,,Meuwe Langedijker Courant', -van Zondag 17 Februari 1895. I -- Een arbeider te St. .Maarten (N.-H.), die drie schapen, zijn geheele bezitting, had verlo ren, heeft van H.M. de Koningin-Regentes f 60 gekregen. Sneeuwopruiiniiig. Burgemeester en Wethouders van Amsterdam, die voor smeeuwopruiming dezen winter over f 10000 uit de gemeentekas mochten beschik ken, kwamen niet toe en vroegen er nog f 10.000 bij. Ka den sneeuwval echter van Dinsdag jl. vragen zij er nog eens f15000 bij. De gemeen teraad stond zonder stemming de gevraagde meerdere f15000 toe. Een harde straf. De heer N. Oosterbaan, Chr. hoofdonderwijzer te Kaarden, schrijft in een ingezonden stuk aan do „Standaard", dat op dit oogenblik in de pro voost te Kaarden, volgens den schrijver een hok, dat niet verwarmd wordt, een jonge korporaal gevangen zit, die niets andes heeft misdreven, dan dat hij zonder handschoenen de poort is uitgegaan, na daarover door den schildwacht te zijn aangesproken. De schildwacht maakte van dit verzuim melding en de kapitein gaf als straf: „een maand verstoken van permissie". Maar de luitenant-kolonel veranderde de straf in acht da gen provoost. Volgens mededeoling van den heer B. L. Tydens telt de Tweede Kamer 44 voorstanders van graanrechten. De gevangen Radja van Lombok, dank zij de goede behadeling door dr. Grutteling, is ge heel van zijn schotwond genezen. Wanneer de Tweede Kamer hare werk zaamheden zal hervatten, is nog onzeker. De Haagsche correspondent der Zutph. Ct. een bekend Kamerlid gelooft, dat het wel Maart zal worden, omdat nog geen belangrijke wets ontwerpen in staat van wijzen zijn. Een tOI-jarige! De heer C. Horstmanshoff, Daniël Stalpert- straat 35 te Amsterdam, vierde deze week zijn lOln verjaardag. De jubilaris, die voor zijn leef tijd nog kras is, ontving in den loop van den dag bezoek van zijn 30 kleinkinderen en 52 achterkleinkinderen. Uit eene critiek op Rijksmuseum Centraal station en Stadsschouwburg (alle te Amsterdam) voorkomende in „Vlnchtige kijkjes in patria," in het Bat. Kieuwsblad „Ik ben overtuigd, dat, ontneemt men aan de gevels der drie genoemde gebouwen de versie ringen, namen en emblemen, en men zendt dan afbeeldingen er van aan Europeesche architec ten, die nooit te Amsterdam zijn geweest, geen hunner, anders dan bij toeval, zal kunnen uit maken, welk gebouw voor museum, welk voor spoorwegstation en welk voor schouwburg dient." Dat dieven en inbrekers niet gerangschikt kunnen worden onder de nuttige leden der maat schappij, zal zeker niemand betwisten. Dit sluit evenwel niet uit, dat zij soms der gemeenschap van dienst zijn kunnen. Zoo had iemand uit Rotterdam, bij wien dezer dagen is ingebroken en wien een belangrijk geldswaardig bedrag werd ontstolen, bij B. en W. gereclameerd, omdat hij te hoog zou zijn aanslagen in de plaatselijke directe inkomstenbelasting. Hij gaf daarbij op, dat hij hoegenaamd niets bezat en het gevolg was, dat hij overeenkomstig zijn verzoek ver mindering kreeg. En ziet, eenigen tijd daarna brengen de dieven het uit, dat de man ettelijke tienduizend rijk is. Zoo zijn er! Vergiftiging door iiotemusknat. Dr. T. G. Simpson vermeldt een vergiftigings- aanval door notemuskaat. De patiënt, bij wie zijne hulp werd ingeroepen, lag afgemat te bed en was in ij lenden toestand. Ku en dan had zij heldere oogenblikken. Zij klaagde over benauwd heid in de borst, duizeligheid en zwakte, wan neer zij beproefde te staan en had eenige ma len gebraakt. De pols deed 75 slagen per mi nuut, en was nog al zwak evenals de werking van het hart. Uit de door een der huisgenooten verstrekte inlichtingen bleek, dat de lijderes, een sterke, gezonde vrouw, twee fijn-gemaakte mus- kaatm ten met wat jenever ingenomen had. Zij herstelde door tijdig toegediende geneesmidde len. („Mbld. t. d. Verv.") Een groot contrast. Men schrijft: De strenge winters komen tegenwoordig druk in de krant. Tegenover die barre koude stellen we het volgende: Het was den 12en Eebr. juist 59 jaar geleden, dat het weer zoo zacht, ja broeiend was, dat er een hevig onweer losbrak, waardoor de bliksem o. a. te Arum, (Wonsera- deel) in den toren sloeg, zoodat kerk en toren tot den grond toe afbrandden. Vergulde voorwerpen kan men reinigen door ze af te wasschen door middel van een spons, gedooopt in een oplossing van 15 gr. bo rax in 0.6 L. water; hierna spoele men ze in zuiver water af, en droge ze met een zacht lin nen lapje. Den oorspronkelijken glans van ze kere artikelen kan men soms verbeteren, wanneer men ze wat verwarmt, en dan met een lapje af wrijft. Vergulde spiegel- en schilderijlijsten moe ten steeds slechts door middel van zuiver water en een spons of een zachten borstel (bij oliever guldsel) gereinigd worden. Goedkoop. Te Utrecht is dezer dagen een boerenwoning met bijbehoorende getimmerten, erf en tuin, als mede diverse perceelen wei en bouwland, staande en gelegen te Waverveen, gemeente Vinkeveen en Waverveen, ter gezamelijke grootte van 30 H.A. 27 A., verkocht vooréén gulden. Een complete boerderij verkocht voor één gulden Ter verklaring hoe dit mogelijk is, voegen wij aan de mededeeling van dezen verkoop nog toe, dat de boerderij gelegen is in het waterschap Groot-Mijdrecht on dat de verkoop is geschied in de zitting der arrondissements-rechtbank, ka mer van burgerlijke zaken, ten verzoeke van den heer Klaas van Deukeren, in kwaliteit van pen ningmeester van dat waterschap. Ook een barometer. Een grappenmaker schrijft aan de N. R. Ct. De barometer heeft mij in den laatsten tjjd herhaaldelijk parten gespeeld. Hij voorspelde veranderlijk weer en zelden hadden we zoo lang standvastig weer; hij wees storm aan, terwijl een volkomen windstilte intrad. Mijn vertrou wen in het kwik heb ik dan ook geheel verlo ren. Ka lang {zoeken heb ik eindelijk een on- feilbaren weeraanwijzer gevonden. Hij bestaat eenvoudig uit een strik van touw, die ik in mijn tuin aan een boom heb opgehangen. Hij wijst als volgt aan Schoon weer als hij droog is en stil hangt. Regen wanneer de strik nat is. Veranderlijk wanneer hij nu eens nat dan weer droog is. Wind wanneer hij heen en weer bengelt. Vorst wanneer hij bevroren is. Een kras oudje. Eiken winter, wanneer er op schaatsen wordt gereden, hoort men van oude lieden, die nog „een flinke schaats slaan." Onder die krasse oudjes mag zeker genoemd worden de 82-jarige G. Roth, van Ameide, die deze week een uit stapje op schaatsen maakte naar Haastrecht, een afstand, heen en terug, van niet minder dan 7 uren gaans. Kleingeestigheid. De bekrompen haat tegen groote mannen, omdat zij in politieke beginselen met ons ver schillen, leeft ook in den Haag nog altijd voort, en duurt zelfs eeuwen nadat die mannen het wereldtooneel verlaten hebben. Zoo put het ge meentebestuur zich uit in het opsporen van allerlei ijdele beroemdheden, ten einde naar hen de straten te doopen, maar De Witt en Olden- barneveldt bestonden voor B. en W. niet. Ein delijk, zoo lezen wij in de Haagsche kroniek van het U. D., liep het zoover, dat de heer Kolkman, het bekende Kamerlid, Dinsdag in den Raad op den man af aan B. en W. het be leefd, maar dringend verzoek heeft gedaan, nu ook eens aan die twee mannen van beteekenis, benevens aan Vondel, Thorbecke en Groen te denken. Dat zou zelfs nog voordeelig zijn bovendien, voegde hij er ironisch bij, want voor die vijf zou men niet, zooals thans doorgaans, een memorie van toelichting noodig hebben, om uit te leggen wie ze zijn. De wethouder, baron du Tour van Bellinchave, heeft verklaard, dat hij de „zaak in overweging" zou nemen. Wij zouden niet weten, wat er nog te overwegen valt, nu het geldt een hulde te brengen aan groote mannen, die tweehonderd jaar geleden geleefd hebben en gestorven zijn in den dienst van hun land en door de mis kenning uit factie-haat geboren, die hen over leefde blijvend miskend worden. Kiet zelden komt het voor, dat administra- tiën van nieuwsbladen het aanbod ontvangen, vooral van buitenlandsche handelaars of fabri kanten, om advertentiën te willen plaatsen voor hunne zaak en in betaling voor de kosten een of ander artikel te willen aanvaarden. Het omgekeerde zal echter meer tot de zeld zaamheden behooren, nml. dat de uitgever van eene courant aanbiedt eene advertentie te plaat sen tegen betaling van een of meer stuks van het geadverteerde artikel. Dergelijk aanbod werd iemand te Haarlem dezer dagen gedaan door den uitgever van een in Limburg verschijnende courant. Een desbetreffende gedrukte circulaire ving aldus aan „De enorme concurrentie heeft ook ons doen besluiten den prijs der advertentiën voor nering doenden belangrijk te verlagen. Zoo kost inlig- gende advertentie slechts voor 6 plaatsingen 12 pakjes thee, enz. Vóór het tijdstip, dat de belangrijke verlaging werd ingevoerd, hadden deze 6 plaatsingen zeker met minstens 24 pakjes thee betaald moeten worden Jaap Eden schrijft uit llaniar, dat daar bij een wedstrijd, uitsluitend voor Koren, het wereldrecord op de 509 meter is verbeterd. Waar Kaes er 47 seconden over deed, is de afstand thans in 46 sec. gereden. Over de 1500 meter werd 2 min. 32 sec. ge daan. Voor den wedstrijd om het wereldkampioen schap heeft de Koning een prijs beschikbaar ge steld. Z. M. zal den strijd persoonlijk bjjwonen. Eden hoopt, dat eenige Kederlanders naar Hamar zullen komen tijdens de wedstrijden. Hij is vol moed zijn concurrenten te slaan. Uit Groningen meldt men het volgende: Een geldman aldaar ging faillietdat gebeurt meer, zal men zeggen, ongetwijfeld. Doch een ander ingezetene was begrepen, naar men zei alweer, in dat bankroet. En die andere had een pakhuis gehuurd van een zekeren meneer K., een winkelier in de Oosterstraat, een pak huis voor maar f 100 'sjaars, te betalen per drie maanden f25. Dat was niet de heele we reld, en al „zit men ook in" een failliet van een ander, zoo'n 25 pop wordt nog al gauw gevonden. Meneer K. echter dacht er anders overhij stuurde al in het begin van Januari om zijn vierendeeljaars huur, maar kreeg natuurlijk neen op het adres. Hij zond er veertien dagen later weer heen, doch geen geld waaraan de huur der gelijk had, want de huur verviel eerst met 1 Febr. Doch die dag was dan ook nauwelijks aangebroken, of reeds in de vroegte, heel in de vroegte, om vier uur 's morgens stond onze huurder van het pakhuis op den hoogen stoep van onzen winkelier in de Oosterstraat, met twee mannen, die hij daarvoor had gehuurd. Hij schelde aan. Kienmnd kwam. Kog eens weer en harder. Eindelijk verscheen de meid, met een erg slaperig gezicht en half aangekleed. Door een kiertje van de deur werd bevend gevraagd, wat de mannen toch wilden. Zij moesten meneer spreken, in elk geval, onverbiddelijk. Meneer K. kwam eindelijk brommend en mopperend van zijn bed. „Wat wil je toch werd er barsch gevraagd. „De huur betalen, heeft u van f 100 terug „Is dat daarvoor nu een tjjd P" vroeg me neer K. „Wel wis en zeker," zeide de huurder, „toen u kwam met de kwitantie, was het geen tijd, maar het is nu den eersten Febr. Wil u 't heb ben of niet Meneer K. wisselde bibberend het bankbiljet van f 100, en was heel koud, toen hij weer in zjjn bed kwam. De jeugdige Koningin laat geen dag voor bijgaan zonder van het ijsvermaak genoten te hebben, terwijl toertjes met de arreslede voor H. M. ook een groot genot zijn. Bijna eiken middag 12 uur, onmiddellijk na afloop der mor genlessen van Haar gouverneur, den heer Sal- verda de Grave en miss Saxton Winter, komt een rijtuig met twee paarden bespannen voor het paleis. Dit rjjtuig brengt de beide Koning innen naar het tolhuis, waar de arreslede, die vorstelijk getooid is, Haar op staat te wachten. Ka een paar uurtjes te hebben geard, keeren Hare Majesteiten op dezelfde manier naar het paleis terug om 's middags per rijtuig met de schaatsen voorzien naar de vijvers achter het huis Ten Bosch te rijden. Donderdagnamiddag reed de jeugdige Koningin met een slier van 10 dames en heeren der hofhouding. Somtijds komt H. M. wel eens onzacht op het ijs te vallen. Hoewel dadelijk bereidwillige handen Haar toegestoken worden, wijst Zij deze af, springt fluks overeind en zet Haar tocht voort. Even handig en vlug is Koningin Wilhelmina ook met het aan- en afbinden van Hare keurige geheel blank gepolijste schaatsjes, waarbij Zij ook niet geholpen wil worden. De Lente in 't zicht Reeds 7 Februari heeft een ooievaar zijn nest op de hoeve „Holthuizen" te Huissen (Gelder land) weer betrokken. Op de volgende wijze kwam de redactie van de „Arnh. Ct." dit te weten van iemand, die aan haar bureau een bezoek bracht Meneer wordt hier de kraant gedrukt Ka een bevestigend antwoord vervolgde hij schuchterDan hawne wel een oarigheidje da' we gern ien de kraant hadden, as et ten minste niet te veul kost. En wat is dat dan voor een aardigheidje? Dat za'k oe zeggen Op den zeuvende van dizze moand is den ooievoar bie ons op 't huus gekommen en as... 't nou niet te veul kostte Ze hadden mien gezeid ik mos hier moar is hin goan 't zou wel niet veul... O, dan bedoel je zeker, dat je Vrouw be vallen is en wou je een advertentie plaatsen Keen, ik bin de knecht moar. Moar den ekvetieve ooievaor is bie mien boas op 't huus gekommen den zeuvenden al. Joa 't is kras, hie is 'er nog nooit zoo vroeg gewest. Maar vriend, 't is zeker een kraai Yerrechtig niet meneer 't is ekvetief den i eigeste van altied Maar is 't toch wel waar De ekvetieve woarheid, meneer Welnu dan zullen we het morgen plaat sen en het kost je niets. Da's potdori goeiekoop genog. En na het adres van zijn „boas" te hebben meegedeeld, verliet hij blijkbaar zeer tevreden, vriendelijk groetend het kantoor. Een middel tegen kiespijn. Wanneer kiespijn veroorzaakt wordt door holle kiezen, kan ze met veel kans op succes bestreden worden, door een watje, dat bestrooid is met eenige kristallen van thymol, in de holle kies te steken. De proeven, die wij (de redac tie van den Boodsch.) er mede namen, waren verrassend. Thymol is bij den drogist of den aphotheker verkrijgbaar. Een goed woord voor meisjes, die halve dagen dienen In de Gevangenpoort te 's Gravenhage be vindt zich o.a. een kamer, die diende voor eene geheel bijzondere, venjjnig bedachte pij niging. Daarin werden gevangenen opgesloten, die men tot bekentenis wilde brengen door den «En Leo?« vroeg ik, nu recht op den man af gaande. «Och Leo? Leo trekt zich, zooals gij weet, van de wereldsche dingen niets aan, dan alleen wan neer zijn vrouwtje er onder lijdt. Hij is nog even verliefd als op den eersten dag van zijn husvelijk. Bovendien hij is een geleerde en dit verklaart alles. Ik had besloten dat ik mijn laatste woord in deze spreken zou en antwoordde daarom»Leo schijnt er dus net zoo over te denken als mijn vader, ge lijk ik zooeven gezegd heb. Papa ergerde zich ook alleen aan de meiden-quaesties, omdat ze voor ma ma onaangenaam en lastig waren. «Maar Leo ergert zich in 't geheel niet,® zei mevrouw Beversen op haar beurt«ten minste hij heeft zich tegenover mij nog nooit beklaagd.® «Wat hij stellig ook nooit doen zal, mevrouw. Doch daaruit volgt nog niet dat het hem niet er gert, om de opgenoemde redenen en om eene in zijn geval bijzondere omstandigheid.® «En die is?t »Ik zou haar niet durven noemen, mevrouw, in dien u zelve mij niet het voorbeeld hadt gegeven. Hebt u niet gezegd dat sommige jonge vrouwtjes door haar gestadige veranderingen bij bevelen en verzoeken, door zekere afwisseling van strengheid en zachtheid, door gebrek aan vastheid van karak ter, als ik 't zoo noemen mag, de hoofdoorzaak zijn van de onaangenaamheden met het dienstpersoneel waarvan zij soms zoo bitter te lijden hebben «Dat heb ik gezegd, doch wat doet dit tot ons geval toe of af?« vroeg mevrouw eenigszins ge jaagd. nik geloof niet dat het voor u een geheim kan wezen,® antwoordde ik, «dat ik en velen met mij Leo's engelachtig vrouwtje nog engelachtiger zou den vinden, indien zij een beetje minder hoe zal ik 't noemen? vergun mij, mevrouw, de zaak maar eenvoudig bij haar naam te noemen, indien zij een beetje minder «wispelturig® was. Mijn vriend Leo moge nog zooveel van haar hou den, maar hij moet dat, dunkt mij, nu en dan toch ook wel eens gedacht hebben. Mevrouw Beversen keek mij meer dankbaar dan verontwaardigd aan. Ze was blijkbaar verrast door de aangeboden gelegenheid om haar hart eens te luchten. «Emma en haar man zijn het gelukkigste paar dat men zich denken kan,® zei ze, «en ik moet tot zijn eer zeggen dat wij moeiljjk een schoonzoon hadden kunnen krijgen die zoo spoedig de al^e- meene liefde en achting van zijn vrouws verwan ten veroverd had maar ik wil wel bekennen, dat ik 't voor Emma een geluk zou gevonden hebben als Leo haar een beetje minder aanbad en vereeerde. Emma was nog zoo jong toen ze trouwde. Ze kwam zoo pas van de kostschool, Mijn zuster Van der Horst heeft mij er dikwijls genoeg attent op ge maakt, dat haar karakter nog te weinig vastheid had. Maar hoe gaat het? Als jonge meisjes gevraagd worden en zelve verliefd zijn, dan kan men niet altijd bepalen wanneer het te vroeg en wanneer het te j laat is. Leo was voor ons in alle opzichten een ge- wenschte partij en hij heeft Emma niets beloofd of hij is 't eerlijk nagekomen. Had ik haar langer onder mijn leiding gehad, ik zou die wispelturig heid (gij hebt het rechte woord gekozen) misschien wel overwonnen hebben, voordat zij geheel op haar eigen beenen stond. Nu verwacht ik alles van Leo's invloed. Ze zeide dit laatste aarzelend en wij beiden ke ken elkander aan, alsof onze lippen duidelijk onze gedachten woord voor woord uitspraken, en we beiden rondweg de verklaring aflegden dat wij hoe genaamd niets van dien invloed verwachtten. «Als hij maar niet zoo verliefd was,« zei ik schouderophalen. «Als hij maar een gewoon burgerman, een koop man of een ambtenaar was, en geen geleerde,® zuchtte mevrouw Beversen. Een tiental jaren zijn voorbijgegaan sedert me vrouw Beversen en ik het bovenstaande gesprek hielden. Er is heel wat veranderd. Doch onder al die veranderingen zij er slechts twee, welke voor mijne lezers op dit oogenblik belangrijk mogen ge acht worden. Vooreerst is mevrouw Beversen kort na ons onderhoud vrij onverwacht gestorven, een gebeurtenis waardoor het my onmogelijk werd den draad van ons discours weer op te vatten. Daar door werd het vuurtje mijner belangstelling in Em ma's karakter-ontwikkeling min of meer gedoofd. Ten tweede, dat ik zelf kort daarna verliefd werd en trouwde, volgens mijne nu tienjarige ondervin- j ding met eene jonge dame die niet wispelturig is. Tengevolge van dit huwelijk vertrok ik weldra uit de stad mijner vaderen, omdat mij elders een eer vol en goed bezoldigd ambt werd aangeboden. Wat ik nu en dan van Leo en Emma hoorde, waren slechte geruchten uit de verte. Ze kwamen in hoofd zaak hierop neer Leo werd door erfenissen, die hem van onder scheiden kanten toevloeiden, welhaast een schatrijk man. Hij kon daardoor zonder eenig gevaar voor zijn fiscus al de grillen en luimen van Emma den teugel vieren, 't Schijnt dat Emma daarop gere kend heeft, want haar wispelturihheid nam met de jaren toe. Ik weet niet hoe dikwijls zij nog weer verhuis den, maar zonder twyfel moet het cijfer fabelach tig groot geweest zijn. Meer dan een geloofwaardig stadgenoot verzekerde my dat iedereen er om lachte. Leo had reeds driemaal een huis gekocht en met groot verlies weer verkocht. Niemand beklaagde hem, want als men op zijn huwelijk zinspeelde werd hij boos. Hij was nog altijd tot over zijn ooren verliefd en vergoelijkte alles wat zijn vrouw verkoos te doen of te laten. Slot volgt.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1895 | | pagina 2