Weekblad voor LANGEDIJK en Omstreken. N°. 17. Zondag 28 April 1895. 4e Jaargang. DrankGEbruik. Plaatselijk Nieuws. N ieuwstij dingen. FEUILLETON. EENE ERFENIS. NIEUWE LAMKEDIJKEK COURANT. Deze courant verschijnt eiken Zaterdagnamiddag. ABONNEMENTSPRIJS voor Noordscharwoude, Oüdkarspel, Zuidscharwoüde en Br. op Langedijk per drie maanden 50 et., franco p. post 60 ct. UITGEVER: J. II. KEIZER. BUREEL: IVooi'dscliarwoude. PRIJS DER ADYERTENTIËN: Van 15 regels 30 ct., elke regel meer ct. Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend. Brieven rechtstreeks aan den Uitgever. Proclamatiën. KENNISGEVING. De Burgemeester van OUD-KARSPEL en NOORD SCHARWOUDE brengt tengevolge heden by hem ont vangen brief van den heer Commissaris der Koningin in deze provincie van den 24 dezer le Afdeeling No. 132/4451 ter kennisse van belanghebbenden, dat het door de Belgische Regeering uitgevaardigd verbod van invoer van Yee uit Nederland niet van toepassing zal zijn op dieren inrechtstreekschen doorvoer zonder overlading, per spoor door België verzonden. Noordscharwoude, den 26 April 1895. De Burgemeester voornoemd, C. KROON. KENNISGEVING. De Burgemeester van OUD-KARSPEL en NOORD SCHARWOUDE brengt bij dezen ter kennisse van belanghebbenden, datingevolge bij hem ingekomen brieven van den heer Commissaris der Koningin in deze provincie, van 20 April jl. le afd. No. 132/4351 de Belgische grens met ingang van 27 dezer, weder voor invoer van vee en schapen uit Nederland wordt gesloten. Noordscharwoude, den 23 April 1895. De Burgemeester voornoemd. C. KROON. n. Onder II behandelt de heer Th. W. v. d. Woude de vraag: „Is onthouding van alcoholische dran ken aan te bevelen met het oog op het gezin?" a. In eenige Engelsche Levensverzekering maatschappijen genieten de onthouders eene vrij aanzienlijke vermindering (8 k 10%) °P de te betalen premie. Uit de statistieken van Dr. Isam- bart Owen is gebleken dat de onthouders langer levensduur hebben dan de drinkers (ook de matige.) Uit de cijfers eener Levensverzekering-maat schappij 18841889 geplubiceerd door Dr. Drys- dale blijkt dat de strefte onder de onthouders 18 pet. gunstiger was, dan de berekening was bij de gebruikers. Uit de cijfers eener andere Maatschappij, loo- pende over 1866—1881 blijkt dat bij de alge- meene sectie de sterfgevallen waren 99% van hetgeen men verwachtte, bij de onthouders slechts 70 pet. dus 29 pet. gunstiger. In 1891 stierven in Zwitserland in de 15 groote steden van 6885 menschen 425 aan drankzucht. Yan de 3409 gestorven mannen, 366 aan den drank, dus 1 op de negen. In Cbaux de Fonds stierven van 288 personen 36 aan drankzucht, dus 1 op de 8. Dus van de negen stierf er een aan de gevol gen van alcohol gebruik. Nu meene men niet dat de alcohol geen invloed zou gehad hebben op den levensduur der anderen. Van dien eenen alleen was het zeer duidelijk aan te wijzen. Ook de meesten der overigen zullen er onder geleden hebben. Men kan de bevolking toch niet indeelen, naar verschillende graden van matigheid. Men moet tamelijk ver heen zijn eer de arts delirium tremens consta teert. Bovendien gaan onder de matigen verscheidene ten onder aan ziekte-toestanden die zij te dan ken hebben aan het onmatige, ja zelfs aan het geregeld-matige gebruik hnnner ouders. Ook de kans ziek te worden is voor d en ont houder minder groot dan voor den niet onthouder. In eenige engelsche ziekenbussen waren de ziekte weken over het jaar verdeeld per hoofd onthouder 7.48 week niet-onthouder 24.68 week, 26.20, 27.60 week. Voor den onthouder dns drie maal zoo gunstig. Er zijn natuurlijk ook andere oorzaken die iemands gezondheidstoestand bepalen. Zoo kan 1 het gebeuren dat een van nature sterk en ge zond mensch, die gebruiker is er beter uitziet dan de onthouder die uit een zwakkere familie voorkomt. Doch een paar geslachten verder, wie zal er dan beter aan toe zijn Deze vraag brengt ons vanzelf op eene andere vraag, die van den invloed van alcohol gebruik bij de ouders op de kinderen. Prof. Dr. R. Demme, direkteur van het Jen- nersche kinderziekenhuis te Bern ging de lot gevallen na van 2 groepen ieder van 10 fami- lien, die in nagenoeg gelijke verhoudingen ver keerden. De eerste groep waarvan de vaders, soms ook de grootvaders onmatige drinkers wa ren bracht 57 kinderen voort waarvan slechts 9 dus zich normaal ontwikkelden. De tweede groep, waarvan de vaders matige personen waren, bracht 61 kinderen voort waarvan 50 zich nor maal ontwikkelden dus Van de eerste (on matige groep overleden in het eerste jaar aan levenszwakte 12 kinderen, van de 2e groep 3. Van de eerste groep leden 36 aan allerlei gees telijke en lichamelijke afwijkingen die vooral het deel zijn van kinderen, wier vader of moe der drankzuchtig zijn idiotisme vallende ziek ten St. Vitusdans, drankzucht lichamelijke ver groeiingen, etc. Dr. Martin (Parijs) vermeldt dat van de 83 kinderen die aan vallende ziekten leden 60 kwa men uit hnisgezinnen van drankzuchtige ouders. In die 60 gezinnen werden 301 kinderon gebo ren waarvan 132 spoedig stierven. Van de 169 overblijvenden waren slechts 61 normaal. Dus ongeveer 1/5. Volgens Dr. Herwe waren van de 300 idioten bij hem in behandeling 145, dus 1/2l kinderen van drankzuchtige ouders. Dr. Legrain zegtBij den zoon des drinkers is de neiging tot drinken vaak onwederstaanbaar. De erfelijkheid in al hare kracht doet hier dus de slachtoffers vallen. Het gevolg van drankzucht is ook verbastering en verwildering. Prof. v. Krafft-Ebing van Weenen beschouwt alcohol misbruik als een der belangrijkste oor zaken van de lichamelijke, de ziels- en vooral van de zedelijke ontaarding van volken, zoowel als van individuen. Dat gebeurt zoowel onmid- delijk als ook langs den weg van erfelijke over dracht van reeds in den aanleg door drankmis bruik verzwakte hersenen. De alcohol heeft op de hersenen en zenuwen een verlammenden invloed zelfs bij matig ge bruik reeds worden juist de edelste functiën van de herzenen verlamd. Onze zedelijke voel horens worden afgestompt. Geregeldmatig ge bruik zal leiden tot chronische verlamming dezer deelen. Het kind van zulk een geregeldmatig drinker zal eenigen aanleg hebben tot drinken, die bij onze slechte gezelligheid (altijd en overal drinken) aanwakkert tot meer drinken, wellicht reeds tot onmatigheid. Is het te verwonderen, dat volgende geslachten het verval aan den dag brengen, van mindere vatbaarheid gaande tot volslagen idiotisme, van het-minder-nauw-nemen- met-de-zedelijkheid tot de schaamtelooze ver krachting der zedewetten. De bekende Italiaansche professor Lombroso meent dat men het cijfer der misdadigers verla gen kon door bestrijding van den alcohol. Het zenuwstelsel van een kind, welks vader alcoholist is, is meestal abnormaal, maar veel erger is dit het geval wanneer de moeder zich aan bedwelmende dranken heeft verslaafd. De melk ondergaat een gewichtige verslech tering door de vergiftige bestanddeelen van den alcohol, kinderen daardoor gevoed vervallen spoedig en sterven bijna allen. Uit het hierboven vermelde valt dus af te leiden dat onthouding van alcoholische dranken in het belang van het gezin is: a. Stoffelijkwijl onthouding de kans van ziek worden en sterven geringer maakt b. Zedelijkwijl de niet-onthouder zijne mo gelijke nakomelingen voor een goed deel de kans op een gelukkig leven beneemt. De Heer S. Vriesman te Oud-Karspel werd in den vrijen wedstrijd voor Handwerkslieden te Alkmaar gehouden, bekroond met de bronzen medaille voor een kunstig uitgesneden kistje. Bedankt voor het beroep naar de geref. kerk te Broek op Langedijk, door H. Kuik te Putten op de Veluwe. Den 22, s' morgens omstreeks 8 uren, brandde huis met inboedel van J. H. aan den Laanderweg geheel af. Alles was tegen brand schade verzekerd. Maandag kwamen zich twee kinderen, een jongen en een meisje, aan het Paleis te Am sterdam vervoegen. Zij hadden bij zich een eigenhandig geschreven verzoekschrift aan de jonge koningin en verzochten om haar dit per soonlijk te mogen overhandigen of anders wil den zij „op antwoord wachten." Den kleuters werd aan het verstand gebracht, dat dit niet ging en dat hun verzoek zij wilden niet zeggen wat het bevatte aan de koningin overhandigd zou worden. Hierdoor te vreden gesteld verlieten zij het paleis. Hulde aan Japan. Een Amsterdammer heeft de oplettendheid gehad, onmiddelijk na het bekend worden van het vredesverdrag tusschen Japan en China, den Japanschen gezant te Berlijn, graaf Aoki, een grooten lauwerkrans toe te zenden, versierd met de Japansche en Nederlandsche kleuren. In een bijgevoegde kaligrafische opdracht, bracht hij den Japanschen gezant zijn gelukwensch met den zoo roemrijk volstreden krijg. Handig! Een vrouw stond Donderdagavond hoek Dam en Nieuwendijk te Amsterdam voor een winkel te kijken, toen zij haar dochtertje een spoor mandje overhandigde, om dat een oogenblik vast te houden. Toen de vrouw zich even omdraaide was de spoormand, inhoudende tien gulden en eenige huissleutels, het kind door een onbekende uit de hand gerukt. 9) Aan mijnheer Martens gaf Laura's thuiskomst groote gezelligheid. Na haar vertrek had hij zijn huis nog fraaier ingericht dan vroeger, en zijne zus ter ging voort het daar voor hem en zijne vele gasten prettig en gezellig te maken. Want mijnheer Martens hield nog altijd veel van menschen zien en ook van lekker eten en drinken. Het laatste deed hij nu niet meer ter wille van zijne dochter, maar misschien om zich den tijd, toen zij nog onderzijn dak woonde, levendig voor den geest te roepen. Hunne verhouding scheer, veel inniger te zijn, dan toen zij nog in hetzelfde huis woonden. Hoeveel be lang stelde zij in alles wat de fraaie bezitting van zijne dochter betrof! Uren lang kon hij met den tuinbaas praten over het kweeken der meloenen, de inrichting der druivenkassen en de kunst om tot in October jonge doperwtjes te eten. Van de kunst om jonge hanen en kalkoenen vet te mesten scheen hjj een bijzondere studie te hebben gemaakt. Overal gaf hij zijne wenken en nuttige lessen ten beste, en hij zag het gaarne, dat Laura hem, als hij kwam, op de vruchten van zijn zorg en ijver ont haalde. En wanneer hij dan 's avonds in de fraaie equipage van zijn schoonzoon naar huis reed, groette hij de Wiltenburgers, die hem stonden aan te ga pen, met nederbuigende goedheid en voelde zich den koning te rijk. Zijn zuster deelde zijn rustige kalmte niet geheel en al. Zij had er zich indertijd met rechtmatigen trots op beroemd, dat zij, zoodra ze de aangroei ende neiging van Van Berckel voor haar nichtje bespeurde, door de jongelui met takt en verstand van tijd tot tijd alleen te laten, wel eens de aan- leidende oorzaak geweest kon zijn, dat de zaak zoo goed en zoo snel haar beslag gekregen had. Doch nu niet dat zij zich ongerust over het geluk van Egbert en Laura maakte, maar zij begreep dat eene vrouw van ondervinding, zooals zij, daar soms zeer nuttig kon zijn om, onmerkbaar natuurlijk, de zaken nu en dan te leiden en van tijd tot tijd met takt man of vrouw de waarheid te zeggen. En dan voor Gerard kon het toch ook nooit kwaad, als zij zorgde vasten voet op Berkwoud te krijgen. Hij kon zoo stug en onaangenaam zijn. Zij had soms handen vol werk om zijn bittere woorden weer goed te maken. In haar hart kon zij het zich echter wel begrijpen, dat het met Gerard en Egbert op den duur niet ging. Van Berckel was een goede man, maar hij was soms al te degelijk, al te deftig en wijs. Dien dag nog had zijn zoontje de kleine Egbert, het ondervonden. Het kind had in een booze bui moedwillig een geliefd stuk speel goed, een karretje, aan stukken gegooid. Toen het ding daar onbruikbaar voor hem lag, was ook zijne drift geweken en opgevold door zulk een hartstoch telijk snikken, dat Laura hem op haar schoot ge nomen en al de karretjes van de wereld beloofd had, als hij maar stil wilde z(jn. Zijn vader echter had een anderen weg ingeslagen. Hij had den klei nen jongen, die het liefst zijn troost bij hem zocht, tot bedaren gebracht en daarna eenvoudig en be grijpelijk verteld, hoeveel werk en moeite er door vele menschen aan het karretje besteeed waren en dat het dus niet aanging, het in eens stuk te gooien »Ik zal het na het eten lijmen en het kind bij mij nemen,zeide hij tot Laura. »Als hij ziet dat het niet gemakkelijk gaat, zal hij in het vervolg niet zoo spoedig aan zijn drift toegeven. «Ik zou zooveel moeite niet doen,« zei Laura, met omgekrulde bovenlip. »Het kind heeft er ge noeg van gehoord. Geef hem eenvoudig een nieuw karretje en laat de zaak daarmede uit zijn.» »Neen wat ik hem verteld heb kan hij spoedig vergeten. Als hij ziet dat het maken van elke klei nigheid moeite kost, zal hij alles beter onthou den.® »Ik geloof niet, dat het zijn geest verheffen zal, bij alles wat hij doet of ziet, daaraan te denken. Het is wonder, dat gij hem er niet nog bij vertelt hoeveel bet ding gekost heeft.» »Als h\j oud genoeg was om dat te begrijpen, zou het wezenlijk niet kwaad zijn,« meende Van Berckel »En ik,« zei Laura, rood wordende, »ik vind het niet verkieslijk, dat mijn kind wordt opgevoed met kleingeestige zuinigheidsbegrippen. Als hij volwas sen is, is het gelukkig zijn lot niet, eiken cent te moeten omkeeren voor hij dien uitgeeft; wen hem daar dus ook als kind niet aan.» sHet zou misschien goed zijn, de gedachte, dat hij later rijk zal wezen, zoo lang mogelijk uit zijn hoofd te houden,» zeide Egbert. »Ik geloof niet, dat het zulk een groot ongeluk is, op te groeien met het denkbeeld, dat men zich zeiven moet red den op de wereld. Van avond zal ik het karretje voor hem lijmen. In elk /geval zal het hem geen kwaad doen, wanneer hij op deze wijze eerbied leert hebben voor een stand, die dagelijks hard moet arbeiden om te kunnen bestaan.» Laura beet zich op de lippen en zweeg. Zij zou dit laatste niet gedaan hebben, wanneer zij alleen met hem geweest was, maar de tegenwoordigheid van haar vader en hare tante hield haar in be dwang. Na het eten wandelde mevrouw Van Aertsen met haar broeder den moestuin op en neer, en lui sterden met een half oor naar de vele wetenswaar dige zaken, die hij haar vertelde. »Van iets anders gesproken hoe vondt ge het van middag?» vroeg zij plotseling, zijn woorden stroom afbrekende »Van middag?» vroeg de heer Martens»wel nog al goed, geloof ik. De worteltjes hadden wel wat gaarder kunnen zijn, maar de erwtjes waren overheerlijk. En dan die delicieuse vruchten »Dat vraag ik niet,« en zijne zuster zag met on verholen minachting op hem neer. ïlk meende hoe

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1895 | | pagina 1