Bijvoegsel van de „Nieuwe Langedijker Courant" van Zondag 25November 1894.
Vervolg Nieuwstijdingen.
I)e hondsdagen.
De oorsprong van dezen naam dagteekent van
2782 jaar voor Christus. Bij Egyptenaren speelde
de schitterende ster Sirliad, (van waar liet woord
Sirius), die zich in het beeld van den Grooten
Hond bevindt, een aanzienlijke rol. Door den
helischen op- en ondergang van Sirius stelden
de astronomen den omloop dier ster op 1461
jaar vast. Het burgerlijk jaar der Egyptenaren
telde 365 dagen, waardoor een vierde dag te
weinig gerekend werd. Alle vier jaren verloor
het jaar dus een ganschen dag. Alle 1460 ja
ren had men dus 1460 kwartdagen, d. i. 365
dagen, dus een jaar te weinig. Men herstelde
dat tekort, door er een nieuw jaar bij te voe
gen de 1460 zonnejaren vormden 1461 Egyp
tische jaren en de nieuwe omloopstijd van Si
rius begon. In dien tijd ging Sirius op bij het
ondergaan der zon in Juni en Juli. De tijd van
groote hitte in Egypte en de overstroming van
den Nijl hadden in denzelfden tijd plaats. Sirius
en het sterrebeeld van den Hond schitterden
aan den hemel, zoodat de nacht gevallen was.
Vandaar de naam van „hondsdagen".
Thans is dat anders en Sirius komt eerst in
December op. De hondsdagen der Egyptenaren
hebben we dus eerst in het hartje van den win
ter. De naam echter is gebleven aan de zomer
periode van groote hitte.
Iloe grifte» gemankt worden.
Gebroken leisteen uit de leigroeven wordt in
een grooten vijzel door stoomkracht fijngestampt.
Vandaar gaat dit gruis in den bak van een
molen, die uitloopt in een builmachine, zooals
in de korenmolens gebruikt worden, waar het
gebuild wordt; het fijne, bijna ontastbare poe
der dat daaruit ontstaat, wordt nu in een kuip
opgenomen en vermengd met een kleine hoe
veelheid speksteenpoeder, dat op dezelfde wijze
bereid is, en nog andere bestanddeelen, al het
welk te zamen dan tot een vast deeg gemaakt
wordt. Dat deeg wordt verder gekneed, door het
tusschen ijzeren rollen te doen doorgaan. Daarna
wordt het op een tafel gebracht en verdeeld in
pakken, of eigenlijk, korte rollen van vier of
vijf centimeter dikte, die elk acht of twaalf pond
inhouden. Vier daarvan worden in een sterken
ijzeren ketel of retort geplaatst, met een hals,
die wijder of nauwer te maken is naarmate men
de griften dikker of dunner wil hebben, en door
een sterke waterpers-drukking wordt het meng
sel als een lang koord daaruit geperst, evenals
een dunne slang, die uit een hol sluipt, en
gaat van daar over een hellende tafel metsple
ten, die in rechte hoeken met de koorden zijn
aangebracht, door welke zij met een mes op be
paalde lengte worden afgesneden. Dan worden
zjj op planken te drogen gelegd en na verloop
van eeuige uren op zinken platen, met ribbin
gen, waar zij tusschen liggen om te voorkomen
dat zij kromtrekken bij het bakkendat nu ge
schiedt in een oven, waar door middel van bui
zen stoomhitte wordt aangebracht, geregeld naar
het artikel, dat er aan bloodgesteld is.
Uit den oven gaan de griften naar de pak-
kamerdaar wordt de laatste hand er aan ge
legd door de einden een seconde lang onder een
snel draaienden slijpsteen te houden, waar zij
net gepunt en voor het gebruik gereed onder
uit te voorschijn komen. Dan worden zij in bord
papieren doozen gepakt, die elk honderd griften
inhouden en voor de verzending worden die we
der gepakt in houten kisten, elk honderd in
houdende, dus tien duizend griften in iedere
pakkist. Bijna al het werk wordt door jongens
verricht en de kosten zijn zeer gering.
De Abruzzen.
Fragmenten uit een onuitgegeven treurspel.
Derde Bedrijf.
(Rotskloof. Bewolkte Hemel. Onweder.
'tls nacht.)
Meier. Hemel zij mij genadigMijn laatste
uur schijnt geslagen Wat sombere gedaanten
komen op mij af....
Rooverkapitein (aan 't hoofd zijner
bende). De beurs of het leven, kereltje.
Meier. Hooggeëerde kapitein, ik heb nie
mendal.
Rooverkapitein. Doorzoekt dien man
(Zijn bevel wordt opgevolgd.)
Bandiet. Kapitein, 't is een Hollander
t Gelaat van den hoofdman wordt lang.)
2e B a n d i e t. 't Is een Amsterdammer ('t
Gelaat van den hoofdman wordt nog langer.)
3e Bandiet. Hier zijn papieren.
Rooverkapitein. Belasting biljetten
(leest.) Vermogensbelasting. Bedrijfsbelasting. Per-
soneele belasting. Grondbelasting. Hondenbelas
ting Inkomstenbelasting. Straatbelasting. Waar
schuwing.... (hij pinkt een traan weg.) Arme
kerel(neemt zijn hoed af en gaat er mede
rond.) Broeders, een penningske voor een arm
reiziger (de bandieten geven blijk van groote
ontroering en offeren bereidwillig.)
Rooverkapitein. (geeft Meier de op-
rengs van de collecte.) Ziedaar, beklagens
waardige sterveling. Ga in vrede (Meier af.)
menschenT r°°VerS toch bctere meQ"
V f d e B e d r ij f
(Kantoorlokaal Schrijftafel. Stoel op drie pooten.
M ,l ge brandkast.)
r' (houdt een dwangbevel wegens ver-
schuldige personeele belasting in de hand.) Al
wat die edelmoedige bandieten mij gaven is we
der versmolten. Thans
B o o z e geest. En de rotskloof
Meier Dat 's een idee (hij schelttot bin
nenkomenden knecht)„Pak mijn koffer en
breng me van Santen's Reisgids. Ik ga weer
naar de Abruzzen Gordijn valt.
W. v. N.
Een bijdrage ter beoordeeling van den ver
tegenwoordiger, die nu door de kiezers van den
Sidder naar de Tweede Kamer is afgevaardigd,
levert het „Dagblad voor Helder en Hollands
Noorderkwartier, dat schrijft:
Jammer, dat wij den kiezers geen geluk kun
nen wenschen met hunne keus, het district niet
kunnen feliciteeren met onzen nieuwen afge
vaardigde, want heusde antecedenten van het
nieuwe lid voor de Tweede Kamer der Staten-
Generaal komen ons voor van dim aard te zijn,
dat geen verstandig, eerlijk mensch, die het
goed met het district Helder en met de gemeente
Helder meent, de keuze kan toejuichen, laat
staan goedkeuren.
Ware de heer A. P. Staalman geen redacteur
uitgever van „Extra Tijding," ware hij de een
voudigste burger, de minste werkman zelfs, geen
vooruitstrevend liberaal, geen mensch die onbe-
voordeeld is, zou in waarheid iets op de keuze
kunnen afdingen. Een eenvoudig burger en een
flink werkman zijn evengoed in de Tweede Ka
mer op hunne plaats, mits zij bekwaam zijn om
dat ambt te vervullen, mits zij geen verleden
hebben waar een luchtje aan is. Maar ieder in
deze gemeente weet te goed welk soort van blad
„Extra Tijding" is, al ware het ook maar bij
overlevering.
„Wij herhalen het, niet omdat die vertegen
woordiger tot de anti-revolutionnairen behoort,
ofschoon door de partij uitgestooten, niet om
godsdienstige kleur, noch om andere politieke
overwegingen zijn wij tegen den heer Staalman.
Ware een ander, waardiger lid van die partij
in zijn plaats geweest, hij zou dien tegenstand
niet ondervonden hebben, maar uitsluitend en
alleen omdat hij is redacteur-uitgever van een
blad, dat niet moest kunnen bestaan van een
blad dat men voor huisgenooteu en kennissen
wegstoptvau een blad waarvan de adverteer
der niet durft bekennen, dat hij er in adver
teert van een blad dat om zijn strekking ver
boden is in de kazernes en op de schepen der
Misschien zullen sommigen ons tegemoet voe
ren, dat de strekking van dat blad is. critiek
uit te oefenen, scherpe crietiek zelfs, en mis
schien zou de redactie gaarne willen, dat men
zoo blind ware als helaaszoo velen die
in het godsdienstig tintje er van een (wel wat
twijfelachtige) deugd zien, een reden van be
staan. Moge wij denzulken daarop antwoorden,
dat in de eerste plaats critiek altijd opbouwend
moet zijn, wil zij gezonde kritiek heeten, en
dat geen enkele godsdienst voorschrijft of goed
keurt, dat wij de fouten van onze naasten breed
uitmeten, met de kennelijke bedoeling dienaas-
ten te benadeelen, zelfs te gronde te richten.
Integendeel is liefde tot zijn naaste de grondslag
van eiken godsdienstook van dien der anti-
revolutionnairen."
Het blad citeert ten slotte eenige regelen uit
de Genestet's bekend gedicht, waarin hij de cri
tiek zooals die zijn moet, prijst, maar met scherpe
slagen geeselt de critiek, die afbreekt, lastert,
scheldt, verdacht maakthet eindigt met de
verzuchting „Arm district, dat niets beters naar
de Tweede Kamer wist te zenden dan een re
dacteur van „Extra Tijding!"
Onze oude muntbiljetten.
Men zegt zoo wordt aan de „Utr. Ct." ge
schreven dat 's Rijks betaalmeesters voortaan
de muntbiljetten van 't oude model en van de
grauwe kleur zullen inhouden om ze te ruilen
tegen die der nieuwe constructie.
Als men het zaakje eens omkeerde? En men
ruilde „de nieuwe" eens om tegen „oude"? Tot
dat de Heeren van het Ministerie van Financiën
geleerd hebben papier van waarde te doen druk
ken op sterk papier. Zooals de „nieuwe" nu
zijn zijn ze zóó broos, dat ze den houders
gebarsten als uit de handen vallen.
Eenige dagen geleden deed het verhaal de
rondte in de dagbladen van een Duitschen ma
troos van het duitsche schip „Brandenburg",
die op de Gouwe met zijn kapitein op de een-
denjacht zou zijn geweest, bij welke gelegen
heid de boot waarin beiden gezeten waren, om
sloeg, de kapitein jammerlij k verdronk, doch de
matroos zwemmende de Nederl. kust mocht be
reiken.
Van hetgeheele verhaal is geen woord waar.
Door onderzoek is thans aan het licht geko
men, dat de Duitsche matroos een deserteur is,
wien het te doen was om kosteloos te Amster
dam te komen, zoogenaamd om bij het Duitsche
consultaat aangifte van bet noodlottig omkomen
van den kapitein der „Brandenburg" te doen.
Dat is hem trouwens volkomen gelukt. Te Gro
ningen heeft men hem liefderijk opgenomen, van
al het noodige en ook van reispenningen naar
Amsterdam voorzien. Thans zoekt men den
slimmen deserteur, wiens uitlevering is gevraagd.
Wij maakten in on3 vorig nummer mel
ding van het, ook volgens den advocaat-fiscaal,
zeer afkeurenswaardig gedrag van den luitenant
Moll te Deventer tegenover den sergeant Mes-
Tlians blijkt ons, zegt het (Amst.) Dagbl., uit
de Staatscourant, dat deze zoo zeer gecompro
mitteerde officier Donderdag jl. is.... bevorderd
tot 1ste luitenant
En dat terwijl het Hoog Militair Gerechtshof
nog uitspraak moet doen
Waarschijnlijk zullen we ook hier weer moe
ten beleven, dat de beleedigde sergeant wordt
gestraft en dat in ieder geval de luitenant ge
promoveerd uit den strijd te voorschijn zal tre-
Zulke dingen zijn uitnemend geschikt, om bij
de minderen het toch reeds tamelijk zwakke ge
loof aan recht en billijkheid totaal uit te doo-
En als het dan zoo ver is gekomen, dan krij
gen anderen de schuld en klaagt men steen en
been over de ondermijning van het gezag
Maar zijn menschen, die tot zulke dingen
aanleiding geven, eigenlijk ook geen anarchisten
van de daad
De drinkgewoonte kost jaarlijks aan ons
volk f 96,000,000, terwijl gansch Nederland nog
geen 85 millioen aan brood uitgeefttachtig
procent der vonnissen door de rechtbanken ge
veld, zijn een gevolg van sterken drank.
Onze schutters.
Een Zutphensch ingezetene had zich in de
„Zutph. Crt." beklaagd over het feit, dat hij reeds
drie jaren lang bij de schutterij is en nog geen
enkel maal had geschoten.
Een wapenbroeder, die reeds meer dienstjaren
achter den rug heeft, vindt deze klacht onge
motiveerd. In hetzelfde blad schrijft hij het vol
gende
„Ik kan de wijze, waarop Barend de Schutter
zich in uw blad van heden over onze brave
schutterij uitlaat, niet best verkroppen. Daarom
een paar woorden aan zijn adres. Als zijn ex-
lotgenoot heb ik, dunkt me, recht van meespre-
Waarachtig, Barend, het doet mij leed, dat ge
een zoo eerbiedwaardige instelling op een zoo
oneerbiedigen, van zoo weinig waardeering ge-
tuigenden toon bespreekt. Ge zijt blijkbaar een
ontevreden en veeleischend mensch. Slechts drie
jaar staat Ge in 't gelid en nu reeds moppert
ge, dat men u niet in de gelegenheid gesteld
heeft, scherpschutter te worden
Ziet Ge, ik geloof in de groote kracht van
't goede voorbeeld en daarom zeg ik Uzie naar
mij. Vijfjaar, zegge volle vijf jaar, had ik de
eer schutter te zijn; geschoten heb ik in dien
tijd nooit; alleen heb ik éénmaal een Beaumont-
geweer mogen b e k ij k e n, maar gemopperd?
't Is mij niet ingevallen. Den weg naar „den
Pol" ken ik: ik weet dat de Varkensweide soms
erg soppig zijn kan, en voor het overige heb ik
het bijna zoover gebracht, dat ik een geweer
kan dragen, 't Zou onredelijk zijn, meer te
verlangen.
Neen, heusch, Barend, Ge hebt ongelijk.
De Schutterij verdient beter, verdient meer waar
deering dan haar Uwerzijds ten deel valt.
Ge moet de dingen (ik merk dit op voor 't
geval, dat ik U niet mocht hebben overtuigd)...
Ge moet de dingen ook niet al te ernstig nemen.
Ge kunt de Schutterij van verschillende kanten
bekijken. Rangschik ze maar b.v. eens onder de
publieke vermakelijkheden en tracht eens in
allen ernst de vraag te beantwoorden, wat de
Schutterij voor de nationale vroolijkheid al niet
heeft gedaan. Ik wed, dat Ge dan tot een ver
rassend resultant komt."
Aanbesteding van een maaltijd.
Men schrijft aan het „N. Br. Dbl. uit Herpen:
In de laatste dagen hadden hier twee aan
bestedingen plaats, die algemeen de aandacht
hebben getrokken.
Eene week geleden hebben de leden van het
zangkoor en die van het Ambrosiusgild hun
jaarlijkschen feestmaaltijd aan den minsteischen-
den hospes aanbesteod.
Andere jaren variëerde de prijs per couvert
tusschen een daalder en 35 stuivers. Eene som,
die men zeker niet te hoog zal noemen, als men
het voorgeschreven menu in aanmerking neemt.
Het luidt, wat de Ambrosius-gildebroeders be
treft, die nota bene want het is eene voor
den hospes verzwarende omstandigheid hunne
vrouwen meebrengen, woordelijk als volgt:
„'s Morgens om negen uren koffie en boter
hammen met vleesch.
„Om half één 1. Soep en soepvleesch.
„2. Aardappelen met ham en worst.
„3. Gebraad (dat is m. i. wel wat vaag uit
gedrukt, daar verwacht ik niet veel van) met
4. Roode kool en aardappelen met karbonade
en varkensribben.
„5. Pruimen en appelmöes met gehakt.
Alles malsch.
„'s Avonds om 8 ure (voor de vrouwen tegen
den avond) boterhammen met vleesch."
Wat dunkt u? Het zou menigen habitué van
onze grootsteedsche restauraties doen water
tanden.
Voor de leverantie nu van al het opgenoemde
daalde dezen keer de aannemingsprijs van een
daalder tot een gulden, vijftientienacht
stuivers. „Dan doe ik het voor niemendal!"
riep een hospes, wien het werk, natuurlijk, ge
gund werd.
Hij zal wel weten waar hij het voor doet,
zoudt gij meenende wijn, enz. Totaal mis,
hoorWijn is hier, en ik geloof tegenwoordig
op de meeste eenvoudige plaatsen, eene ongekende
weelde. Een borrel en een glas bier,
nooit meer dan 5 cent betaald wordt,
daarmee basta. Hoe die hospites, wat toch zeker
hun doel is, nog zaken kunnen maken,, is mjj
dan ook een raadsel. Of het vrouwtje moet nog
gelijk hebben, dat hare bezems aanbood tegen
4 cent, terwijl ze bij hoog en laag volhield, dat
ze haar zelve op een halven cent meer per stuk
te staan kwamen, en op de vraag hoe ze dan
er mee uit kon, antwoordde „Door de menigte
mijnheer
Hoe kom je er toch toe, om zoo'n oude
vrouw ten huwelijk te vragen? zeide een vader
tot zijn zoon.
Maar vader, u hebt me toch altijd gezegd,
dat ik een vrouw moest nemen, net als mijn
moeder
In de maand December zal II. M. de
Koningin aanvangen met de studie van de
Hoogduitsche taal.
Het onderricht in die taal is door H. M. de
Koningin-Regentes opgedragen aan dr. E. F.
Kossmann, leeraar aan het stedelijk gymnasium
te 's Gravenhage.
Lombok.
De verovering vau Tjakra Negara.
Van den Gouverneur-Generaal van Ned.
Indië is Maandag bij het Departement van Ko
loniën het volgend telegram ontvangen
„Gisteren aanval op Tjakra Negara met 4
colonnes, waarvan één als reserve. Men stuitte
op zeer hevigen tegenstand.
Doorgedrongen werd tot poerie, bestaande uit
16 vakken, waarvan 15 voet voor voet geno
men. Twee posities tegenover poerie ingenomen
door een deel der troepen, de rest keerde in
bivakken terug. Heden werden de operatiën
vervolgd.
Vijand leed zware verliezen. Van ons gesneu
veld 4 officieren, gewond 4.
Minderen voor zoover bekend gesneuveld 25,
gewond 108.
Bij het departement van koloniën is Dinsdag
ochtend van den gouv.-gen. van Ned-Indië ont
vangen het navolgende telegram
Gisteren verkenning Oostrand Soeik, zonder
tegenstand bevolking. Aldaar begonnen met op
ruiming muren. Weg West Tjakra Negara veilig
gemaakt. Oude radja zou in poeri gewond en
naar het Noorden gevlucht zijn. Bevolking bracht
beide nog verloren veldkanons en één bergkanon
Bij werpen kruit in vijver uit magazijn be
oosten 'poeri, ontstond ontploffing, waarbij kapt.
Tuinenburg luit., Campioni en 13 gestraften
ernstige brandwonden bekwamen. Officieren bui
ten gevaaf.
Drie compagnieën gelegen in een gedeelte
poerie, ook tot bewaring geld. Naar Ampenan
vervoerd 230 K.G. goudgeld en 3810 K.G. zil
vergeld. Hoeveel meer niet te bepalen, daar in
grond verborgen is en moet gezocht worden.
Heden operaties vervolgd.
Weder blijft gunstig.
Bij het departement van Koloniën is Woens
dagochtend van den gouverneur-generaal van
Nederl.-Indië ontvangen het navolgend telegram:
„Op bericht, dat de oude radja zich te Sasari
op weg naar Lingsar bevond, is gisteren colonne
uitgerukt, dessa omsingeld. Vorst, zoon en zoon
van Ktoet gaven zich over. Inmiddels onder
wierpen zich te Tjakra Negara verscheidene
voorname Baliërs. Verzet gebroken. Geen schot
meer gelost. Laatste bergkanon terug. Vetter
adviseert terugzending twee bataillons, hij ver
gat gisteren te melden, dat poeri geheel verlaten
was. Koninginnen en U eerbiedig gelukgewenscht.
Aantal minderen, gesneuveld en overleden
wonden gebleken 46, op nam
Nog gevonden 3389 Kg. zilver benevens veel
preciosa", en de schatkist van den ouden Radja.
Dat de vlaggen werden uitgestoken na de
openbaarmaking der ontvangen telegrammen is
even verklaarbaar, als dat de pers, voor zoover
ze gelegenheid had zich te uiten, een woord
van hartelijke hulde brengt aan het dappere
Indische leger en den leider der Lombok-expe-
Generaal Vetter, die niet lang geleden menig
hard verwijt moest hooren over zijn gebrekkig
beleid, na de mislukking der eerste expeditie,
is thans de held van den dag. En nu hij niet
alleen zegevierend het gepleegde verraad heeft
gestraft, maar zelfs „schatten" heeft veroverd,
wordt hij reeds bezongen als wijlen Piet Hein
de overwinnaar der Zilvervloot.
„Wat zou er van zijn naam in de geschiede
nis zijn terecht gekomen, roept een der bla
den, de „Amst. Crt.", verontwaardigd uit in
dien hij, inplaats van met een schitterend succes
uit den strijd te voorschijn te komen, wellicht
bij grootere krachtsinspanning, bij het betoonen
van nog meer beleid en moed, minder succes
hadde gehad, er zelf het leven bij ingeboet had!"
Inderdaad, de schitterende revanche zal ook
de kritiek zachter stemmen, al heeft men nooit
getwijfeld aan Vetters bezielende leiding in den
strijd. De „Tijd" een der eerste Nederlandsche
bladen, welke het „beleid" veroordeelden, brengt
den generaal verdiende hulde en ze meent, dat
thans zijn schuld, als die bestond, moet worden
beschouwd te zijn uitgewischt.
Nu de Radja, met zoon en kleinzoon, zich
heeft overgegeven en dus het verzet als gebro-
mag worden beschouwd, rijs weer de vraag,
welke reeds aanleiding heeft gegeven tot zoo
veel verschil van gevoelen Moet thans Lombok
onder ons rechtstreeksch bestuur komen
Het ligt voor do hand die vraag bevestigend
te beatwooaden. De vorst zal wel worden ver
bannen, maar, al geschiedt dit niet, men zal
hem onmogelijk kunnen handhaven, evenmin
als zijn afstammelingen-
„Zal op Lombok een ander inlandsch vorst
gesteld, dat die te vinden is onder opperge
zag van het gouverment worgen aangesteld
vraagt het „Handelsblad," waarschijnlijk maar
voor de leus, want het komt ten slotte zelf tot
de conclusie, dat invoering van rechtstreeksch
bestuur in de gegeven omstandigheden niet meer
is een vraag van meerdere of mindere wensche-
lijkheid, maar van noodzakelijkheid.
Een beslissing zal spoedig moeten worden
genomen, indien ten minste werkelijk blijkt, dat
de oorlog als geëindigd mag worden beschouwd,
welke conclusie men bij het lezen der laatste
berichten gaarne geneigd is als de juiste aan
te nemen.
Buitenland.
De oorloy tusschen China en Japan.
Uit goede bron ontvangt men het bericht uit
Port Arthur, dat de Japanners 4 maal een aanval
op deze stad hebben gewaagd. Bij den eersten
aanval werden de voorposten der Chineezen terug
geworpen, bij de drie andere werden de Japanners
echter teruggedreven. Sedert 20 Nov., 12 uur
'smiddags, wordt de stad voortdurend gebombar
deerd, terwijl de Japansche vloot 21 Nov. met
het beschieten der forten zou moeten beginnen.
Denzelfden dag dat het lijk van keizer
Alexander uit Livadia werd vervoerd, werd aan
de Joodsche familiën in de Yalta aangezegd,
dat zij geen recht meer hebben langer daar te
wonen. Tachtig gezinnen hebben reeds mede-
deeling ontvangen, dat zjj Rusland moeten ver-
In een salonwaggon van den Deenschen
koning valt een eigenaardigheid te bewonderen.
Verschillende vorstelijke personen hebben, met
een diamanten ring waarschijnlijk, hun naam in
een der ruiten geschreven, en nog wel den naam
waarmede zij in den familiekring werden aan
gesproken. Men leest er„Berti en Alix" (de
prins en prinses van Wales); Sacha 1883 (wijlen
Alexander III); Dagmar (de keizerin-weduwe);
Eddy (wijlen de hertog van Clarence); Nicky
(grootvorst Nicolaas); Nick (de tegenwoordige
Czaar); Alix (zjjn bruid); Christian (koning van
Denemarken); Wilhelm (keizer van Duitschland).
Over de echtscheiding van prinses Walde-
mar van Denemarken, verneemt men, dat het
in 1885 uit liefde gesloten huwelijk eerst zeer
gelukkig was. De jonge vrouw was, vooral bij
het volk, zeer gezien, zij ging ook gaarne om
met de kameraden van haar man, de Deen-
sche zeeofficieren en stelde belang in alles, wat
in de Deensche hoofdstad gebeurde. Enkele
jaren geleden begon zij ergernis te verwekken
aan het hof, omdat zij zich aan de etiquette
zeer weinig stoorde. Bovendien verscheen zij bij
iederen hevigen brand, deelde cognac en sigaren
uit aan de manschappen, liet zich zelfs in de
uniform der brandweer photografeeren en haar
portret in de waohtkamer der brandweermannen
ophangen. Bij de wedrennen rookte zij cigaret-
ten en dronk ze champagnein een woord de
etiquette bestond voor haar niet. Verder heeft
zij zich met de politiek willen inlaten, waardoor
zij heelemaal in ongenade gevallen is, terwijl
Waldemar haar redenen tot ontevredenheid ge
geven heeft door galante avonturen. Haar zon
derling optreden bij verschillende gelegenheden
wordt toegeschreven aan haar overprikkelden
toestand Zij is nl. verslaafd aan morphine.
Een medewerker van de „Figaro" schreef
eens over den geest des tijds
Op het einde der zeventiende eeuw vocht
men nog voor een godsdienstige overtuiging. Op
het einde der achttiende eeuw liet men zich
onthoofden voor een staatkundig beginsel. Op
het einde der negentiende eeuw vecht men in
Europa, alleen voor hooger loon en minder werk
tijd, en buiten Europa om de natuurlijke schat
ten te veroveren van nog versche landstreken.
En verder eet en drinkt men en gaat naar den
schouwburg en zoekt nieuwe emotiën op, omdat
men het leven zoo eentoonig en zoo vervelend
PREDIKBEURTEN.
Woensdag 28 Nov. nm. 6.30 u. Ds. Strarnrood.
NED. HERV. GEM. NOORDSCIIARWOUDE.
Zondag 25 Nov. voormiddags 9.30 uur, Ds.
Habbema
GER. GEMEENTE.
Zondag 25 Nov. voorm. 9 uur, Voorbereiding,
nam2 uur Doop, Ds. Boeijenga.
Woensdag 28 Nov. nm. 6.30 Ds. Boeijenga.
NED. HERV. GEM. ZUIDSCHARWOUDE.
Zondag 25 Nov. n.m. 1.30 uur, Ds. Habbema.
NED. HERV. GEM. BROEK OP LANGEDIJK.
Zondag 25 Nov. vm. 9, nm. 2 u. Ds. Gemser.
Woensdag 28 Nov. nm. 6 u. Ds. Gemser.
GEREF. GEMEENTE A.
Zondag 25 Nov. v.m. 9.30 nam. 2.30 u.
Godsdienstoefening.
Donderdag 29 Nov. nm. 6.3
GEREF. KERK B.
Zondag 25 Nov. vm. 9. uur, nm. 2 uur Ds.
Bakker
Woensdag 28 Nov. nm. 6.30 u. Ds. Bakker.
DOOPSGEZINDE GEMEENTE.
Zondag 25 Nov. voorm. 9.45 uur, geen dienst.
Marktberichten.
Groenteiunarkt Broek op Langedijk,
Maandag 17—24 November.
Aardappelen f a f Bloemkool
f af.Bloemkool 2e soort f
a f Roode kool fl.50 a f4.—. Wortel—
f a-f Uien per lOObosf .af0.70.
Geele kool f2.— f2,50, Nep f a f
Witte kool f a f Reuzenk. f3.—a 6.50
Biete f6, 9,
ALKMAAR, 23 Nov. Aangevoerd398
stapels Kaas, wegende 124923 Kg. Kleine f 26.50
Commissie f 24.50 Middelbare f 25.50
ALKMAAR 24 Nov. 1894. Aangevoerd 3
Paarden f 80.— a f150.—3 Koeien f 130 a
f 21 Nuchtere kalveren f8.a f.18
143 Schapen f 12.a f21.Lammeren f
af 107 Magere varkens f12.a flë.290
Biggen f6.— af 9.— 7 Bokken en Geiten f3.—
af 5.kleine id. f0. af Aardappelen f 80.
per zak; nieuwe p. mandje f Wortelen f .75;per
100 bos Kippen f 0.30 a fl.50 Konijnen f 15. a 1.50
Kipeieren f5.a f6.per lOOstuks Eendeieren
per 100 stuks; Boter per kop f0.55 a f 62.
Peren f2.'20 per zakBloemkool f.af 5, perlOo
Uien f per 100 bos; Eenden f60. per stuk.
SCHAGEN, 22 Nov. 14 Paarden f 40 a
100., 65 Geldekoeie f 80 ,af 230, 10 Kalf-
koeien f a 25 Vaarzen f 60 a f 110
15 Nuchtere Kalveren f 8a 18,— 350 Schapen
18. a f 28, 662 Lammeren f 10,—a f20,— 45
magere Varkens f 10a f 13,— 30 Biggen f 5.— a
f 8,— Boter per kop f 0,425 a f 0,525 Kipeieren
f5,50, a 6.— f —per 100.