Weekblad voor LANGEDIJK en Omstreken. N°. 52. Zondag 30 December 1894. 3e Jaargang. Nationale Militie, Vatioiale Militie. Plaatselijk Nieuws. N ieuwstij dingen. FEUILLETON. NIEUWE LUUIUkU C0IIR41T. Deze courant verschijnt eiken Zaterdagnamiddag. ABONNEI NTSPRIJS voor Noordscharwoude, Oüdkarspel, Zuidscharwoude en Br. op Langedijk: per drie maanden ï>0 ct., franco p. post 60 ct. UITGEVER: J. ET. KEIZER. BUREEL: IWoordscSiai'woutfe. PItIJS DER ADVERTENTIÊN: Van 15 regels 30 ct., elke regel meer 5 ct. Grootc letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend. Brieven rechtstreeks aan den Uitgever. Proclamatiën. KKV1ISGHVIXG. Burgemeest er en Wethouders van NOORDSCHAR- WOUDE: brengen ter kennis van de belanghebbende lotelin- gen der nationale militie alhier Dat de Militieraad in dit district, dit jaar zijne tweede zitting houdende te Hoorn op Dinsdag, den 15 Januari aanstaande, voormiddags ten 10 ure, zal doen onderzoeken de plaatsvervangers en nummer- verwisselaars van lotelingen dezer gemeente, welke daartoe, onder overlegging der noodige bewijsstuk ken, worden aangeboden. Noordscharwoude, den 28 December 1894. Burgemeester en Wethouders voornoemd, C. KROON, HB4\ Y1SG i: VI YG. Burgemeester en Wethouders van OUD-KAR SPEL brengen ter kennis van de belanghebbende lotelin gen der nationale militie alhier Dat de Militieraad in dit district, dit jaar zijne tweede zitting houdende te Hoorn op Dinsdag, den 15 Januari aanstaande, voormiddags ten 10 ure, zal doen onderzoeken de plaatsvervangers en nummer- verwisselaars van lotelingen dezer gemeente, welke daartoe, onder overlegging der noodige bewijsstuk ken, worden aangeboden. Oud-Karspel den 28 December 1894. Voor de ruim 50 in getal zijnde kinderen der Zondagschool alhier, was den 2den Kerstdag vreugde bereid. Een kerstboom van flinke afme ting was in het Kerkgebouw geplaatst, verlicht door tal van kaarsjes, prijkende met keurige ge schenken en door een dames-comité ook verder zeer schoon versierd. Nadat de kinderen gezon gen en een versnapering genoten hadden, liet het zanggezelschap „Crescendo" (een plaats op het orgel ingenomen hebbende) zich hooren daarna, droeg Ds. Habbema een Kerstvertelling voor. Nog eens afwisseling van zang en toen, ostralende kindergezichtenwerd de boom van zijn schatten ontdaan. Een overgroote menigte belangstellenden was ter bijwoning van het feest opgekomen. Uit goede bron vernemen wij, dat de heer Mr. A. P. de Lange, lid van de Tweede Ka mer der Staten-Generaal voor het kiesdistrict Alkmaar, op uitnoodiging der Kiesvereeniging „Vrijheid" in de maand Januari 1895 een po litieke rede zal houden te Ziiidscharwouric in het lokaal van den heer A. Kist. X— Langedijk. Het slechte weer der laatste weken is van grooten invloed op de hier aan wezige groenten. Een groot gedeelte verkeert tengevolge van de vocht in rottenden toestand Dag in, dag uit heeft de landbouwer werk om zijn kool zoo goed mogelijk van rottende blade ren te ontdoen. Nog altijd zijn de groenten zeer weinig waard. De handelaars behoeven tegen woordig niet meer naar de bouwers te gaan om zich van groenten te voorzien, neen, de land bouwers zoeken de handelaars op om toch maar iets van hun waar kwijt te raken. Zoolang dit zoo blijft, ziet het er voor den Langedijk treurig uit. Herbenoemd tot Notabelen bij de Nederd. Herv. Gem. alhier, de Heeren S. Stam en C. Slotemaker. Een paardentemmer. Men schrijft ons uit Rotterdam Dezer dagen werd in het circus aan de Zo merhofstraat een voorstelling gegeven door den paardentemmer professor Northen B. Smith. Het is niet om reclame voor zjjn zaak te maken doch wat waar is moet gezegd worden men staat in een woord verbaasd over den kor ten tijd welke hij noodig heeft om wilde, zenuw achtige schichtige paarden, hunne slechte ge woonten geheel af te leeren. De proeven werden door hem geleverd met paarden van allerlei soort door particulieren uit Rotterdam en omstreken voor dit doel afgestaan. In een minuut of tien tijds bracht hij liet onhandelbaarste paard er toe zonder vrees door de manege te draven beladen met rinkelende pannen, een turksche trom enz. rustig te blijven staan te midden van honderde ontploffende voet zoekers, onder het geraas en de stoom van een drietal stoomfluiten enz. Wat daarbij tevens waardeering verdient is dat bij zjjn methode alle middelen van wreed heid of marteling zijn uitgesloten, zelfs de zweep wordt 'oijna niet door hem gebruikt. Men kan er dan ook uit leeren wat verkregen kan wor den door menschelijke behandeling, geduld en vriendelijkheid, en menige paardentemmer van beroep kan er een lesje aan nemen. Reclame. Een Rotterdamsch blad maakt melding van ;en reclame, die eigenlijk onder „In en Om den Schouwburg" thuis behoorde. Woensdag-avond trad in den schouwburg Aert van Nesstraat de Fransche Opera uit Den Haag voor een volle zaal op met de opera Samson et Delila. Op de eerste bank van de stalles waren zes midden plaatsen besproken, die werden ingenomen door zes deftig gekleede personen, die, totdat het scherm opging, hun hoeden ophielden. Nauwe lijks echter ging het gordijn omhoog, of zij ont blootten het hoofd en men had nu van alle kan ten in de zaal het uitzicht op zes tonsures, wel wat buiten model, wat grooter dan gebruikelijk, maar blinkend wit van kleur. Op zich zelf wekte dat reeds verbazing, die echter nog toenam toen men zag dat op dat blinkende wit, zwarte figuren zich bevonden, groote letters, die in de volgorde waarin de be doelde personen plaats hadden genomen den naam vormden van een bekenden worstfabrikant. Na de eerste akte kwam er protest bij den directeur van het gebouw, die de politite raad pleegde. Door hare tusschenkomst werd het zes tal bereid bevonden zich van de tonsuur (een op het haar bevestigde lap) te ontdoen, waarna zij alle zes rustig en kennelijk met veel genoe gen het verdere van de voorstelling bij woonden. Een buitenkansje. Een arme voddenhandelaar te Hoorn werd aan geroepen om een behang te koopen, wat bloot kwam bij het afscheuren van het overgeplakte. Hij ging met een stukje daarvan naar eenige kleine opkoopers in antiquiteiten en vroeg of dit nog waarde had. Geen enkele zag er iets in. Hij ging nog eens naar zijn eersten opkooper terug, die bij nader inzien voorstelde het voor gezamenlijke rekening te koopen. Aldus werd gedaan en het behang werd gekocht voor f 100. De opkooper maakte toen met den vodden handelaar, die de f 50 aandeel niet kon uitschie ten, de zaak voor f25 af. Nu echter kan de opkooper reeds f2000 voor het behang krijgen, terwijl hij niet genegen is het voor minder dan f8000 te laten. Staatsbegrooting voor 1895. De verschillende hoofdstukken der staatsbe- grooting voor 1895 zijn na de daarin door de Tweede Kamer gebrachte wijzigingen vastgesteld als volgt I. Huis der Koningin. f 821.000.00 II. Hooge Colleges enz. 667.860.00 III. Dep. v. Buitenl. Zaken 805.380.00 VI. Dep. v. Justitie 5.287.062.00 V. Dep. v. Binn. Zaken 13.446.889.735 VI. Dep. v. Marine 15.412.305.24 VII A. Nationale Schuld 35.188.309,84 VUB. Financiën19.158.535.285 VIII. Oorlog21.402.187.00 IX. Waterstaat enz22.125.728.765 X. Koloniën1.377.022.285 XI. Onvoorziene uitgaven 50.000.00 Totaal f 135.742.280.15 Maretje Thijssen, de vrouw te Marken, wier huis als antieke Markerkamer steeds zoo veel bezoek vond, is op 83-jarigen leeftijd over- DOOR H. DE v'. «Blijft grootmoe van avond ook op vroeg een aardig klein bekje van nog jgeen negen jaar, dat zoo even de toestemming ontvangen had, dat zij zelve inet «de grooten" den overgang van het oude in 't nieuwe mocht bijwonen, een feest, waarvan zij zich waarschijnlijk een allerzonderlingste voor stelling maakte. Papa had 't eerst op een accoordje willen gooien 'door te beloven, dat hij haar eigen handig met klokslag twaalf uit haar bedje zou ne men en naar beneden dragen, maar hij had 't moe ten opgeven, 't Was zijn benjaminnetje, en al de ouderen pleitten voor haar. «Als ze maar niet te veel met eten en drinken wordt volgestopt en mor gen maar niet ziek is," had hij hoofdschuddend ge zegd en daarmee zijn geweten gepaaid. De vraag van het kleine ding omtrent grootmoe der was tot grootmoeder zelve gericht, en er was reden voor. Grootmoeder was al twee-en-zeventig en nooit sterk geweest, wat haar, nu ze zoo oud was, toch ook niet zou gebaat hebben. Zij ging el- ken avond omstreeks half tien naar bed, en ontbeet op haar kamer. De vraag was dus gewettigd, of er ook, wat grootmoeder betrof, op dezen avond een uitzondering zou gemaakt worden. «Ja, liefje," antwoordde de oude vrouw. «Groot moeder blijft oudejaarsavond altijd op. Ik zou toch niet kunnen slapen." De kleine keek triumfantelijk in het rond, en zei met komieke deftigheid: »Dan blijven grootmoeder .en Lili samen op. Vindt grootmoeder het ook niet prettig dat ze mag opblijven?" Grootmoeder verzekerde glimlachend dat dit wer kelijk het geval was, doch voegde er als een soort van afkeuring aan het adres van haren schoonzoon bij: «Toen grootmoeder nog zoo.klein was als Lili, mocht grootmoeder niet opblijven. In mijn tijd moesten we zestien jaar zijn eer wij het oude in 't nienwe mochten meevieren." Lili wierp haar hoofdje in den nek, alsof zij vond dat de wereld sedert belangrijk was vooruitgegaan, en haar broer, een jongen van vijftien jaar, trok zich de opmerking uit grootmoeders mond ernsti ger aan, en zei: »'t Is van avond al de vijfde maal dat ik er bij ben. Een jongen of een meisje van tien is geen kind meer." De oude vrouw antwoordde niet. Zij begreep hem niet of wilde hem niet begrijpen, maar keek haren schoonzoon weer aan alsof zij zeggen wilde: «Daar hebt ge nu het bewijs hoe geëmancipeerd de kinderen tegenwoordig zijn. Ze beschouwen zich op hun tiende jaar al als volwassen." De vader van de kinderen haalde de schouders op, en zei: »U moet bedenken, mama, dat 'tmaar eens in het jaar oudejaarsavond is. Ze kunnen mor gen uitslapen." Hiermee was de quaestie voldoende toegelicht, doch Lili, nu eenmaal op den voet van gelijkheid met grootmoeder gekomen, wilde er meer van we ten, en drong zich vleiend tegen haar knie aan. De oude vrouw moest lang en breed vertellen hoe zij indertijd haar eersten teestgang gemaakt had. 't Kind luisterde met open mond, want grootmoeder had, als alle menschen uit haar tijdvak, een zeld zaam talent van vertellen. Gaandeweg schoven ook de anderen dichterbij, en luisterden met aandacht naar de sprookjes uit de oude doos, die grootmoeder ten beste gaf. 't Was een aardige gioep. De oude vrouw was in haar soort mooi, en voor hem, die een oog heeft voor de poëzie van een schoonen ouden dag,' was ook de soort aantrekkelijk. Twee dikke sneeuw witte krullen omlijstten het goedige oude gezicht, dat al de kenteekenen droeg hoe 't eenmaal behoort had aan een jong meisje, 't welk zich niet had be hoeven te schamen over haar uiterlijk. Er lag ernst in die trekken, welke eerbied vroegen en zich niet ontplooiden dan om anderen pleizier te doen. De ondervinding van het leven had er haar stempel op gedrukt. Die oude zwakke oogen getuigden hoe zij nooit anders dan met welwillendheid de wereld hadden aangekeken. Er lag in die oogen zooveel aantrekkelijkheid, dat ze menige coquette schoone, wier glanzige blikken niets te vertellen hadden, in de schaduw stelden. 't Was bet gezellige theeuurtjede oudejaarsavond in zijn voorbereiding. Grootmoeder had haar mid dagdutje reeds gedaan en was spraakzamer dan ooit. 't Was of de heilige gedachten, die aan de schei ding van een jaarkring verbonden zijn, zich afspie gelden op haar vriendelijk gelaat. Zij zelve schoof het troepje kleinen en grooten nader om haar knieën heen en scheen behoefte te hebben om te praten. ».la kinderen," begon ze, »'t was, zooals ik zeide, bij mijnen braven vader, die nu hij onzen lieven Heer in den hemel is. een vaste gewoonte om van den oudejaarsavond een grooten feestavond te ma ken. We kwamen dan allen bijeen, sommigen van vrij ver, in het groote oude huis waarin wij gebo ren en groot geworden waren, en we voelden ons dan weder niets anders dan vaders- en moeders kinderen. Mijn oudste broer, dien geen uwer meer gekend heeft, was een groot geleerde.' In het audi torium te Leiden kunt gij zijn portret zien, te mid den van een aantal zijner collegaas, en in elk boek over de wetenschappelijke ontwikkeling van een halve eeuw geleden, zult ge zijn naam aantreffen. Hij was bovendien een heel deftig man, tegen wien iedereen, die met hem in aanraking kwam, met zekere vrees opzag, ofschoon hij de goedheid zelve was; maar op oudejaarsavond was hij eenvoudig een groot en gelukkig kind. Hij was dan den ko ning te rijk, wanneer mijn vader hem zei dat hij tevreden over hem was en God dankte dat deze hem brave en goede kinderen gegeven had. Nu, dat laatste was ook werkelijk het geval. Er was eron der uw oudooms en oudtantes niet een God hebbe hun ziel! van wien mijn ouders geen plei zier beleefd hebben, en ik verbeeld mij, dat juist die gewoonte om ons op oudejaarsavond allen bij een te brengen en als 't ware onze rekening op te maken, daartoe veel heeft bijgedragen. Wie de nei ging had om van den rechten weg af te dwalen, werd op oudejaarsavond als 't ware tot de orde ge roepen, en was 't noodig dat wij elkander bijspron gen, dan werd ons dit op dien avond zonder veel woorden als een ernstige plicht voorgehouden en allen deden wat er te doen was zonder omhaal of vertoon. Ik zal mijn brave ouders altijd dankbaar wezen voor die goede gewoonte. «Vraagt ge nu hoe wij dan eigenlijk den laatsten avond van het jaar vierden. Wel, we kwamen na de avonkerk bij elkaar en maakten het zoo gezel lig mogelijk in mijn ouders huiskamer. Wat mijne moeder er aan deed om juist op dien avond den haard zoo vroolijk te laten branden en door welke kunstmiddelen zij over alles zeker geheimzinnig waas wist te leggen, weet ik niet, maar wanneer ik er aan terug denk is 't mij alsof wij uit de groote kerk, waar de predikant ons op den ernst van den laatsten avond des jaars gewezen had en ons voor Gods aangezicht geplaatst met allen die zich als wij christenen noemden, zonder tusschen- ruimte of belangrijke verandering in een ander klei ner maar niet minder heilig bedehuis werden over geplaatst. Hier was mijn vader de voorganger, of schoon ik hem geen andere ambtsbediening heb zien waarnemen dan dat hij aan de tafel, waaraan wij later op den avond aanzaten, hardop een kort gebed deed. Hij deed dit anders, tegen de gewoonte van die dagen, nooit, want hij was op zijn manier een vrijzinnig man en hij hield niet van formulier gebeden. «Wij deden in den vooravond alles wat ons in het hoofd kwam, 't liefst allerlei gezelschapsspelen, waarom de jongelui tegenwoordig lachen zouden slofje onder, de put en dergelijke meer, en we deden allen mee, mijn broer de professor zoo goed als de anderen en hadden allen evenveel pret. Ook gebeurde

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1894 | | pagina 1