Nieuwe Langedijker Courant', van Zondag 28 April 1895. Voor het instellen van een onderzoek ten opzichte der verschheid van eieren kan de „eier- spiegel" als het eenvoudigste en vertrouwbaar- ste hulpmiddel beschouwd worden. De eierspie- gel zelf bestaat uit een gesloten kokertje of doosje, waarin een spiegel onder een hoek van 45 graden tegen het deksel bevestigd is. In dat deksel zijn cirkelronde gaten aangef racht, waarin men de eieren plaatst; de voorste, naar den spiegel toekeerende rand van het doosje bevat evenals de binocles of tooneslkijker twee gaten. Tengevolge van deze inrichting moet al het licht door de daarboven geplaatste eieren heendrin gen, waarna het op den spiegel valt en in het oog van den onderzoeker weerkaatst wordt, die nu met de meest mogelijke duidelijkheid het minste of geringste begin van troebel worden in het ei kan ontdekken. Men kan, als de doos maar groot genoeg is, vijftig eieren tegelijk met een enkelen blik onderzoeken, waarbij dan van misleiding of vergissing onmogelijk sprake kan zijn. Een pebisceit op de school. Voor korten tijd is op eene openbare school in eene kleine ge meente van Gelderland het algemeen stemrecht toegepast. Een onderwijzer der school was in eene an dere gemeente benoemd en wist niet of hij de benoeming al of niet zou aannemen. De kinde ren droegen kennis van zijne benoeming elders, zoodat de onderwijzer eenvoudig op een bord de woorden schreef: „Gaan of blijven?" welke vraag de kinderen moesten beantwoorden. Zeer eigenaardig waren de antwoorden der kinderen, waarvan sommige schreven weg, heen gaan, marsch, fort (voort) enz. Wat men al niet steelt Te Wilnis is eene hoeveelheid mest van een faalt weggehaald ter waarde van ongeveer f80. Tot hiertoe is het niet gelukt den dader op te sporen. Een geïmproviseerd parlementje De onderwijzer van een der klassen eener la gere school te 's Hage, ontwierp dezer dagen een reglement voor die klasse geheel en al in den vorm von een wetsontwerp, met Boodschap ontwerp en memorie van toelichting. Hij liet de kinderen bij wijze van voorloopig verslag, een oordeel opstellen over de artikelen en bracht daarna het ontwerp in de school in debat, waar bij de meester als minister en een der knaapjes als president fungeerde. De kleine „geachte af gevaardigden" zoowel jongens als meisjes debatteerden er vrijmoedig op los. Deze wijze om den leerlingen een denkbeeld te geven van de parlementaire werkzaamheden, is werkelijk zeer eigenaardig. En de boomen botten uit en knoppen en too- nen al kleine blaadjes, 't Is een heerlijke tijd, die groenende lente De vogels zingen luid en kwinkeleeren, dat het een lust is om te hooren. Den geheelen dag vliegen zij af en aan met stroo en haar en pluis jes om de nestjes in orde te brengen, die een veilige broedplaats moeten aanbieden voor de te leggen eieren, 't Is al leven en bedrijvigheid, wat men om zich ziet. De winter heeft het Noorderkwartier verlaten, de lente zwaait haar gouden schepter. Vereenvoudiging onzer spelling! De Vereeniging tot Vereenvoudiging onzer Spelling" verspreidde een opwekking om een te Amsterdam gehouden vergadering te bezoeken. Wij ontleenen er de volgende zinsneden aan: „Eindelijk toch zullen we nu definitieve voor stellen hebben over de zo brood-nodige verande ring of vereenviudiging wat in deze vrijwel 't zelfde betekent van onze schrijftaal. Menigeen dacht al, dat de vereeniging op ster ven lag of misschien plechtig en in stilte wa» I bijgezet. De a.s. vergadering zal bewijzen, dat onze vereniging krachtiger en sterker is dan velen i vermoeden en,dan velen zelfs hopen. Maar toch, wij roepen al onze meestanders I op, want van allen hebben we de steun nodig. Steun op allerlei manieren Wel is al een mooi sukses voor ons, dat man nen al8 de professoren Van Heiten, Speyer en Logeman de voorstellen mede onderteekenen dat prof. Coaijn z'n simpatie betuigde en z'n in stemming met de meest van de voorgestelde ver eenvoudigingen, maar toch Steun van allen en op allerlei manier hebben we nodig Men klaagt en waarachtig met recht over „te veel" bij ons onderwijs, bij het Lager niet het minst. Welnu, het is in 't belang van onze kinderen allereerst wat onze vereenvoudiging beoogt. Het deed me daarom genoegen van principi- eele tegenstanders onzer beweging te hooren, dat ze daarom bij slot van rekening toch mee zullen doen, juist om dat motief. Geeft ons uw zedelike steun door uw naam, uw posietie, en maak ons door uw gel1 het propageren in wijde kring mogelik." tocht gedaan op een der groote marktplaatsen van een handelsstad. Hij is daar vele uren ge bleven om wierookvan alle kanten in te zuigen. Eigenlijk was het Edison niet, het was de pho- nograaf, maar de phonograaf is Edison's schoonste werk, de phonograaf is Edison en Edison is de phonograaf. De bewonderende menschen hier hebben trou wens het toestel niet anders genoemd dan Edi son. De impressario had een breeden lap zeil doek gespannen en daarop stond met groote let ters geschilderd „Edison, Edison Alle marktmenschen, die er dicht genoeg bij konden komen, hebben een „stuiver Edison" genomen en voor hun stuiver hebben ze veertien dagen stomme verbazing teruggekregen. Dus 't is niet te duur geweest. Om halftien zette de phonograafbezitter zijn kistje op de planken van een reeds gereedstaand kraampje, toen spande hij het zeildoek met zijn sterk sprekende letters op den achtergrond, ver spreidde wat sti'ooibilletten op de planken, en om tien minuten voor tien was Edison voor de audiëntie gereed. Nu eerst vertrouwden de lui het niet erg, het kistje met de afhangende geleiddraden zag'er zoo vreemd gevaarlijk uit. Sommigen meenden, den kalmstarenden impressario verbaasd aan. Doe jij dat nou? vroeg ze „Bè jij buik spreker Nou, zei de man, da doet te masiene, ja Weer luisterden ze en ze hadden een pleizier van belang. 't Is sprekend mompelden ze, 't is sprekend wel welHoe kan 't bestaan. En als een passage hen bijzonder frappeerde, kekea ze elkaar aan, zoo goed en zoo kwaad als het ging en dan grijnsden ze vroolijk. 't Was een teleurstelling voor hen, dat de rol eindelijk stilstond. Twee gingen dadelijk weg, peinzend over de staatkunde die, ze daar hadde opgedaan, de drie andoren begonnen hunne meeningen luide uit te zeggen. Een had er niet veel van verstaan Weet j'e, ik ben een beetje doovig, zei ze en toen zeien de anderen dat het geen wonder was. Maar de twee overigen waren zeer voldaan. t Is zoo precies, mensch, zeiden ze, 't is zoo precies, je zou zweren dat het heuschelfik was, wel wel Nee' je mót et zelf hooren. Eerst hoor je niks «jn dan in eens, beginnen ze te praten. En zoo duidelijk en zulke mooie woorden, wèl, wel. Welk een verandering in den tijd van een week De weiden, zoo dor voor een maand nog, lachen den wandelaar tegen met een heerlijk grastapeet. Do malsche regen druppelde zachtjes op de dunne sprietjes en gaf ze kracht om te rijzen en te genieten van den zoelen westen wind. De warmte drong in de aarde en deed levenskrachten opstijgen in bloem en kruid. De meibloempjes vertoonen hunne schoone kleuren en verkondigen het mede, dat de lieve lente haar taak heeft aanvaard en de barre winterkou is heengegaan. De jonge lammeren huppelen en springen op het veld en genieten van het zachte weder. Hier en daar loopt al jong vee in de weide, te vroeg nog voor een krachtig grasge was. Maar het hooi is bij sommige boeren uit de schuren en dwingt hen tot spoediger uitzetten van vee dan wel hun zin is. Mocht het vee op- doorgaande markten dikwijls niet opbrengen wat de verkooper vraagde, het gunstige weer zal van invloed zijn op de verbetering der prijzen. De zwarte bouwgrond naast het gras begint zich langzaam aan te tooien met kleine groen-gele sprietjes, die nieuwsgierig boven de aardkluiten uitsteken en kijken of het haast tijd wordt met kracht op te schieten. De jonge groenten hebben hun intocht reeds gedaan en kunnen welhaast kast en glazen missen. Radijzen en wortelen, spinazie en sla sieren den winkel der groenten vrouw. Lombok en de heer C. Kogge. Het N. v. D. publiceert het vólgend schrijven door generaal Yetter aan den gewezen veld-pre- diker op Lombok' ds Rogge te Deventer, ge zonden Batavia, 28 Pebr. 1895. Geachte dominee Rogge De ovatiën die u te Deventer zijn ten deel gevallen, hebben aan enkele personen alhier aanleiding gegeven om zich in couranten on gunstig over u uit_ te laten zelfs las ik onlangs een artikel, waarin men u in een bespottelijk daglicht stelt. Ik vind, dat men in Holland overdrijft met het vreugdebetoon over het succes op Lombok en wellicht had men ook beter gedaan u te Deventer met rust te laten, want het kan een eenvoudig, bezadigd man als u niet aan genaam zijn, om zooveel eerebetoon te ontvan gen waar hij slechts zijn plicht deed. Daar het niet onwaarschijnlijk is, dat men te Deventer die hatelijke artikelen leest, acht ik mij genoodzaakt te constateerén, dat op uwe houding bij den overval en den daarop gevolg den terugtocht niets is aan te merken en u in alle opzichten uwen plicht hebt gedaan, zoolang u te Lombok zijt geweest. Ik voeg daar nog bij, dat de bewuste cou ranten-artikelen mij onaangenaam hebben aan gedaan. Na beleefde groeten met de meeste achting. uw dw. Dr. w. g. Vetter. Edison op de markt. We gaan vooruit, o, we gaan zoo vooruit. Op een marktdag had de groote Edison zijn in- i,i, lil j üumvo niwie wuuiutjij, wei, wei. aat bet veel had van een dynamietbom, allen Zou daar nou heusch geen bedriegerij bij in 't bleven staan op een behoorlijken afstand en in spel wezen? behoorlijke afwachting - Wel nee' schepsel, 't is krek de telefoon. 0 impressario deed geen moeite het publiek j Daar hoor je toch ook door... te lokken, waarin ie volkomen gelijk had, want Zoo gingen de praatjes door, zij zullen den recame is beneden Edison's waardigheid! Hij lezer echter weinig intresseeren, 't was alles van rookte stil sigaretten. Maar eindelijk is er een dappere gekomen, die liet zaakje meer bij de hand had gehad, volgens eigen verklaring, die stapte driest naar voren, greep de draden en stopte de knopjes in zjjn ooren. Ontzetting bij alle toeschouwers. Wat zou daar gebeuren Een vrouw meende handelend te moeten optreden. Voorzichtig man, zei ze, voorzichtig, 't kan springen Even haalde de man de knopjes uit de ooren. - Wat blieft u? 't Kan springen man, wees voorzichtig. Je kunt er zoo gauw tusschen uit wezen. De man begon te lachen, hij stopte de knopjes weer in de ooren en zei toen Begin jij maar baas De „baas" schoof een paar knipjes weg en toen ineens begon er voor de oogen der verbaasde menigte een rol te draaien en dat veroorzaakte een schuivend gesuisd, dat zeer vreeswekkend klonk. hetzelfde laken een pak. Maar wat hem wel in teresseeren zal:Edison is van morgen op de markt geducht gevierd, de man van de phonograaf heeft vast een zak dub beltjes en vierduitstukken mee naar huis geno men, er waren den geheelen dag liefhebbers voor een kennismaking. En nu is er in vele harten diep ontzag voor Edison's groote daden. De lui verdrongen elkaar om het gezicht van den moedigen man te zien. Hij lachtIk bezweer je dat ie lachtriep er één. Da s van benauwdheid, verzekerde een tweede. Of van zenuwachtigheid, een derde. Dat duurde zoo eenige minuten, terwijl de volkshoop groeide. De moedige legde de draden neer, liet twee vierduitstukken glijden in de uitgestoken rechterhand van den baas van 't spel en wilde zich toen verwijderen. Maar hij werd omsingeld. Wat is dat voor een ding vroegen ze hem van alle kanten. Da's Edison's phonograaf, menschen, daar kè je door hooren, wat de heeren vroeger gezeid of gezongen of gespeeld hebben. Hoe gaat dat dan Wel, je stopt die dingen in je ooren en dan luister je maar. Wat heb je nou gehoord De troonrede. De troonrede Van de koningin Nee' van den minister Dadelijk stormde er nu een achttal op het kraampje los. Dat motte we hooren Baas mijn een stuiver troonrede Vijf menschen, twee vrouwen en drie mannen hadden nu de knopjes in de ooren en de impres sario verzette de schuifkens. Niet te gauw, hoor riep een der juffrouwen en vervolgens luisterden allen aandachtig. Drie slagen had de rol gedaan en plots begon nen alle vijf te lachen. De juffrouw van „niet te gauw" trok de knopjes uit de ooren en keek Politiek Overzicht. Oe vrede tusschen China en Japan. Er is nog niets met zekerheid bekend van den inhoud van het tusschen China en Japan gesloten vredesverdrag. Allerlei gissingen worden dienaangaande gemaakt, die als gissingen na tuurlijk het karakter van onzekerheid on onbe trouwbaarheid hebben. Thans deelt de Niche Shimbon een der voornaamste bladen te Tokio verschijnende, mede, dat behalve het eiland For mosa en de Percadores eilanden ook eenig grond gebied in Mantchourije is afgestaan. Japan krijgt verder de vrije scheepvaart op de Yang-tse-Kyang en de Woosung-rivier. Oor- ogsschatting zou China moeten betalen tot een bedrag van 200,000,000 taels. Dit komt vrijwel overeen met wat reeds vroe ger gemeld werd. Ondertusschen gaan er allerlei vermoedens rond, aangroeiende tot geruchten, dat de Euro- peesche mogendheden van plan zouden zijn, aan den te grooten invloed van Japan grenzen te stel len. Zoo hoort men van een samengaan van Duitschland, Rusland en Frankrijk om gemeen schappelijk op te treden tegenover Japan. En geland wordt hier niet bjjgenoemd en doet tot nog toe geen stappen in die richting, waarschijn lijk omdat het vermoedt of weet dat er enkele bepalingen in het vredesverdrag zijn waarmede zijn handel voordeel kan doen. Een der duitsche organen deelt mede, dat de Duitsche Regeering, ofschoon strikt onzijdig tij dens den oorlog er niet aandenkt eene onthou- dings politiek te volgen. Te Londen had men Woensdag een telegram ontvangen uit Oost-Azië, waarin gemeld werd dat de Russische oorlogschepen te Kobe en Na gasaki gestationneerd, last hadden ontvangen zich gereed te houden* om onmiddelijk zee te kunnen kiezen. De Mikado heeft ondertusschen eene zeer be zadigd opgestelde proclamatie aan zijn volk ge- richt, de wereld ingezonden, waarin hij zijn leed gij den toon aan tafel vondt.« »Zij hebben een beetje gekibbeld. Ze zijn het wel meer niet eens, geloof ik, maar dat geen kwaad. Het zit in Laura, altijd in de contramine te zijn.* «Ik geloof, dat het erger is, dan «niet eens* zijn. Het zit dieper, ik heb het al lang doorzien. Het is gebrek aan overeenstemming, verschil van principes.* «Welke groote woorden «Niet te groot voor de zaak. Geloof me, Laura voelt zich niet gelukkig.® «Dan is ze gek. Zij heeft een goed huwelijk ge daan. Ze is rijk, ze heeft een keurige tafel, kan zooveel toilet maken als zij wil, en heeft een man die haar naar de oogen kijkt.« «Maar die man is veel ouder dan zij en heeft andere denkbeelden.* «Dat heeft zij alles vooruit geweten.* «Ik zal dat niet tegenspreken, maar daarom kan het wel zijn, dat de zaak haar tegen valt. Van Ber- ckel is oud en braaf, Laura jong en vroolijk. O, ik heb dit al lang voorzien. Wij moeten het arme kind helpen en wat afleiding geven. Als gij over een paar dagen naar Zwolle gaat, blijf ik niet te huis, zooals ik plan had, maar kom voor een poosje hier in huis. Ik voel mjj niet heel wel, de buiten lucht zal mij goed doen. Ik zal Laura wat gezel schap houden en opvroolijken. Die goede menschen, zij verdienen het wel aan ons, dat men nu en dan iets voor hen opoffert.* Zoo trok dus mevrouw Van Aertsen met pak en zak Berkwoud binnen, en de lange wandelingen, die zij het zich tot een gewoonte maakte met haar gastheer te ondernemen, waren voor dien goeden man slechts een matig genoegen, want hare woor den verstoorden zijn stil geluk, en maakten hem bezorgd voor de toekomst. Was het waar dat hij zijne vrouw een beetje verwaarloosde dat hij ver gat dat zij jong en mooi was en dat het niet zoo heel erg in haar te veroordeelen was, als zij wat behoefte had aan jeugd en vroolijkheid om zich heen Hare tante zeide, dat hij haar opsloot en liet versuffen in dat groote, donkere huis. Hij moest bedenken, hoeveel jonger zij was dan hij zelf. en hoe ook bij haar de ernst wel met de jaren komen zou. Maar hij begreep haar niet altijd, en scheen haar somtijds te willen dwingen tot iets, wat niet in haar karakter lag. Misschien deed hij dit alles niet opzettelijk, misschien lette hij niet genoeg op haar, hij was toch altijd zoo geheel en al vervuld met zijn eigen plannen. Zijn eigen plannen? Waren dat dan Laura's plan nen niet? Waren zij niet waard, dat zij er met hart en ziel in deelde? Was hij niet bezig een toekomst te scheppen voor haar zelve en voor hun kind Hij keerde tot zich zeiven in, en vroeg zich af, of zijn streven zelfzuchtig was. Neen, dat kon men niet van hem zeggen. Voelde hij zich niet rijk en gelukkig, omdat alles om hem heen in welvaart en bloei toenam? Het dorp, waarover hij heerwas, begon zich reeds krachtig uit te breiden, timmerlui en metselaars stroomden van alle kanten toe, en aardige kleine winkeltjes schenen als uit den grond op te rijzen. Zijne overpeinzingen gaven hem zijn gemoedrust terug. De menschen vergisten zich. Het was onmogelijk, dat Laura voor dit alles onverschil lig bleef. t Wordt hier heel wat anders,* moest Gerard van Aertsen zelf erkennen, als hij op zijn wande lingen om zich heen zag. «Gij woont hier als een vorst, die echter zijn land niet veroverd maar zoo wat zelf geschapen heeft. Van Berckel glimlachte vergenoeg. •En die,« vervolgde zijn neef, «vreemdelingen wel een blik in zijn heiligdom vergunt, ja hen zelfs de voorhoven laat binnentreden, maar het heilige der heiligen zorgvuldig voor hen gesloten houdt.* «Ik ben geen man om veel menschen om mij heen te zien,« zei van Berekel, eenvoudig. Maar voor mij'n vrienden en voor die van mijne vrouw, staat m(jn huis altijd open.« Van Aertsen kon bjj zich zelf tot het besluit ko men, dat hij dan zeker niet onder die rubriek be hoorde tenminste men moedigde zijne komst zel den aan. «Maar die kring is al heel klein,* zeide hij. «Hebt gij er dan nooit behoefte aan hem uit te breiden Gij, in uwe positie, hebt maar te spreken, en de eerste families in den omtrek openen hunne huizen voor u.« Zoudt gij waarlijk denken, dat dit Laura genoe gen zou doen?* vroeg van Berckel stilstaande. «Laura en altijd LauraHebt gij dan voor u zelf niet de minste ambitie? «Op dat punt? Neen, geloof ik.« «Oi kan 't u in 't geheel niet schelen wat de menschen van u zeggen?* »Dat kan iedereen schelen. Maar ik denk dat zü van mij niet veel anders zeggen, dan dat ik stil leef, of hoogstens dat ik eenzelvig ben.« «Of wat jaloersch. «Jaloersch Ik «En dat gij daarom uwe mooie jonge vrouw maar liefst stilletjes in huis houdt.* Zeggen ze dat van mij?* «En dat zelfs hare oude vrienden haar zoo wei nig mogelijk zien mogen. Nu zweeg van Berckel en werd een weinig ver legen met de zaak. Hij kon toch moeilijk zeggen, dat Laura uitdrukkelijk verlangd had Gerard zoo min mogelijk te zien. «Laura houdt er niet van begon hij, maar zijn neef viel hem in de rede. «Neen, tracht mij dat niet wijs te maken," zeide hij, «iedereen weet dat immers beter? Laura is mooi en j°ng) en weet dat zelve ook wel. Zij houdt er van bewonderd en aangegaapt te worden. Hoe meer menschen zich om haar verdringen, hoe gelukkiger zij is." Van Berckel keek hem ernstig aan. «Dat was vroeger zoo," zeide hij. «Maar nu is ze veranderd, ik verzeker het u." Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1895 | | pagina 2