Nieuwe Langedijksr Courant", van Zondag 27 Januari 1895. PIaatselij k Nieuws. N ieuwstij dingen. arbeiders zaten, die drie jaren gewerkt heeit, tot de conclusie kwam, dat de staat beter deed zich niet te bemoeien met do arbeiders kwestie. De heer Kok wijst op de Katoenindustrie in Engelsch Indië waardoor groot gevaar ontstaat voor de blijvende welvaart in de Engelsche katoennijverheid. De spr. meent zoo iets niet gelezen te hebben en bovendien, die zwarten zijn toch veel te lui om te werken waardoor geen gevaar te duchten is voor die Engelsche tak van nijverheid. De voorzitter gaat nu tot sluiting der verga dering over, na een woord van dank te hebben gebracht aan den geachten afgevaardigde voor zjjn belangrijk woord, aan de aanwezigen voor hun trouwe opkomst en betoonde belangstelling en zegt in de volgende huishoudelijke vergade ring, die zal plaats hebben op Woensdag den Februari e.k. de volgende stelling te zullen ver dedigen le. Het heffen van graanrechten is onrecht vaardig 2e. Geen gezonde sociale politiek 3e. Werkt drukkend op de arbeidende klasse. Voor eenige jaren was hier de karwei- teelt nog in vollen gang. Geën bouwer, of hjj had eenige sneezen land met karwei bezaaid, ot tusschen de regels uien die ruimte aange vuld met dat zaad. Langzamerhand echter scheen het of de kar- weiteelt niet meer wilde gedeien. Hoogst waar schijnlijk is aan te nemen, dat de grond door bemesting met modder, te vaste lagen kreeg, waardoor hij minder poreus werd, of door de koolbouw te koud was geworden, en niet meer geschikt scheen voor den karweibouw. Gewoonlijk werd na de karwei, op denzelf den akker, nog de z.g. taaie gele of Bloemen- daaler kool geteeld, en oogstte men op deze manier tweemaal in 't jaar. Dit geschiedde ook wanneer men, zooals boven vermeld, de karwei tusschen de uien zaaide. Ging dit nu lange jaren goed, jaar op jaar echter verminderde toch het product, öf de karwei bracht niets op, en was de moeite van zaaien tevergeefsch, bf de uien en de kool kwamen niet genoegzaam toe, zoodat de karwei moest plaats maken voor den groententeelt, die destijds zéér groote voordeelen opleverde, doordat de produc ten meer een vasten en vrij hoogen prijs had den. Slechts enkele bouwers zijn er, die nog vol hielden met het verbouwen van deze tweejarige vrucht, de karwei, en dat hun dat nu nog een aardig voordeeltje kan bezorgen, blijkt wel uit de volgende bijzonderheid, dat een inwoner te dezer plaatse 2900 pond karweizaad heeft ver kocht voor den niet geringen prijs van f 15.50 de 100 pond. Dit is natuurlijk weer iets aanlokkelijks,'hoe wel deze bizonderheid in geen geval als een doorgaande regel kan worden beschouwd. Was dit zoo, dan twijfelen wij niet of men zou zich voortaan weer meer op karweiteelt gaan toeleg gen. De kolossale ruimte die men echter noodig heeft voor berging van het zaad, aangezien men het niet in zakken kan laten staan, is mede een groot bezwaar, daar de kool tegenwoordig alle ruimte in beslag neemt. De groententeelt neemt hier echter op een schrikbarende wijze toe, en in de omstreken van van Langedjjk evenzeer; geen stukje weiland of het wordt gescheurd, om te worden geschikt gëmaakt voorgroententeelt. Dat op deze wijze de markt wordt overvoerd, is evenzeer waar, en daarom, zou 't niet van belang zijn, weer eens over karweibouw te denken Noorderkwartier. Nu de sneeuw voor het grootste gedeelte van de landerijen is weggedooid, kan de aanblik er van eiken boer ten hoogste bevredigen. Zooge naamde „wrakke" plaatsen zijn niet te vinden. Het land ziet er zeer „gezond" uit en beloofd in het naaste voorjaar een spoedig en sterk grasgewas. Yan den toestand van het bouwland in het Noorderkwartier is nog weinig te zeggen. De wintergewassen, rogge en tarwe, staan over het geheel bijzonder goed. De waterstand heeft den geheelen winter niets te wenschen overge laten. Molens en machines hebben de landerijen voldoende droog kunnen houden. Den 24sten werd in het lokaal Cérès te Schageu een adres ter teekening aangeboden, waarin aan H. M. de Koningin Regentes be schermende rechten voor den landbouw worden gevraagd. Eenige landbouwers gaven aan de uitnoodiging om te teekenen gehoor. Op de graven van den generaal majoor Van Ham en den 2den luitenant Musquetier, die bij den verraderlijken overval op Lombok het leven lieten, is nabij den Dewatempel te Tjakra-Negara, op 14 December jl. op plechtige wijze een gedenkteeken onthuld, waarbij het woord werd gevoerd door den pastoor Smit, den predikant Ofïerhaus en den 2den luitenant Lamberts. Hij had meer gediend Bij de te Assen gehouden keuring van plaats vervangers voor de nationale militie, werd een hunner de vraag gesteld of hij vroeger ook ge diend had, waarop zijn antwo rd „ja" luidde. Op de wedervraag„bij welk wapen," ant woordde hij „bij den boer!" Piëteit voor lijken. In „De Residentiebode" wordt de volgende opmerking gemaakt „Indien men bij de „H. IJ. Spoorwegmaat schappij" een lijk tot vervoer aangeeft, ontvangt men daarvoor een in behoorlijken vorm inge- richten vrachtbrief ter onderteekening terwijl op den gesloten en gesoldeerden goederenwagen een zwart bord, waarop een witte krans geschilderd, gehangen wordt, om aan te duiden, wat de inhoud van dien waggon is. „Bij de „Mij. tot Exploitatie van Staats spoorwegen" acht men dien omslag overbodig. Men gaat daar veel eenvoudiger te werk. Een ambtenaar, met een stuk krijt gewapend, krab belt eenvoudig op den waggon het woord „lijk" - en men weet evengoed, waar men aan toe is. „Dit zou echter nog zoo erg niet wezen, maar hetgeen men met de vrachtbrieven, die de bloed verwanten ter onderteekening worden althans een jaar geleden werden aangeboden, durft bestaan, overschrijdt alle grenzen der welvoege lij kheid, neen van het betamelijke. „Op bedoelde vrachtbrieven toch vindt men onder verschillende rubrieken dit vermeld „Vrachtbrief tot vervoer van levend vee." Aantal stukseen." „Soort: lijk." „Commentaar overbodig „In trouwe, een weinig eerbied voor het zevende der lichamelijke Werken van Barmhartigheid ware bij de Maatschappij tot Exploitatie niet misplaatst. Een winstgevend bedrijf. „Het Staphorster boertje" is iemand, die meent het geneesmiddel voor alle menschel jjke kwalen te kennen, en van heinde en verre zoeken pa tiënten hem op, om bij hem baat te vinden. Hij houdt in verschillende plaatsen zelfs zitdagen om zijne patiënten te ontvangen, en hij heeft dan ook eene drukke practjjk. In den laatsten tijd hield hij ook zitting in eene herberg bij Heerenveen, en nauwelijks was dit bekend, of tal van patiënten spoedden zich derwaarts. Zon der onderzoek, maar alleen door vragen, is de pseudo-dokter spoedig achter de kwaal, geeft al tijd hoop op volslagen beterschap. Hij vertelde o.a. zeer zeker om vertrouwen te winnen dat hij te Arnhem en Amster dam patiënten had onder de eerste standen, hij werd dan met de equipage van het station ge haald, ja, hij was zelfs aan het Hof ontboden bij H. M. de Koningin-Regentes. De goe-gemeente besloot uit het laatste feit al dadelijk, dat daarom de justitie het boertje maar zijn gang liet gaan de Koningin zon dit wel bevolen hebben. Maar welke eene ontnuchtering voor de patiënten, toen dezer dagen de politie een onder zoek kwam instellen naar aanleiding van hun consult bij het boertje en een gedeelte van de medicamenten in beslag nam, oni chemisch on derzocht te worden. Nu, het boertje stuurde zoo groote dosis „me dicijn" voor ieder, dat de politie wel wat mee nemen kon. Zij zitten daarom nog lang niet zonder poedertjes. Dat het boertje beste zaken maakt is te be grijpen, hij vraagt niets voor zijne hulp, maar wat men voor hem afzondert, neemt hij dank baar aan. In de kerk der Evang. Lutli. gemeente te Zaandam bevinden zich nog de overblijfselen van een op glas geschilderd raam, waarschijnlijk er aan ter geschenke gegeven in het begin der 17e eeuw door zekeren Cornelis ArentzLuick, en van de hand der schilderes Catharina Ortfries, waarop behalve een deel der teekening „Zaanland's Houthandel" ook de volgende dichtregelen te lezen staan „Hier is gewoel en Wildernis,' Bij God al ons Verlangen is, Wij leven hier in smart en pijn Bij God zal onze ruste zijn." Dit raam, dat door zijn slechten toestand dreigde geheel verloren te zullen gaan, zal thans worden hersteld, zooveel mogelijk in den oor- spronkeljjken vorm. Het ontbrekende schilder werk, door den tand des tjjds vernietigd, zal in den geest van het origineel worden vernieuwd met behoud van alles wat nog bruikbaar is. De gemeente zal dit herstel te danken hebben aan een harer leden, die den kerkeraad een be langrijke som gelds toezond om het werk uitte voeren. De Tweede Kamer heeft heden met groote meerderheid goedgekeurd de wetsontwerpen tot voorziening in de regeling en het bestuur der gemeenten Opsterland en Weststellingwerf. De Tweede Kamer is na deze beslissing uit eengegaan, met het voornemen om op Dinsdag 26 Pebr. de werkzaamheden te hervatten. De Wereldstrjjd gaf Vrijdag, ter eere van den „Vader der onthoudersbeweging in Neder land" een feestnummer „Adama van Schel- tema-nummer" uit, waarin tal van mannen en vrouwen van naam, uit binnen- en buiten land, een toepasselijk woord wijden aan den waardigen jubilaris. De grijze Nicolaas Beets schrijft er in Den wakkren Scheltema, na tachtig levensjaren Den strijd noch d' arbeid moe, waarvoor (zijn ijver brandt. Verbeeld hem met de rol der Evangelieblaren, Zijn wijsheid en zijn kracht, in d' eene, in (d' andere hand Den beker, omgekeerd, der zielemoordenaren En zette een dankbaar Nederland Een kroon van levend groen op 't zilver (van zijn haren Eeii geschenk. Omtrent het geschenk, dat aan de Koningin nen zal worden aangeboden bij Haar bezoek aan de hoofdstad der provincie Limburg, verneemt de „L. K." dat het waarschijnlijk zal bestaan uit een marmeren voetstuk, waarop in gedreven zilver de engel met het stadswapen van Maastricht zal prijken. Op de vier zijden van het voetstuk zouden in haut-relief aangebracht worden ge zichten op de Maasbrug of Markt, de St. Ser- vaas- en St. Janskerken, de oude Helpoort en het oude stadhuis. De gelden daartoe noodig, zouden uit eene inschrijving der burgerij met minimum van een kwartje, ingezameld worden door de dames van het comité, bijgestaan door jonge juffrouwen, welke op het Stadhuis dit ge schenk zouden aanbieden. „Vóór eenige dagen", vertelde een jager uit Giiiiieken, „zag ik een paar ganzen op de sneeuw achter een boschje'zitten. Ik trok gauw mijn waterlaarzen uit en sloop op mijn kousen naar de heerlijke gansjes, om ze onder schot te krijgen. Maar jawel, slechts een weinig kraakte de sneeuw, en daar vlogen ze in de hoogte, mij een spottend kwaak, kwaak, toezendend. Toch loste ik nog een schot op hen, waardoor ze een paar veeren verloren, maar toch bleven door vliegen! Eenigszins uit mjjn humeur ga ik mijn laarzen weer opzoeken. Maar, lieve hemelte, wat is dat? Mijn laarzen zjjn aan 't loopen, zonder dat ik er in ben. Zou de duivel me een poets willen bakken Ik treed nader, en zietwee hazen, door het schot, dat ik gelost had, opge schrikt, waren in mijn laarzen gevlucht en wend den vergeefsche pogingen aan, er uit te komen! Paf, paf, ging het en beide langooren kon ik in mijn weitasch stoppen. „Als je 't soms niet gelooven wilt, kijk dan maar naar mjjn laarzen, waar de gaten van de hagelkorrels nog in zjjn!" Er waren werkeljjk gaatjes indus moeten wjj 't ook wel geloo ven. Dezer dagen vond zekere de Roo te Win- suni, terwjjl hjj bezig was een paar oude, door hem aangekochte schilderijen van de lijsten te outdoen, achter de eene schilderij eenig oude papieren, welke bij nader onderzoek obligatiën bleken te zjjn ter waarde van f40.000. Vlug werd nu de lijst van de tweede schilderij gerukt en hierachter vond hjj geldswaardige papieren tot een bedrag van f 92.000. 't Ontbreekt er nog maar aan, dat de schil- derjjen straks echte Rembrandts blijkens te zjjn. De verkoop van den inboedel van Recns. De openbare verkooping van den inboedel van Reens, Woensdagmorgen op de binnenplaats van het voormalig Huis van Bewaring aan den Heiligenweg te Amsterdam gehouden, is zonder stoornis ten einde gebracht. Er was omstreeks 9 uur eene groote menigte volks op de been, en een uur later liet men het publiek zes aan zes binnen, terwjjl eene afdeeling politie voor de poort was geposteerd. Toen de binnenplaats zoo goed als gevuld was met publiek, werd de poort gesloten en werden de toegangen tot den Heiligen weg afgezet, die straafc zelve alzoo geheel vrij gehouden. Er viel aan de zijde der Kal verstraat eene kleine scher mutseling voor onder de burgers. De zoon van den notaris Wertheim was in de verdrukking gekomen en verweerde zich met zjjn wandelstok. Er vielen dus klappen en een inspecteur van politie, die den bedreigde kwam ontzetten, werd bjj die gelegenheid in de hand gebeten. De oorspronkelijke schuld bedroeg ca. 78 gld.; de onkosten 80 gld., zoodat in het geheel thans 158 gld. te voldoen was. Thans werd het namelijk duideljjk, dat Reen's broeder de oorspronkeljjke schuld niet had voldaan, doch dit wel had willen doen, toen het echter te laat was. Er mocht niet minder dan 25 cent op iederen koop worden geboden. De inboedel, koffiehuistafels, stoelen, biljart queues, kachels, kasten en ander huisraad, heeft totaal 129 gld. opgebracht. De verkooping maakte een zonderlingen in druk. Aan de eene zjjde Reens en zjjne vrouw en enkele uit het publiek, die telkens 25 cent bodenaan de andere zjjde der balustrade enkele personen, die onmiddelljjk twee, drie gulden en meer inzetten. Zoo onhandig en roekeloos werd dit laatste gedaan, dat de koopers achter de balustrade ver scheiden stukken veel te hoog opkochten, een kastje dat een paar gulden waard was, bjj voor beeld voor f 12, een rondo tafel voor f 10.50, een goedkoope potkachel voor f 6.25, een emmer ter waarde van vjjftig cents voor één gulden enz. Het gevolg was, dat Reens slechts zooveel bood als de stukken hem inderdaad waard wa ren, en, zoo achter de balustrade dan nog hoo- ger werd geboden, den koop liet gaan. Toch slaagde hjj er in weder eigenaar te worden van een goed deel van zjjnen inboedel. De hem toegewezen stukken werden omstreeks twaalf uur voor de poort in een verhuiswagen geladen, onder bewaking der politie en daarna in draf, gevolgd door eene menigte volks, naar het huis in de Nieuwstraat gereden. Een onbeheerde locomotief. Woensdagochtend om 4 uur is uit de loco- motievenloods van de Westlandsche stoomtram te Loosduinen een machine, waarvan de stoom- kruk verkeerd stond, nadat de stoom zich vol doende ontwikkeld had, zonder bestuurder, over de rails naar het eindpunt aan de ljjnbaan in Den Haag gereden. Ondanks de snelle vaart heeft het onbeheerde toestel het traject afgelegd zonder ongelukken te veroorzaken. Het liep ten laatste over de straat tegen een boom en werd aldus met verlies van een schoorsteenpjjp tot staan gebracht. Na behouden aankomst van het voertuig aan de ljjnbaan, heeft een agent van politie het vuur der machine gebluscht. Men kau zich de gewaarwordingen van den machinist voorstellen, toen hjj te Loosduinen tot de ontdekking kwam, dat zjjn stoomros zonder hem er vandoor was gegaan. Van overheidswege werd een onderzoek inge steld naar de oorzaak van het gebeurde. De stoker, die de vuren had aangelegd, ver klaarde aan de politie, dat hjj het gebeurde meende te moeten toeschrijven aan kwaadwil ligen, die de stoomkruk zouden hebben omge draaid, waardoor de locomotief zich in beweging zette. Dit zou gebeurd zjjn tjjdens de man in de buurt de chef van dienst was gaan wekken. Dat het den landbouwers te Wieriuger- waard de laatste jaren niet naar wensch is ge gaan, blijkt uit het feit, dat in dezen polder op heden zeven boerderijen, waarvan de huur- tjjd Kerstmis was afgeloopen, nog niet zjjn in gehuurd. Een onvoordeelige kostganger Eene kostvrouw te Haarlem is het slachtoffer geworden van een behendigen oplichter. Een gewezen Oost-Indisch militair, die te haren huize zjjn intrek had genomen tegen betaling van f 5.50 per week, wist van die vrouw geld te leenen, onder voorwendsel dat zjj het ruim ver goed zou krijgen, wanneer hjj bjj het eerstdaags te wachten overlijden eener tante te Leiden eene erfenis zou ontvangen. Uit Leiden kwamen vóór 14 dagen achter eenvolgens een briefkaart vermeldende de ziekte, en een telegram berichtende den dood van de tante. Door de kostvrouw werden weder bereid willig de reiskosten aan den kostganger voorge schoten en deze toog met witte das en in het zwart gekleed ter begrafenis. De gewaande erfgenaam is na dien tijd niet meer te Haarlem geziende vrouw vernam later dat evenmin van eene erfenis als van eene tante iets bekend is. Bjj kon. besluit van den 23 dezer is de heer J. R. Kist, vroeger burgemeester van Zuid- scharwoude, met ingang van 1 Febr. benoemd tot burgemeester der gemeente Buren, met toe kenning van eervol ontslag als burgemeester van Ophemert. Met het oog op het aanslaand bezoek der beide Koninginnen aan Noord-Brabant is een grootsche en indrukwekkende betooging in over weging eene h Jde van al de Tilburgsche werk lieden (en die zjjn duizenden) met de werkge vers aan het hoofd, te brengen aan HH. MM. Komt dit plan tot rijpheid, dan zullen onze Koninginnen verbaasd staan over den geest van eensgezindheid, die onzen werkmansstand ken merkt. Die overgroote schare zal dan voor HH. MM. défileeren op het plein „de Veldhoorn" dat zich voor zulk eene gelegenheid uiterst gunstig leent. Door den heer A. Koorn te Hoogwoud is ontslag genomen als lid van den gemeente raad. De erfenis van Jaantje Oomkens Dat houdt in Beerta maar niet op met bezoe ken van allerhande lieden, die op de plaats, waar Jaantje Oomkens is overleden, inlichtin gen omtrent diens nalatenschap komen inwin nen. Meestal komt daartoe een zaakwaarnemer met een of meer goedgeloovige lieden ten raad- huize, die den stamboom der familie Oomkens raadpleegt. Dezer dagen verscheen er iemand uit Zuid laren, in de stellige overtuiging, -dat de zaak in het reine zou komen. Toen men hem vroeg, in welken graad hjj aan Jaantje Oomkens ver want was, luidde het„mien overgrootvaoder was een halve neef van de mouder van heur," Deze arme man had indertjjd reeds zes gulden betaald voor een onderzoek. De daad van een waanzinnige. In den goederentrein der H. IJ. S. M., die Vrjjdag-middag circa 12 uur van Amsterdam naar Rotterdam vertrok, zaten in een der wagens de hoofdconducteur-treingeleider en twee rem mers. Even vóór Warmond bood de hoofdcon ducteur den remmers een sigaar aan en ver zocht daarna een hunner de kachel aan te ma ken. Terwjjl de man hiermede bezig was, kwam de hoofdconducteur bjj hem staan, haalde een mes te voorschjjn en bracht den remmer in een vlaag van waanzin verscheidene wonden en sne den in het gelaat en den hals toe. Daarna trok hij de deur van den wagen

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1895 | | pagina 3