Weekblad voor LANGEDIJK en Omstreken. Versci van Democratie. N°. 15. Zondag 14 April 1895. 4e Jaargang. Plaatselij k Nieuws Waarom wordt de Petroleum duurder. FEUILLETON. EENE ERFENIS. NIE UWE LANGERIJKER COURANT. I)eze courant verschijnt eiken Zaterdagnamiddag. ABONNEMENTSPRIJS voor Noordscharwoude, Oudkarspel, Zuidscharwoude en Br. op Langedijk per drie maanden 50 ct., franco p. post 0O ct. UITGEVER: J. H. KEIZER. BUREEL: IVooi'dscIiarwoiide. PRIJS DER ADYERTENTIËN: Van 15 regels 30 ct., elke regel meer S ct. Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend. Brieven rechtstreeks aan den Uitgever. Men wijst wel eens op de democratische stroomingen aan het eind der vorige eeuw voor komende, om daarmede de democratische stroo mingen van thans zoo niet te vergoelijken dan toch te rechtvaardigen. Bij gelijkheid van leuze is er echter een groot verschil in den aard der zaak. Toen 17891802 in een zedelijk verrotte, maar oeconomisch gezonde maatschappij, eene burgerij, krachtig door haar rijkdom, vragende om rechten haar door de ontaarde regeerende klassen niet meer te onthouden, die rechten begeerende en behoevende om haren eigendom te verzekeren, en een woord mede te spreken in 's lands zaken. Thans in eene zedelijk vooruitgaande maar oeconomisch ongezonde maatschappij eene krachtens de laatste eigenschap dier maatschappij, in haar levensvoorwaarden, haar bestaan bedreigde arbeidersklasse, om haar rechten vragende, niet om haar bezit te bevestigen, want dat heeft zij niet, maar om haren ondergang te verhoeden. Toen 1789, onder eene schoone leuze, louter eigenbelang, thans onder dezelfde leuze, maar nu in haren vollen omvang waar, geen klasse- belang, maar dat van het geheele volk. Toen 1789, eenheid van wil onder de demo cratische stroomingen, eene eenheid te danken aan jarenlange voorbereiding door de lezing van allerlei geschriften. Thans, verdeeldheid van wil bij overigens ge lijke leuze, een verdeeldheid te danken aan de gedeeltelijke blindheid der partijen. In plaats van in het oog te houden wat de gemeenschappelijke belangen der partijen zijn,legt men den nadruk op wat verdeelt. Dit bewijst dat de democratie hier te lande hare kinder schoenen nog niet ontwassen is. Kleine partij belangen wil men laten gelden als algemeene belangen, precies op de wijze der kinderen die hun haan willen laten koning kraaien. Naar gelang de nood dringt zullen de ver schillende partijen echter leeren bidden. Die nu nog meenen dat zij bestaan om een revolutie tegen te houden, (Ned. R. K. Volksbond, Patrimo nium, Anti-Socialistische, Spoorweg-ambtenaren- vereenigingen enz.) zullen zich laten verheugen dat zij door hunne vereeniging in staat zijn hunne belangen te verdedigen, als tenminste die verheuging niet reeds nu is begonnen, (Patri monium). Het opkomen der democratie gaat gepaard met, of juister nog, is geboren uit een strijd der belangen. Die dat nog niet erkennen en meenen zich te moeten bezighouden met liefhebberij zaken, die zullen door schade en schande tot die erken tenis gebracht worden. Of men democratie wil met beroep op den bijbel of met verwijzing naar de pauselijke encycliek „Rerum Novarum", ze blijft demo cratie. Men verraadt echter de waarheid en het recht zijner zaak nog niet te bevatten zoo men door beroep op geschriften van gezag de zaak wil rechtvaardigen, terwijl men daaruit een on misbaar hulpmiddel heeft om zwakken te over reden. De democratie ontleent haar recht van bestaan aan hare innerlijke waarheid, aan de hooge be langen die zij wil behartigen en aan haar streng zedelijk karakter. Immers, bij de vergelijking der democratische beginselen zullen wegvallen al die voorrechten en redenen tot zelfverheffing die niet samen hangen met 's menschen innerlijke zedelijke waarde. Langedijk. Wie zijn blik laat gaan over de zwarte akkers, doorsneden van honderden slooten, ten Westen van de vier dorpen, die te zamen de bekende landbouwstreek de Langedijk vormen, ziet van den vroegen morgen tot dat de zon in het westen is nedergedaald, een leven en bedrijvigheid, die eene groote tegenstelling vormen met de rust en stilte, die er nog voor een paar maanden heerschten. Hier ziet men den werkman zijn schuit tot den rand vullen met vloeibaar slik, dat hij straks met een grooten schop, op en met een zooge naamde overhaal over den akker zal brengen daar is de landman bezig met het pooten van vroege aardappelen of het zaaien van uien, wortelen en rapen. Ginds weer zet men de jonge koolplanten uit, die in de vele broeikassen door de koeste rende zonnestralen tot krachtig leven zijn gewekt. Vooral de zuidelijke dorpen van de Langedijk zijn met het bepooten, beplanten en bezaaien der akkers vroeg. Meer Noordelijk is de grond voor vroege bewerking minder geschiktvan daar dan ook, dat de lichtere grond te Broek op Langedijk bijzonder is aangewezen voor de teelt van fijnere groenten. Richt de belangstel lende toeschouwer zijn oog op de lange rij huizen, schuren en bergplaatsen, die zich ter weerszijden van hem naar Noord en Zuid uitstrekken, dan zal het gewis zijne verwondering wekken, als hij hoort, dat in die huizen nog minstens 500000 kooien van het vorige jaar liggen opgestapeld. Vanwaar dit groote aantal in het midden van April? Vorige jaren waren er in April heel wat minder. De reden is niet ver te zoeken. Jaar op jaar breidt zich het koolveld ten koste van het grasland uit; jaar op jaar wordt er meer geteeld bij ongeveer gelijken omzet der kooplieden. En voor den winter van 94/95 komt er nog eene oorzaak bij die niet licht is te schatten, de aardappeloogst van 1894 was gering en slecht en waar weinig aardappelen zijn is ook weinig groente noodig. De Langedijkers hebben dit dezen winter ondervonden. De prijzen der roode kool, om dezen tijd steeds stijgende, zijn nu dalende. Voor de beste soorten wordt nu 4 tot 6 gulden besteed. Mindere soorten gelden van f0.50 tot fl.50. Gele kool is er weinig meer en daarom ook meer prijshoudend f6 —f8). Uien, waarin voor korten tijd tenminste nog eenige handel was, wordt nu met f 0.40 per mud betaald. De Langedijker landman zal de winter van 94/95 lang heugen. Beroepen bij de geref. kerk te Broek op Langedijk A. H. Kuik te Putten op de Vel uwe. In de jl. Maandagavond gehouden verga dering van de kiesvereeniging Vrijheid", zijn met 32 van de 33 uitgebrachte stemmen de af tredende leden, de heeren Th. J. Waller en A. J. Kaan tot candidaten der Prov. Staten gesteld. Gisteravond werden ten huize van den heer D. Stam alhier, de laatste partijen gespeeld in den kegel wedstrijd voor eenige maaoden uitge schreven, waaraan door vele personen werd deel genomen. De prijzen werden gewonnen door onder staande deelnemers. Joh. Frank, Noordscharwoude, le prijs f 12. S. Opperdoes, 2e 9. A. Prijs, Oud-Karspel, 3e 7. J. Jonker, Noordscharwoude, 4e 5. Feldman, Alkmaar, 5e 3.50 A. Tates, Noordscharwoude, 6e 2.50 Gedurende den laatsten kamp heerschte een aan gename geest en onder de beste harmenie wer- de prijzen uitgereikt. Zooals alle Langedijker huisvrouwen weten is de Petroleum, die tot voor korten tijd 5 ets. de kan kostte, in enkele weken opgeloopen tot 8 ets. eene verhooging dus van 60 pet. Men schijnt beweert te hebben dat de oorzaak daarvan lag in het opdrogen van enkele Petro- leumbronnen. De oorzaak is echter een heel andere en ken schetsend voor de maatschappij waarin wij leven. Tot voor enkele jaren waren de verschillende bronnen eigendom van verschillende maatschap pijen,die, onderling concurreerende, den marktprijs hielden. Diegenen echter onder haar wien het aan voldoende bedrijfskapitaal ontbrak moesten het loodje leggen en failleerden of ontbonden zich. De overigen vonden het verstandiger om niet langer meer met elkander te concurreeren en vereenigden zich. Zoo had men in het begin van het vorig jaar nog eene Maatschappij tot exploitatie der Ameri- kaansche bronnen en een voor de Kaukasische bronnen. Zoolang die nog concurreerden bleef de marktprijs laag. Die hebben zich thans vereenigd en exploiteeren nu alle petroleum bronnen der wereld en tevens de petroleum gebruikende menschheid. Want die maatschappij bepaalt den marktprijs naar willekeur, zij voert aan, zooveel in haar voordeel uitkomt en kan die ook laten betalen wat zij wil. De menschheid is op genade of ongenade aan Men begrijpt dat die reuzenmaatschappij die macht uitoefent door haar geld, haar kapitaal. Dat zij dit kan noemt men kapitalisme. Wat met den petroleumhaudel geschiedt, ge beurt ook in den diamanthandel. Naar gelang de maatschappij zich ontwikkelt zullen dergelijke monopoliën (alleenhandel) of wereldinonopolien meerdere worden. In den petroleumhandel is de eindontwikkeling reeds bereikt, in den diamanthandel eveneens, met den goudhandel kan het ook spoedig gebeuren, evenals eindelijk uit den reuzenstrijd tusschen kapitaal en kapitaal meerdere monopoliën geboren worden voor andere artikelen van nijverheid of be hoefte, dan is de overgroote meerderheid der menschen aan den willekeur van enkele schat rijke menschen overgeleverd. O Hij schafte zich de plaatselijke dagbladen en ge schriften aan, en bezocht tentoonstellingen van land bouw en nijverheid, waarvoor zij maar weinig voelde. Na eenige maanden werden hare brieven minder uitvoerig, en eindelijk bleven zij geheel uit; het was van Berckel, die zijn schoonvader op de hoogte moest houden van hun doen en laten. Zijn brieven waren kenbaar door een eigenaardig korten stijl, maar spraken van niets dan van geluk en genot. Het hoogste wat de aarde hem nu nog schenken kon, zou hem niet worden onthouden. Laura hoopte moeder te worden, en weldra berichtte hij zijnen vrienden in het vaderland, hoe hem, in een dorpje bij Rome, onder Italië's zonnigen hemel, een zoon geboren was. Nu wenschten zij naar Holland terug, maar het kind scheen zwak en teer te zijn, en zou missschien het verplaatsen in een zooveel ruwer klimaat niet kunnen verdragen. Van Berckel bleef dus in het zuiden, bracht zijne vrouw in de groote en schitterende wereld, waarheen haar hart trok, en deed zelf kleine voetreizen door het land, om kennis en kracht voor zijn toekomstigen arbeid te putten uit het rijke menschenleven. Maar de kleine knaap werd krachtiger, en toen hij een jaar oud was begonnen de ouders aan de terugreis te denken. Laura zag in haar hart op te gen die terugkomst, en ook tegen het buitenleven dat haar wachtte. Het zou zoo stil en eenzaam zijn, vergeleken bij hetgeen zij in de laatste jaren ge wend was. De eerste zomer gaf echter 'bezigheid genoeg door het meubeleeren en in orde brengen van het huis, en het najaar ging voorbij met het wederzien van hare vrienden en het opsommen van alles wat zij gezien en genoten had. Toen echter de barre winter kwam begon zij vergelijkingen te ma ken tusschen dezen en den winter in het zuiden, waar de rozen bloeien en de oranjebloesems geu ren in maanden, die ons niets dan sneeuw en ijs geven, en toen de zomer weer in het land was, had zij geen oog voor de schoonheden der rijke na tuur, maar wenschte zich terug in de drukte en het gewoel der badplaatsen, waar zij het vorige jaar zoo gevierd en bewonderd was. Van Berckel dacht er niet aan, weer op reis te gaan. Hij was als een veranderd man teruggeko men. Een gezonde bruine tint had de kamerkleur van zijn gelaat vervangen. Zijne gestalte scheen hooger, zijn borst breeder geworden te zijn. Hij had het leven van het volk, vooral van het land volk bestudeerd in de verschillende landen, die hij doorgereisd had, en met wat hij had gezien en on dervonden, wilde hij den toestand zijner pachters verbeteren, met wie het onder het langdurig be stuur van zijn gierigen oom inderdaad treurig ge steld was geweest. Den ganschen dag liep hij door zijn geliefd Berkwoud rond, ging de arbeiders in hunne woningen opzoeken of zag toe op den hooi en graanoogst. En als hij 's avonds vermoeid tehuis kwam, rustte zijn plannenmakende geest nog niet. Hij sprak van maai- en dorschmachines die moesten worden aangeschaft, van stoommolens die het land drooghouden eu nieuwe vruchtbaarheid brengen moesten, en droomde van nieuwen bloei en wel vaart, die komen zouden onder zijn beheer. Hij schetste met groote trekken op een stuk papier een kaartje van zijn buiten en toonde het Laura, die met een tapisseriewerk op haar schoot op de sofa lag uitgestrekt en met een half afgewend ge laat naar hem luisterde. Was zij het niet geheel met hem eens Die dorenheg moest opgroeien en en de open plekken met jonge struiken worden aangevuld. Hier moest eens flink gehakt worden, om een ruim uitzicht te krijgen, en die denneboo- men moesten hoog opgroeien en afsteken tegen dat zachte lindegroen. Ginds op dien nitstekenden hoek moest een priëeltje gebouwd worden voor Laura. Daar kon zij de maan zien opgaan. Dacht zij ook niet, dat het daar juist een goed plekje was Laura hief een oogenblik het hoofd op en zeide toen, dat zij het met hem eens was, maar op een zeer lusteloozen toon. »Het zal er zoo aardig uitkomen,i ging van Ber ckel voort. »Wij zullen er kamperfoelie om heen planten en wilde wingerd, en binnen een paar jaar zal het geheel begroeid zijn.« En hij staarde op de potloodstrepen, die de lanen moesten aanduiden, terwijl een groote punt de plek aanwees, waar het priëeltje moest staan. »Of wilt ge er wilde rozen struiken omheen hebben 't Zal waarlijk iets krij gen van dat priëeltje bij Nice.« Laura glimlachte. Weet gij, waaraan ik moet denken vroeg zij. »Aan een klein kind dat een nieuw stuk speelgoed gekregen gekregen heeft en er maar niet over zwijgen kan.« Hij zag haar vragend aan, maar zij had het ge laat al weer afgekeerd, en toen hij daarna langzaam den blik wendde naar het papier, dat voor hem lag, waren de lanen, slingerpaden en heggen maar potloodstrepen en niets meer en het prieeltje, met wilde wingerd, kamperfoelie en wilde rozen begroeid, was niets dan een zwarte inktvlak geworden. Hij verliet het vertrek, en terwijl hij in de sche mering de groote oprijlaan op en neer liep, dacht hij er over na, wat Laura toch wel schelen mocht. Zij was zoo opgeruimd, zoo levendig niet meer als vroeger. Ook was haar kleur niet meer zoo frisch en hare oogen stonden doffer. Zou het waar kun nen zijn, dat de lucht van Berkwoud niet voor haar deugde? Dat het bosch haar te kil, te voch tig was. Naderende voetstappen achter hem maakten aan zijn overpeinzingen een einde. Hij zag om, maar door de invallende duisternis onder de zware hoo rnen, kon hij weinig meer bespeuren, dan dat een heer het hek inkwam en hem naderde. Hij begaf zich naar het voorplein, waar het lichter was en nu haalde de bezoeker hem in. Van Berckel zag hem aan. Hij was veranderd, zijn gestalte was breeder, zijn gelaat mannelijker geworden en met

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1895 | | pagina 1