Weekblad voor LANGEDIJK en Omstreken.
N°. 50.
Zondag 16 December 1894.
3e Jaargang.
Plaatselijk Nieuvys.
N ieu wstij dingen.
X Motor-wagens.
FEUILLETON.
Het Erdmannshuis.
NIEUWE
LAAGEDIJKM COMAE
Deze courant verschijnt eiken Zaterdagnamiddag.
ABONNEM, NTSPRIJS
voor Noordscharwoude, Oüdkarspel, Zuidsciiarwoude en Br. op Langedijk
per drie maanden £»0 ct., franco p. post <3 O ct.
UITGEVER:
J. II. KEIZER.
BUREEL:
IVoordscliarw oude.
PRIJS DER ADVERTENTLËN:
Van 15 regels 30 ct., elke regel meer 5 ct.
Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend.
Brieven rechtstreeks aan den Uitgever.
Zij, die zich met
1 Januari 1895 op
de Nieuwe Lange dijker Cou
rant abonneeren, ontvangen
de tot dien datum verschij
nende nummers GRATIS.
Beroepen bij de Ned. Herv. Gem. op
Vlieland, Ds. B. H. Habbema, pred. te Noord
scharwoude.
In de jl. Dinsdagavond gehouden verga
dering van Notabelen der Nederduitsche Herv.
Gem. alhier is herbenoemd tot kerkvoogd de
heer K. Wagenaar Cz.
In de Woensdagavond gehouden vergadering
van den Kerkeraad werden in de plaats der af
tredende leden, de heeren C. Swager Dz. en C.
Volker Jz. benoemd, tot onderling de heer A.
Swager Az. en tot diaken de heer C. Kleijer.
Eenige jongelui te Oud-Karspel schijnen
het plan te hebben opgevat eene vereeniging op
te richten, hebbende ten doel door gezellige bij
eenkomsten, het goede en nuttige onderling aan
te kweeken.
De bijeenkomsten zullen worden gehouden hij
den heer C. Kroon Cz., aldaar.
A.s. Dinsdagavond 18 Dec. zal het De
partement Oud-Karspel van de Maatschappij
tot nut van 't algemeen eene openbare vergade
ring houden in de kolfbaan van den heer
G. Slotemaker Jz.. en worden voor die gelegen
heid kosteloos bon's uitgereikt door de leden
aan allen, die van deze gelegenheid wenschen
te profiteeren, voor zoo ver het aantal toegangs
kaarten toelaat.
In de jongste Nutsvergadering van het Departe
ment Oud-Karspel, zijn tot Commissarissen dei-
spaarbank herbenoemd de heeren J. Zomer en
H. Hart, beiden te Oud-Karspel.
Ten bewijze, hoe weinig de landbouwers
te Laugcdijk voor hunne kool kunnen krijgen,
diene, dat een landbouwer 100 snees witte kool
eenvoudig laat stukhakken op het land om als
mest te dienen. De hoeveelheid kool, die op
deze wijze wordt gebruikt vertegenwoordigt in
tijden, wanneer er flinke handel is, eene waarde
van f1000 k f1200.
Holland's Noorderkwartier.
Den aftredenden voorzitter, den heer J. L. T.
Groneman te Wieringerwaard is door het bestuur
van bovengenoemde vereeniging Donderdag j. 1.
in het hotel Broersma te Schagen een diner
aangeboden als blijk van erkentelijkheid voor
de bijzondere verdiensten van den heer Grone
man als voorzitter van bovengenoemde vereeni
ging-
Moord te Schagen.
Met zekerheid kan thans worden bericht dat
de zaak Boes den 14den Januari en zoo noodig
volgende dagen voor de rechtbank te Alkmaar
zal dienen. Uit Schagen zullen een 34tal per
sonen als getuigen worden gehoord.
Ambtshalve is Mr. Van der Hoeven den beklaag
de als verdediger toegevoegd.
Afvoerbuizen.
In een der bladen komt onder de rubriek
„Correspondentie" een aardige mededeeling voor.
Zij is gericht tot een correspondent of medewer
ker, wiens naam en woonplaats op de gebrui
kelijke wijze met initialen worden aangeduid en
luidt dan als volgt
„Door overvloed van kopij zonden wij
uw stuk naar een van de katholieke bladen. Tot
heden zagen wij de opname daarvan nog niet."
Naar men mededeelt, zijn door een der voor
naamste stoomtrammaatschappijen in ons land
onderhandelingen aangeknoopt met de heeren
D. Bos c. s. te Amsterdam, over de algeheele
overname en het in exploitatie brengen door
geheel Nederland van de Benz patent-Motor
wagens en omnibussen.
Ook nog van een andere groote inrichting
was in dien geest aanzoek gedaan.
Zoo is er alle kans, dat men spoedig de wa
gens, die door eigen kracht voortgedreven wor
den, in onze straten kan zien verschijnen.
De koe van f3276.75.
Wij zijn toch wel een weinig nieuwsgierig
zegt het (Utr. Dgbld.) of de zaak van
den Biltschen landbouwer, wien op de markt
te Leeuwarden de 16 teenen van een koe, met
het beest op de koop toe, verkocht zijn tegen
5 cent voor den eersten teen en voor eiken vol
genden het dubbele van dat van den voorgaan-
den, voor het gerecht zal komen. Want voor de
rechtbank kon de zaak nog wel eens een heel
anderen loop nemen dan de slimme verkooper
die meent den kooper er zoo aardig te hebben
laten inloopen, denkt.
De man is al te slim geweest en heeft daar
door niet bedacht, dat als hij eerst de zestien
teenen van de koe geleverd heeft, hij het dier
zelf niet meer op den koop toe leveren kan.
Eene koe zonder teenen is natuurlijk geen com
plete koe, en daarop heeft de kooper rechtal
ontbrak er maar één teen aan, dan zou hij nog
het recht hebben te weigeren wat hem wordt
aangeboden.
Als dit geschil een rechtzaak mocht worden,
dan zou 't dus wellicht blijken, dat bij slot
van rekening de verkooper de gefopte is, omdat
hij niet zal 'kunnen leveren wat hij verkocht
en dus niet alleen geen cent zal kunnen vorde
ren van den koopprijs ad f 8276.75, maar nog
meer kans heeft tot schadevergoeding wegens
wanpraestatie te worden veroordeeld.
Maar het publiek zou er zeker belang in stel
len, voor een heusche rechtbank eens een zaak
te hooren bepleiten, die herinnert aan het door
Shakespeare in zijn „Merchant of Venice" ge
schetste geding, waarin Shylock bedrogen uit
komt, waar hij do nakoming vordert van de
verwaarden van den schuldbrief, die als boete
op de niet betaling van de door Antonio aange
gane schuld hem het recht verleende een pond
vleesch te snijden uit Antonio's lichaam.
Die trouwen nog niet.
Mevrouw S. te Utrecht kreeg 3 dezer eene
nieuwe dienstbode als tweede meid, die naar
het zich liet aanzien haar handen flink kon
roeren, en bovendien aan net en zindelijk wer
ken gewoon scheen. De indruk, dien het meisje
dan ook had gemaakt, was bepaald gunstig,
jammer dat er in dien toestand reeds zoo spoe
dig verandering moest komen. Wat toch ge
beurde Op den tweeden dag na hare in dienst-
treding, vermiste mevrouw van hare slaapkamer
een gouden dameshorlogeketting, terwijl den vol
genden dag door mijnheer te vergeefs naar een
gouden ring met brillant van groote waarde
werd gezocht. Natuurlijk werd alles zoo nauw
keurig mogelijk doorzocht en toen dit zonder
gevolg bleef, de hulp der politie ingeroepen,
waarvan het gevolg was, dat de recherche al
heel gauw tot de ontdekking kwam, dat de ket
ting door een jongen man bij een goudsmid was
verkocht. Inmiddels was de dienstbode plotseling
uit haar dienst vertrokken, voorgevende dat zij
in een dienst, waar dergelijke feiten voorvielen,
niet langer verkoos te blijven. De politie scheen
deze handelwijze wel wat vreemd te vinden, al
thans zij verloor het meisje niet uit het oog en hield
jl. Zaterdag haar en haar vrijer aan. Hoewel
beiden aanvankelijk verklaarden van niets te
weten was het einde toch, dat zij bekenden.
Het meisje had namelijk den ketting en den
ring gestolen, terwijl de vrijer den ketting had
verkocht en den ring bij een bloedverwante in
de dakgoot had verborgen. Dat onder deze om
standigheden van trouwen, zooals zij zich voor
genomen hadden, vooreerst wel niets zal komen
is wel zeker.
Toch kranig!
In het begin van dit jaar deserteerde van het
korps genie, te Utrecht in garnizoen, de tamboer
V. en wist zich geruimen tijd hier en in het
buitenland schuil te houden, tot dat hij, het
wagende zijn meisje eens te bezoeken, door
de politie werd gesnapt en naar zijn korps
teruggebracht, waar hij in bewaring werd ge-
gesteld. Toen men hem echter op zekeren dag
een verhoor zou doen ondergaan, bleek de vo
gel te zijn gevlogen, terwijl alle nasporingen
zonder gevolg bleven, totdat men opeens hoorde
dat hij zich onder een anderen naam, met
door hem ontvreemde papieren, voor den kolo
nialen dienst had verbonden, doch met het hand
geld er van door was gegaan. Andermaal ge-
lukte het der Utreclitsche politie, toen hij we
der door de liefde gedreven, de noodige voor
zichtigheid uit het oog verloor hem te ar
resteeren, en ter beschikking van de militaire
autoriteit te stellen, die hem naar Harderwijk
deed transporteeren. Van daar weder naar Utrecht
overgebracht, werd hij ziek en in het militaire
hospitaal aldaar opgenomen, waaruit hij echter
in den nacht van Zaterdag op Zondag weder
heeft weten te ontvluchten. Om ontdekking zoo
veel mogelijk te voorkomen, had hij van een
gedeelte zijner kleeding een pop gemaakt en
deze onder de dekens gelegd, zoodat men op
het eerste gezicht moest denken, dat hij nog lag
te slapen. Of hij zich voor de derde maal zal
laten snappen, zal de tijd moeten leeren, tot
heden is echter nog geen spoor van hem gevonden.
Broedertwist.
Te Beerta stak een elfjarige jongen in drift
zijn ouderen broer met een mes in de zijde. De
toestand is hoogst gevaarlijk.
Y" De ganzen van liet Capitool.
Gelijk eens de bewoners van het Capitool,
werd dezer dagen de veehandelaar M. te Wijk-
Maastricht, door eene gans gewaarschuwd, dat
er onraad in aantocht was. Toen er nl. 's nachts
pogingen tot inbraak bij hem werden gedaan,
was het de gans des huizes, die door haar ver
vaarlijk gekwaak de bewoners deed ontwaken,
waardoor de inbrekers op de vlucht gingen.
(Uit het Dnitsch vertaald naar Anton Freiherr
von Perfall.)
39.) (S L O T.)
Sixtus kon zijn lach niet onderdrukken. »Daar
hebben wij dat vervloekte vooroordeel weder! Het
zal pas met de wereld zelf ondergaanMaar gij,
Gilde, gij gaat toch mee? Ik smeek u
Gilde talmde. »Ik heb het reeds vaak gewild, -
maar ik heb het nog niet ten uitvoer kunnen bren
gen, Tot voor het huis kwam ik vaak. Maar
erin. dat ging niet,® zeide zij.
«Probeer het dan met mijKom Hij tilde haar
met geweld van den stoel. «Begeleid ons, graaf
Sergius.«
«Waarom niet, Gij keert toch weder om voor het
huis. Ik zeg het u vooruit.«
Gilde volgde, hoewel tegen haren zin. Het
was reeds vijf uur en donker op straat. Een zenuw
achtige haast had Sixtus bemachtigd. Hij holde als
't ware door de straten, met Gilde aan den arm.
Een hevige stormwind waaide hem tegen en prik
kelde hem tot hoesten. Vaak moest hij blijven
staaan, om adem te scheppen. Zijn aangezicht
gloeide. En toch voelde hij zich zoo krachtig als
ooit. Eindelijk stonden zij voor het Erdmanns
huis. Het ging er lustig toe in de smederij.
Sixtus moest zich op de bank vpor het huis zet
ten, zoo duizelde 't hem een oogenblik. Toen keken
zij beiden door 't venster.
Een stevige man met rooden vollen baard stond
voor het aanbeeld, een ijzerstang bewerken. Een
rilling overliep hen, het was als zagen zij den
geest hun vaders Valentijn was 't! Een jongen
stond aan de blaasbalg en deed versche lucht toe-
stroomen naar het vuur, dat op den achtergrond
een jonge vrouw verlichtte, die een kind aan de
borst droeg. Voor haai voeten speelde een kleine
jongen.
»Fevi,« fluisterde Sixtus, met de hand op de borst,
als deed ze hem pijn. Als vastgenageld aan den
grond keken zij naar binnen.
Daar binnen zagen zij was het geen droom
wat zij verloren hadden: rein, echt geluk, gebouwd
op arbeid en liefde. Beide drukte zij het heete voor
hoofd tegen de ruiten, tranen deden het sneeuw
kleed op de raamposten smelten.
«Kom, ga mee naar binnen zei Sixtus opeens,
Gilde bij de hand vattend. Zij keerde zich om, naar
Sergius, die wat achterwaarts stond en zei«Komt
gij met mij mede?«
«Neen, wat zou ik daar doen! Maar laat u
door mij niet weerhoudenantwoordde hij.
Gilde zag hem waktrouwend aan. Hij zei dit
op een toon, die haar hevig deed schrikken. Hij
wilde haar wel kwijt worden in haar ouderlijk huis.
»Ik ga met u, Sergius,sprak zij vast besloten.
«Probeer het alleen, ik ben verloren voor dit
huis.« Zij scheurde zich van Sixtus los. greep den
arm van Sergius, trok dezen heen, en als kon het
haar rouwen, ijlde zjj met hem over het plein en
verdween ir» de donkere straat. Dat alles ging zoo
spoedig in zijn werk, dat Sixtus haar niet kon weer
houden. Zijn besluit stond vast. Nog eenmaal keek
hij naar binnen, toen ging hij naar de deur en
opende ze.
Verschrikt keek de man voor 't aanbeeld op, de
binnentredende stond in diepe schaduw.
«Wat wenscht gij vroeg hij.
«Werk klonk het helder en klaar.
«Wat voor werk toeh?«
«Elke arbeid, dien gij mij geven wilt, slechts
werk.«
De smid boog zich voorover, om de gestalte van
den bezoeker te toetsentoen hij de lange, verma
gerde gestalte zag in zijn langen zwarten jas, moest
hij luid lachen.
«Maar, mijn lieve vriend, hier is een smederij
Dat is toch geen werk voor u, dat zult ge toch wel
inzien
«Omdat ik te zwak ben, denkt gij antwoordde
Sixtus met bevende stem. «Ik hen echter niet te
zwak om te werken, dat lijkt wel zoo. Ik was
langen tijd ziek,« weder moest hij hoesten
«Anders ben ik sterk genoeg.®
De knechts, die ook nader getreden waren, lach
ten luidop bij dezen aanblik en maakten allerlei
vreemde gebaren. Ook Valentijn kon zijn lachen
niet weerhouden, tot zelfs Fevi en de kleine op den
grond lachten.
Maar dit lachen klonk Sixtus duivelsch in de
ooren in zijn binnenste kampten woede en schaamte
om de overwinning.
Dan zal ik het u toonen schreeuwde hij, plaat
ste zich voor het aanheeld, greep een hamer, dien
Valentijn juist had neergelegd en zwaaide dien met
een hoogrood aangezicht over 't- hoofd. Daarna liet
hij hem met een kracht op het gloeiende ijzer val
len, dien hij zelf niet vermoed had, te bezitten.
De knechten en Valenten stonden hem verbaasd
aan te kijken. Maar hij sloeg maar door altijd
door, zijn gezicht gloeide, zijn adem floot,
een dolle woede had hem aangegrepen Alles
vonkte en brandde om hem heenPlotseling
echter zonk hem de geheven hamer uit de hand,
een luiden schreeuw uitstotend, zonk hij in een.
Een rooden bloedstroom golfde hem uit den mond,
De verbaasde toeschouwers ijlden naderbij, Va
lentijn het eerst. Hij boog zich over den stumper
daar voor hem.
«Kent gij mij nu, Valentijn?® zei hij met een
lieflijken lach, die zijn aangezicht verhelderde.
«Sixtusriep de smid verschrikt, die eerst nu
zijn broeder herkende.
«Een dokter, jongen, heel gauw een dokter
Waarom hebt gij dat gedaan, Sixtus? Help mij
hem in de kamer te dragen Fevi, Sixtus
riep hij radeloos door elkander.
Deze was vlug nadergeloopen en knielde bij den
stervende.
«Laat mij hier sterven,bad Sixtus met zwakke
stem. «In de werkplaats, die ik nooit had moeten