NIEUWE
Weekblad voor LANGEDIJK en Omstreken.
N". 3.
Zondag 20 Januari 1895.
4e Jaargang.
Plaatselijk Nieuws.
N ieuwstij dingen.
FEUILLETON.
EEN ONSTANDVASTIGE VROUW.
LAIGEDIJKER COlftAHT.
Deze courant verschijnt eiken Zaterdagnamiddag.
ABONNEMENTSPRIJS
voor Noordscharwoude, Oudkarspel, Zuidscharwoude en Br. op Langedijk
per drie maanden ct-, franco p. post <30 ct.
UITGEVER:
J. II. KEIZER.
BUREEL:
Noordscfiarwoude.
PRIJS DER ADYERTENTIÊN:
Van 15 regels 30 ct-, elke regel meer ct.
Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend.
Brieven rechtstreeks aan den Uitgever.
Van bevriende zijde vernamen wij onder
staande
De alhier bestaande hulpvereeniging, zich ten
doel stellende elkander hulp en bijstand in de
bouwerij te verleenen, bij ongelukken en ziek
ten, besprak in eene huishoudelijke vergadering
waar 12 personen tegenwoordig waren, de vraag,
in hoeverre tegemoet kan worden gekomen aan
de zeer lage prijzen der groenten in een slech-,
ten tijd.
Verschillende besprekingen leidden tot het
besluit, genomen met 9 tegen 3 stemmen, dat
men door het uitschrijven eener vergadering
ongeveer 80 bouwers zou uitnoodigen ter ver
gadering te komen om gemeenschappelijk de
belangen van den bouwer te bespreken, met
het doel een ieders opinie te vragen over het
oprichten eener vereeniging die de producten zelf
ter markt ten verkoop aanbiedt.
Van de 30 uitgenoodigden hadden 21 zich
jl. Donderdagavond vereenigd in het lokaal van
den heer D. Stam Kz. tc Noordscliarwoude.
Verschillende beschouwingen werden gehouden;
besproken werd o.a.
le. het doel der vereeniging;
2e. op welke wijze zij bij eventueele oprich
ting zal werken
3e. of die vereeniging dan levensvatbaarheid
genoeg en in alle opzichten recht van be
staan zal hebben.
Na rondvraag verklaren zich 15 bereid mede
te willen werken tot het oprichten eener dusda
nige vereeniging, terwijl 6 zich terug trekken,
en eerst het voor en tegen nog eens willen wik
ken en wegen.
Verder wordt nu eene commissie benoemd,
die zich zal belasten met het samenstellen van
een reglement, dat naderhand der vergadering
ter overweging en ter beoordeeling zal worden
voorgelegd.
Hierna sluiting.
Wie jl. Zondagavond ongeveer 10 uur ge
zellig bij een vriend of kennis een kaartje
maakten, of gezellig naar de kunstverrichtingen
van een Bainberg zaten te kijken, of (ook dit
is gezellig) zich in Morpheus armen hadden ge
worpen en droomden van ijs, mist, sneeuw en
regen, of heel gezellig als een paartje zaten te
keuvelen, wie, in 't kort, den Zondagavond,
ieder op zijn manier, gezellig doorbrachten, kon
den niet denken dat eensklaps 't geroep van
brand, brand en de bekkenslag hun de kaarten
neer zouden doen leggen, de aandacht van de
kunstverrichtingen zou doen afleiden, hun zou
den doen opschrikken uit hun slaap, de gelief
den zouden doen storen in hun tête tête en
hand in hand naar buiten zouden doen loopen,
waardoor zij hun innnerlijke verhouding tot
elkander, zonder 't te willen, aan een ieder,
die 't zag, verraadden.
Toch echter geschiedde dit en was eensklaps
eene groote menigte op de plaats des onheils,
daar de brand midden in 't dorp op een zooge
naamd eiland, in het perceel van C. Langedijk
was uitgebroken.
In een ommezien stond het geheele huis in
lichtelaaie en bestond er merkbaar gevaar voor
de belendende gebouwen.
Niet zoo heel lang echter duurde het of de
spuit van Noordscharwoude gaf water,- „dat 't er
naar rooide." Ware zij langer uitgebleven, wij
gelooven dat liet perceel, bewoond door A. Roos
waarschijnlijk mede in vlammen was opgegaan,
daar het rieten dak al zeer spoedig naar bene
den gleed, waardoor enkelen, die nog in het
brandende perceel waren, den terugtocht werd
afgesneden en moesten vluchten door een raam,
waardoor eenige verwondingen niet uitbleven.
De geheele kap was reeds afgebrand en toch
verhief zich nog den schoorsteen in zijn volle
lengte in de lucht.
Middelerwijl waren ook de spuiten van Zuid-
scharwoude en Oud-Karspel aangekomen om de
belendende perceelen te besehermen, doch het
was geen gemakkelijk werk dien vuurgloed
machtig te worden en te dooven.
Op eens, wij hadden al lang het oog op den
schoorsteen gevestigd gehad, wankelt hij, doch
blijft nog staan maar wankelt nog eens om op een
maal met een ontzettende slag, die een regen
van vonken deedt ontstaan, neer te vallen in
het brandende perceel.
Den geheelen nacht bleef men de rookende
ruïne bewaken tot 's morgens 6 uur.
Naar wij vernemen waren huis en de voor
raad kool tegen brandschade verzekerd.
Omtrent de oorzaak, waar en op welke wijze de
brand kan zijn ontstaan ligt nog alles in h< t
duistere.
Persoonlijke ongelukken hadden niet plaats.
De tweede Nuts vergadering van het Dep.
Oud-Karspel had j.l. Woensdag plaats bij den
heer G. Slotemaker, waarin als spreker optrad
de heer J. C. van Wijck van Anna Paulowna.
Dat wij 't allen jammer vonden, dat spr. reeds
met den trein van half elf weer moest vertrek
ken, is reeds een groot bewijs dat zijn lezingen
ons uitstekend bevielen.
Zijn lezingen, in hoofdzaak over de bewoners
der Betuwe, zijn zoo gezellig aangrijpend.
Wij gelooven echter wel, dat 't meestal een
type is, die de heer Van Wijck zoo beleefd is
aan ons voor te stellen, maar dat 't ook min of
meer den geest dier bevolking ademt, met hunne
eigenaardige gewoonten en geregelde levenswijze.
De Heer Van Wijck bezit bij uitnemendheid
den tact het geldersche dialect te kunnen na
bootsen waardoor zijne lezingen zoo boeien en
bovendien zijn ze frisch van gedachte, nieuw
van inhoud en echt typisch geschreven. Wij
meenen te weten, dat de heer Van Wijck zelf
deze novellen of verhalen schrijft, en dan kun
nen wij niet anders zeggen of 't ware te wen
schen, dat deze novellen in druk verschenen.
Ook andere stukjes kregen wij ten gehoore,
die evenzeer voldeden, en een woord van dank
aan het einde van den avond gebracht aan den
spreker, was ten volle verdiend.
Hierna volgde nog een muziekstuk voor piano
en een paar voordrachten, waarna men al len
recht tevreden, over het gehoorde, huiswaarts
keerde.
In de rijkspostspaarbank hadden te War-
itieiihuizeii, gedurende het jaar 1894 plaats
275 inlagen tot een bedrag van f3739.73 en 47
terugbetalingen tot een bedrag van f 4653,46,
terwijl 9 nieuwe boekjes werden uitgegeven.
Aan het hulpkantoor werden ontvangen 6596
brieven, 2852 briefkaarten, 32415 nieuwsbladen,
10120 andere drukwerken en 72 aangeteekende
brieven, waaronder 31 met eene aangegeven
waarde van f 4025,90.
De nieuwjaarscollecte in deze gemeente bracht
f167,325 op, terwijl door eene bijdrage uit de
gemeentekas aan ongeveer 70 gezinnen kon
worden uitgedeeld f270 in giften van f2.50 tot
f7.
Een verarmd huisgezin te Schoorldam
werd dezer dagen verblijd door eene gift van
H. M. de Koningin, groot f20. Ook ten vori-
gen jare ontving dat huisgezin hetzelfde bedrag.
Twaalf ambachten
De nachtwaker, schoonhouder der openbare
school, aschophaalder, vuilnisman, kerkschoon
maker, klokluider, orgeltrapper, ontsmetter bij
besmettelijke ziekten van mensch en vee, dood
graver, onbezoldigd rijksveldwachter, P. v. Elk,
te Itoou, is thans ook benoemd tot lantaarnop
steker, schoonhouder der lampen en alles wat tot
het vak behoort.
Op 1 Januari 1894 bestond de bevolking
der gemeente St. Pankras uit 291 m. en 264
vr. In den loop des jaars werden 11 m. en 11
vr. geboren en vestigden zich 19 m. en 35 vr.,
terwijl er 5 m. en 3 vr. stierven en 12 m. en
20 vr. vertrokken, zoodat aan het einde des
jaars de bevolking bestond uit 304 m. en 287
vr. Was dus het bevolkingcijfer dezer gemeente
in den aanvang des jaars 555, aan het einde
des jaars was dit geklommen tot 591.
Yoor de vacante betrekking van onderwij
zeres, tc llecr-IIiigowaard op f 600 jaarwedde,
heeft zich geen enkele sollicitante aangemeld.
De bevolking bestond op 31 Dec. 1893 uit
1400 m. en 1315 vr. samen 2715 inw. In 1894
hebben zich gevestigd 83 m. en 117 vr., samen
200; geb. zijn 38 m. en 33 vr. samen 71. Ver
trokken zijn 112 m. en 123 vr., samen 235.
Overleden 22 m. en 25 vr., samen 47, zoodat
de bevolking op 31 Dec. '94 bestond uit 1387
m. en 1317 vr., samen 2704 Zij is alzoo met
11 inw. verm. In 1894 zijn 16 huwelijken vol
trokken, waarvan 14 tusschen jongmans en jon-
gedochters en 1 tusschen wednr. en jongen
dochter.
Zondag, den 13 dezer, vergaderden te
Koedijk de leden van het „Schoolverbond", om
verslag te hooren geven van den algemeenen
toestand der vereeniging, het geldelijk beheer en
het gebruik der schoolspaarbank in het jaar
1894. Eene reeks verkiezingen voor bestuursle
den volgde en werd besloten met het uitreiken
van getuigschriften voor getrouw schoolbezoek
aan 10 der 11 leerlingen, die gedurende 1894
de school verlieten. Der vergadering werd me
degedeeld, dat het feest ter herdenking van het
25-jarig bestaan der vereeniging, op 4 Febr. e.k.
zal doorgaandat heeren kerkvoogden het ge
bruik van het kerkgebouw toegestaan hadden en
dat een der oprichters, de heer ds. Venker, thans
als predikant te Steenbergen, dien dag nog eens
zijn oude standplaats zal komen opzoeken. We
gens het late uur werd hierna de vergadering
gesloten, die, trots de sneeuwbuien van den dag
op eene flinke opkomst mocht bogen.
De bevolking te Oude Nicdorp bestond
op 31 Dec. 1893 uit 581 m. en 546 vr., samen
1127. Vermeerderde door geboorte met 34 en
door vestiging met 83 personen, samen 117.
Verminderde daarentegen door overlijden 19 en
door vertrek met 106, samen 125, zoodat de be
volking op 31 Dec. 1894 bestond uit 557 m. en
542 vr. samen 1119. Er werden 8 huwelijken
gesloten, 5 kinderen werden als levenloos gebo
ren aangegeven.
3).
Emma was de koningin van al deze feestjes en
't moet gezegd worden dat zij haar rol met eere
vervulde. Zij was allerliefst. Ze zag er uit om te
stelen. Leo was trotscher dan ooit op haar liefde,
waarvan zij hem de doorslaande bewijzen gaf. Zelfs
mevrouw Van der Horst was over haar tevreden.
Ik merkte herhaaldelijk op dat ze haar goedkeu
rend toeknikte, en Emma was zoo vertrouwelijk
met haar tante, dat 't scheen alsof deze haar beste
en intiemste vriendin was.
Doch op eens (niemand zou hebben kunnen zeg
gen waardoor en waarom) op eens was alles als
door een geheimzinnige windvlaag omgekeerd. Er
stonden nog drie volle dagen op het feestprogramma,
en Emma kondigde aan, dat zij te moe was om
verder mee te doen, dat ze naar huis verlangde.
Niemand geloofde haar. Ze zag er zoo gezond en
bloeiend uit als wij maar wenschen konden. De
dagen in de open lucht, onder vroolijkheid en dar
telheid doorgebracht, hadden hare wangen gekleurd
Zij geleek eene Diana en scheen veeleer bestemd
om haar geheele verdere leven in de velden en de
bosschen door te brengen. Ook was er niets wat
haar naar huis trok. De eenvoudige beleefdheid
vorderde dat zij tantes feest niet bedierf, want het
was te harer eere aangelegd, en als zij heenging,
zou de stemming verstoord zijn.
Toch ging zij. Leo stemde met haar in. Hij ver
dedigde tegen ons allen de onhoudbare stelling dat
Emma's wangen, in plaats van een blos van gezond
heid, de onmiskenbare blijken van overspanning
droegen. Hij ging met haar mede en wij bleven
alleen achter, om zoo goed en kwaad als 't ging
een bruiloft zonder bruid te vieren.
't Was blijkbaar dat mevrouw Van der Horst
boos was, doch de waardige vrouw hield zich goed,
en alles liep nog al redelijk af.
Toen ik Leo onder vier oogen sprak, hadden wij
een formeel standje uit te vechten. Ik sommeerde
hem een enkele reden of aanleiding te noemen,
welke het bedrag van Emma rechtvaardigde. Ik
verdedigde met vuur de stelling, dat 't lang zoo
erg niet zou geweest zijn, indien er de eene of
andere scene had plaats gehad, hij bijvoorbeeld
haar jaloezie opgewekt, ot iemand haar beleedigd
of miskend had, dan nu zij zonder aanleiding de
feestelijke stemming, eenvoudig uit een gril, in een
wrevelige bui verstoord had. Die wrevel kwam
alleen uit haar zelve voort. Ik beklaagde hem, want
het rechte woord moest er uit, en ik kende niets
ongelukkiger voor iemand die op het punt van trou
wen stond. Emma was wispelturig. Zij zou hem
ongelukkig maken, enkel en alleen door haar hu
meur, haar luim, haar grillig haken naar verande
ring. Als hij een man was, en zijn vrijheid, zijn
gezag lief had, dan moest hij reeds dadelijk, nu ze
nog niet getrouwd waren, de waarheid in het aan
gezicht durven zien, en Emma zeggen waar 't op
stond.
't Was er uit, doch ofschoon ik voor geen geld
ter wereld mijne woorden zou hebben willen terug
nemen, had ik toch wel reden om te wenschen
dat ik ze nog wat voorzichtiger had ingekleed, Leo
word in vollen ernst woedend. Hij beweerde stijf
en strak dat Emma meer dan voldoende redenen
gehad had om haar tante deze beleediging aan te
doen. Hij had wel gezien, en 't had hem genoeg
gehinderd, hoe deze Emma als een schoolmeisje
had gadeslagen en telkens goedkeurend geknikt,
alsof zijn meisje nog op de bank zat, en met bon
nes et inauvaises marques moest gepaaid worden.
Bovendien. Emma kon van haar hart geen moord
kuil maken, en had niet verheeld dat zij meer dan
genoeg had van al die feestelijkheden. Hij schatte
haar daarom des te hooger. Zij was de oprechtheid
zelve. Al bracht haar dit nu en dan in onaange
naamheden, hij wist maar al te goed hoe schaarsch
die deugd was, om haar niet op hoogen prijs te
stellen. Straks, als zij getrouwd waren, zou nie
mand dan hij last hebben van wat men Emma's
wispelturigheid geliefde te noemen. Zij zouden zich
met hun beidjes opsluiten. Niemand behoefde zich
verder over zijn of haar geluk te bekommeren.
Ik zweeg, en wij zagen elkander veertien dagen
lang niet weer, doch toen die om waren bracht
niemand minder dan Emma ons op nieuw bij elkan
der, en wel ten huize van mevrouw Van der Horst,
tot wie zij met een paar groote tranen in de mooie
oogen berouwvol was terug gekeerd, en die haar,
na een klein sermoen, weer in genade had aange
nomen. Alle gasten moesten toen weer terugkomen
en Emma besloot het feestje met drie zulke heer
lijke dagen van vertrouwelijkheid en gezelligheid,
dat wij allen vergaten wat er nog zoo kort geleden
was voorgevallen. »Ziet ge wel,® zei Leo triumfan-
telijk tot mij. »Zoo is ze. Hebt gij ooit beminne
lijker schepseltje gezien. Ik ben meer dan ooit ver
liefd, al zegt gij misschien dat ik gek ben."
Hij was in zoo'n gelukkige stemming, dat ik hem
ditmaal op den schouder kon kloppen zonder dat
hij boos werd en plechtig verzekeren, dat ik hem
inderdaad voor gek hield. Maar hij was een gek,
die in zaligheid zwom en zulke dwazen staan onder
de bescherming der goden.
Een half jaar later vierden wij wederom bruiloft,
doch nu niet als een schakel uit de verlovingsfees
ten, maar tot luisterrijke bekroning van de plech
tige huwelijksinzegening. Emma was schooner dan
ooit. Alle jongelui, die in de kerk waren geweest,
benijdden den gelukkigen bezitter van dat pronk
juweel der schepping. En voor iederen bewonde
raar had zij een zalig glimlachje ten beste. In die
glimlachjes lag geluk. Zij was ons dankbaar dat wij
Leo benijdden, want dat verhoogde de waarde van
hetgeen zij hem zoo gaarne onverdeeld aanbood.
Leo was haar trots. Zij leunde bij het verlaten van
de kerk op zijn arm alsof zij den vollen omvang
van het beeld van den klimop en den eik begreep
en keek tot hem op als tot haren gebieder.