Weekblad voor LANGEDl'JK en Omstreken. N°. 19. Zondag 12 Mei 1895. 4e Jaargang. Plaatselijk Nieuws. Nieuwstij dingen. FEUILLETON. EENE ERFENIS. NIEUWE LAAGEDIJOR COURANT. Deze courant verschijnt eiken Zaterdagnamiddag. ABONNEMENTSPRIJS voor Noordscharwoude, Oudkarspel, Zuidscharwoude en Br. op Langedijk per drie maanden SO ct., franco p. post 60 ct. UITGEVER: J. H. KEIZER. BUREEL: Noordscharwoude. PRIJS DER AD VERTENTIËNs Van 1—5 regels 30 ct-, elke regel meer 5 ct. Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend. Brieven rechtstreeks aan den Uitgever. In den nacht van Dinsdag op Woensda^ omstreeks 12 uur, werden de bewoners van Oud-Karspel en Noordscharwoude opgeschrikt door het brandalarm, dat door hevig bekkenslag werd gemaakt en waardoor men heel gauw tot de overtuiging kwam, dat er te Oudkarspel brand was ontstaan in het perceel van den heer M. B. bewoond door drie gezinnen, nl. J v E., E. K. en P. De brand, vermoedelijk ontstaan in de woning van P., nam, aangewakkerd door den sterken Oostenwind, spoedig zulk een dreigend aanzien, en zóó in hevigheid toe, dat de bewoners zich nauwelijks konden redden. J. E. en zijn dochtertje van omstreeks 13 jaar kregen hevige brandwonden, tengevolge waarvan het meisje zwaar ziek werd vree- selijke pijnen heeft te verdragen gehad en heden morgen is overleden. Het tegenoverstaande gebouw, gedekt met rie ten dak, werd eveneens aangetast en is mede een prooi der vlammen geworden. Door het krachtig optreden van den brandweer werden de belendende gebouwen bewaard, waar door nog vreeselijker gevolgen zijn voorkomen. Ook de brandspuit van den heer C. Eecen, directeur der Brandwaarborg Mij., gevestigd te Oud-Karspel, bewees mede goede diensten. De oorzaak is onbekend, terwijl alles tegen brandschade was verzekerd. De heerW. F. Stoel, te Alkmaar is aan nemer geworden Yan de levering der benoodigde straatsteenen van den polder te Heerhugowaard, tegen f 13,81 per 1000 stuks en de heer J. van Wonderen, te St Pancras, voor de levering van zand te Heerhugowaard, tegen 90 cent de kub. el. De kiesvereeniging „Burgerplicht" heeft de aftredende leden der provinciale staten, de heeren A. J. Kaan en Th. J. Waller, opnieuw candidaat gesteld. Niet alledaagsch. Naar men meedeelt, werd Donderdag te Nij megen bij een der vele aldaar voltrokken hu welijken de huwelijksakte slechts door één der getuigen geteekend, omdat noch de bruidegom en de bruid, noch de wederzijdsche toestemmende ouders, noch de overige drie getuigen, schrijven konden. Een koopman uit de Dijkstraat te Amster dam heeft bij de politie aldaar aangifte gedaan van diefstal van... 85 paren schoenen uit zijn pakhuis. Reeds is door rechercheurs de hand gelegd op twaalf paren van die schoenen. Een student eigen Professor (die een student gehypnotiseerd heeft, tot zijn toehoorders)Mijne heeren Ik zal u nu door dezen mijnheer de wonderlijke en raadsel achtige verschijningen der suggestie aantoonen. Ziet, ge, alles wat ik hem nu suggesteer, ge looft hij werkelijk waar te nemen! Ik zal mij het medium als zijn kleermaker voorstellen, zal hem dit papier als rekening ten bedrage van f100 presenteeren en hij zal mij die betalen. (Tot 't medium)Ik ben uw kleermaker. Medium Ja ProfessorHier is de rekening betaal hem 't Medium springt woedend op, vat den pro fessor bij zijn kraag engooit hem de deur uit De Standaard heeft van onze marine geen hoogen dunk bij de opening van het Noord- Oostzeekanaal zullen we een meer dan pofer fi guur maken in de Japansche wateren schitterde onze marine door hare afwezigheid, en wie pas van Queenbourgh kwam, en daar de „Valk" met de „Atjeh" naast het jacht van Victoria met haar monsterschepen zag liggen kreeg men zoo den indruk van een paar loggers naast drie dekkers. „En nu op het „Rif' een schip onder Hol- landsche vlag is afgeloopen, hoort men er nog niets van, dat ijlings een gewapend schip is af gezonden om er de Nederlandsche vlag te ver- toonen. We weten het niet. Misschien wordt in stilte alles voorbereid. Maar juist die stilte is hier misplaatst. Had het een Engelsch, Fransch of Duitsch schip gegolden, dan zou den volgenden dag reeds bericht zijn, dat er een schip heenging. Alle aarzelen, alle uitstel, alle stilhouden van de zaak schaadt hier." Te Helder zijn twee kinderen van den machinist Wenneker, een jongentje van 6 en een meisje van 4 jaar, die den spoorweg wilden oversteken op het oogenblik dat trein 115 van Amsterdam naderde, door de machine gegrepen en overreden. Het knaapje bleef op de plaats dood, terwijl het meisje zoo deerlijk aan het hoofd werd gewond, dat er geen hoop bestond op herstel en nu reeds is overleden. De kinderen waren ongemerkt onder den ge sloten afsluitboom doorgekropen, zoodat de baan wachter geen schuld aan het ongeluk draagt. Beperking van kiesrecht. De vorige week, zoo weet het dagblad De Ned. te melden, werd ergens een vergadering gehou den in het belang van de a. s. verkiezing voor de Provinciale Staten. Eenige kleine-boertjes kiezers ijverden op die samenkomst voor candi- daten, die zich wilden uitspreken voor beper king van het kiesrecht. Die kleine luyden had den aan de uitbreiding van stemrecht anno do- mini 1887 volkomen genoeg. Ja, eigenlijk ging hun de redactie-Heemskerk al veel te ver. Zij hadden er eigenlijk niets tegen, zoo minister van Houten hen met vele duizQnden kiezers weer schrapte. Gevraagd naar de motieven, die hen daartoe bewogen, antwoorden zij „Meneer de burge meister heit er niet veel mee op, en de burge meister weut het veul beter dan wullie." Op het tentoonstellingsterrein te Amster dam heeft een eigenaardig voorval plaats gehad. Eenige werklieden zouden de pas aangelegde wegen besproeien, toen opeens in de getahpertjah slang een lek kwam en een krachtige straal Vechtwater zijlings uit de buis spoot, ongeluk kigerwijze juist tegen een Franschen heer aan, die in het mooie zonnetje een keurig zomerpak en een onberispelijk glimmende hoogen hoed exposeerde. De arme man was in minder dan geen tijd ontoonbaar en ging hevig te keer. Hij rukte zich zelf de jas van het lijf om te doen zien hoe hij geheel en al nat wasDe Amster- damsche stratenmakers lieten hem razen zij verstonden hem toch niet. Een opzichter kwam er bij en poogde den vreemdeling tot bedaren te brengen, het hielp echter niet veel. De man was en bleef nat en het ergete was dat eigenhjk niemand schuld had, behalve de slang en die zei niets. Volgens de „N. Bred. Crt." gebeurde te Breda het volgende Een dame tot hare melkboerinZeg er is, melkvrouw, wat scheelt er aan de boter van gisteren? Het is verschrikkelijk, mijn man en ik kunnen die boter niet eten. Bepaald afschu welijk is die boter. Ze riekt en smaakt naar ik weet niet wat. Wat is er toch met die boter gebeurd Gut, mevrouwlief, niks, niks, wat zou er met de boter gebeurd zijnIk heb er op drie plek ken van gebrogt en ze zeggen er niks van. Wij worren er eiges ook niks aon gewaor. 's Avonds deed het dochtertje der melkvrouw de ronde met de melkkan en kwam ook bij ge noemde mevrouw. De meid vroeg aan hetarge- looze kind, of er ook iets met de boter gebeurd was die moeder daags te voren geleverd had, waarop het volgende verhaal volgde: Ik denk dat 't van onze kat zal zijn, die heeft al een dag of acht 't schgehad, en nou mocht ze nie in huis komen. In eenen dag of drie zagen we ze nie meer, mer toen we zouwen gaon karnen kwam ze verzopen en wel uit de geronnen melkton. Ik heb er zoo'n spijt van, want het was altijd zoo'n trouw beesje ge weest. 't Kan wel gebeuren dat er de boter een bietje naor gesmaokt hé, alevel ons moeder zé, dat het wel niks zou zijn. De karnemelk ging toch naor de vaerkens. Tableau Een, voor zoover men weet, oppassend jongmensch, gelddrager op een der wisselkanto ren te Goes, wordt beschuldigd een bedrag van p.m. f 200 te hebben verduisterd. Dezer dagen een viertal wissels bij een win kelier presenteerende, werd het bedrag door hem op een stukje papier samengeteld De gelddrager beweert, dat de winkelier 3 wissels betaalde en een teruggaf, zeggende die over 8 dagen te zul len voldoen. De winkelier vervoegde zich later aan het kantoor om den vierden wissel, bewerende alle vier betaald te hebben en als bewijs het stukje papier overlegde. De gelddrager ontkent het bedrag van den vierden wissel te hebben ontvangen. De politie en justitie zijn in deze zaak ge moeid, doch voor deze er kennis van droeg, werd het jongmensch door iemand het ontbre kend bedrag aangeboden, zoo noodig het dub bele er van, om zijn toekomst niet te verwoes ten. De gelddrager bedankte voor het aanbod, wijl hij geheel onschuldig verklaart te zijn. Op het kantoor is alles in orde en een onder zoek, bij de ouders ingesteld, heeft tot niets ge leid. Om oud verbleekt schrift weer zeer goed leesbaar te maken, heeft men het papier slechts met een penseel vochtig te maken met een op lossing van gewoon ijzervitriool. Het schrift her- krijgt dan de vroegere duidelijkheid. Een buitenplaats voor de Koningin De Haagsche kroniekschrijver van de „N. Gr. Ct." deelt mede, dat er eene bespreking is gehouden, die ten doel heeft een comité te vormen, om Koningin Wilhelmina bij Haar troonsbeklimming een nationaal geschenk aan te bieden, geen nieuw jacht, maar een zomerverblijf aan het Scheveningsche strand. ie «Zonder twijfel," antwoordde de baron. »Hij zal dat zeker nog wel uit zijne papieren kunnen bewij zen. Laura's oogen schitterden, maar haar man ant woordde «Misschien stam ik van de oude vau Berc- kels af. Zelfs is het meer dan waarschijnlijk, want de naam is dezefde. Maar bewijzen kan ik het niet, de papieren zijn sedert lang in de war. en in de laatste honderd jaren ontbreken er stukken. «Maar dat is toch wel jammer,» riep de jonge van der Horst uit. »Zou daar niets aan te doen zijn Gij zijt van adel, dat is buiten kwestie vroe ger zijn er nog wel van Berckels met van der Hors ten getrouwd.« «Zou er geen kans op zijn dat het nog eens be wezen werd vroeg Laura. «Ach! mijn man is zoo zonderling onverschillig op dat punt. Als ik hem was, had ik geen rust voor dat alle moge lijke archieven van de oude families in den omtrek zoowel als die van de stad doorzocht en de verlo ren papieren gevonden waren. «Zoo mijne papieren u van dienst kunnen zgn begon de baron. «Als ik u helpen kan bood de burgemeester aan. «Ik heb eenig werk van de heraldiek gemaakt. Misschien kan men door overeenkomst in de wa pens nog wel iets ontdekken.« Van Berckel zag Laura aan, die haar schitte rende oogen gretig van den eenen spreker naar den anderen liet gaan. Een oogenblik aarzelde hij, maar toen zei hij op vasten toon «Ik dank u zeer voor uwe goedheid, maar ik zal er geen gebruik van maken.» «Waarom niet vroeg Laura, teleurgesteld en verbaasd. «Omdat ik er niet genoeg waarde aan hecht, en zoo ik dit al deed, zou ik de heele zaak toch in mijn geval hoogst bespottelijk vinden.» «Hoogst bespottelijk?» vroeg Laura. «Of onze adeldom bewezen wordt of niet «Onze adeldom,herhaalde Van Berckel lachend, «de heeren spraken nog maar van te onderzoeken of hij wel bestond, maar gij houdt hem al voor zeker. Geloof mij, Lauraer zou alleen maar kwes tie van onzen adeldom zijn, als wij dien kochten. «En het lacht Van Berckel meer toe, de stichter van een nieuw geslacht te zijn, dan de afstamme ling van een oud,» zeide mevrouw Van Aertsen, die dicht bij Laura was gaan zitten, omdat zij voelde dat haar tusschenkomst gewenscht kon zijn. Ook de heer Zwart zag aan de teleurstelling op Laura's gelaat, dat het gesprek wel eens een min der aangename wending zou kunnen nemen. «Onze gastheer houdt zich liever op met het uitvoeren van zijne philanthropische plannen, dan met het snuffelen in oude papieren,» zeide hij. «Heb ik goed gehoord, mijnheer van Berckel, dat gij van uw arbeiders grondbezitters wilt maken «Als gij het zoo wilt uitdrukken, dan moet ik zeggen ja, indien mijne arbeiders het namelijk zelf wl len.« «Ge zult wel bijtijds van die daarvan teruw komen,zei de heer van der Horst. «Zeg dat niet te spoedig,antwoorde Gerard. «Gij weet niet hoe diep zijne plannen geworteld zijn. Hii stelt zich geloof ik niets meer of minder voor, dan van Berkwoud een aardsch paradijs voor boe ren en boerinnen te maken.» «Gij zult er wel van terug komen,» herhaalde de baron eenigszins onrustig. «Behalve dat gij de boeren die uwe pachters niet zijn, ontevreden maakt en daardoor de zaak van anderen bederft, zult ge tegenstand genoeg bij de menschen zelf vinden. Koin bij een boer maar eens aan met vrijzinnige beginselen «Ik dacht dat gij al genezen waart, toen gij hier dat oproertje hadt bij de plaatsing van het stoom- gemaal,zeide de heer Zwart. «Het scheelde niet veel, of het geheele gebouw was door die rebellen vernield. «Maar het staat toch, en zal malen,zeide Van Berckel. «Een volgenden keer zult gij er niet zoo gemak kelijk afkomen, geloof mij,» hernam zijn gast. «De boeren op Berkwoud zijn bekend als de domsten, de luisten en de slechtsten uit den omtrek. Ik ver zeker u, dat het gevaarlijk volkje is, wanneer het begint. En als gij hen in de hoogte gaat steken, zoo als gij nu doet, zult gij ze bovendien now ver waand maken.» «Als ik niet wist. dat de boeren hier lager ston den dan die op de anderen goederen, zou ik zoo veel werk met van hen maken,» zei van Berckel .zij.ziJn verwaarloosd, al langer dan veertig of vijftig jaar, en het ziet er zeer treurig met hen uit. Daarom moet er een krachtige hand aan ge slagen worden. Velen zijn jaren ten achter met hunne pacht, het land is slecht onderhouden op sommige plaatsen is het zoo slecht en moerassig dat het niets meer opbrengt. Ik weet niet wat het van mijn oom geweest is, onwil of onmacht om zich er mee te bemoeien, maar zoo veel weet ik dat het jaren van geduld en inspanning zal kosten! voor dat de zaken hier weer een redelijk aanzien krijgen.» «Ik verzeker u toch,« zei de baron, «dat wij zoo voortgaande, uw eigen zaak zult bederven. De men schen hier zijn er nog niet rijp voor. Het zal geen jaar duren, of gij zult de fraaie huizen, die gij nu bezig zijt te bouwen, leeg zien staan. De hooge huur die gij laat betalen, zal velen afschrikken.» »Dat zal ze niet. De menschen weten, dat zij daarmee met alleen de huur, maar ook den koop prijs betalen, en dat na een twaalf of vijftien jaren het huis hun eigendom zal zijn.« «En wat zullen zij met dat eigendom doen? Ge loof mj, zoo zij het betalen van de huur alzoo lanw volhouden, zullen zij er toch ten slotte mee verle°-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1895 | | pagina 1