Bijvoegsel van de „Nieuwe Langedijker Courant" van Zondag 25November 1894. Vervolg Nieuwstijdingen. I)e hondsdagen. De oorsprong van dezen naam dagteekent van 2782 jaar voor Christus. Bij Egyptenaren speelde de schitterende ster Sirliad, (van waar liet woord Sirius), die zich in het beeld van den Grooten Hond bevindt, een aanzienlijke rol. Door den helischen op- en ondergang van Sirius stelden de astronomen den omloop dier ster op 1461 jaar vast. Het burgerlijk jaar der Egyptenaren telde 365 dagen, waardoor een vierde dag te weinig gerekend werd. Alle vier jaren verloor het jaar dus een ganschen dag. Alle 1460 ja ren had men dus 1460 kwartdagen, d. i. 365 dagen, dus een jaar te weinig. Men herstelde dat tekort, door er een nieuw jaar bij te voe gen de 1460 zonnejaren vormden 1461 Egyp tische jaren en de nieuwe omloopstijd van Si rius begon. In dien tijd ging Sirius op bij het ondergaan der zon in Juni en Juli. De tijd van groote hitte in Egypte en de overstroming van den Nijl hadden in denzelfden tijd plaats. Sirius en het sterrebeeld van den Hond schitterden aan den hemel, zoodat de nacht gevallen was. Vandaar de naam van „hondsdagen". Thans is dat anders en Sirius komt eerst in December op. De hondsdagen der Egyptenaren hebben we dus eerst in het hartje van den win ter. De naam echter is gebleven aan de zomer periode van groote hitte. Iloe grifte» gemankt worden. Gebroken leisteen uit de leigroeven wordt in een grooten vijzel door stoomkracht fijngestampt. Vandaar gaat dit gruis in den bak van een molen, die uitloopt in een builmachine, zooals in de korenmolens gebruikt worden, waar het gebuild wordt; het fijne, bijna ontastbare poe der dat daaruit ontstaat, wordt nu in een kuip opgenomen en vermengd met een kleine hoe veelheid speksteenpoeder, dat op dezelfde wijze bereid is, en nog andere bestanddeelen, al het welk te zamen dan tot een vast deeg gemaakt wordt. Dat deeg wordt verder gekneed, door het tusschen ijzeren rollen te doen doorgaan. Daarna wordt het op een tafel gebracht en verdeeld in pakken, of eigenlijk, korte rollen van vier of vijf centimeter dikte, die elk acht of twaalf pond inhouden. Vier daarvan worden in een sterken ijzeren ketel of retort geplaatst, met een hals, die wijder of nauwer te maken is naarmate men de griften dikker of dunner wil hebben, en door een sterke waterpers-drukking wordt het meng sel als een lang koord daaruit geperst, evenals een dunne slang, die uit een hol sluipt, en gaat van daar over een hellende tafel metsple ten, die in rechte hoeken met de koorden zijn aangebracht, door welke zij met een mes op be paalde lengte worden afgesneden. Dan worden zjj op planken te drogen gelegd en na verloop van eeuige uren op zinken platen, met ribbin gen, waar zij tusschen liggen om te voorkomen dat zij kromtrekken bij het bakkendat nu ge schiedt in een oven, waar door middel van bui zen stoomhitte wordt aangebracht, geregeld naar het artikel, dat er aan bloodgesteld is. Uit den oven gaan de griften naar de pak- kamerdaar wordt de laatste hand er aan ge legd door de einden een seconde lang onder een snel draaienden slijpsteen te houden, waar zij net gepunt en voor het gebruik gereed onder uit te voorschijn komen. Dan worden zij in bord papieren doozen gepakt, die elk honderd griften inhouden en voor de verzending worden die we der gepakt in houten kisten, elk honderd in houdende, dus tien duizend griften in iedere pakkist. Bijna al het werk wordt door jongens verricht en de kosten zijn zeer gering. De Abruzzen. Fragmenten uit een onuitgegeven treurspel. Derde Bedrijf. (Rotskloof. Bewolkte Hemel. Onweder. 'tls nacht.) Meier. Hemel zij mij genadigMijn laatste uur schijnt geslagen Wat sombere gedaanten komen op mij af.... Rooverkapitein (aan 't hoofd zijner bende). De beurs of het leven, kereltje. Meier. Hooggeëerde kapitein, ik heb nie mendal. Rooverkapitein. Doorzoekt dien man (Zijn bevel wordt opgevolgd.) Bandiet. Kapitein, 't is een Hollander t Gelaat van den hoofdman wordt lang.) 2e B a n d i e t. 't Is een Amsterdammer ('t Gelaat van den hoofdman wordt nog langer.) 3e Bandiet. Hier zijn papieren. Rooverkapitein. Belasting biljetten (leest.) Vermogensbelasting. Bedrijfsbelasting. Per- soneele belasting. Grondbelasting. Hondenbelas ting Inkomstenbelasting. Straatbelasting. Waar schuwing.... (hij pinkt een traan weg.) Arme kerel(neemt zijn hoed af en gaat er mede rond.) Broeders, een penningske voor een arm reiziger (de bandieten geven blijk van groote ontroering en offeren bereidwillig.) Rooverkapitein. (geeft Meier de op- rengs van de collecte.) Ziedaar, beklagens waardige sterveling. Ga in vrede (Meier af.) menschenT r°°VerS toch bctere meQ" V f d e B e d r ij f (Kantoorlokaal Schrijftafel. Stoel op drie pooten. M ,l ge brandkast.) r' (houdt een dwangbevel wegens ver- schuldige personeele belasting in de hand.) Al wat die edelmoedige bandieten mij gaven is we der versmolten. Thans B o o z e geest. En de rotskloof Meier Dat 's een idee (hij schelttot bin nenkomenden knecht)„Pak mijn koffer en breng me van Santen's Reisgids. Ik ga weer naar de Abruzzen Gordijn valt. W. v. N. Een bijdrage ter beoordeeling van den ver tegenwoordiger, die nu door de kiezers van den Sidder naar de Tweede Kamer is afgevaardigd, levert het „Dagblad voor Helder en Hollands Noorderkwartier, dat schrijft: Jammer, dat wij den kiezers geen geluk kun nen wenschen met hunne keus, het district niet kunnen feliciteeren met onzen nieuwen afge vaardigde, want heusde antecedenten van het nieuwe lid voor de Tweede Kamer der Staten- Generaal komen ons voor van dim aard te zijn, dat geen verstandig, eerlijk mensch, die het goed met het district Helder en met de gemeente Helder meent, de keuze kan toejuichen, laat staan goedkeuren. Ware de heer A. P. Staalman geen redacteur uitgever van „Extra Tijding," ware hij de een voudigste burger, de minste werkman zelfs, geen vooruitstrevend liberaal, geen mensch die onbe- voordeeld is, zou in waarheid iets op de keuze kunnen afdingen. Een eenvoudig burger en een flink werkman zijn evengoed in de Tweede Ka mer op hunne plaats, mits zij bekwaam zijn om dat ambt te vervullen, mits zij geen verleden hebben waar een luchtje aan is. Maar ieder in deze gemeente weet te goed welk soort van blad „Extra Tijding" is, al ware het ook maar bij overlevering. „Wij herhalen het, niet omdat die vertegen woordiger tot de anti-revolutionnairen behoort, ofschoon door de partij uitgestooten, niet om godsdienstige kleur, noch om andere politieke overwegingen zijn wij tegen den heer Staalman. Ware een ander, waardiger lid van die partij in zijn plaats geweest, hij zou dien tegenstand niet ondervonden hebben, maar uitsluitend en alleen omdat hij is redacteur-uitgever van een blad, dat niet moest kunnen bestaan van een blad dat men voor huisgenooteu en kennissen wegstoptvau een blad waarvan de adverteer der niet durft bekennen, dat hij er in adver teert van een blad dat om zijn strekking ver boden is in de kazernes en op de schepen der Misschien zullen sommigen ons tegemoet voe ren, dat de strekking van dat blad is. critiek uit te oefenen, scherpe crietiek zelfs, en mis schien zou de redactie gaarne willen, dat men zoo blind ware als helaaszoo velen die in het godsdienstig tintje er van een (wel wat twijfelachtige) deugd zien, een reden van be staan. Moge wij denzulken daarop antwoorden, dat in de eerste plaats critiek altijd opbouwend moet zijn, wil zij gezonde kritiek heeten, en dat geen enkele godsdienst voorschrijft of goed keurt, dat wij de fouten van onze naasten breed uitmeten, met de kennelijke bedoeling dienaas- ten te benadeelen, zelfs te gronde te richten. Integendeel is liefde tot zijn naaste de grondslag van eiken godsdienstook van dien der anti- revolutionnairen." Het blad citeert ten slotte eenige regelen uit de Genestet's bekend gedicht, waarin hij de cri tiek zooals die zijn moet, prijst, maar met scherpe slagen geeselt de critiek, die afbreekt, lastert, scheldt, verdacht maakthet eindigt met de verzuchting „Arm district, dat niets beters naar de Tweede Kamer wist te zenden dan een re dacteur van „Extra Tijding!" Onze oude muntbiljetten. Men zegt zoo wordt aan de „Utr. Ct." ge schreven dat 's Rijks betaalmeesters voortaan de muntbiljetten van 't oude model en van de grauwe kleur zullen inhouden om ze te ruilen tegen die der nieuwe constructie. Als men het zaakje eens omkeerde? En men ruilde „de nieuwe" eens om tegen „oude"? Tot dat de Heeren van het Ministerie van Financiën geleerd hebben papier van waarde te doen druk ken op sterk papier. Zooals de „nieuwe" nu zijn zijn ze zóó broos, dat ze den houders gebarsten als uit de handen vallen. Eenige dagen geleden deed het verhaal de rondte in de dagbladen van een Duitschen ma troos van het duitsche schip „Brandenburg", die op de Gouwe met zijn kapitein op de een- denjacht zou zijn geweest, bij welke gelegen heid de boot waarin beiden gezeten waren, om sloeg, de kapitein jammerlij k verdronk, doch de matroos zwemmende de Nederl. kust mocht be reiken. Van hetgeheele verhaal is geen woord waar. Door onderzoek is thans aan het licht geko men, dat de Duitsche matroos een deserteur is, wien het te doen was om kosteloos te Amster dam te komen, zoogenaamd om bij het Duitsche consultaat aangifte van bet noodlottig omkomen van den kapitein der „Brandenburg" te doen. Dat is hem trouwens volkomen gelukt. Te Gro ningen heeft men hem liefderijk opgenomen, van al het noodige en ook van reispenningen naar Amsterdam voorzien. Thans zoekt men den slimmen deserteur, wiens uitlevering is gevraagd. Wij maakten in on3 vorig nummer mel ding van het, ook volgens den advocaat-fiscaal, zeer afkeurenswaardig gedrag van den luitenant Moll te Deventer tegenover den sergeant Mes- Tlians blijkt ons, zegt het (Amst.) Dagbl., uit de Staatscourant, dat deze zoo zeer gecompro mitteerde officier Donderdag jl. is.... bevorderd tot 1ste luitenant En dat terwijl het Hoog Militair Gerechtshof nog uitspraak moet doen Waarschijnlijk zullen we ook hier weer moe ten beleven, dat de beleedigde sergeant wordt gestraft en dat in ieder geval de luitenant ge promoveerd uit den strijd te voorschijn zal tre- Zulke dingen zijn uitnemend geschikt, om bij de minderen het toch reeds tamelijk zwakke ge loof aan recht en billijkheid totaal uit te doo- En als het dan zoo ver is gekomen, dan krij gen anderen de schuld en klaagt men steen en been over de ondermijning van het gezag Maar zijn menschen, die tot zulke dingen aanleiding geven, eigenlijk ook geen anarchisten van de daad De drinkgewoonte kost jaarlijks aan ons volk f 96,000,000, terwijl gansch Nederland nog geen 85 millioen aan brood uitgeefttachtig procent der vonnissen door de rechtbanken ge veld, zijn een gevolg van sterken drank. Onze schutters. Een Zutphensch ingezetene had zich in de „Zutph. Crt." beklaagd over het feit, dat hij reeds drie jaren lang bij de schutterij is en nog geen enkel maal had geschoten. Een wapenbroeder, die reeds meer dienstjaren achter den rug heeft, vindt deze klacht onge motiveerd. In hetzelfde blad schrijft hij het vol gende „Ik kan de wijze, waarop Barend de Schutter zich in uw blad van heden over onze brave schutterij uitlaat, niet best verkroppen. Daarom een paar woorden aan zijn adres. Als zijn ex- lotgenoot heb ik, dunkt me, recht van meespre- Waarachtig, Barend, het doet mij leed, dat ge een zoo eerbiedwaardige instelling op een zoo oneerbiedigen, van zoo weinig waardeering ge- tuigenden toon bespreekt. Ge zijt blijkbaar een ontevreden en veeleischend mensch. Slechts drie jaar staat Ge in 't gelid en nu reeds moppert ge, dat men u niet in de gelegenheid gesteld heeft, scherpschutter te worden Ziet Ge, ik geloof in de groote kracht van 't goede voorbeeld en daarom zeg ik Uzie naar mij. Vijfjaar, zegge volle vijf jaar, had ik de eer schutter te zijn; geschoten heb ik in dien tijd nooit; alleen heb ik éénmaal een Beaumont- geweer mogen b e k ij k e n, maar gemopperd? 't Is mij niet ingevallen. Den weg naar „den Pol" ken ik: ik weet dat de Varkensweide soms erg soppig zijn kan, en voor het overige heb ik het bijna zoover gebracht, dat ik een geweer kan dragen, 't Zou onredelijk zijn, meer te verlangen. Neen, heusch, Barend, Ge hebt ongelijk. De Schutterij verdient beter, verdient meer waar deering dan haar Uwerzijds ten deel valt. Ge moet de dingen (ik merk dit op voor 't geval, dat ik U niet mocht hebben overtuigd)... Ge moet de dingen ook niet al te ernstig nemen. Ge kunt de Schutterij van verschillende kanten bekijken. Rangschik ze maar b.v. eens onder de publieke vermakelijkheden en tracht eens in allen ernst de vraag te beantwoorden, wat de Schutterij voor de nationale vroolijkheid al niet heeft gedaan. Ik wed, dat Ge dan tot een ver rassend resultant komt." Aanbesteding van een maaltijd. Men schrijft aan het „N. Br. Dbl. uit Herpen: In de laatste dagen hadden hier twee aan bestedingen plaats, die algemeen de aandacht hebben getrokken. Eene week geleden hebben de leden van het zangkoor en die van het Ambrosiusgild hun jaarlijkschen feestmaaltijd aan den minsteischen- den hospes aanbesteod. Andere jaren variëerde de prijs per couvert tusschen een daalder en 35 stuivers. Eene som, die men zeker niet te hoog zal noemen, als men het voorgeschreven menu in aanmerking neemt. Het luidt, wat de Ambrosius-gildebroeders be treft, die nota bene want het is eene voor den hospes verzwarende omstandigheid hunne vrouwen meebrengen, woordelijk als volgt: „'s Morgens om negen uren koffie en boter hammen met vleesch. „Om half één 1. Soep en soepvleesch. „2. Aardappelen met ham en worst. „3. Gebraad (dat is m. i. wel wat vaag uit gedrukt, daar verwacht ik niet veel van) met 4. Roode kool en aardappelen met karbonade en varkensribben. „5. Pruimen en appelmöes met gehakt. Alles malsch. „'s Avonds om 8 ure (voor de vrouwen tegen den avond) boterhammen met vleesch." Wat dunkt u? Het zou menigen habitué van onze grootsteedsche restauraties doen water tanden. Voor de leverantie nu van al het opgenoemde daalde dezen keer de aannemingsprijs van een daalder tot een gulden, vijftientienacht stuivers. „Dan doe ik het voor niemendal!" riep een hospes, wien het werk, natuurlijk, ge gund werd. Hij zal wel weten waar hij het voor doet, zoudt gij meenende wijn, enz. Totaal mis, hoorWijn is hier, en ik geloof tegenwoordig op de meeste eenvoudige plaatsen, eene ongekende weelde. Een borrel en een glas bier, nooit meer dan 5 cent betaald wordt, daarmee basta. Hoe die hospites, wat toch zeker hun doel is, nog zaken kunnen maken,, is mjj dan ook een raadsel. Of het vrouwtje moet nog gelijk hebben, dat hare bezems aanbood tegen 4 cent, terwijl ze bij hoog en laag volhield, dat ze haar zelve op een halven cent meer per stuk te staan kwamen, en op de vraag hoe ze dan er mee uit kon, antwoordde „Door de menigte mijnheer Hoe kom je er toch toe, om zoo'n oude vrouw ten huwelijk te vragen? zeide een vader tot zijn zoon. Maar vader, u hebt me toch altijd gezegd, dat ik een vrouw moest nemen, net als mijn moeder In de maand December zal II. M. de Koningin aanvangen met de studie van de Hoogduitsche taal. Het onderricht in die taal is door H. M. de Koningin-Regentes opgedragen aan dr. E. F. Kossmann, leeraar aan het stedelijk gymnasium te 's Gravenhage. Lombok. De verovering vau Tjakra Negara. Van den Gouverneur-Generaal van Ned. Indië is Maandag bij het Departement van Ko loniën het volgend telegram ontvangen „Gisteren aanval op Tjakra Negara met 4 colonnes, waarvan één als reserve. Men stuitte op zeer hevigen tegenstand. Doorgedrongen werd tot poerie, bestaande uit 16 vakken, waarvan 15 voet voor voet geno men. Twee posities tegenover poerie ingenomen door een deel der troepen, de rest keerde in bivakken terug. Heden werden de operatiën vervolgd. Vijand leed zware verliezen. Van ons gesneu veld 4 officieren, gewond 4. Minderen voor zoover bekend gesneuveld 25, gewond 108. Bij het departement van koloniën is Dinsdag ochtend van den gouv.-gen. van Ned-Indië ont vangen het navolgende telegram Gisteren verkenning Oostrand Soeik, zonder tegenstand bevolking. Aldaar begonnen met op ruiming muren. Weg West Tjakra Negara veilig gemaakt. Oude radja zou in poeri gewond en naar het Noorden gevlucht zijn. Bevolking bracht beide nog verloren veldkanons en één bergkanon Bij werpen kruit in vijver uit magazijn be oosten 'poeri, ontstond ontploffing, waarbij kapt. Tuinenburg luit., Campioni en 13 gestraften ernstige brandwonden bekwamen. Officieren bui ten gevaaf. Drie compagnieën gelegen in een gedeelte poerie, ook tot bewaring geld. Naar Ampenan vervoerd 230 K.G. goudgeld en 3810 K.G. zil vergeld. Hoeveel meer niet te bepalen, daar in grond verborgen is en moet gezocht worden. Heden operaties vervolgd. Weder blijft gunstig. Bij het departement van Koloniën is Woens dagochtend van den gouverneur-generaal van Nederl.-Indië ontvangen het navolgend telegram: „Op bericht, dat de oude radja zich te Sasari op weg naar Lingsar bevond, is gisteren colonne uitgerukt, dessa omsingeld. Vorst, zoon en zoon van Ktoet gaven zich over. Inmiddels onder wierpen zich te Tjakra Negara verscheidene voorname Baliërs. Verzet gebroken. Geen schot meer gelost. Laatste bergkanon terug. Vetter adviseert terugzending twee bataillons, hij ver gat gisteren te melden, dat poeri geheel verlaten was. Koninginnen en U eerbiedig gelukgewenscht. Aantal minderen, gesneuveld en overleden wonden gebleken 46, op nam Nog gevonden 3389 Kg. zilver benevens veel preciosa", en de schatkist van den ouden Radja. Dat de vlaggen werden uitgestoken na de openbaarmaking der ontvangen telegrammen is even verklaarbaar, als dat de pers, voor zoover ze gelegenheid had zich te uiten, een woord van hartelijke hulde brengt aan het dappere Indische leger en den leider der Lombok-expe- Generaal Vetter, die niet lang geleden menig hard verwijt moest hooren over zijn gebrekkig beleid, na de mislukking der eerste expeditie, is thans de held van den dag. En nu hij niet alleen zegevierend het gepleegde verraad heeft gestraft, maar zelfs „schatten" heeft veroverd, wordt hij reeds bezongen als wijlen Piet Hein de overwinnaar der Zilvervloot. „Wat zou er van zijn naam in de geschiede nis zijn terecht gekomen, roept een der bla den, de „Amst. Crt.", verontwaardigd uit in dien hij, inplaats van met een schitterend succes uit den strijd te voorschijn te komen, wellicht bij grootere krachtsinspanning, bij het betoonen van nog meer beleid en moed, minder succes hadde gehad, er zelf het leven bij ingeboet had!" Inderdaad, de schitterende revanche zal ook de kritiek zachter stemmen, al heeft men nooit getwijfeld aan Vetters bezielende leiding in den strijd. De „Tijd" een der eerste Nederlandsche bladen, welke het „beleid" veroordeelden, brengt den generaal verdiende hulde en ze meent, dat thans zijn schuld, als die bestond, moet worden beschouwd te zijn uitgewischt. Nu de Radja, met zoon en kleinzoon, zich heeft overgegeven en dus het verzet als gebro- mag worden beschouwd, rijs weer de vraag, welke reeds aanleiding heeft gegeven tot zoo veel verschil van gevoelen Moet thans Lombok onder ons rechtstreeksch bestuur komen Het ligt voor do hand die vraag bevestigend te beatwooaden. De vorst zal wel worden ver bannen, maar, al geschiedt dit niet, men zal hem onmogelijk kunnen handhaven, evenmin als zijn afstammelingen- „Zal op Lombok een ander inlandsch vorst gesteld, dat die te vinden is onder opperge zag van het gouverment worgen aangesteld vraagt het „Handelsblad," waarschijnlijk maar voor de leus, want het komt ten slotte zelf tot de conclusie, dat invoering van rechtstreeksch bestuur in de gegeven omstandigheden niet meer is een vraag van meerdere of mindere wensche- lijkheid, maar van noodzakelijkheid. Een beslissing zal spoedig moeten worden genomen, indien ten minste werkelijk blijkt, dat de oorlog als geëindigd mag worden beschouwd, welke conclusie men bij het lezen der laatste berichten gaarne geneigd is als de juiste aan te nemen. Buitenland. De oorloy tusschen China en Japan. Uit goede bron ontvangt men het bericht uit Port Arthur, dat de Japanners 4 maal een aanval op deze stad hebben gewaagd. Bij den eersten aanval werden de voorposten der Chineezen terug geworpen, bij de drie andere werden de Japanners echter teruggedreven. Sedert 20 Nov., 12 uur 'smiddags, wordt de stad voortdurend gebombar deerd, terwijl de Japansche vloot 21 Nov. met het beschieten der forten zou moeten beginnen. Denzelfden dag dat het lijk van keizer Alexander uit Livadia werd vervoerd, werd aan de Joodsche familiën in de Yalta aangezegd, dat zij geen recht meer hebben langer daar te wonen. Tachtig gezinnen hebben reeds mede- deeling ontvangen, dat zjj Rusland moeten ver- In een salonwaggon van den Deenschen koning valt een eigenaardigheid te bewonderen. Verschillende vorstelijke personen hebben, met een diamanten ring waarschijnlijk, hun naam in een der ruiten geschreven, en nog wel den naam waarmede zij in den familiekring werden aan gesproken. Men leest er„Berti en Alix" (de prins en prinses van Wales); Sacha 1883 (wijlen Alexander III); Dagmar (de keizerin-weduwe); Eddy (wijlen de hertog van Clarence); Nicky (grootvorst Nicolaas); Nick (de tegenwoordige Czaar); Alix (zjjn bruid); Christian (koning van Denemarken); Wilhelm (keizer van Duitschland). Over de echtscheiding van prinses Walde- mar van Denemarken, verneemt men, dat het in 1885 uit liefde gesloten huwelijk eerst zeer gelukkig was. De jonge vrouw was, vooral bij het volk, zeer gezien, zij ging ook gaarne om met de kameraden van haar man, de Deen- sche zeeofficieren en stelde belang in alles, wat in de Deensche hoofdstad gebeurde. Enkele jaren geleden begon zij ergernis te verwekken aan het hof, omdat zij zich aan de etiquette zeer weinig stoorde. Bovendien verscheen zij bij iederen hevigen brand, deelde cognac en sigaren uit aan de manschappen, liet zich zelfs in de uniform der brandweer photografeeren en haar portret in de waohtkamer der brandweermannen ophangen. Bij de wedrennen rookte zij cigaret- ten en dronk ze champagnein een woord de etiquette bestond voor haar niet. Verder heeft zij zich met de politiek willen inlaten, waardoor zij heelemaal in ongenade gevallen is, terwijl Waldemar haar redenen tot ontevredenheid ge geven heeft door galante avonturen. Haar zon derling optreden bij verschillende gelegenheden wordt toegeschreven aan haar overprikkelden toestand Zij is nl. verslaafd aan morphine. Een medewerker van de „Figaro" schreef eens over den geest des tijds Op het einde der zeventiende eeuw vocht men nog voor een godsdienstige overtuiging. Op het einde der achttiende eeuw liet men zich onthoofden voor een staatkundig beginsel. Op het einde der negentiende eeuw vecht men in Europa, alleen voor hooger loon en minder werk tijd, en buiten Europa om de natuurlijke schat ten te veroveren van nog versche landstreken. En verder eet en drinkt men en gaat naar den schouwburg en zoekt nieuwe emotiën op, omdat men het leven zoo eentoonig en zoo vervelend PREDIKBEURTEN. Woensdag 28 Nov. nm. 6.30 u. Ds. Strarnrood. NED. HERV. GEM. NOORDSCIIARWOUDE. Zondag 25 Nov. voormiddags 9.30 uur, Ds. Habbema GER. GEMEENTE. Zondag 25 Nov. voorm. 9 uur, Voorbereiding, nam2 uur Doop, Ds. Boeijenga. Woensdag 28 Nov. nm. 6.30 Ds. Boeijenga. NED. HERV. GEM. ZUIDSCHARWOUDE. Zondag 25 Nov. n.m. 1.30 uur, Ds. Habbema. NED. HERV. GEM. BROEK OP LANGEDIJK. Zondag 25 Nov. vm. 9, nm. 2 u. Ds. Gemser. Woensdag 28 Nov. nm. 6 u. Ds. Gemser. GEREF. GEMEENTE A. Zondag 25 Nov. v.m. 9.30 nam. 2.30 u. Godsdienstoefening. Donderdag 29 Nov. nm. 6.3 GEREF. KERK B. Zondag 25 Nov. vm. 9. uur, nm. 2 uur Ds. Bakker Woensdag 28 Nov. nm. 6.30 u. Ds. Bakker. DOOPSGEZINDE GEMEENTE. Zondag 25 Nov. voorm. 9.45 uur, geen dienst. Marktberichten. Groenteiunarkt Broek op Langedijk, Maandag 17—24 November. Aardappelen f a f Bloemkool f af.Bloemkool 2e soort f a f Roode kool fl.50 a f4.—. Wortel— f a-f Uien per lOObosf .af0.70. Geele kool f2.— f2,50, Nep f a f Witte kool f a f Reuzenk. f3.—a 6.50 Biete f6, 9, ALKMAAR, 23 Nov. Aangevoerd398 stapels Kaas, wegende 124923 Kg. Kleine f 26.50 Commissie f 24.50 Middelbare f 25.50 ALKMAAR 24 Nov. 1894. Aangevoerd 3 Paarden f 80.— a f150.—3 Koeien f 130 a f 21 Nuchtere kalveren f8.a f.18 143 Schapen f 12.a f21.Lammeren f af 107 Magere varkens f12.a flë.290 Biggen f6.— af 9.— 7 Bokken en Geiten f3.— af 5.kleine id. f0. af Aardappelen f 80. per zak; nieuwe p. mandje f Wortelen f .75;per 100 bos Kippen f 0.30 a fl.50 Konijnen f 15. a 1.50 Kipeieren f5.a f6.per lOOstuks Eendeieren per 100 stuks; Boter per kop f0.55 a f 62. Peren f2.'20 per zakBloemkool f.af 5, perlOo Uien f per 100 bos; Eenden f60. per stuk. SCHAGEN, 22 Nov. 14 Paarden f 40 a 100., 65 Geldekoeie f 80 ,af 230, 10 Kalf- koeien f a 25 Vaarzen f 60 a f 110 15 Nuchtere Kalveren f 8a 18,— 350 Schapen 18. a f 28, 662 Lammeren f 10,—a f20,— 45 magere Varkens f 10a f 13,— 30 Biggen f 5.— a f 8,— Boter per kop f 0,425 a f 0,525 Kipeieren f5,50, a 6.— f —per 100.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1894 | | pagina 4