Nieuwe Langedijker Courant', van Zondag 6 Januari 1895.
Persnieuws.
Half bedolven onder bloemen, heeft de
groote Veltman te Amsterdam zjjn aftreden
van het tooneel gevierd. In „De Dochter van
Roelant" trad hij voor het laatst op in den rol
van Karei den Groote; op 77-jarigen leeftijd
heeft de lieveling van het tooneelminnend pu
bliek zijn afscheid genomen, ernstig en waardig
zijn laatsten rol spelend. De grootste verrassing
van alle, welke hem bereid waren, was zeker
wel die, dat H. M. de Koningin Regentes hem
benoemd had tot Ridder der Oranje Nassau orde.
Veltman schrikte er zelf van en het publiek
barstte bij deze mededeeling in toejuichingen
los. Hij is de tweede Nederlandsche auteur, die
een Nederlandsche orde ontvangt. Tjasink was
de eerste.
Een watersongeluk, dat nu niet zoo heel
erg droevig is, werd ons medegeeld. Een han
delaar te Rotterdam liet zich door een man
van de Vischmarkt door het water naar zijn kan
toor dragon. De man zou een kwartje loon ont
vangen. Maar eenmaal onderweg, vond de man
den handelaar te zwaar voor een kwartje, toen
te zwaar voor twee kwartjes, toen voor een gul
den, in 't kort, het einde was dat hij een rijks
daalder loon eischte. Met verbeten woede stemde
de handelaar toe en zjjn toorn bereikte het kook
punt, toen de man hem niet wilde „afzetten"
voor hij betaald had.
Hij gaf het geld en voegde erbij
Je bent toch een afzetter!
Wat! brulde de beleedigde drager, ben ik
een afzetter! Nou, maar dan zal jij een natte
meheer wezen
En na deze woorden wierp hij den heer van
zjjn schouders in 't stroomend nat
(„R. N.«)
Velsen.
Ook om propaganda te maken, is namens „het
Witte Kruis", afdeeling Velsen, buiten!bezwaar
van de kas een keurig nette portefeuille-kalen
der van 1895 rondgezonden, met den Nieuwjaars-
wensch
Geluk en Vrede in Uw hnis,
Dat wenscht U Velsen's Witte Kruis,
terwjjl op de achterzjjde het doel der Vereeni-
ging aldus omschreven wordt
Ons Doel.
Met elkaar het Kruis te dragen,
Dat behoeft'ge zieken drukt,
Hen te steunen en te schragen,
Gaan zijn onder leed gebukt;
Met elkaar er naar te trachten,
Zooveel mooglijk hulp te biên,
Oud'ren smarten te verzachten.
In hun nooden te voorzien;
Met de kranken mee te lijden,
Licht te brengen in hun huis.
Zich uit liefde aan hen te wjjden,
Dat is 't doel van 't Witte Kruis.
W. D.
De secretaris der afdeeling is de heer W(ynoldy)
D(aniels).
Niet te hard stoken.
Dat is een waarschuwing, die niet tjjdig en
dringend genoeg kan gedaan worden. Verkoud
heid, hoofdpjjn, zwaarte in het hoofd en derge
lijke zjjn veeleer de gevolgen van een te heet
stoken dan die van een temperatuurwjjziging.
Een temperatuur van 60° F is voldoende voor
een gezond menschzelfs een paar graden min
der kan ook geen kwaad. Niet de groote hitte
in de kamer behaagt, maar reine, verwarmde
lucht. De kinderen hebben onder deze groote
hitte vooral veel te lijdenzij worden in een
oogenblik verkouden, zjjn zwaar in het hoofd,
zjjn in de school een ramp voor den onderwjj-
zer en komen jammerend en zuchtend thuis.
Verhardingskuren neme men niet, want dat is
gevaarlijk, wanneer men niet nauwkeurig de
lichaamsgesteldheid kent, maar men vertroetele
ze ook niet. De winterkleeding der kinderen
moet warm zijn en daarom doet men goed, zoo
weinig mogeljjk op de mode te letten de klee-
ren moeten juist aan het lichaam passen, zon
der natuurlijk te drukken, dat is de hoofdzaak.
Of de kleinen er mooi uitzien, dat doet er niet
toe, als zjj maar doelmatig zjjn en toch wordt
in dit opzicht ten koste der gezondheid en ten
gunste der mode dikwjjls zwaar gezondigd.
Het bekende gonzend geluid der telegraaf
draden, te hooren, wanneer men zjjn oor aan
een telegraafpaal houdt, is een versclijjnsel, waar
voor men tot nu toe geen voldoende verklaring
heeft kunnen vinden. Door den wind word het
niet veroorzaakt, want het wordt gehoord, al is
het zelfs bladstil. De aannemeljjkste uitlegging,
die men van dit verschjjnsel gegeven heeft, is,
dat het zou veroorzaakt worden, door het, ten
gevolge der temperatuursverwisseling, rekken en
krimpen der draden.
Zoo'n meid is geld waard.
Een dienstbode aan de Heerengracht te Am
sterdam voorkwam dezer dagen diefstal. Zjj zag
voor een naburig huis een verdacht mansper
soon loeren en eindelijk naar binnen sluipen.
Zij snelde toe, hield de deur van buiten dicht
en belde hard aan. Binnen vond men den lief
hebber reeds in het bezit van een zilveren ta
felschel
1 Een toeval van het noodlot bespeuren wij
bjj het op 1 Januari overleden Amsterdamsche
Dagblad. Sedert zjjn bestaan 1 October had het
een feuilleton, getiteld„In nood en dood." Het
stuk daarvan dat in het nummer van 31 De-
cember voorkomt, eindigt: „Wjj zouden nooit
samen meer gelukkig kunnen zjjn. Vaarwel!"
(Arnh. Crt.)
Brand in een kerk.
Op Oudejaarsavond ontstond te Aalsmeer
onder de godsdienstoefening brand in de Ned.
Herv. Kerk door het vlam vatten en bersten
van de petroleumlamp in den preekstoel. Er
ontstond een oogenblik een paniek, die gelukkig
spoedig bedwongen werd, doordat een aanwezige
luid „zitten bljjven" riep. De brand was spoe
dig gebluscht en de predikant kon van het voor
lezersbankje den dienst voortzetten.
Het Rijksmuseum te Amsterdam werd in
1894 bezocht door bijna 300.000 personen.
Alles kost een cent!
Maandagmorgen was de le Tuindwarsstraat
te Amsterdam het tooneel van een gerechte-
ljjken verkoop. Het inboedeltje van den houder
van oen klein volksbierhuis werd geveild we
gens schuld aan een particulier ten bedrage
van f31.
De ruimte voor het huis was aan weerszijden
beljjnd door eene dichtopeengedrongen menigte;
aan beide zijden zorgde een kordon van een
achttal agenten, dat de verkoop ordelijk voort
gang kon hebben.
Alles ging dan ook voorbeeldig ordeljjk toe.
Eerst werd een fornuis geveild. „Wie biedt er
geld voor?" vroeg de deurwaarder. „Een een tijk-
klonk het antwoord dreunend, snerpend. Nie
mand bood meer. Het fornuis werd toegewezen.
Zes stoelen brachten samen op1 centtwee
linnenkasten elk 1 cent; geen der geveilde voor
werpen meer dan 1 cent. Alles samen 19 cents.
Toen de deurwaarder riep„afgeloopen klonk
er een hoeraFluks werden hierop alle meubel
tjes door gedienstige handen naar binnen ge
dragen.
Hoe lang zal dat nog duren?
Dat de haver als het hoofd voeder voor de
paarden te beschouwen is, is een bekende zaak.
Ze wordt gemakkelijk verteerd en geeft veel
kracht en verhardingsvermogen, zonder eenige
storing te weeg te brengen. De groote van het
rantsoen richt zich, behalve naar de grootte der
paarden, naar de hoeveelheid arbeid, die men
van hen vordert. Dit rantsoen moet in 3 maal
tijden gegeven worden 's morgens, 's middags
en 's avonds, onder bjj voeging van een genoeg
zame hoeveelheid strooihaksel, waarop dan altijd
een zekere hoeveelheid hooi volgen moet.
Droogmaking der Zuiderzee
De Vereeniging van Nederlandsche Steenfa
brikanten heeft zich met een adres tot H.M. de
Koningin gewend, met het verzoek te willen
bevorderen, dat binnen een niet ver verwijderd
tijdstip de indijking en droogmaking der Zui
derzee, overeenkomstig de plannen door de
Staatscommissie opgemaakt, tot wet worde ver
heven en de uitvoering van Staatswege geschiede.
De vereeniging meent, dat het kapitaal daar
voor benoodigd, juist nu in ruime mate en tegen
een zeer matige rente op de geldmarkt aanwe
zig is, wat het best zal blijken, zoodra door de
Nederlandsche regeering tot bereiking van dat
doel eene Staatsleening zal zjjn uitgeschreven.
Aan de onderwijzers in de gemeente Op-
'sterland is te kennen gegeven, dat hun tot na
der op te geven tijd geen traktement over het
4e kwartaal 1894 kan worden uitbetaald.
Dakhazen.
Een zonderling bericht staat in een der Lim-
burgsche bladen.
Te Haelen, aldus luidt het, heeft Zondagavond
het jaarljjksche dakhazen-souper plaats gehad.
Dat hier nog al gezonde magen gevonden wor
den, bewijst, dat door 8 deelnemers niet minder
dan 7 kilo van bovengemeld vleesch verorberd
werd. Geen wonder, dat de landbouwers klagen
over den lagen prjjzen der varkens, als men het
vleesch van de poes boven dat van het varken
stelt.
Een paar dagen geleden zat op een avond
om een uur of vijf in de wachtkamer 3e klasse
te Amsterdam een reeds bejaard man toevallig
alleen, toen hem door een binnentredende om
een weinig vuur werd gevraagd.
De gedienstige man overhandigde hem een
zilveren lucifersdoosje met toepasselijke inscriptie
voor 25-jarigen trouwen dienst. Voordat de man
het kon voorkomen, waren èn persoon èn doosje
verdwenen.
Onder eenige met sneeuwballen spelende
jongens te Bodegrave werd er een zóó verwoed,
dat hjj een ander met een hooivork zoodanig
aan het hoofd verwondde, dat de dood er op
volgde.
Opgroeien voor galg en strop
Onder de jeugd te Maashees en Overloon ko
men typen voor die aan boschbewoners doen
denken.
De broertjes Derks b. v. bezochten de open
bare school te Overloon, dat is te zeggen, de
onderwijzers hadden de eer het tweetal zoo on
geveer eens in de maand op de schoolbanken te
zien.
Op een middag speelde de jongste der Derk-
sen op de speel paats.
Het hoofd der schoolZeg eens, waar is je
broer Jan
DerksAchtergebleven in het bosch, mees
ter.
MeesterZoo dat is al meer gebeurd, maar
wat zegt je vader van zoo iets, als Jan 's avonds
thuis komt
DerksJan zal van avond wel niet thuis ko
men, meester.
MeesterNiet thuis komen! Waar blijft hjj
dan
Derks In 't bosch meester.
MeesterIn 't boschMaar hjj moet toch
eten
DerksJan eet voerbei, meester
Wat een milliard is
Wat een milliard is, gevoelt men bjj het le
zen der mededeeling, dat eerst den 28sten April
1912, des avonds 10 uur 20 minuten, een mil
liard minuten zullen verstreken zjjn sedert het
begin der Christelijke tijdrekening
Het wisselen der haren heeft bjj rundvee
en paarden meest in het voorjaar, doch gedeel
telijk ook in den herfst plaats. Men verzorge de
dieren dan vooral goed en geve hun licht ver
teerbaar, eiwitrjjk voeder, omdat haar voor den
groei veel stikstof behoeft. Voorts onderhoude
men zorgvuldig de huidbewerking door zacht
poetsen en borstelen en vrij ware vooral de die
ren tegen koude vatten. Laat het haar niet ge
noegzaam los, dan wjjst dat op een verminderde
huidwerking en is het noodig een weinig zout
in het voer te doen. Waar eiwit- en vetrjjk voer
gegeven wordt en de stal 11 a 12° R. (dat is
15° C. of 59° F.) warm is, daar treedt de wis
seling der haren reeds vroeg in.
Hoe men daar het redden van menscben-
levcns beloont!
Een te Ouderkerk a/d Amstel verschijnend
blad bevat het curieuze bericht, dat de arbeider
W. Molleman, die met levensgevaar 4 personen
van een wissen dood uit het water redde, als
belooning daarvoor ontvingdrie pond
kaas!
Door 57 van de 70 patroons-slagers te
Haarlem is besloten tot invoering (gedurende
de wintermaanden tot Mei) van Zondagrust voor
de gezellen.
Beginselen en formules.
In het Januarinummer van de „De Gids"
komt onder het opschriftBeginselen en formu
les een opstel van prof. Cort van der Linden
te Amsterdam voor. waaraan het volgende is
ontleend
Voor mjj zeiven twjjfel ik er geen oogenblik
aan, dat een groote partij in wording is, saain-
gehouden door machtige beginselen, die de her
vorming van ons rechtssysteem en de organisa
tie onzer maatschappjj zullen beheerschen en
wier volgelingen compagne na compagne zullen
maken, en iedere overwinning zullen rekenen
als een schrede naar een groot en weldra klaar
begrepen doel. En evenzeer ben ik er van over
tuigd dat alleen door deze idee, hooger en meer
omvattend als zjj zjjn moest, de sociaal-demo
cratie zal worden teruggedrongen. Ideeën kam
pen met ideeën verscherping van strafbepalin
gen kunnen rust geven en orde, misschien ten
koste van het kostbaar goed der vrjjheid, maar
zjj kunnen de hoofden niet afsluiten voor de
macht der logica, noch voor de aantrekkelijk
heid van groote gedachten.
Zoover is het echter nog niet. Er zal nog
veel gehaspeld worden voor het zoover is. Veel
oude hoofden zullen moeten te ruste gaan en in
veel jonge hoofden zullen onbekookte denkbeel
den moeten komen en verdwijnen. Velen die
thans samengaan zullen moeten scheiden. Hechte
groepen ontbonden in links en rechts. Radika-
len, die thans aan de uiterste spits schijnen der
ontwikkeling, zullen zich gedrongen zien in de
achterhoede van het socialisme, terugschrikkend
voor de consequentie van de gronddenkbeelden
die zjj aanvaarden gedrongen tot de rol niet
om voorttestuwen maar om tegen te houden den
stroom die hen meesleept. En anderen, nu hunne
geestverwanten, rechts gaande, zullen inderdaad
komen en de voorhoede van de jonge partjj der
sociale hervorming.
Zal deze hervormingspartij de geregenereerde
liberale partjj kunnen zjjn? Ik zoude het wen-
schen. Niet omdat de naam Yeel zou vermogen
maar omdat de liberale partjj in haar schitterend
verleden tradities medebrengt van manneljjkheid
zelfs vertrouwen en jndividueele verantwoorde-
ljjkheid die de jongere hervormers voor veel
overjjling en veel eenzjjdigheid zouden behoe
den. Eene achterhoede met deze traditiën be
zield zou men inderdaad, in navolging van den
minister van binnenlandsche zaken, kunnen ken
schetsen door de regulariseerende functie van
den slinger, indien de voorhoede niet af moest
wjjzen de rol van het gewicht, door den minis
ter zich zeiven toegekend, doch welke onvermij
delijk doet denken aan afloopen en s ilstaan.
Maar de tegenwoordige liberale partij zou dan
toch aanmerkelijk moeten veranderen.
Waarljjk, indien de liberale partij nog een
kracht wil wezen in het hervormingswerk dat
ons wacht, dat moet zjj verder leeren ziendan
moet zij niet in het verleden zoeken naar een
richtsnoer voor de toekomst, maar in de maat
schappjj navorschen nieuwe grenzen van het
publiek belang, een breeder grondslag voor een
nieuwe rechtsorde. Dan moet zjj leeren begrij
pen dat het geweten der natie is ontwikkeld en
de oude beginselen van initiatief en concurren-
tie voortaan alleen kunnen gedjjen op den bodem
eener gemeenschap, die aan allen een minimum
verzekert van levensruimte en een vrjje baan
Nu, hij maakte haar het hof met een ijver, een
drift, een hartstocht die hem als een blad op den
boom deed omslaan. De nuchtere jongen werd een
poëet, een minnezanger van den hoogsten rang. Hij
zou lauweren en handen vol goud aan de cours
d'amour verdiend hebben, als zijn liyrick daar be
kend geweest was. En Emma? Neen, ik moest eerlijk
bekennen, dat zij niet met hem coquetteerde. 't Was
welhaast voor iedereen duidelijk dat zij aan hem,
en uitsluitend aan hem de voorkeur gaf. Zij deed
zelfs geen enkele poging om dat voor de minder ge
lukkigen te verbergen. Als Leo haar naderde, en op
onze gezamenlijke wandelingen zijn arm bood, nam
zij dien zonder een zweem van gedwongenheid, en
liep welhaast vertrouwelijk keuvelend met hem
voort. Zijn hulde scheen in haar oogen de eenvou
digste en wettigste zaak der wereld. Er bestond geen
reden om te ontveinzen dat 't haar invloed was die
dezen prozaischen mensch tot een dichter en een
hoveling gemaakt had. Zij was trotsch op haar werk,
en zijn loon zou hem niet ontgaan.
Wat de uiterlijke omstandigheden betreft, was er
van weerszijden geen enkele omstandigheid die een
nader toehalen van de aangeknoopte banden belette.
De ouders van Emma waren welgestelde lieden ze
werden zelfs onder de rijken gerekend, ofschoon
dit nog niet insloot, dat elk der acht kinderen, die
vermoedelijk eenmaal de ouderlijke erfenis zouden
moeten deelen, ook rijk zou zijn. Die van Leo wa
ren, grof berekend, de evenknieën van Emma's
vader en moeder, terwijl Leo niet zoo veel deelge-
nooten zou zien opdagen, wanneer voor hem de som
van het ouderlijk vermogen werd opgemaakt. Dien
tengevolge mocht hij er op rekenen doorzijn vader
onbekrompen te zullen worden gesteund indien 't
hem morgen of overmorgen behagen mocht een huis
honden op te zetten, en zijn eigen verdiensten daar
voor nog niet toereikend waren.
Vier weken nadat ik op mijn rug liggende den
verliefden brief van Leo in ontvangst nam, was deze
dan ook openlijk geëngageerd. De heele familie van
beide kanten juichte, en alle vrienden, zelfs de
teleurgestelde mededingers naar Emma's hand, ju
belden. «Ziet daar een welgevoegd paar« heete 't
allerwege.
Doch helaas, met de eerste visisites bij de kennis
sen en vrienden begon ik bang te worden. Ik ben
niet zoo bijzonder scherpzinnig, en vooral tegenover
de hartsaangelegenheden van anderen eer bescheiden
dan nieuwsgierig, maar reeds toen meende ik iets
op te merken wat Leo niet zien wilde, en zeer stel
lig ontkend zou hebben indien ik er hem aandach
tig op gemaakt had.
Ik zat aan de koffietafel, waar mevrouw Beversen
zelve de honneurs waarnam, en verdiepte mij met
deze in de aangenaamste bespiegelingeu over de
toekomst van het jonge paar, dat ons beiden de
levendigste belangstelling inboezemde, terwijl Leo
in een zwarten rok en met een witte das de kamer
op en neer stapte, alsof ons gesprek hem in 't ge
heel niet aanging. De meer gewichtige vraag die
hem bezig hield was, hoe hij zijn wit glacé hand
schoenen zou aankrijgen en buiten aanraking met
elk stoffig voorwerp houden. Emma. was boven
bezig zich te kleeden. Ze zou zoo, zoo komen. De
jongelui gingen visites maken. Natuurlijk 't eerst
bij de grootouders en de ooms en tantes der bruid.
Daar trad Emma binnen. Ze was om te stelen.
Een verrukkelijk glimlachje speelde om haar lippen.
«Leo, ik ben klaar en bereid u als een slavin te
volgen,klonk 't half spottend, half eerbiedig, ter
wijl zij mama haar wang voor een kus aanbood en
mij met de teere vingertoppen een vriendelijk vaar
wel toewuifde.
«Komaan, dan maar en route,antwoordde Leo
met een zucht. «Volgens het programma gaan wij
eerst naar uw grootpapa en grootmama. Daarna
naar uw oom en tante Rijnders, van daar naar uw
tante Van der Horst en dan
«Wij gaan ditmaal niet naar tante Van der Horst;
die kan later wel eens een beurt krijgen,<t viel
Emma op eens in.
«En waarom niet, lieve? Gij hebt immers zelve
gezegd dat wij haar een van de eerste moesten
bezoeken.
«Dat heb ik ook, maar ik ben van gedachten
veranderd." Ze zei dit zonder eenige verheffing van
stem als een van de natuurlijkste en eenvoudigste
dingen ter wereld. Leo vatte het dan ook als zoo
danig op. Wat kon 't hem scheelen of tante Van
der Horst, eene hem onbekende en nog geheel
vreemde dame, dien dag onder de eersten een be
zoek van hem en zijn bruid ontving of later. Maar
mevrouw Beversen dacht er blijkbaar anders over.
Zij keek op, en vroeg«Welke reden hebt gij,
Emma, om tante Van der Horst over te slaan?Zij
kan het u met recht kwalijk nemen.
Er lag in die opmerking geen zweem van bitter
heid, maar misschien wel eenige verwondering, die
aan ergernis verwant was. Emma scheen er die ten
minste in te hooren, want ze antwoordde nog al
kort af. «Ik heb geen enkele bepaalde reden mama,
maar ik heb van daag geen zin in een bezoek bij
tante Van der Horst."
«Dan begrijp ik te minder waarom gij haar die
kleine beleediging zoudt aandoen«, was het weder
antwoord. «Leo heeft reeds opgemerkt dat gij zelf
het programma hebt opgemaakt.»
Emma scheen die herinnering nauwelijks te hoo
ren. Zij herhaalde haar verzekering dat zij in een
bezoek bij haar tante Van dei Horst geen zin had.
Dit was de eenige en haars inziens afdoende reden
van haar besluit om er dien dag niet heen te gaan.
Ook verspilde zij verder geen woord aan de quaestie.
Zij vatte Leo's arm en het «welgevoegde» paar
aanvaardde vroolijk en blijmoedig de ons allen be
kende, door alle bruidegoms ter wereld reeds meer
dan genoeg verwenschte pelgrimage.
Ik zag wel dat mevrouw Beversen ietwat ontstemd
was, doch ik schreef dit toe aan haar vrees voor
een kleine scène met zuster Van der Horst. Daar ik
haar en mij een gedwongen positie wilde besparen,
bracht ik het gesprek op de aanstaande winterverma
ken en de weldra verstreken genoegens van den zomer.
Wordt vervolgd.