Nieuwe Langedijker Courant", van Zondag 4 November 1894. Den 2 dezer heeft het comité, dat zich in der tijd heeft samengesteld om eene belooning te verkrijgen voor hen, die de justitie op het spoor mochten brengen van den dader van den moord op de beide vrouwen te Schagen, eene vergadering in het lokaal Roggeveen gehouden om eene beslissing in deze te nemen. Besloten werd door de leden van het comité om de helft van de door hen toegezegde gelden beschikbaar te stellen, als eene belooning voor de onder scheidene politie-agenten, die zich in do treurige zaak op zoo flinke wijze van hunne plichten hadden gekweten. Den verderen inschrijvers op de lijsten zal gevraagd worden ook van hunne gelden de helft daarvoor te bestemmen. Bij de verkiezing van een lid voor de Tweede Kamer in het kiesdistrict Helder (va cature—Land) (3700 kiezers) werden uitgebracht 1950 stemmen. Herstemming moet plaats hebben tusschen de heeren A. P. Staalman (candidaat der anti-re volutionairen) en J. J. Kraakman, kap.-luit. t. z. titulair (candidaat der katholieken.) Yerder verkregen H. van Cal car, Doopsgez- predikant te Zijpe (lib.), de oud-minister van marine J. C. Jansen (lib.), de gep. kap.-luit. t. z. J. J. Stooker (lib.), dr. P. C. H. Frowein, leer- aan het Kon. Instituut van de Marine (rad.), de officier-machinist le kl. der marine J. Gr. van den Bosch (lib.), J. Korver (anti-rev.), de kapi tein der mariniers J. B. Verheij (lib.), de opzich ter bij de waterstaat B. J. Gr. Maas (lib.), en de luit. t. z. le kl. B. J. G. Yolck (lib.), respec tievelijk 256, 243, 213, 158, 91, 75, 40, 14 en 7 stemmen. Treuriger voorbeeld, waartoe de verdeeldheid onder de liberalen voert, heeft men in lang niet gezien. Dat bij de eerste stemming geen der elf liefhebbers zou worden gekozen, was te voor zien ook werd verwacht, dat de liberalen, die zich de weelde van een achttal candidaten tegelijk permitteerden, zouden afvallen. [Tit de stemlijst blijkt duidelijk, dat alleen deze ongewoon groote stemversnippering oor zaak is van de nederlaag der liberalen, waar zij zelve, overmoedig in hun kracht, misschien nog rekenden op de overwinning. In de geheele liberale pers wordt dan ook den vrijzinnigen kiezers de les gelezen over hun onbegrijpelijke verdeeldheid, tengevolge waarvan weer een liberale zetel is verloren gegaan. Intusschen staat men thans voor het feit eener herstemming tusschen de heeren Staal man antiren Kraakman (kath.) Ofschoon de eerste meer dan tweemaal zooveel stemmen op zich vereenigde als de laatste, wordt toch waarschijnlijk de heer Kraakman gekozen. Deze toch, die bij de marine hoog staat aangeschreven (hij is oud-zeeofficier), zou een waardig opvolger wezen van den heer Land, wiens verscheiden de Kamer een marine-spe cialiteit deed verliezen. Bovendien is deze ka tholiek niet conservatief, maar politiek Schaep- manniaansch getint, terwijl hij bekend staat als een bekwaam en degelijk man. De heer Staalman is boekverkooper te Den Helder en uitgever van een klein blad, dat „Extra Tijding" heet. Dit opzichzelf is natuur lijk geen reden om hem niet te kiezen, maar wel zijne houding in den jongsten verkiezings strijd, toen de heer Korver de officieele candi daat was der ant.-rev. kiesvereeniging „Ne derland en Oranje". Deze houding wordt het best in het licht gesteld door een schrijven van den voorzitter van bovengenoemde vereeniging, die in de „Standaard" het volgende mededeelt: „De heer Korver was de door „Nederland en Oranje" officieel gestelde candidaat. Dat deze, niettegenstaande alleen op Texel en in Anna Paulownapolder saam wel een honderd tal stemmen op den anti-revolutionairen can didaat uitgebracht worden, slechts 74 stemmen op zich vereenigde, is een fiasco dat „Neder land en Oranje" eeniglijk en alleen te danken heeft aan een harer leden. heffend, met vaste stem uit, dat deze Belloni mijn kind niet is, dat u haar kunt uitzetten, zooveel gij wilt.« De commissaris lachte sarkastisch, een eigenaar- digen blik trof Erdmann, wien zijn korte verklaring zeer zwaar woog: zijn gelaat zag vaal, zijn borst hijgde naar adem. zijn oogen waren vochtig. »Uw kind niet?« De kleine man legde zijn hand op Erdmann's arm en zag hem aan met een har- telijken blik, dien men in deze ruimte niet zou verwachten. Werkelijk uw kind niet? Het is hard buiten de stad gezet te worden, heer Erdmann, zonder hulp, zonder eer, zonder oudersBelloni is nog jong, zij kan zich nog beteren. «Gij liegt of wellicht,verbeterde de com missaris, »gij erkent deze Belloni niet meer als uw kind voleindigde hij op ambtstoon. «Neen, ik heb geene dochter, zei Andreas vast, «meer«, klonk het dof achteraan, ternauwernood verstaanbaar. Zonder verder één woord te spreken staarde hij naar den grond. De commissaris trok de schouders op. «Dan moe ten wij handelen. U kunt gaan, heer Erdmann.« Hij ging. Voor de deur bleef hij nog staan, zwaar zuchtend. «Nu, wil u nog iets ?a vroeg de oude. «Niets, ik dank u,« zeide op matten toon An dreas en verliet het bureau. In de eerste oogenblikken beheerschte Andreas de bittere smart, over den smaad, dien Gilde hem aandeed. Het gruwzame besluit, Gilde te verloo chenen, nam zijn geheele kracht in beslag. Maar De heer A. P. Staalman nl., die 588 stem men (het hoogste aantal) verkreeg, is lid van de anti-rev. kiesvereeniging. In de vergadering, waarin tot de candidatuur-Korver besloten werd, was hij tegenwoordig, doch heeft, zijn voordeel doende met de mededeeling van één der leden, dat hij, Staalman, veel kans had, in Anna Paulownapolder te worden gecandideerd en - hoewel anders vaak in zijn blad (Extra Tijding) voor de door „Nederland en Oranje" gestelde candidaten ijverende - thans in den ganschen verkiezingsstrijd gezwegen. Aangezien ge noemd blad volstrekt in niet de minste connec tie staat met de anti-revolutionnaire kiesver eeniging, stond hem dit natuurlijk volkomen vrij, doch wat hem niet vrij stond, was, dat hij zich een candidatuur liet aanleunen, tegen over den officieel gestelden candidaat. Zaterdag werd nl. in de buitendistricten en Maandag in Helder zelfs een verkiezingsorgaan aan de kiezers per post besteld, waarin door tal van fictieve „kiezers" in een massa artikelen de heer Staalman werd aangeprezen als de man, die in 't bijzonder verdiende naar de Tweede Kamer te worden afgevaardigd: om dat die getoond had, in zijn blad Extra Tijding voor het volk te durven opkomen. Indien nu waar is, wat door sommigen be weerd word, dat de heer Staalman zelf voor een goed deel de hand gehad heeft in de ver schijning van bovengenoemd orgaan zou men dan dit feit niet eenig kunnen noemen in de geschiedenis van de antirevolutionaire partij? Dat oen groot aantal der onzen op hem ge stemd hebben, is niet tegen te spreken; juist door de antirevolutionairen is druk gestemd, wat trouwens, in Helder zelf tenminste, meestal gedaan wordt. Dat de heer Korver, de vroegere voorzitter van „Nederland en Oranje," een man, die sedert verscheidene jaren lid van den gemeen teraad alhier is en dat lidmaatschap op zeer waardige en werkzame wijze vervult, zulk een gering aantal stemmen op zich vereenigde is een slag in het aangezicht van de officieele anti-rev. kiesvereeniging, haar indirect toege bracht door den heer Staalman. Grondwetsherziening. in de afdeelingen der Tweede Kamer is door eenige leden der stelling verkondigd, dat het wenschelijk is, voordat een nieuwe regeling van het kiesrecht tot stand gebracht wordt, de Grond wet te herzien. En zulk als middel „om de na- deelen te temperen, welke uit een aanzienlijke uitbreiding van het aantal kiezers zijn te ver wachten." Die herziening zou moeten strekken lo. om aan de Eerste Kamer het recht van amendement te geven 2o. om het budgetrecht der Tweede Kamer te beperken en 3o. om aan de buiten 's- Gravenhage wonende Kamerleden een grootere schadeloosstelling te geven dan aan de aldaar gevestigde leden, en hun de gemaakte reiskosten te vergoeden, „ten einde op die wijze de veelvuldige verhuizing van leden naar de residentie tegen te gaan, en te bevorderen dat de belangen van alle deelen des lands beter in de Kamer worden vertegen woordigd." Die meening werd door anderen bestreden, ook die overigens van grondwetsherziening niet afkeerig waren. Had men kunnen voorzien dat zoo spoedig het verlangen naar een ruim kies recht zoo algemeen zou worden, men zou bij de laatste herziening der Grondwet aan sommige der opgenoemde wenschen reeds zijn te gemoet gekomen. Nu echter vreesde men dat een nieuwe herziening de oplossing der kiesrechtquaestie voor onbepaalden tijd zou verdagen. Kwam het tot zulk een herziening zoo werd van andere zijde er bij gevoegd dan behoorde zij wel allereerst te strekken om de regeling van het kiesrecht geheel aan den ge wonen wetgever over te laten ofschoon men toegaf dat een zeer ruime uitbreiding van kies bevoegdheid, in den geest van het ontwerp der vorige Regeering, met het bestaande artikel zeer wel vereenigbaar was. toen hij weder op straat stond, greep hij onwille keurig naar zijn voorhoofd. »En waarom moet Gilde dat lot ondergaan «Omdat zij den graaf Perin in den weg staat, den ouden graaf, dien hij uit den hoogsten nood gered heeft; omdat de jonge graaf gered moest worden. Daarom werd zijn kind gebannen, dat toch juist door dien graaf verleid werd, het ouderlijk huis te verlatenDe waarschijnlijkheid, dat de oude graaf in Belloni 't allerminst zijn dochter zou zoeken, kwam niet in hem op. Hij maakte er zich een verwijt van, zijn kind te hebben verloochend en in dezen neteligen toestand verlaten te hebbenhij dacht zelfs, terug te keeren zijn vaderschap te erkennen maar daar kwam hem in de gedachte, dat zij hem het eerst verloochend had, dat zij, trots zijn waarschuwing, zijn smeken, al haar trotsch vergetend, zich weggeworpen had voor dezen man, dat haar turugkeer in zijn huis haar niet meer redden kon, zonder dat huis met schande te bedekken. En een bitterheid maakte zich van hem meester, die alle verzoenende ge dachten buitensloot. Ten laatste was het hem een gruwzame vreugde, alles op te tellen, wat hij in zoo korten tijd beleefd had. Hij vroeg niet meer naar het, waarom hij geleden had, welke schuld hij mogelijk zelf daaraan had hij aanschouwde slechts het treurige resultaat en prikkelde zijn fantasie tot haat tegen de gansche maatschappij. De verdrijving van Gilde mat de maat tot overvloeiens vol, hij klemde zich vast aan deze schijnbaar ten hemel schreiende ongerechtigheid, om de in hem opstij- De Kieswet. Naar men aan de (De Standaard) uit West stellingwerf meldt, zou de minister van bin- nenl. zaken aan de commissie uit den ge meenteraad, die dezer dagen mot Z.Exc. over den financieelen toestand der gemeente confe reerde, hebben meegedeeld, dat een wijziging in de verhouding tusschen gemeente- en rijks financiën in bewerking was, en waarschijnlijk in het volgend jaar in behandeling zou ko men, en dat dan de kieswet daarop zou moeten wachten. Wij nemen deze meedeeling voorloopig slechts onder reserve op. Bleek ze juist, dan weet men tevens zoo ongeveer welk een kiesrecht we van dit mi nisterie te wachten hebben. LOHUO 14. Van de vele bijzonderheden over de Lombok expeditie, vermelden wij er slechts enkele, en putten daarvoor uit verschillende bladen. Djilnntik. Na rijpe overweging zoo schrijft „Janus", de oorlogscorrespondent van het „Bat. Nwsbl." besluit ik, dat Djilantik de hoofdschuldige is in de zaak van het verraad. Naar mijn ge voelen heeft Djilantik de hoop gekoesterd, dat hij radja van Lombok zou worden en toen hij zag, dat deze plannen niet tot verwezenlijking zouden geraken, heeft hij op de hem eigen lis tige wijze het verraad in het leven geroepen. Hij zelf heeft zich er ten slotte aan onttrokken en tegenover onzen bevelhebber den schijn aan genomen, alsof hij er niets van geweten heeft en er ook niets mede te maken wilde hebben. Had onze generaal zich door dien schijn laten verblinden en Djilantik den Lombokschen vor stentroon in het vooruitzicht gesteld, zoo zou hij den listigen, sluwen Goesti bereid hebben ge vonden, om met ons tegen het thans regeerend Balisch vorstenhuis ten strijde te trekken. Intusschen is reeds duidelijk gebleken, dat Djilantik tegenwoordig is geweest bij de hoof- denvergadering, die twee dagen vóór den aan vang van het verraad in de poerie te Tjakra belegd werd. Gelooven, dat men toen voor het eerst vergaderde, doe ik niet. Er moeten te voren meer vergaderingen zijn gehouden, waarop de zaak is voorbereid. Ik neem echter gaarne aan, dat Djilantik, na het vuur op geslepen manier flink te hebben aangestookt en daarbij „een slag om den arm" te bebben gehouden, op die laatste vergadering weer tegen het ver raad heeft geadviseerd, overtuigd als hij er toen van was, dat zijn tegen-advies toch geen invloed meer op het verdere verloop dier zaak zoo uit oefenen. Het zal dus zeer noodig zijn om den „Goe sti", die nu hoog en droog in het sterke Ka- rang-Asem zit, in de gaten te houden en alle communicatie - ook die per brief te be letten. Het voornemen bestaat twee bataljons naar Karang-Asem op Bali te zenden ten einde met Goesti Djilantik af te rekenen. J. B. Verwoesting van Mataram. Mataram is voor 9/10 door ons artillerievuur verwoest en honderden slachtoffers zijn gevallen, duizenden pikols padi verbrand zoo wordt van 26 Sept. aan het „Bat. Nwsbl." geschreven. Te Mataram bevonden zich slechts weinige man nen, geen vrouwen en geen kinderen. De Radja doet al het mogelijke om zoowel de aan hem onderworpen Sasaks als de Baliërs binnen Tja- kra-Negara opgesloten te houden, zoodat daar duizenden mannen, vrouwen en kinderen ver zameld zijn en bijgevolg velen door in die plaats geworpen granaten getroffen wordenhet mee- rendeel der bevolking heeft zich echter in het Noord-Oostelijk geaccidenteerd gedeelte van Tja kra teruggetrokken, omdat bedoeld deel het minst onder vuur genomen kan worden. De Radja doet alle rijst uit den omtrek te Tjakra verza melen, maarer moet reeds gebrek zijn aan zout. Het is duidelijk, dat de toestand daar allesbehalve rooskleurig is. gende, wilde, wraakzuchtige gedachten te veront schuldigen. Hij was door en door rijp voor de plan nen van zijn nieuwen huisvriend Strehlen. Met verlangen zag hij een samenkomst van dezen en Sixtus tegemoet, om hem zijn nieuwe leed te klagen. Strehlen stampte met den voet en beet van nijd de onderlip stuk, toen hij Gildes ongeluk vernam. «Gelooft gij nu nog niet, dat het zóó niet meer kan gaan vroeg hij Andreas, »ben ik nog een nietsdoener, zooals uw zoon mij noemde, als ik mij tot levenstaak maak, tegen zulke schromelijke mis bruiken te kampen Andreas deed amende honorable. Sixtus weende tranen van woede, bij dit nieuwe ontzettende be richt. Beide zwoeren zij Strehlen, hem in zijn stre ven met al hun krachten bij te staan. Andreas werd feestelijk opgenomen in den »de omwenteling der maatschappij op haar vanen schrij- venden bond,« als Strehlen zich uitdrukte. Eenige nummers der «Alarm® werden hem overgegeven ter verspreiding en de intrede in den bond met eenige glaasjes absinth in de branderij «de broe- derschap« bezegeld. En het was, als had Erdmann met het toetreden tot den bond, alles uitgewischt, wat de menschen der oude maatschappij te samen hield. Hij vloekte en schold in de fabriekskroeg op God en de we reld, hij liet den arbeid soms dagenlang rusten, hij was ruw, afstootend tegen zijn trouwe vrouw, wien het veranderde wezen van haren Andreas het hart brak. Toen zjj het lot van Gilde door een onvoor- Luiteiiant-koloiiel Scheuer. De „Loc." kreeg van Lombok verschillende overeenstemmende berichten vol lof voor de on navolgbare wijze, waarop de luitenant-kolonel Scheuer, commandant van het 9de bataljon, zijne soldaten voorgaat, onder het hevigst vijan delijk vuur hen met een kwinkslag aanmoedigt, soms slechts met een stokje in de hand, en on uitputtelijk in echten soldaten-humor voor hen uit rijdt en hen in de heetste gevechten brengt als ware het een gezellige tijdpasseering. De officier van gezondheid 1ste klasse dr. J. W. Portengen te Pagasangan heeft een „Tja- kranegaramar8chgecomponeerd, die is opge dragen aan den luitenant-kolonel Scheuer en ten behoeve van het Lombokfonds zal worden uit gegeven. Sidenring. De troepen van den vorst van Sidenring, die onlangs te Soerabaja kwamen om naar Lombok gedirigeerd te worden zij smeekten er letter lijk om waren ongeveer 3000 man sterk en zagen er in hun uniform (roode baadjes en witte pantalons) met hunne Remmington-geweren en lansen krijgshaftig uit. Zij waren op eenigen af stand buiten de hoofdplaats gelegerd. Hunne ge leiders waren de vorst van Sidenring, de hoofd- vorst van Wadjoe, de leenvorstin van Tanette, de datoe van Lampoko en Datoeang Indé No Batjé, vorstin van Lampoko. Zij maakten hunne opwachting bij den gouverneur en werden in diens woning geleid door den assistent-resident voor de politieke aangelegenheden, Brugman. Voor de woning van den gouverneur waren bij wijze van eerewacht ongesteld een paar com pagnieën infanterie en een half escadron cava lerie. De vorsten en vorstinnen brachten den wensch hunner troepen over en verzochteu den gouver neur hun voorspraak te willen zijn bij Z. Exc. den gouverneur-generaal. De gouverneur seinde direct naar Batavia, doch ontving van den op- perlandvoogd ten antwoord, dat eerst het gevoelen van den opperbevelhebber der Lombok expeditie ingewonnen moest worden. Zooals be kend is, heeft deze voor de aangeboden assis tentie bedankt. De troepen hebben zich ordelijk gedragen en zijn even ordelijk, doch zeer teleur gesteld, naar hunne negorij teruggekeerd. (Soer. Hbl.) Verspreide berichten. Tegelijk met onze troepen trokken na de ver overing van Pasingahan duizenden Sasaks de rijke Balische kampong in en namen alle achter gelaten goederen in beslag. Dat was me een rijke oogst; rijst voor meer dan een jaar (de oogst was pas binnen) werd in de Mahomedaan- sche dessa's gedragen, terwijl de sasaks, bekend met de zeden en gewoonten van hun aartsvij anden, dadelijk de grond fouilleerden en vele steenen potten met geld opgroeven. Thans, na weinige dagen, is er van de eer tijds zoo schoone en rijke Balische kampong geen steen meer op den anderen en voor den ijverigsten snuffelaar niets meer te vinden, dat eenige waarde heeft. (Soer. Crt.) Langs de Oostkust van Lombok zijn onder de Sasaksche bevolking de pokken in hevigen graad uitgebroken. Op hun verzoek worden een dokter djawa en vaccinnateur derwaarts gedirigeerd. De inspec teur van den burgelijken geneeskundigen dienst dr. A. G. Vorderman, gaat eveneens derwaarts met versche entstof uit het Pare Yaccinogène alhier, om de werkzaamheden tot bestrijding der ziekte in te leiden met behulp van den contro leur Engelenberg, en tevens middelen te bera men, dat de ziekte zich zoo min mogelijk ver breidt In de te nemen maatregelen zal echter tus schen hen en den opperbevelhebber, generaal Yetter, overeenstemming moeten bestaan. B. H. Uit Batavia vernam het Soer. Hand., dat de gouverneur-generaal te kennen heeft gegeven te zullen aftreden, indien hem in de Lombok-aan- gelegenheden niet de vrije hand wordt gelaten; zichtig uitlaten van Andreas, die voor hen de zaak wilde geheim houden, vernam en hem in vereeni ging met Valentijn heftige verwijten maakte, toen kwam het tot hatelijke handelingen. De beambten zagen langen tijd met groot geduld en toegevendheid de veranderingen in de smidse; ook een zekere revolutionaire stemming onder de arbei ders der geheele fabriek, ontging hun niet en zij brachten deze beide feiten volgens oude ervaringen met elkander in verband. Sixtus en Strehlen, die nu dagelijks bij Erdmann en in de fabriek kwamen werden almeer verdacht, en toen op zekeren dag één der opzichters een courant, getiteld «De Alarm" aangevuld met opruiende uitdrukkingen, die hij bij het vuur vond, bij de directie bracht, wist men daar dadelijk, van waar zij kwam. Nu was toege vendheid een misdaad geweest. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1894 | | pagina 2