JSTieuwe Langedijker Courant', van Zondag 30 December 1894. Dit bericht staat hoogst vermoedelijk in ver band met de kort geleden medegedeelde weige ring van Djilantiek om naar Batavia te komen, zonder vooraf onze bedoelingen te kennen. Een later telegram aan het Hbld. meldt De Rus Malengrin, raadsman van den radja van Lombok, is naar Karang-Asem ontsnapt. Een drama. Dinsdagnacht werd op den Singel bij de Berg straat te Amsterdam een drama afgespeeld. Het was ongeveer één uur dat twee nachtwachts uit een voor de Bergstraat op den Singel staand urinoir een vrouw in lichterlaaie zagen te voor schijn komen. Zij liep brandende de Bergstraat in, doch voor zij het einde dier straat had be reikt, keerde zij op haar schreden terug en sprong in den Singel. Een burger sprong haar na en bracht haar met de inmiddels toegeschoten poli tie op het droge. Nog levend doch deerlijk ver brand werd de ongelukkige ingedragen in de tapperij van den heer Looman in de Oude Le liestraat. Hier werd zij liefdevol verpleegd en spoedig een geneesheer gehaald, maar deze kon de vrouw niet meer redden. Zij overleed onge veer 2 uur en werd toen naar het Binnen-Gast- huis gebracht. Wie de vrouw was, is nog onbe kend, zij zal ongeveer 36 jaar oud zijn geweest en zat net in de kleeren. Haar kleeren roken erg naar petroleum en het schijnt dat zij zich met dit brandbaro vocht heeft besmeerd en toen in het urinoir zich in brand heeft gestoken. Wat tot die wanhopige daad heeft geleid blijft vooralsnog een raadsel. De zachte winter. Als eene bijzonderheid kan worden gemeld, dat op den Westersingel te Culemborg wegens de zachte weersgesteldheid een boom reeds aan het uitbotten is. Blijft het weer zoo aanhouden, dan zal hij weldra met bladeren getooid zijn. Och mevrouw, wat een aardig kindKan het al spreken? Nog ni t, meneer Blominers, maar liet is toch een wonderlijk kindje; het verstaat al wat je zegt, nietwaar me snoessie, me turkemeprul- letje, poëteloerissie, snollebolletje, me troetele mijntje? Wanneer het dat allemaal verstaat, dan is het zeker een wonderlijk kindje! zei Blommers. Ileide-ontginning. Een landbouwer zond de volgende regelen bij de „Vldp." in: Bij tarwe van vijf gulden, En rogge naar 'venant, En gansch verarmde boertjes Op 't vruchtbaarst polderland, Vat 'k niet dat Hei-ontginning, Op schraal en stuivend zand, Een broodjen op kan leev'ren 't Gaat boven mjjn verstand. VERGEVING. Hij had gedacht, dat zij hem nooit geheel had kunnen vergeven. En sedert één donkeren dag van schuld was hij voorbjj haar gegaan, zwijgend in zijn hoogmoed, met eiken tred de welbekende vreugdebloemen van haar leven ver tredend. En dagen, jaren gingen om, waarin hij leefde zorgeloos, in verstrooiing, de waarheid van het groot verlangen van zijn ziel verloochenend, ter wijl zij leed. En eens, hij was toch nog veel te jong om te sterven, eindigde zijn leven, plotseling, en dat laatste oogenblik, angstig bewust, dat zijn wezen Waarom had hij mijn man niet beduid dat hij op oudejaarsavond thuis moest zijn, waarom niet gezorgd dat mijn oudejaarsavond niet ontheiligd werd door een familietwist, die mij in zoo'n scheeve en valsche verhouding plaatste tot de mijnen Vader had toegegeven dat ik de partij van mijn man moest kiezen, ware 't niet beter geweest indien hij mij als de bemiddelaarster tusschen de twistenden gebruikt had, op gevaar af dat mijn man, thuis komende, daarover ont stemd zou wezen? Mijn goede man; ik wist immers dat hij innerlijk blij zou zijn als alles weer in orde was. Waarom mij, jonge vrouw, dan tot een slavin van zijn tij del ij ken luim ge maakt, in plaats van mij n schroom om zelfstan dig op te treden te bestrijden. Ik verzeker u, kinderen, dat ik dien avond bitter geweend heb. „Doch ik bleef desondanks op en verbeidde in angstige spanning den klokslag van twaalf. Als die geslagen had, zou, naar ik mij verbeeldde, een nacht van ellende en jarenlang verdriet voor ons allen aanbreken. „Zoo werd 't elf uur, straks half twaalf. Daar hoor ik onverwacht een rijtuig voor onze woning stil houden, een tweede en derde volgen. Een oogenblik later wordt er hevig gebeld. Natuur lijk vlieg ik verschrikt op en ijl naar den gang, waar de meid mij reeds vooruit was om de deur te openen. Mijn eerste gedachte is, dat mijn man thuis gekomen is om mij te verrassen cn een stroom van zalige gewaarwordingen doortintelt mij van het hoofd tot de voeten. Inderdaad hoor ik zijn stem. Doch ook die van mijn vader en mijne moeder klinken mij in de ooren en twee seconden later overvallen zij mij met hun juich kreten. Mijn broers en hunne vrouwen volgen hen. Allen dringen zich om mij heen en duwen mij met zacht geweld weer de kamer in. „Steek alle lampen op, die gij in huis hebt", roept mijn vader vrooljjk en slaat zelf de handen aan het werk, terwijl mijn man mij in zijn armen sluit. Angstig en mijzelve geen rekenschap kunnende één lange schaduw was geweest op haar weg, zond hij haar één laatsten groet, smeekend om vergeving. In stomme droefheid kust ze dat laatste woord. Waarom had hij het antwoord niet lang geleden reeds gelezen in haar blik, waarom had den ze voortgeleefd ver van elkander, als ster ren, hoog hun banen volgend elkander nimmer vindend Haar donkere blik van smart dwaalt over de met sneeuw bedekte straten, waar straks de zwarte stoet van rouw voorbij zal trekken. Ze ziet het alles reeds in haar verbeelding. Heeft niet immer door die laatste lange nachten het beeld voor oogen gehad van de donkere kamer, waar onder het witte laken het beeldfraaie, mar merwitte gelaat sliep, en aan zij n voeten den krans zonder naam, maar waarvan haar lippen elk blad hebben gekust met den groet „verge ven," vóór zij ze ineenvlocht? Als hij nadert, schrikt ze niet, zoo helder had ze het zich reeds voorgesteld. Treurig als een langzaam voortsnijdend litteeken van schuld en berouw glijdt de zwarte reeks over de smet teloos witte sneeuw. Voorbij. Voor haar volgt een lange dag van hard, zwij gend werken. Als bijna de avond valt, knielt ze neer naast het nog ongesloten graf. Geen woord, geen tra nen voor de ijzige waarheid, dat daar diep, diep begraven ligt al hun vreugde, het geluk dat hij verwoest had waarom? Dien nacht droomde zij nog ééns, dat hij haar liefhad. Else van Brabant. Buitenland. Professor Falh, de Weener weerprofeet, heeft zijn voorspellingen openbaar gemaakt voor 1895. 't Ziet er niet opwekkend uit. In het ge heel vermeldt hij twaalf „kritieke" dagen. On der deze zijn vooral van belang 11 Januari en 11 Maart, 3 Februari en 3 April, 22 Juli, 20 Augustus, 18 September en 18 October. Voorts voorspelt hij zeer slecht weder voor het komende jaar, althans tot einde Juni. De eerste helft van Januari zal veel sneeuw brengen en in Februari zal strenge vorst invallen. Maart belooft betrek kelijk warm te zijn. April zal echter sneeuw buien brengen, gevolgd door onweders. Mei wordt stormachtig en in Juni zal het weder ook zeer slecht zijn, met regen, storm en overstroomingen. Wie heeft de lucifers uitgevonden Volgens de meeste handboeken heeft men de uitvinding der lucifers te danken aan twee Duit- schers, Romer en Preschel. Maar als men, op de getuigenis van een vriend van den waren uitvinder, een pas verschenen Duitsch boek mag gelooven, dan was dit een Hongaar, Janos Irinyi genaamd. Toen deze in 1835, op negentienjarigen leef tijd, als kweekeliug aan de polytechnischè school te Weenen de lessen volgde van Meissenheim, trof hem de sterke scheikundige werking, die er plaats heeft, als men lood superoxyde en zwavel te zamen wrijft. Hij zou toen plotseling op het denkbeeld gekomen zijn, dat het de hevigheid der werking nog zeer moest vermeerderen, als men den zwavel verving door phosphorus. Van de gedachte tot de daad overgaande, sloot hij zich op in zijn kamerdagen lang zag men hem niet. Zijn vriend, eindelijk eens willende zien wat er van hem was geworden, werd ont vangen met het bescheid: „Ga heen, Schwab, geven van mijne gewaarwordingen, hang ik aan zijn hals en schrei. Ik weet zelf niet waarom, maar ik schrei van overspanning en van blijd schap. Ik begrijp alles en ik begrijp niets. Ik gevoel den lust om iedereen te omhelzen en ik ben boos dat ze een komplot tegen mij schijnen gesmeed te hebben. „Doch alles heldert zich in een oogwenk op. Mijn vader vertelt mij, hoe hij hemel en aarde bewogen heeft om te bewerken dat mijn man zijn reis voor een paar dagen gestaakt heeft en met extra spoed naar huis is gekomen hoe 't dezen niet mogelijk geweest was voor heden avond elf uur present te wezenhoe hij zelf hem van de diligence gehaald heeft en mee naar zijn huis genomen, om daar, buiten mijn weten en tegenwoordigheid, de verzoening tot stand te brengen; hoe dit onder den indruk van mijn gemis boven wenschen geslaagd was; hoe alles zich in liefde en harmonie had opgelost. En nu waren zij hier om in mijn huis het gebruikelijke glas wijn te drinken, waarvoor vader het noodige had meegebracht. Als de klok twaalf sloeg, en 't was waarlijk al op slag, zou dat in mijn wo ning en dus toch niet zonder mij plaats hebben. „Ik begreep nu alles; ik begreep de gemaks kelijkheid waarmee mijn vader toegetreden wa- tot mijn plan om naar plichtgevoel thuis te blij ven. Indien de verzoening eens niet gelukt ware zou mij die smartelijke ervaring bespaard zijn. „Doch ze was gelukt en nog lang na twaalf werd het feest in ons huis voortgezet, met de zekerheid dat wij elkander meer liefhadden dan ooit. „Begrijpt gij nu, kinderen waarom ik er zoo op gesteld ben om den oudejaarsavond gezellig en feestelijk te vieren en er net als Lili zoo graag bij ben 't Is voor mij een feest der liefde en der verzoening gebleven mijn geheele leven lang, en ik zal er bij zijnzoolang God 't mij maar toelaat." ik ben bezig een ontdekking te doenToen hij onder zijn vrienden terugkwam, had Irinyi de zakken vol zwavelstokjes, die hij aan den muur aanstreek en die allen vuur vatten. Om deze te maken liet hij phosphorus smel ten in een sterke oplossing van lijm, die hij zoo lang roerde, totdat de massa koud geworden en de phosphorus daarin zeer fijn verdeeld was. Daarna mengde hij deze met lood superoxyde en doopte daarin houtjes, wier uiteinde hij te voren in gesmolten zwavel had gedompeld. Irinyi moet zijn uitvinding voor nog geen 350 gulden verkocht hebben aan een koopman, Römer genaamd. Naar men zegt woont hij nog ergens in het zuiden van Hongarije. Een ander Duitsch tijdschrift zegt, dat Jo- hann Friederich Kammerer van Ludwigsbnrg (Wurtemberg) de uitvinder isgedurende eene eenzame opsluiting wegens politieke vergrijpen zou hij, in 1832, op het denkbeeld zijn geko men den phosphorus aldus aan te wenden. In- tusschen moet de uitvinder daarvan zelf weinig profijt hebben getrokkenbrevetten waren er toen nog niet en concurrenten kwamen er van alle kanten opdagen. Tot overmaat van ramp werd de vervaardiging van lucifers, in 1835, wegens het daaraan verbonden brandgevaar ver boden. Dit verbod werd later wel opgeheven, maar de uitvinder was in dien tusschentijd krankzinnig geworden. Hij stierf in 1857 te Lud- wigsburg, in het krankzinnigengesticht. (G. H.) Marktberichten. Groenten markt Broek op Langedjjk, Maandag 24—29 December. Aardappelen f af.—. Bloemkool, f a f Bloemkool 2e soort f a f Roode kool f2.— a f4.—. Wortel— f -—af Uien per 100 bos f .af 0.70. Geele kool f 1.50 f 5,—, Nep f af, Witte kool f a f Reuzenk. f a Biete f4, 6,— Rapen fl.50 a f2 ALKMAAR, 28 Dec.Aangevoerd 2 stapels Kaas, wegende 1418 Kg. Kleine f 25.— Commissie f Middelbare f SCHAGEN, 27 Dec. 8 Paarden f36 a 125., 36 Gelde koeie f 90 ,af 250, 10 Kalf- koeien f 190 a 240, —Vaarzen f af 14 Nuchtere Kalveren f 6a 22,50 450 Schapen 24. a f 30, 670 Lammeren f 10,a f 22,40 magere Varkens f 10a f 15,— 50 Biggen f 6.— a ,8, Boter per kopf 0,425a f 0,475 Kipeieren 450, a f5.50 f per 100. ALKMAAR 29 Dec. 1894. Aangevoerd9 Paarden f 40.— a f 80.— 12 Koeien f120— a 225.18 Nuchtere kalveren f8.a f20. 159 Schapen f 12.— a f 22.—Lammeren f .- af 58 Magere varkens f12.a f16.261 Biggen f5.— af 7.50; 7 Bokken en Geiten f3.— af 6.kleine id. f 0. af Aardappelen f 1. per zak; nieuwe p. mandje f Wortelen f per 100 bos Kippen f 0.60 a f150 Konijnen f 50. a 1.40 Kipeieren f5.— a f6.— per lOOstuks Eendeieren per 100 stuks; Boter per kop f0.50 a f57. Peren fl.25 per zak; Bloemkool t.af perlOO Uien f 1. per 100 bos; Eenden f80. per stuk. PREDIKBEURTE N. NED. HERV. GEM. OUD-KARSPEL. Zondag 30 Dec. voormiddags 9.30 uur, Ds. Stramrood. Maandag 31 Dec. n.m. 6.30. Ds. Stramrood. Dinsdag 1 Januari geen dienst. NED. HERV. GEM. NOORDSCHARWOUDE. Zondag 30 Dec. voormiddags 9.30 uur, Ds. Boer te Dirkshorn. Maandag 31 Dec. s'avonds 6.30. ds. Habbema. GER. GEMEENTE. Zondag 30 Dec. voorin. 9 uur, nam. 2 uur Maandag 31 Dec. 's avonds 6 uur ds. Boeij- Diusdag 1 Januari, voorm. 9 uur NED. HERV. GEM. ZUIDSCHARWOUDE. Zondag 30 Dec. v.m. 9.30 uur, Ds. A. Weeder van Hugowaard, Maandag 31 Dec. 's avonds 7 uur ds. Melchers Nieuwjaarsdag geen dienst. NED. HERV. GEM. BROEK OP LANGEDIJK. Zondag 30 Dec. vm. 9 uur, Maandag 31 Dec. 's avonds 6 uur. Dinsdag 1 Januari 's morgens 9 uur. Ds. Gem- ser. GEREF. GEMEENTE A. Zondag 30 Dec. v.m. 9.30 nam. 2.30 u. Maandag nm. 6.30. Dinsdag v.m. 9.30 den WelEd. Heer Koers student te Kampen. GEREF. KERK B. Zondag 30 Dec. vm. 9. nm. 2 u. Ds. Bakker. Maandag 31 Dec. n.m. 6V2 uur ds. Bakker. Dinsdag l Januari v.m. 9 uur ds. Bakker. DOOPSGEZINDE GEMEENTE. Zondag 30 Dec. voorm. 9.45 uur, Ds. Vrijer. Maandags 31 Dec. n.m. 6 uur. ds. Vrijer. Dinsdag 1 Januari geen dienst. Advertentiën. Een gelukkig 1895 aan familie, Vrienden en Begunstigers toegewenscht door W. Koopman Noordscharwoude, bij het Station. Het Compliment van den Dag. M. Boeking, Brood-, Koek- en Banketbakker. Noordscharwoude. Aan mijne begunstigers, vrienden en bekenden! Het nieuwe jaar schenke 11 veel geluk en voorspoed. K. Bruin, Noordscharwoude. Slager. D. Blom, Timmerman wenscht alle zijne burgers, vrienden en begun stigers een gelukkig- nieuwjaar. Noordscharwoude. "Veel geluk in den nieuwen jaarkring aan begunstigers, vrienden en Jb. Smit, Noordscharwoude. Metselaar. ■Iet Compliment van den D. Stam Kz. en Echtgenoote. Noordscharwoude. A. Swager en Echtgenoote wenschen hunnen begunstigers en medeburgers een recht voordeelig en gelukkig nieuwjaar. Noordscharwoude. Bij den aanvang van den nieuwen jaarkring wensch ik mijnen begunstigers en vrienden veel geluk en voorspoed. A. Tates, Noordscharwoude. Schilder. J. Stam Sr., Winkelier, wenscht zijnen begunstigers, vrienden en mede burgers veel geluk en voorspoed in het nieuwe jaar. Noordscharwoude. Een voordeelig en gelukkig nieuwjaar wordt mijnen geachten begun stigers en medeburgers toegewenscht door Jb. Slotemaker Noordscharwoude. en Echtgenoote. Joh. Hulshof wenscht zijnen begunstigers en medeburgers veel heil en zegen in 1895. Noordscharwoude. Een,in alle opzichten gezegend nieuw jaar, wordt mijnen geachten begunstigers en medeburgers van harte toogewenscht door Wed. G. v. d. MolenVeld. Noordscharwoude. Aan Begunstigers, Vrienden en Bekenden wordt veel heil en zegen toegewenscht door D. Sander, Noordscharwoude. Kleermaker. Nlijn Nieuw jaarsgroet aan mijne geachte Cliëntèle, Vrienden en Bekenden. H. van Ree. Oud-Karspel. Aan begunstigers en vrienden veel geluk in 1895 A. Bak en Echtgenoote. Oud-Karspel. Ondergeteekende wenscht zijnen geachten be gunstigers, vriendenen kennissen veel geluk en voorspoed. O. Borst Kz., Oud-Karspel. Slager. Aan allen die mij met hun gunst bedeelden gedurende 1894 en aan mijne vrienden en kennis sen wensch ik bij den aanvang van 1895 alles goeds. Jb. v. d. Busse, Oud-Karspel. Timmerman. Een gelukkig en voorspoedig nieuwjaar wordt aan Begunstigers en Vrienden toegewenscht door Oud-Karspel. J. Semeijns.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1894 | | pagina 3