Pret en Jool.
Grafkransen
Grafkransen.
~Tachtwater
ALKMAAR.
Speciale inrichting voor
Goederen, naar maat.
H. 8. Cloeck.
Ad verten tien van 1—5 regels 30 cent, elke regel daarboven 5 cent.
Noordscharwoude.
Woensdag 13 Februari 1803.
Het stuk WEILAND,
„g Wed. Jobs. Denijs,
J. BOSSERT Hzn.,
Verkoop en Reparatie onder garantie.
Schaatsenriemen,
zwart en Mank Tuigleer,
Dij GEBR. VAN MÜWKUIJK,
DE II0LLAADSCI1E LELIE
Magazijn van Heeren-,
Jongeheeren- en Kinderkleeding,
MANSPAKKEN vanaf 7 gulden.
mede tooie. De pereboom gaf den kleine van zijn
vruchten en het bloempje hing die aan haar
kleed. Doch de zware peren drukten haar zwak
ken stengel tot den bodem en het bloempje
weende luid en riepAch, neem uw vruchten
terug, zij zijn mij zoo zwaar.
Het bloempje was echter nog niet genezen,
het wendde zich tot den rozenstruik en zei
Reik mij enkele van uw vruchten opdat ik er
mij mede tooie. De rozenstruik was niet minder
grootmoedig en gaf het eenige van haar vruch
ten. Die waren lichter dan de peren en drukten
het bloempje dus niet zoo diep neder. Trotsch
wiegde het zich heen en weder in het zachte
windje en het riep haar geliefde den bonten
vlinder er bij om hem deze vruchten te toonen.
Zie toch eens, schat, zoo riep het vol over
moed, zie toch eens deze vruchtenNietwaar
schat, thans eerst hebt ge mij met heel uw ziel
lief De vlinder kwam echter niet naderbij, hij
vloog niet als altijd in den bloemkelk om van de
zoete honing te proeven, hij kuste niet als al
tijd de volle gouden bloemenlippen en zijn vlucht
was niet, als altijd, vroolijk, luchtig en vrij.
O, gij valsche bloem, gij hebt mij bedro
gen, riep hij vertoornd uit. Ik geloofde u, ik had
u lief als eerzaam bloempje, maar nu zie ik, dat
ik een bedriegster geloofde en liefhad, een be
driegster, die anderen haar vruchten ontsteelt
om zelf daarmede te pronken en zich op te
schikken. En hij verhaalde toen allen vlinders,
hoe zijn liefste hem bedrogen had en geen vlin
der kwam er meer bij het bloempje om met
haar te spelen en haar te liefkozen.
Het bloempje verwelkte en verdorde.
Zoo gaat het ieder die, met eigen gaven niet
tevreden, anderen berooft en de g'estolen vruch
ten voor de zijne uitgeeft.
De
De knaap groeide op, Robert bereikte zijn
9e levensjaar en de commandant YanRoms-
winckel, weduwnaar sedert het tweede jaar van
zijn huwelijk, en een man met drukke bezig
heden, begon er over te denken, dat het enkele
uurtje per dag, dat hij aan de opvoeding van
zijn zoon besteedde, lang niet voldoende was.
Er moest een onderwijzeres komen, om op de
door bem gelegde grondslagen voort te bouwen
en Robert les te geven in al datgene wat nut
tig en noodig voor hem was, totdat hij den leef
tijd zou hebben bereikt om naar de kostschool
te worden gezonden.
Yan Romswinckel schreef dus aan zijn oude
tante, de gravin Yan Heuvelenburg tot Poort
wijk en hij ontving het volgende antwoord:
„Waarde neef!
De introductie van een onderwijzeres is altijd
iets zeer delicaats, vooral in het onderhavige ge
val, waar een vrijgezel voor zijn zoon een on
derwijzeres verlangt. Ik zend u twee dames, die
mij zeer zijn gerecommandeerdMej. Jane Do
zijn en mej. Wilhelmina Borch. Een harer schijnt
reeds op jaren, ik weet niet meer welke, want
de brieven, die ik over haar ontvangen heb,
kan ik niet meer vinden. Gij zult eene van bei
den kiezen, en de Voorzienigheid, ik ben er zeker
van, zal u een gelukkige keuze laten doen.
Ik omhels u. Uw toegenegen tante.
Yan Heuvelenburg tot Poortwijk."
En de commandant, terugkeerende van de
manoevres, had zich gehaast, aan een der hem
opgegeven adressen te schrijven, om den vol
genden dag, juist toen hij zich yan zijn tenue
wilde ontdoen, zijn oppasser te zien binnentre
den, geheimzinnig glimlachend en hem mededee
lend dat een jonge dame, mej. Jane Dozijn hem
wenschte te spreken.
Goeddacht de commandant, het is de
onderwijzeres. De jonge of de oude, dat weet
ik niet. Maar, zeker is het de eene of andere
leelijkerd, met een versleten japonnetje, zwarte
verkleurde handschoentjes en een lorgnet op
den neus; me dunkt ik zie haar reeds voor mij!
Haastig trad hij het salon binnen. Daar zat
een jong meisje van vier-en-twintig jaar onge-
geveer. Zij was zeer eenvoudig maar tegelijker
tijd zeer correct gekleed. Zij zag bleek, haar
uiterlijk was zacht, en de uitdrukking op haar
gelaat werd als verhelderd, door twee wonder-
schoone oogen, glinsterend als kristal, met wim
pers, die schenen te trillen op de wangen als
zij de oogen neersloeg.
Sapristiwelk een schoon meisje, dacht
Van Romswinckel, toen zij blozend opstond,
een weinig verrast door het plotseling binnen
komen van dien grooten gespoorden dragonder
officier.
Mejuffrouw Jane Dozijn, niet waar? ge
zonden door de gravin Yan Heuvelenburg tot
Poortwijk P
Ja, mijnheer.
Gaat u zitten, en laat ons praten. Mijn
tante heeft mij zeer veel goeds van u gezegd.
Hebt ge u al meer met de opvoeding van kin
deren bezig gehouden
O ja, ik heb zelfs getuigschriften van het
stadhuis.
Dat is meer dan noodig is voor een knaap
die nog zoo jong is als Robert. Hij kan al lezen,
een beetje schrijven en hij kent ook de cijfers,
Dat is alles, wat ik hem zelf heb kunnen lee-
ren ik heb het zoo druk. Maar het is een zacht
kind, heel gehoorzaam, en dat zal uw taak wel
wat gemakkelijker maken. Welke uren zoudt u
beschikbaar hebben
Oh, mijnheer, alle uren, die u wilt; kies
zelf, zooals het u het best uitkomt.
Hoe! u geeft dus geen andere lessen?
Ja, mijnheer... en neen, antwoordde het
meisje eenigszins verlegenIk had nog drie
leerlingen maar die zijn naar de kostschool ge
zonden... en dat maakt dat ik op 't oogenblik
niet veel omhanden heb... Mijn moeder is be
jaard, gewend aan een zekere weelde, die ik
niet graag zou willen verminderenzij heeft
niemand dan mij... In 't kort, ik zou niet veel-
eischcnd zijn
Mejuffrouw, antwoordde Van Romswinckel
levendig, over de quaestie van het geld zullen
wij het zonder twijfel altijd eens worden.
Hij had dit gezegd met luider stem, zelf ver
baasd over den gloed zijner woorden. Het was
als bood hij haar onbewust zijn dienst, zijn ge
negenheid, zijn toewijding aan. En als wilde hij
den indruk zijner woorden wegnemen en ontko
men aan dat gevoel, dat hij in zijn verwarring
al sterker voelde worden, liet hij er plotseling
op volgen
Ik zal Robert roepen, dan kunt u kennis
maken met uw leerling.
II.
Hij schelde en het kind door de meid bin
nen gebracht trad de kamer in. Een echte Ve
lasquez, met zijn lange blonde krullen, neerval
lend op een met een breeden kraag getooide
zwart fluweelen blouse. Bij de deur bleef de
kleine Robert staan, verlegen lachend, verbaasd,
dan klapte hij van pleizier in de handjes, ter
wijl hij uitriep:
-Oh! papa, papa, wat heeft de juffrouw
mooie oogen!... hebt u het gezien zulke mooie
zwarte...
En, uit eigen beweging liep hij naar haar
toe, zijn lipjes uitstekend, terwijl de onderwijze
res, om haar verwarring te verbergen, zich voor
over boog en haar gelaat verborg in de blonde
krullen van het kind.
Er volgde een oogenblik stilte, slechts ver
broken door het geblader van Jane Dozijn in de
schriften van den knaap, die zij doorzag om te
zien hoever haar leerling al gevorderd was
en ook om zich een houding te geven.
Het was alsof iets onzichtbaars zich tusschen
die twee menschen hadden geplaatst. Terwijl de
eene de schriften bestudeerde, had de ander
plotseling geconstateerd, tot zijn groote ontstel
tenis dat het jonge meisje hem bijzonder behaagde,
meer dan wel strikt noodig was.
Hoewel hij de veertig nog niet had bereikt,
had de commandant sedert vier jaar zijn huis in
een klooster herschapen. Nooit had een vrouw,
met uitzondering van die, welke tot zijn familie
behoorden, zijn drempel overschreden; nooit had
hij iemand anders dan zijn vrienden ten zijnent
ontvangen, omdat hij wilde, dat het kind zou op
groeien in een inspectabele omgeving. En ziet,
eensklaps noodzaakt het toeval hem een jonge
bekoorlijke vrouw een onwederstaanbare attractie,
in zijne woning te introduceeren.
Natuurlijk, al was het alleen door het feit,
dat zij belast zou zijn met de opvoeding van
Robert, zou zij hem heilig zijnmaar zou hij
zich meester kunnen blijven, zou hij het klop
pen van dat arme hart kunnen bedwingen, ge
rijpt door verdriet, wel-is-waar, maar toch nog
zoo jong, zoo warm-kloppend Wat zou hij
worden in die alle-dag-ontmoetingen, in die ge
sprekken, noodzakelijk om zich op de hoogte te
stellen van de vorderingen van zijn zoon, in
die telkens nieuwe samensprekingen met de
vrouw, die zich allen dag tegenover hem aan tafel
zou bevinden, wier taak het zijn zou éenzelfde
doel te bereiken in het belang van een bemind
wezen
Was niet reeds dit salon, zoo somber anders,
met het portret der arme doode daar boven de
canapé, als met een tooverslag verhelderd door
deze lieve verschijning, het beeld van jeugd en
liefde
De commandant doorzag het gevaar, en toen,
nadat zij nauwkeurig de schriften had doorge
zien, de onderwijzeres het hoofd ophief, hun
blikken elkander ontmoeten en Van Romswinc
kel in die groote mooie oogen zag, die oogen,
die zijn kind zoo behaagdentoen gevoelde
hij, dat hij zijn geweten, zijn eerlijkheid, zijn
plichten, alles op het spel zou kunnen zetten...
Mejuffrouw, zeide hij plotseling, vergeef
mij als ik u leed doe en zie in wat ik u wensch
mede te deelen, niets beleedigends, niets kwet-
sends... Ik ben wanhopig... Maar ik heb nage
dacht en ik heb begrepen... dat het niet wel
mogelijk is, dat u hier komt.
De onderwijzeres zag hem aan, verschrikt,
niet begrijpend wat hij bedoelde; maar Van
Romswinckel ging voort op bewogen toon
Versta mij wel. Als er hier was een vrouw,
een moeder, dan zou ik met vreugde u zeggen
Kom, neem uw intrek in ons huis, zorg voor
mijn zoon. Maar ik ben weduwnaar, ik woon
hier alleen, en ...ik ben er van doordrongen,
dat u Robert uitstekend zoudt hebben opgevoed,
maar u hebt niet den leeftijd... niet het uiter
lijk... die in de gegeven omstandigheden gewenscht
zouden zijn.
III.
Het meisje was opgestaan, bleeker dan toen
zij binnenkwamzij omhelsde voor de laatste
maal het kind, dat zich aan haar japon vast
hield en dat haar met alle kracht met zijn kleine
handjes wilde terughouden, groette ernstig en
ging heen, zonder een woord te zeggen, zonder
een gebaar.
Dat was haar ook al zoo vaak gebeurd
Alleen toen zij op de trap was en de deur achter
haar was dicht gegaan, met dof geluid, weende
zij...
En nu, zei commandant van Romswinckel,
op wiens voorhoofd dikke zweetdruppelen parel
den, en nu aan de andere geschreven, aan
de oude R. Nbl.
Advertentiën.
Getrouwd:
C. J. M. KROON
en
II. M. II. KIKKERT,
Wed. P. J. A. Goudriaan Drost,
die, ook namens de familie, hartelijken
clank zeggen voor de belangstelling dezer da
gen ondervonden.
Haastrecht 2 Febr. 1895.
De Notaris DUKER,
gevestigd te Zuidscharwoude, is voornemens op
des avonds 5 uur, in de herberg het bonte
paardte Noordscharwoude, ten ver
zoeke van den eigenaar DIRK VOLKERS te
Koedijk,
publiek te verkoopen
genaamd de „DE HOOGEWE1Dgelegen aan
en ten noorden van de Molensloot te Noord
scharwoude, thans in 15 bouwakkers
afgebakend, kadaster sectie A, No. 95, groot 2
hectaren, 76 aren.
ruime keuze Q
zijn
§5 en prijzen, steeds ver-
Pi krijgbaar bij
c3
HOOGZIJDE,
SCHAGEN.
Mient B 26, ALKMAAR.
MAGAZIJN
van Horlogiën, Pendules, Regelateurs, Wekkers
en Barometers, Goud, Zilver, Diamanten, Koralen
en Haarwerken.
LI E T A L A U E.
Inkoop hoogste waarde.
11. 11. Sch o enm a 1:ers
te verkrijgen en gros
II out til, ALKMAAR.
G. VAN DER AA,
fllofphofoirraar.
Vroeger V erd ronkenooi*d
thans LANG-ESTRAAT A 30.
Eerste atelier voor fijne en goedkoope portretten.
Specialiteit voor vergrootiugen naar portretten
van overledenen.
Splinternieuw komiek Voordrachten boek,
bevattende
eene rijke keuze Grappige Voordrachten,
Komieke Scènes, Vroolijke Coupletten, enz.
INHOUD: Uitzoeken maar! Hoe zij inoet
zijn. Een erfstuk. Mijn vrouw is zeer
conservatief. Jan Verfpot, de vlugge uithang
bordenschilder, Omdat 't zoo lekker is.
De koopman in loterijbriefjes. Nieuwe Pot
pourri. Leve de wijn. Het allerzoetste
zoet. Jan Schaapskop. Dat is een schan
daal. Geld ter leen gevraagd. Dat wou
ik zoo graag. -De Paljas. De Chineesche
docter. De oud-roest-koopman. Gestolen
waar. Tafreelen uit het huwelijk. Bene
den de waarde van vijftig cent. Kunstboter.
Dit splinternieuwe komieke Voordachtenboek
van 80 blz. met de nieuwste, komiekste, grap
pigste en joligste stukken, wordt na toezending
van een postwissel a f 0.55 of van elf blauwe
postzegels direct franco per post toegezonden door
J. D. DIJK, boekhandelaar,
Grachtstraat, GRONINGEN.
Bij den ondergeteekende verschijnt
iederen Woensdag:
Weekblad voor Jonge Dames
ONDER HOOFDREDACTIE
VAN
Mevr. S. NI. C. vao Wermeskerken-Junius
(Johanna van Woude.)
„De Hoilandsclie Lelie" is het eenige Week
blad in Nederland voor Dames nit de hoog
ste en beschaafdste kringenlet hierop voor
uwe advertentiën.
Prijs per jaargang f 4.50 fr. p. p. f5-
Procfnuninicrs gratis.
Amsterdam. L. J. VEEN.
Gronden en Bronzen Krnis, Utrecht 1876. Eervolle Vermelding, Arnhem 1886.
Handelsmerk wettig gedeponeerd.
Door duizenden al jaren
gebruikt.
Door verschillende
doctoren aanbevolen.
ONSCHADELIJK VOOR. KINDEREN.
Met dit JACHTWATER eens per maand het hoofdhaar gewasschen, doodt men het levend
onrein en de larven, zonder schade aan haar of huid. Het doet de roos verdwynen, geeft een
sterke haarbos en men behoeft nooit een fijne kam te gebruiken. Prijs por flacon t 1-—9 per
halve flacon Si O cent. Verkrijgbaar bij H. STöVE, Oudkarspel; P. DE WIT, Noordschar
woude R. LUITING, Zuidscharwoude; PLOEGER, Broek op Langedijk; D. SToVE, Dirks-
horn; J. RANKE, Behagen.
J. A. BASIE, ALKMAARNoord-Holland.
Laathoek Boterstraat