Weekblad voor LANGEDIJK en Omstreken.
N°. 12.
Zondag 24 Maart 1895.
4e Jaargang.
Plaatselijk Nieuws.
N ieuwstij dingen.
FEUILLETON.
EENE ERFENIS.
NIEUWE
LAAOBIJKER COURANT.
Deze courant verschijnt eiken Zaterdagnamiddag.
ABONNEMENTSPRIJS
voor Noordscharwoude, Oudkarspel, Zuidscharwoude en Br. op Langedijk
per drie maanden 50 et., franco p. post 0O ct.
UITGEVER:
J. H. KEIZER.
BUREEL:
Noordscliarvt oude.
PRIJS DER AD VERTENTIËN:
Van 15 regels 30 ct., elke regel meer 5 ct.
Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend.
Brieven rechtstreeks aan den Uitgever.
Aan de universiteit te Leiden is het ker
kelijk voorbereidend Examen met goed gevolg
afgelegd door den Heer A. Stramrood te Oud-
Karspel.
Voor het exameu in de nuttige handwer
ken, jl. Dinsdag te 's Gravenhage gehouden,
slaagden o.a. de dames A. de Geus en P. Dors
man, beiden van Noordscharwoude.
Tot de rijksnormaallessen te Zaandam
werden den 16 deter negen van de twaalf ad-
spiranten toegelaten, waaronder E. C. A. van
Rossum van Noordscharwoude.
Langedijk. Het ijs uit de slooten de
werkman op het veld. 's Morgens om half zes
reeds ziet men hier arbeiders met hunne mod
derschuiten en beugels de slooten tusschen de
akkers invaren om modder op te halen en daar
mee den grond te bemesten. "Wel is het nog
een koud werkje in de vroegte in het kille wa
ter te plassen, dat nog bijna eiken morgen een
dun vliesje ijs draagt! Maar de werkman, die
al een paar weken op achter is, vraagt daar
niet naar. Maart is in het land en het bebou
wen der akkers moet welhaast beginnen. Met
uien zetten (zetuien) en aardappel poten is reeds
een aanvang gemaakt. Evenzoo zaait men hier
en daar al grauwe erwten. In het begin der
vorige week zag men een bouwer op schaatsen
naar zijne akkers gaan, gevolgd door zijn werk
jongen op de prikslee, beladen met zaaierwten.
's Middags durfde de man toch niet op dezelfde
wijze terugkeerenhet warme zonnetje had het
ijs dermate aangetast, dat het onberijdbaar was.
Het uienuitzoeken uit de hoopen op het veld
en bij de schuren geeft velen werk.
Op het grasland is men druk bezig met het
uiteenslaan der mols- en mesthoopen en het ver
beteren der greppels. Overal heerscht weer leven
en bedrijvigheid; de lente is in het land.
Bij een ingezetene te Zuidscharwoude
werd dezer dagen een bankbiljet van f 40 ont
vangen, waarop het volgende in groote letters
op den hoek was afgedrukt
Wat rechtvaardig is?
Iedereen onderwezen,
Iedereen kiezer
Iedereen soldaat.
Kunstmeststoffen en groententeelt.
Door warmoeziers te bovenkarspel, Groote
broek en Lutjebroek zijn velden beschikbaar ge
steld om te beproeven of kunstmeststoffen bij
den verbouw van groenten goede diensten kun
nen bewijzen.
De proef zal geschieden onder leiding van den
directeur van het rijkslandbouwstation te Hoorn.
Zou 't niet wenschelijk zijn dat ook hier en
kele groote houwers eenige velden beschikbaar
stelden om zich van de resultaten der bemesting
met hulpmeststoffen te vergewissen
Gaarne stellen wij onze kolommen open voor
mededeelingen van dien aard, hetzij dat men de
wenschelijkheid daarvan wil bespreken, hetzij
voor mededeelingen der uitkomsten van proeven
die reeds zijn genomen of voor mededeelingen
van proeven eventueel nog te nemen.
In de vergadering van de vereeniging tot ont
wikkeling van den Landbouw in Hollands Noor
derkwartier is de bemesting van hulpmeststoffen
ten zeerste aanbevolen op koolveld en mededee-
ling gedaan van eenige proeven, genomen in de
Heerhugo waard.
De uitkomsten op koolveld waren zeer bevre
digend, hoewel de natte zomer van groote in
vloed was op de bemesting.
Naar 't ons voorkomt verdient bovenstaande
vraag wel eenige aandacht, en 't zou voor deze
streken vooral een algemeen belang zijn, wan
neer door enkelen het initiatief werd genomen,
waarvan de uitkomsten werden medegedeeld aan
ieder belanghebbende.
Jl. Dinsdag had de aangekondigde uitvoe
ring van de Gymnastiek en Schermvereeniging
„Lycurgus" van Schagen plaats bij den heer
G. Slotemaker te OUD-KARSPEL.
Min of meer bevreesd voor weinig belang
stelling van de zijde van bet publiek, begaven
wij ons op weg naar het lokaal der uitvoering,
en we kwamen al heel gauw tot de wetenschap
dat onze vrees niet ongegrond was geweest.
Een voldoend publiek was echter aanwezig
om de uitvoering te doen doorgaan en te onge
veer 8 ure maakten de gymnasten front en openden
de uitvoering met een turnlied, waarna de voor
zitter, de heer Jb. Koster, het woord nam en
ongeveer het volgende sprak
Dames en Heeren
„Men zou bijna moeten veronderstellen dat
de belangstelling van den kant der dames voor
de Gymnastiek grooter schijnt dan van de zjjde
der heeren, daar het aantal der alhier aanwe
zige dames, het getal der heeren verre over
schrijdt en 't spijt me te moeten ervaren, dat
de jongelui van Oud-Karspel, niet toonen mede
te willen werken tot het doel waarvoor wij hier
gekomen zijn. nl.propaganda te maken voor
de gymnastiek
Stuit waarschijnlijk de sympathie voor Gym
nastiek af op het begrip als zou zij overhellen
naar kunstemakerij, in zich sluit het maken
van gevaarlijke halsbrekende toeren, laat ik u
dan zeggen dat het beoefenen van gymnastiek
op lange na zoo ver niet gaat, maar enkel en
alleen dient om het lichaam te stalen, de spieren
te versterken, het hoofd helder en het hart ge
zond te maken en onderling de broederband
ihechter te doen worden.
Gymnastiek is eene langzame, systematische
ontwikkeling van spier en pees, bij de beoefe
ning waarvan men tot de gunstigste resultaten
komt.
Gaarne waren wij opgetreden voor een grooter
ipubliek, doch gij, die hier aanwezig zijt kunt in
uwen kring reeds genoeg doen om mede te wer
ken tot het oprichten van eene nuttige veree-
niging.
Gelooft niet, dames en heeren, dat wij met
minder sympathie ons programma zullen afwer
ken, wjj zullen u, hoop ik, toonen, dat wij het
bewijs hebben willen leveren, het goede, waar
van wij doordrongen zijn, ook mede tewillendee-
len aan anderen.
Met evenveel moed en ijver zullen wij onze
voorgenomen werkzaamheden vervullen.
De uitvoering slaagde bij uitnemendheid. Zeer
zeker heeft „Lycurgus" getoonddat 't haar
ernst is, te brengen „een gezonde ziel in een
gezond lichaam."
Elk nummer werd met de meeste aandacht
gevolgd en vooral met de staafoefeningen, oefe
ningen aan de brug en hoogrek was men vol
enthousiasme.
Heeft de vereeniging in den rechten zin van
hit woord geen propaganda gemaakt, zij heeft
iets wakker geschud bp de jongelui die er wa
ren de lust opgewektde sympathie van allen
gewonnen door haar optreden.
Wij twijfelen geenszins of „Lycurgus" zal op
een volgende keer meer belangstelling onder
vinden en wij zouden haar willen toevoegen,
wanneer wij er niet van overtuigd waren dat
zij dezelfde meening is toegedaan„Laat u niet
ontmoedigen," gedachtig aan onderstaande een
voudige regelen
Wanneer g' u onder 't edelst streven
Haten of verguizen ziet.
Houdt maar vol, en denk gedurig
't Raakt mijn koude kleeren niet.
Keulen en Aken zijn niet op één dag ge
bouwd, en zooveel vertrouwen hebben wij nog
wel, dat met een ernstige wil, het goede en
nuttige eenmaal woonstede zal maken in elk ge
zond gemoed.
De brievengaarder te Koedijk is aange
houden wegens ontdekte gebreken in zijn beheer.
Met een zeer afwisselend programma hield
de vereeniging „Nut en Genoegen" te War-
ïiieiiliuizcii Donderdag den 14 dezer, hare laat
ste wintervergadering. Muziek, zang, voordrach
ten, tooneel- en kamerstukjes maakten die ver
gadering tot een recht prettigen, en volgens de
jongedames, ook echt gezelligen avond. De ver
eeniging mag er zich op beroemen met en door
eigen krachten, gesteund door dames-gasten een
genotvollen avond aan de talrijke opgekomenen
verschaft te hebben. Daardoor zal waarschijnlijk
het doel worden bereikt, waarmede het voor de
Vereeniging geschreven tooneelstukje gesteld
werd. Dit stukje „Het middel tegen verveling"
werd goed weergegeven en genoot, als bijna al
les wat dien avond ten beste werd gegeven,
veel bijval. Moge „Nut en Genoegen" nog dik
wijls zulke avondjes geven.
Een legaat geweigerd
De gemeenteraad van Amsterdam heeft ge
weigerd een legaat te aanvaarden aan de ge
meente, besproken door wijlen den heer R. D. C.
De Bie, bestaande in een portret in olieverf van
den vader des erflaters en een zilveren inktko
ker, door dezen als aandenken van de stad Am
sterdam ont\angen.
Als men al dergelijke zaken aanvaarde
meende de heer Van Hall zou men een
„prul- en rommelkamer" behooren op te rich
ten. Op de opmerking van den voorzitter, dat
het hier iemand geldt, die de gemeente met
eere diende, deed de heer Van Hal volgen
zoo waren en zijn er meer en als die ambtena
ren allen hun contrefeitsel in „olieverf", hun
inktkokers, penhouders, later misschien gebor
duurde pantoffels aan de gemeente aanbieden,
behoeft men dat alles niet te aanvaarden.
Met 19 tegen 12 stemmen werd besloten het
legaat niet te aanvaarden.
Als een bewijs van ondankbaarheid deelt
men uit Waddingsveen mede, dat een arme
man, die van al de noodige meubelen in zijn
huis verstoken was en daarvan door buren en
familieleden werd voorzien, dat geschonken huis
raad een paar dagen later voor de som van f9
heeft verkocht. Hij is naar elders gereisd, zijne
beste groeten aan zijn weldoeners achterlatende.
Mevrouw van Aertsen zweeg. Welke moeder zou
er niet gevoelig voor zijn, als haar zoon wordt
voorbijgegaan, niet om de persoon, maar om het
fortuin van een ander? Zij troostte zich evenwel
met de gedachte, dat Gerard ook wel een betere
partij kon doen, dan een meisje zonder geld. «Laura
en Gerard zijn geen menschen voor elkaar," rede
neerde zij, voorbijziende dat die twee elkaar van
kind af hadden liefgehad en in spel en ernst nooit
gelukkiger waren geweest dan met elkander. De
waarheid was, dat zij niet van haar nichtje hield.
De handelwijze van haar broeder was volkomen in
haar eigen geest; bij Laura en Gerard moest het
nooit tot een huwelijk komen, beiden moesten een
rijke partij doen en zouden dat ook wel doen, daar
aan twijfelde zij niet. Maar in haar hart misgunde
zij het meisje de voordeelen, die zij door dat hu
welijk verkrijgen zou en schepte zij er een geheim
genoegen in, haar den weg daarheen zoo moeielijk
te maken als in haar vermogen was. Ook nu weer
had zij hare eigene plannen in het hoofd en zette
die door, zonder te letten op de tegenwerpingen
van vader en dochter. Het werd hoog tijd, dat
Laura hare talenten en bekwaamheden eens voor
iets anders gebruikte dan om er mee te schitte
ren; zij zóu er niet van bederven, als zy iets nut
tigs ter hand nam, meende hare tante. Op be
paalde uren konden de Wiltenburgers dus voortaan
zien, hoe kleine meisjes met groote muziekporte-
feuilles op de stoep van den heer Martens stonden
en, na eenigen tijd in het huis te hebben doorge
bracht, verdwenen zooals zij gekomen waren.
Op zekeren achtermiddag in Januari bemerkte
een van die kieine meisjes, dat zij zich niet alleen
op de stoep bevond, maar dat een groote parapluie
beschermend over haar werd opgehouden. De don
kere wolken, die den hemel bedekten, zonden hun
overtolligen last in de gedaante van dunne witte
vlokken naar beneden, waar een ijzige wind ze op
ving en den weinigen wandelaars in het aange
zicht dreef. Het kleine meisje was blij dat de deur
geopend werd, en tegelijk met haar en een goede
lading sneeuw stoof Van Berckel den gang binnen.
Laura ontving hem niet met hare gewone voor
komendheid. Met een hoogroode kleur hoorde zij
aan, hoe hij haar, tot de bui over zou zijn, een
schuilplaats tegen het barre weer verzocht, en gaf
hem met zoo weinig mogelijk woorden een stoel
bij den haard. Toen wendde zij zich tot het kleine
meisje, dat uit hare blikken moest kunnen opma
ken, hoe zij haar mijlen ver wenschte. Maar er
was niets aan te doen, zij moest naast de piano
gaan zitten, terwijl de kleine op een hoog tabou-
retje plaats nam, en zij moest geduldig tellen bij
het jammerlijke getjingel der onhandige vingertjes.
Van Berckel nam een boek en ging zitten lezen
tot mevrouw Van Aertsen binnentrad, die meteen
enkelen blik de positie overzag en zacht (luisterend
een gesprek met hem aanving. Eindelijk was het
uur om en de sneeuwstorm bedaard; het kleine
meisje nam afscheid en met haar verdween ook
Laura's zelfbeheersching. Zij bedekte het gelaat
met de handen en barstte in een krampachtig snik
ken uit.
Van Berckel zag haar ontroerd aan, doch me
vrouw Van Aertsen verhief zich rnet majesteit.
«Daar hebben wij het nu!" riep zij uit. »Deze
scène heb ik lang voorzien en ik ben blij dat ze
eindelijk gekomen is. Wij moeten er toch door
heen. Gij zult denken, mijn beste neef, dat der
arme Loura liet grootste ongeluk van de wereld is
overkomen. Och neen, de zaak is eenvoudig dat zij
geen fortuin heeft, en nu pianoles geeft, om haar
ouden vader tenminste een gedeelte van haar kleed
geld uit te winnen."
Na dit gezegd te hebben, verliet zij het vertrek
en liet hen beiden tegenover elkander staan, vrij
verlegen met hun figuur.
«Gij moet het u zoo niet aantrekken," zeide Van
Berckel na eene kleine pauze, terwijl hij Laura
eenigszins onhandig naderde.
»Och," snikte het meisje, »ik had zoo gehoopt
dat het geheim zou blijven. En nu hebt gij het
toch gemerkt."
«O, als het anders niet is, om mij moet u dat
niet hinderen. Bedenk eens welk een leven ik zelf
tot nu toe geleid heb, totdat voor weinige maan
den een toeval er een eind aan maakte. Als mijn
oudoom mij niet tot zijn erfgenaam gemaakt had,
woonde ik nog op een, gij weet niet welk een
eenvoudig kamertje."
Laura nam de handen van het gelaat en hare
donkere oogen ontmoetten zijne blauwgrijze, die
haar goedig en beschermend aanzagen.
»Is het dan waar wat zij zeggen, dat gij vroeger...
op een drukkerij gewerkt hebt?" Zij sprak de woor
den slechts fluisterend uit.
Hij glimlachte. «Ja, ik ben het grootste gedeelte
van mijn leven drukkersknecht geweest."
Hij zweeg; Laura's gelaat teekende onverholen
verbazing.
»Hoe is het mogelijk dat gij dat zelf kunt ver
tellen?" zeide zij.
Nu was het zijne beurt, zich te verwonderen.
«Wel," zeide hij, »het is de eenvoudigste zaak van
de wereld, dunkt mij. Ik heb er nog nooit aange
dacht, of ik het verzwijgen zou of niet. Ieder, die
mij vroeger gekend heeft, kan het weten."
«Maar die u nu kent, behoeft het niet te weten.
Nu is alles veranderd. Gij zijt rijk, gij zijt een
man van stand. Met dat ellendige verleden heeft
niemand meer te makensprak zij met vuur. «Ik
zou het willen vergeten, ik zou wel willen dat ieder
het vergat."
«Vindt gij het dan zoo vreeselijk
Zij knikte snel en krachtig met het hoofd. «Ik
wil niet arm zijn," zeide eij met nadruk.