r
Weekblad voor LANGEDIJK en Omstreken.
N°. 49.
Zondag 9 December 1894.
3e Jaargang.
OPLOSSING
Nationale Militie.
Nationale Militie.
Nationale Militie,
Plaatselijk Nieuws.
N ieuwstij dingen.
FEUILLETON.
Het Erdmannshuis.
NIEUWE
LAIGEllJKEJ MUIT.
Deze courant verschijnt eiken Zaterdagnamiddag.
ABONNEM, NTS PR IJS
voor Noordscharwoude, Oüdkarspel, Zuidscharwoude en Br. op Langedijk
per drie maanden 50 ct., franco p. post 60 ct.
UITGEVER:
J. LI. KEIZER.
BUREEL:
lïoorUscharwoiHle.
PRIJS DER AD VERTENTIËN:
Van 1—5 regels 30 ct., elke regel meer 55 ct.
Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend.
Brieven rechtstreeks aan den Uitgever.
Zib die me^
1 Januari 1895 op
de Nieuwe Langedijker Cou
rant abonneeren, ontvangen
de tot dien datum verschij
nende nummers GRATIS.
van het St. TVicolaasJPrij sraadsel,
van de Nieuwe Langedijker Courantvoorko
mende in het nummer van 2 Dec. jl.
„EEN RECHTSGEDING"
of
„PROCES."
Van de oplossingen die wij ontvingen,
hebben slechts 19 inzenders het geraden.
De prijzen zijn bij loting ten deel gevallen
aan de Heeren J. VAN DIJK (Inkt-
stel) en .1. ZOMER (Etui met Theele
peltjes), beide te O u d-K a r s p e 1.
Proclamatiën.
Burgemeester en Wethouders van NOORDSCHAR
WOUDE
Gelet op art. 86 tot en met 92 der wet van-19 Au
gustus 1861 (Staatsblad no. 72);
Brengen ter kennis van belanghebbenden.
Dat de eerste zitting van den Militieraad, bestemd
voor Vrijwilligers en Lotelingen, wordt
geopend op den tweeden Maandag in December en
dat die zitting voor het 3e militie-district, waartoe
deze gemeente behoort, zal worden gehouden te Hoorn.
Iedere vrijwilliger of den loteling, die vermeent we
gens lichaamsgebreken of wegens te kleine gestalte
voor den dienst der Nationale Militie ongeschikt te
zijn, moet zich ter genoemde plaatse bevinden, ten
einde het door hem verlangde onderzoek te onder
gaan, welk onderzoek voor deze gemeente aldaar zal
plaats hebben op Dinsdag, den 11 December aan
staande, des morgens ten 10 ure.
Noordscharwoude, den 26 Nov. 1894.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester,
C. KROON.
Burgemeester en Wethouders van OUD-KAR
SPEL;
Gelet op art. 86 tot en met 92 der wet van 19 Au
gustus 1861 [Staatsblad no. 72];
Brengen ter kènnis van belanghebbenden.
Dat de eerste zitting van deri Militieraad, bestemd
voor Vrijwilligers en Lotelingen, wordt
geopend op den tweeden Maandag in December en
dat die zitting voor bet 3e militie-district, waartoe
deze gemeente behoort, zal worden gehouden te Hoorn.
Iedere vrijwilliger of den loteling, die vermeent we
gens lichaamsgebreken of wegens te kleine gestalte
voor. den dienst der Nationale Militie ongeschikt te
zijn, moet zich ter genoemde plaatse bevinden, ten
einde het door hem verlangde onderzoek te onder
gaan, welk onderzoek voor deze gemeente aldaar zal
plaats hebben op Dinsdag, den 11 December aan
staande, des morgens ten 10 ure.
Oud-Karspel, den 26 Nov. 1894.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester,
C. KROON.
De Secretaris,
P. EECEN Pz.
Burgemeester en Wethouders van ZUIDSCHAR
WOUDE
Gelet op art. 86 tot en met 92 der wet van 19 Au
gustus iaei (Staatsbladrnö. 72)
Brengen ter kennis van belanghebbenden.
Dat de eerste zitting van den Militieraad, bestemd
voor Vrijwilligers en Lotelingen, wordt
geopend op den tweeden Maandag in December en
dat die zitting voor het 3e militie-district, waartoe
deze gemeente behoort, zal worden gehouden te Hoorn.
Iedere vrijwilliger of den loteling, die vermeent we
gens lichaamsgebreken of wegens te kleine gestalte
voor den dienst der Nationale Militie ongeschikt te
zijn, moet zich ter genoemde plaatse bevinden, ten
einde het door hem verlangde onderzoek te onder
gaan, welk onderzoek voor deze gemeente aldaar zal
plaats hebben op Dinsdag, den 11 December aan
staande, des morgens ten 10 ure.
Zuidscharwoude, den 26 Nov. 1894.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester,
J. W. C. KROON.
Lang-edijk.
Wie als vreemdeling een kijkje gaat nemen
in onze over bekende landbouwstreek, staat ver
baasd over de moeite en zorgen, die de bouwers
zich moeten getroosten om hun kool gedurende
den winter in goeden staat te houden.
De daarvoor gebouwde bergplaatsen, voor het
meerendeel van steen, bieden doorgaans ruimte
aan voor het bergen van 5 tot 20 duizend koo
ien. Om de vorst te weeren worden de wanden
ter hoogte van omstreeks 5 voet met ströo be
kleed, terwijl de naden der kleine tuimelraam
pjes bij strenge vorst met koemest worden be
streken. Ook plaatst men wel eens kachels, die
nacht en dag worden gestookt. De nieuw ge
bouwde schuren worden meestal beschoten met
houten lambrizeeringen en de ruimte tusschen
het hout en den muur aangevuld met zaagsel
of haverdoppen, beide slechte warmte geleiders.
De kooien worden als kogelstapels netjes op
elkander gelegd, zoodat de breedte van het bo
venvlak van den stapel iets minder is dan die
van het ondervlak. Eiken dag is de landbou
wer met zijne knechts in de schuren om zijn
waar na te zien en voor rotten te bewaren.
Vochtig weer doet de buitenste bladen van de
kool spoedig tot rotting overgaan. Elk rotplekje
wordt met een zeer scherp mesje uitgesneden.
De snee door het blad mag niet te diep zijn,
daar anders de onderbladen worden beschadigd
en spoedig zouden bederven.
De Langedijker heeft in dit zoogenaamde
„koolafbladen" eene groote handigheid verkre-
geif. De afgesneden bladeren worden tot vee
voeder aangewend. Vele bouwers hebben n. 1.
een of meer koeien gedurende den winter op
stal, die zij voor het grootste gedeelte voederen
met afval van hunne groeten.
De melk van deze koeien is dun, eenigszins
blauw van kleur en smaakt naar de gebruikte
groenten.
Omdat de kleine vensters der schuren weinig
licht doorlaten, branden er doorgaans van den
morgen tot den avond lampen. Als het flink
vriest houdt het „koolafbladen" grootendeels op.
De kool wordt dan goed toegedekt om bevrie
zen te voorkomen. Geheel bevroren kool, „bok"
gevroren zegt men aan de Langedijk, is weinig
waard. De smaak er van is weg en een onaan
gename geur vult het vertrek, waar ze gestoofd
wordt. Het is moeilijk „bok" gevroren kool van
andere te onderscheiden. Voor een paar jaar deed
zich het verschijnsel veel voor, dat de kool tot
het hart toe bevroren was. Bij verkoop worden
die kooien natuurlijk bij levering „uitgeschoten"
en niet betaald.
De Langedijkers houden hun kool dikwijls tot
ver in het voorjaar, soms tot midden April, om
een goeden prijs te kunnen bedingen.
De kool die in het najaar afgeleverd wordt,
is voor het meerendeel afkomstig van meer noor
delijk wonende boeren, die er niet op ingericht
zijn, hun waar gedurende den winter te bewa
ren. Ook de kool van nieuw land afkomstig,
zoogenaamde groetkoel, kan niet bewaard wor
den en moet daarom ook in het najaar van de
hand worden gedaan.
De aflevering van groenten is in den winter
soms zeer moeielijk door het bevriezen der vaar
ten, die naar de stations Noordscharwoude en
Ileer-Hugowaard leiden. Met ijsboeiers tracht
men het water open te houden, soms moet er
een vaargeul gehakt worden, wat doorgaans elk
ingezetene voor zijn eigen perceel doet. Te be
grijpen is de wensch, dat, waar zoo gewerkt en
gezorgd wordt, goede prijzen den arbeid ver
zoeten mogen.
Het ziet er dezen winter helaas niet naar uit,
dat dit het geval zal zijn de Langedijker heeft
tot heden een slecht bouwjaar.
Ons wordt verzocht mede te deelen, en wij
^kunnen ook ons oordeel er aantoevoegen, dat de
Waschmachine, „Ondine" waarvandeheerP.de
Wit, te Noordscharwoude, eenig agent is voor
Langedijk, aan de verwachtingen ten volle vol
doet. Binnen zeer korten tijd zelfs, waren de
inkt- en oliedoeken, waarmede de machine 's we
kelijks een beurt krijgt, zeer goed schoon en
gaven niet af.
Voor besparen van tijd en Iïchteren arbeid, is
de waschmachine „Ondine" onmisbaar in elke
huishouding.
Eeue misrekening.
Een landbouwer in de gemeente Het Bildt
heeft zich door de geheimen der meetkundige
reeksen leelijk laten bedotten.
Op de weekmarten te Leeuwarden heeft hij
de 16 toonen gekocht eener koe, met het dier
zelf op den koop toe. Hij verbond zich voor den
eersten toon te betalen 5 ct. en voor ieder vol
genden het dubbele van dat van den voorgaan-
den. Bij berekening zal blijken, dat het koetje
hem nu komt te staan op f3276.75.
De koe, die hij voor dezen prijs weigerde te
ontvangen, is heengezonden en ergens in de buurt
op stal geplaatst, terwijl de beide verkoopers
aandringen op de betaling. Politie en rechtsge
leerde adviezen moeten er reeds bij zijn geko
men. Natuurlijk is men erg benieuwd naar den
afloop van dezen handel.
Ieder is echter overtuigd, dat in elk geval de
zaak den gefopte geld zal kosten.
(Uit het Duitsch vertaald naar Anton Freiherr
von Perfall.)
38.)
Het toilet der eerste toonde een verweerde gratie,
door welks versleten weefsel de nooddruft schrik
wekkend te voorschijn trad. Alles, wat zij aan 't lijf
had was van zware, kostbare stofhet zwartzijden
kleed, de met pels gevoerde, rijk bestikte mantel,
over alles schenen zware stormen te zijn heenge
gaan. Het zijden kleed was van onderen uitgera
feld, de zoom bevlekt, en als het zich bij eenige
beweging ophief, dan zag men scheefgeloopen, sme
rige schoenen. De kostbare veer op haar lluweelen
hoedje was geknakt en hing er slap bij neer. Haar
geleider paste uitstekend bij haar, men kon zich
in 't uiterlijke geen volkomener harmonie denken.
De nauwsluitende kleeding, die volstrekt niet bij
het jaargetijde paste, de verschoten havanakleurige
overjas, die sportlui gewoon zijn te dragen, de
Engelsche hoed met deuken en erg versleten rand,
tot zelfs de rijzweep, wier vlechtwerk zich van
onderen losmaakte dat alles droeg den stempel
van voornamen afkomst.
Met heesche stem bestelde hij twee cognac's,
terwijl hij zijn roepen door 't klappen van de rij
zweep op de tafel versterkte.
Beiden keerden Sixtus den rug. Deze scheen zich
meer voor hen te interesseeren, want hij strekte
den hals verder boven de courant, dan gewoonlijk.
Een honenden lach gleed hem over 't gelaat.
sOok gestranden,« dacht hij bij zich zelf, »en
gestranden zullen zich vereenigen en te samen krui
pen aan de leege kust, waarop de storm hen wierp.«
Gaarne had hij een gesprek met hen aangeknoopt,
maar zij waren druk met elkander in gesprek en
sloegen volstrekt geen acht op hem. De dame
scheen blijkbaar vertoornd, zij trok met rasse
beweging de handschoenen met groote gaten
aan de toppen uit en wierp ze nijdig op de
tafel.
»Ik kan u niet helpen,zei ze zoo luid, datSix-
tus ze goed verstaan kon, »gij moet die betrekking
aannemen. Zóó kan het niet langerMijn gage is
tenauwernood toereikend voor één en gij moest u
schamen voor de lui De heer aan haar zijde
maakte een teeken, om zachter te spreken.
«Als ge nog slechts twee dagen kunt wachten,
mijn oom moet iets voor mij doen,« antwoordde
hij op gedempten toon.
»Ja, als gij die komediante, die ge sinds jaren
onderhoudt, verlaat, dan is het mogelijk,fluisterde
zij hem in 't oor.
Deze haalde de schouders op en sloeg met één
teug zijn glas cognac naar binnen.
»Dat kunt gij echter niet. Of kunt gij dat
werkelijk Zij boog zich voorover en zag hem
vast in de oogen. Haar profiel werd den luisteren
den Sixtus een oogenblik zichtbaar. Een edel
profiel, alleen door een in 't oogloopende hardheid
beroofd van al het jeugdige.
Sixtus staarde het onwillekeurig scherp aan.
uNeem u in acht, gij kent mij nog niet!« vol
tooide zij haar toespraak.
»Sergius De courant viel Sixtus uit de handen.
De heer wendde het hoofd naar hem om. Sixtus
sprong op, zijn bleeke gezicht werd vuurrood,
ook de dame wendde zich verschrikt om.
»Gilderiep Sixtus.
Deze scheen nog steeds te twijfelen, doch die
uitroep wie kon haar Gilde noemen op deze
plaats
»Sixtus, zijt gij het waarlijk?!* Haar geleider
geheel vergetend, sprong zij op en viel haren broe
der om den hals. Gelukkig was het lokaal ledig
en ook geen der kelners aanwezig, anders ware
zeker de commissaris van deze scène ingelicht.
Beiden stonden langen tijd zonder een woord te
kunnen spreken, de verrassing was te groot.
Se.rgius, hij was Gildes geleider, was blijkbaar
onaangenaam getroffen door deze beweging, hij
trommelde ongeduldig met zijn vingers op het blad
van de tafel en toen beiden nog geen beweging
deden om zich te scheiden, stond hij op.
»Nu ben ik te veel,« zeide hij en wilde zich ver
wijderen.
Blijf', graaf Sergius," riep Sixtus hem toe, zijn
zusters van zich verwijderend. »Ik zal u geen ver
wijt meer maken. Zeker nietGij hebt ook
bitter moeten boeten, evenals ik, schijnt het.a
En nu behoeft gij u mijnen niet meer te schamen.
Nu denk ik, zijn wij tamelijk gelijk. Lieden van
één stand Daarom geen vijandschap meer.«
Hij stak hem de hand toe, en een innige tevre
denheid straalde uit zijn oogen, die Sergius niet
ontging. De laatste nam haar aan en nam weder
plaats.
»Oogenblikkelijk hebt gij gelijk, heer Erdmann,®
antwoordde de graaf. »Wat kan men tegen het on
geluk beginnen." Maar het zal niet lang meer duren,
mijn oom
Gilde lachte spottend. Sergius toonde zich belee-
digd en zweeg.
Beiden, broeder en zuster, lag zooveel op 'thart,
zij hadden zooveel te zeggen en te vertellen, dat
ze heelemaal niets vroegen en niets zeiden, maar
langen tijd sprakeloos bleven. Gilde zag bezorgd in
het gelaat van haren armen broeder, wien de op
gewondenheid nog bleeker maakte.
Wat een vlucht van beelden trok hun ziel voor
bij, terwijl zij zoo zwijgend elkander zaten aan te
staren. Sergius stak onderwijl een cigarette aan.
Wanneer ontelbare brandende vragen op de tong
liggen, gebeurt het gewoonlijk, dat een zeer ver
liggende, onbeduidende het eerst gesteld word.
Zoo vroeg Sixtus plotseling aan Gilde, of dat niet
dezelfde pels was, dien zij droeg, toen zij met hare
moeder naar het Rhenanen bal ging. En juist
de/.e vraag greep Gilde 't diepst in haar ziel.
Zij verborg weënend haar gezicht, waarop zorg en
vlug leven haar geschiedenis hadden geschreven, in
de handen. Dat was juist het keerpunt in haar