Weekblad voor LANGEDIJK en Omstreken.
N°. 5.
Zondag 3 Februari 1895.
4e Jaargang.
Plaatselijk Nieuws.
HET SCHAATSENRIJDEN.
N i euwstij ding en.
FEUILLETON.
ONSTANDVASTIGE
NIEUWE m
LAMEDIJKM COURANT.
Deze courant verschijnt eiken Zaterdagnamiddag.
ABONNEMENTSPRIJS
voor Noordscharwoude, Oudkarspel, Zuidscharwoude en Br. op Langedijk
per drie maanden 50 et-, franco p. post CÏO et.
UITGEVER:
J. Hf. KEIZER.
BUREEL:
Hoordscliarwoude.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 1—5 regels 30 et., elke regel meer 5 et.
Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend.
Brieven rechtstreeks aan den Uitgever.
I)eze beweging overtreft alles wat beweging
heet. Nu eens is zij gelijk aan het zweven dei-
vogelen, die geen vlerk verroert, en de richting
van den vleugel alleen door zijnen wil schijnt
te besturen, zonder een lid te gebruikendan
eens aan het zachte wiegen, bij welke het
lichaam, zoo het schijnt, alleen door de lucht
gedragen wordt, bij afwisseling rechts en links
overbuigt. Nu eens is zij met alle inspanning
verbonden, even als met moedige geschiktheid
van het lichaamdan weder is zij een zacht
zweven, bij hetwelk men als het ware van den
last des lichaams en van de inspanning der
spieren ontheven is. Ik ken bijna geen schooner
oefening dan het schaatsenrijden, deze betoove-
rende beweging, die ons als het ware van de
wet der zwaarte ontslaat.
Schaatsenrijden hè ja De oogen schitteren
reeds bij 't genot in vooruitzicht, maar we heb
ben wel winter en geen ijs.
Hoe gezellig is 't anders op 't ijs.
Geen verschil van standgeen gedwongen vrij
heid; geen haat of nijd, maar één in doel, in
handeling, in gedachten.
Men krioelt door elkaar, men grijpt elkaar
vast wanneer men denkt te vallen, men bewon
dert eikaars schaatsen en men wil den besten
rijder nastreven.
Men leent elkander touwtjes en messen, men
vormt groepjes en men maakt afspraak voor het
een of ander ijstochtje.
Zoo was het verleden jaar.
Dit jaar begon men reeds vóór Kerstmis te
hopen tot heden toe, maar telkens werd die
hoop verijdeld en op een dun laagje ijs sneeuwde
't een dikke laag, zoodat van heerlijk ijs toch
geen sprake meer kon zijn, al vroor het ook
dat 't kraakte.
De laatste week echter, hebben we krappe
nachten gehad en al ligt er dan ook een massa
sneeuw, geen nood. De verschillende ijsclubs zijn
reeds in de weer om flinke banen in hunne ge
meente aan te leggen van en naar verschillende
plaatsen en weldra of morgen reeds zal men
kunnen rijden, dat 't zoo snort.
Misschien, want in de eerste plaats schrijven
we den 2 Februari, en iedereen weet hoever
we er dan inzitten, in de tweede plaats sneeuwt
't onophoudelijk, en in de derde plaats, weten
wij niet of de ijsclubs van de vier gemeenten
ook al in de weer zijn om het ijs van sneeuw
te ontdoen, langs flinke breede banen.
Ja, niet waar, dat zou een genot zijn
Maar hebben wij hier wel eens een ijsclub
Nu, ijsclub of geen ijsclub dat komt 't er
minder op aan, er zijn immers baanvegers
Ja, maar zegt eens gij liefhebbers van schaat
senrijden of prikken, wilt ge me belooven, dat
ge mij wat voor mijn moeite geeft, wanneer ik
vóór u op de baan ben en haar tracht schoon te
houden, en tijdens, wanneer gij voorbij rijdt u
herinner aan de taak die ik vrijwillig op mij
nam om in de eerste plaats wat te verdienen,
maar in de tweede plaats om u pleizierig te
doen rijden? Of zult gij er u afmaken met: „Ik
kom terug, reken er dan op"
Rijdt dan in 't onzekere waar gij rijdt, 't zij
in sneeuw of in scheuren, zeg ik u.
Zeker, niet waar Zoo gaat 't. Maar gij meis
jes en jongelingen, gij kunt u een pleizierigen
dag verschaffen, wanneer gij in uw beurs tast,
om den armen baanveger, die voor hemen zijn
gezin, maar in de eerste plaats voor u op 't ijs
staat te vegen, wat van uwen kopere n voorraad
ter belooning te gevenge zult er voldoening
van hebben, dat beloof ik u.
Zoo zij het.
De gemeenteraad van St. Pankras heeft
in zijne zitting van 23 dezer tot gemeente-ont
vanger benoemd den heer K. Visser.
Op 66-jarigen leeftijd overleed in de vorige
week te Warnicnhuizeii de pastoor der R. C.
gemeente, een man, die zich door zijne werk
zaamheid, liefdadigheid en algemeene menschen-
min zeer bemind had gemaakt. De gemeente
verliest in hem een zijner beste burgers.
Sciiagen. De Schager ijsclub heeft Dins
dag den 29 Jan., banen laten maken van uit
de kom der gemeente tot Haringhuizen, Zjjpe,
Schagersluis en meer belangrijke vaarten. Als
de vorst nu wat aanhoudt en er ook in andere
gemeenten flinke banen zijn gemaakt, bestaat er
nog eenige kans op een paar echt hollandsche
winterdagen met tochtjes en hardrijderijen.
De uitspraak in de strafzaak Nicolaas Boes I
luidde evenals de eischlevenslange ge
vangenisstraf.
Aan Jan Oudshoorn is toegevoegd als verde-
diger: Mr. F. H. G. van der Hoeven.
Voor het Duitsche leger worden te Haar
lemmermeer tegen flinke prijzen jonge paarden
aangekocht.
Het vergaan der Elbe.
De Elbe, een der snelstoomers van de Nord-
deutsche Lloijd, 2810 registertonnen groot, den
29 Jan. uit Bremerhaven naar Nieuw-York
vertrokken, is den 30 Jan. 's morgens half zes
op 30 mijlen afstand van den Hoek van Hol
land aangevaren door een Engelsch kolenschip,
de Crathie, op weg van Rotterdam naar Aber
deen, 470 tonnen groot, en bijna onmiddellijk
gezonken.
Alle passagiers waren te bed en er ontstond
de grootste verwarring. Twee booten werden
neergelaten, welke beide booten zonken. Van de
ongeveer 240 passagiers en van de bemanning,
ten getale van ongeveer 160, zijn, voor zoover
bekend, slechts een 20 gered door eene zich
in de nabjjlïeid bevindende visschersschuit. De
Crathie is naar Maassluis teruggekeerd. Of hare
bemanning nog hulp verleend heeft of niet heeft
kunnen verleenen, is nog niet gebleken.
De politieke overtuiging op een muntbiljet.
Een onzer lezers meldt ons, dat hij dezer da
gen een muntbiljet van f10 in handen kreeg,
waarop het volgende was gestempeld:
„Wat rechtvaardig is?
Iedereen onderwezen.
Iedereen kiezer.
Iedereen soldaat." (Tel.)
Muizentarwe in de melk
Bij de politie in Den Harg kwam gisteren
een melkverkooper mededeelen dat, terwijl hij
melk afleverde, door baldadigen muizentarwe
is geworpen in zijn kannen met melk en in de
maten. Slechts een oogenblik had hij zijn melk
wagen onbeheerd laten staan. De daders zijn on
bekend.
Prijsraadsels zonder prijzen.
In den laatsten tijd, dus wordt aan de „N.
Rott. Crt." geschreven, komen er in sommige
Friesche couranten voortdurend prijsraadsels voor,
in den regel van dien aard dat een kind ze on
middellijk kan raden. Zij die een goede oplossing
inzenden, met zes blauwe postzegels er bij, heb
ben den kans op een prijs. Vooral te Kollum
bloeit die industrie.
Dezer dagen nu is gebleken dat bij een der
heeren die zich daarmede afgeven, alles bedrog
is, dat er nooit prijzen hebben bestaan, terwijl
hij reeds voor meer dan f100 aan postzegels
heeft ontvangen. De politie, hiervan verwittigd,
heeft begrepen in die zaak een woordje mede te
moeten spreken. Intusschen is de dolinquent met
de noorderzon vertrokken.
Weer eene werkstaking.
Te Amsterdam is eene werkstaking op 1 Maart
e.k. van huisschilders en behangers in voorbe
reiding.
Door de behangersgezellen, voor zoover zij nl.
vereenigd zijn, is den patroons eene circulaire
aangeboden, waarin hun verzocht wordt: het
loon van 20 op 25 ets. per uur te willen ver-
hoogen voor werklieden boven 23 jaren en op
20 ets. per uur voor jongelieden van 15 tot 23
jaren. Voorts voor overwerk 25 pet. per uur.
Eindelijk een werkdag van 12 uren en afschaf
fing van Zondagswerk, uitgezonderd lij nood,
e? <?an. I1®* P°k Per l'-ur verhooging. Bij
niet-inwilliging zal het werk op 1 Maart wor
den gestaakt.
Eene vrouw te St. Jansteen, die hare aan
typhus lijdende familie te Hulst dikwijls be
zocht, bracht de ziekte in haar gezin. Thans
li?*1 ZÜ met haar man en acht harer kinderen
op het kerkhof, terwijl de overige kinderen ziek
in het armoedige huisje zijn overgebleven en
aldaar nog worden verpleegd.
Waarschuwing voor kinderen
Bekend is het, hoe „vasthoudend" ijzeren
voorwerpen bij strenge vorst zijn. Zoo kwam
het, fiat een klein meisje te Groningen, op weg
naar school aan een ijzeren hek begon te lik
ken en de gevolgen ondervond. Haar tong
bleef aan het ijzer vastkleven. Goede raad was
duur, maar daagde toch op, in den vorm van
een schipper, die met groote voorzichtigheid en
heet water, het ijzer verwarmde en zoo het
meisje in staat stelde, langzaam haar tong weer
los te werken.
Op Zolder.
Een ouderpaar, wonende Czaar Peterstraat te
Amsterdam zat sedert Maandagavond in de ver
legenheid over zijn 7-jarig zoontje, dat des
avonds 5 uur de deur was uitgeloopen, om eene
kastijding te ontgaan en sinds dat oogenblik nog
niet terug was. Informatie bij de familie, enz.,
leide tot niets. Eerst gistermorgen, toen de moe
der op zolder kwam om eenige wortelen te ha
len, bemerkte zij, dat de voorraad aanmerkelijk
verminderd was en hoorde bovendien eenig ge
rucht, 't welk haar een onderzoek deed instel
len. Het gevolg daarvan was, dat men den ver
loren zoon slapende vond onder eenige oude ta
pijten. Hij had zich al dien tijd gevoed met
rauwe wortelen, en noch kou, noch honger ge
leden. De kastijding werd hem toen kwijtge
scholden.
Maar 't was nu eenmaal zoo en zij, die niet ge
woon was te klagen, zou er zich ook'wel in leeren
schikken, maar het huren van dit huisje was hoe
goed papa en mama 't ook gemeend hadden.' een
misgreep geweest. Als de driejaar om waren (»we
hebben er immers drie jaar huur aan, Leo« zou
't in elk geval verstandig wezen niet weer in te
huren. Zij zou liever alle jonggetrouwden aanraden
het eerste jaar op een gemeubeld kwartier of in
een logement te gaan wonen. Men kon dan op zijn
gemak uitkijken, want 't was verschrikkelijk drie
jaar aan een woning vast te zitten. Die leelijke
huisheeren wisten wel wat zij deden, 't Was hun
maar te doen om de huurders in te pakken. Als
zij ze eenmaal beet hadden, dan lieten zij niet meer
los. Er moest een wet zijn die de jonge onervaren
gers"t''eS bescherming nam tegen zulke bedrie-
Deze klachten namen fileer en meer het karakter
van martelaarsklachten aan. Leo kon het eindelijk
niet langer uithouden.
Zonder Emma er iets van te zeggen, maakte hij
een schikking met zijn huisheer. Op haar verjaar
dag, die zoowat drie maanden na hun huwelijks-
reisje aanbrak, verraste hij zijn vrouwtje met de
mededeeling, dat ze vrij waren om te verhuizen
indien zij wilden.
Hij had echter een enkele voorwaarde. Emma
moest nu zelve geheel naar haar eigen zin en keus
een huisje huren. Hij bemoeide er zich liefst niet
mee. De kosten van afbreken en weer opbouwen
van hun meubelen zou hij zonder morren dragen,
maar daarvoor moest zij hem ook rust laten.
Emma beloofde alles. Zij was boven de wolken
van verrukking. Zij noemde Leo nog beter dan de
beste man van de wereld en bracht hem op zijn
beurt in verrukking door een lieftalligheid en be
minnelijkheid, waarvan zij boven duizend vrouwen
het geheim bezat. Daarop ging zij er op uit en be
keek alle vacante woningen tot ze niet meer uit
haar indrukken wijs kon worden. De eene was nog
mooier en aanlokkelijker dan de andere. Eindelijk
na lang wikken en wegen had zij het puikje van
al wat wijding heette uitgevonden. In triumf bracht
zij er Leo heen en vroeg hem of hij nu niet te
vreden was?
Leo was meer dan tevreden met het feit, dat er
aan het zoeken een einde gekomen was. Hij zwoer
dat Emma zijn stoutste wenschen overtroffen had,
en zwoer even gewillig, toen het hem gevraagd
werd, dat hij nu door de vergelijking met het nieuwe
ook overtuigd was dat het eerste huis een krot
was. Alleen vond hij 't minder aardig, dat hij bij
gelijke ruimte een paar honderd gulden meer huur
te betalen had. Maar wat hinderde dat Ze be-
hoefden zich gelukkig niet te bekrimpen. Als Emma
maar tevreden was.
't Ging met de tweede woning als met de eerste.
Wij moesten wederom komen om alles te bewon
deren en te luisteren naar de lofzangen uit Emma's
lieven mond. Daarna hoorden wij de eerste klach
ten en konden opmerken, hoe die zwollen en ver
meerderden tot er ook van het nieuwe huis geen
steen op den anderen bleef; ja, zes weken nadat
zij het betrokken hadden, had het oude huis zich
op het nieuwe gewroken. Emma beweeide dat er
geen vergelijking mogelijk was. Zij vergat tot het
ergste gebrek van de woning, waaruit de ontevre
denheid haar verdreven had. Met het huis kwam
de huisheer weer tot zijn recht. Dat was eersteen
man geweest met wien men praten kon en die be
greep wat zijnen huurders toekwam. Had hij niet
alles, voordat zij er indertijd ingekomen waren,
keurig netjes in orde laten brengen 't Was waar
lijk geen wonder geweest dat hij later niet zoo
gauw bereid geweest was om op nieuw verande
ringen te maken. Daarentegen had hun tegenwoor
dige huisheer niets behoeven te veranderen toen
zij kwamen, want ze hadden om niets gevraagd.
Was t nu aardig van hem, dat hij niemendal van
zich liet hooren, al zond zij tienmaal op een dag
een boodschap of meneer eens naar dit of dat wou
laten kijken 't Was wezenlijk of de man meende
dat zij voor Gods genade woonden.
»Maar, lieve Emma,« merkte Leo zachtmoedig
°p, »gij hebt alles zelf nagekeken en mij indertijd
verzekerd, dat het heele huis in orde was.®
»Alsof ik daar ook al verstand van hebben moet,«
antwoordde zij pruilend. »Ik dacht dat gij minder
hard over uw vrouwtje zoudt oordeelen.«
»Ik hard oordeelen over u? Maar, lieve kind, er
ligt immers geen verwijt in 't geen ik zeg. Als wij
weer verhuizen, moet gij een timmerman-makelaar
in den arm nemen en alles voorat door zoo'n des
kundige laten nakijken.®
»0, gij behoeft om mij niet weer te verhuizen,
viel zij haastig en een klein weinigje spijtig in.
»Ik vindt 't hier heel best; als wij maar gelukkig
zijn in eikaars bezit is 't immers volmaakt onver
schillig of wij in een mooi of in een leelijk huis
wonen.®
Leo en Emma woonden in deze hun tweede wo
ning werkelijk het jaar uit, doch toen had de eerste
er ze It genoeg van, of liever kon hij het marte
laarschap van zijn vrouwtje niet langer aanzien.
»Ze heeft wezenlijk gelijk,® zei hij, toen hij mij
hun aanstaande verhuizing meedeelde, alsof hij mijne
opmerking dat zijn vrouw al heel moeilijk te vol
doen was, vooruit wilde ontwapenen, sze heeft we
zenlijk gelijk. Ik heb een dwaasheid begaan door
haar zelf te laten kiezen en toe te geven dat ons
eerste huisje zoo slecht was. Ik had moeten begrij
pen, dat de overgang uit haar ouders huis voor
haar te groot en te onverwacht was.«
»Wil uw vrouw dan alweer verhuizen?® vroeg
ik alsof hij mij niet reeds gezegd had dat 't zijn
eigen keus was. »Ik herinner mij nog de woorden
waarmee zij ons de voortreffelijkheid van uwen
nieuwen tempel boven den ouden schetste.«