?
Waarheen? Beiden zwegen, te vergeefs een uitweg
zoekend. »In de eerste plaats moet gij uit de fa
briek", begon Sergius na een poos. »Gij hebt veel
geleerd, gij kunt naar eenige plaatsing uitzien, als
onderwijzeres, als gouvernante. Misschien hebt gij
talent voor 't tooneel! De verloving met een too-
neelspeelster of zangeres is niets opvallends in onze
kringen. Ik heb een kleine erfenis ontvangen en
kan voorloopig voor u zorgen. Mijn vader is u ver
plicht om de 1000 thaler, waarmee hij geholpen
werd, in 't kort, 't kan gaan! Een anderen weg
kan ik niet."
Gilde richtte zich weder op, dat was immers ha
ren wensch, die voorslag. Zij ging verrukt daarop
in,
»Als mijn vader maar toestaat!" merkte zij aan.
»Hij moet inwilligen! Hij heeft geen recht u te
houden, bovendien, gij zijt meerderjarig en wil
ligt hij niet in nu, dan moet gij slechts kiezen
tusschen mij en hem ook ik offer wat op!"
»En mij zal niets te zwaar vallen!" antwoordde
Gilde. Morgen verlaat ik de fabriek, openlijk of in
't geheim, niemand zal mij kunnen weerhouden, en
dan vlieg ik tot u."
Sergius was een oogenblik getroffen door dit
koene besluit. Het berouwde hem nu i'eeds, haar
daartoe aangezet te hebben. Van nu af was hij ver
antwoordelijk voor haar lot, doch hij kon niet meer
terug en ten slotte lachte hem het ongestoord
samenzijn met zijn geliefde toe.
Wordt vervolgd.