Nieuwe Langedijker Courant", van Zondag 19 Mei 1895. Protectionisten in de Prov. Staten? Uitslag der stemming voor de verkiezing van leden voor de Provinciale Staten, Hoofdkiesdistrict SCHAGEN, gehouden op Dinsdag 14 Mei 1895. Aantal kiezers: 4448. Ingeleverd: 1612 stembriefjes. De opkomst der kiezers was over de onder- districten als volgt Gemeente aantal opgekomen Schagen, 352 106. Zijpe, 503 86. Barsingerhorn, 223 66. Wieringerwaard, 118 66. Anna Paulowna, 230 102. Wieringen, 314 115. Winkel, 210 156. Haringcarspel, 230 74. Heer Hugowaard, 306 53. Sint Maarten, 112 78. Callantsoog, 62 20. Warmenhuizen, 157 43. O. Niedorp, 147 43. N. Niedorp, 217 88. N. Scharwoude, 158 84. Z. Scharwoude, 169 81. Oudcarspel, 188 42. Br. op Langedijk, 204 124. St. Pancras, 72 28. Bergen, 178 57. Koedijk, 131 36. Schoorl, 151 55. Petten, 16 9. 4448. 1612. Van onwaarde waren 4 briefjes voor gemis van zegel. 16 oningevuld. 1 onderteekend. 21 totaal, de meerderheid was dus 796. Verder werden uitgebracht op de heeren A. Slot 155, M. Kalis 149, C. J. J. H. v. Kem pen 91, A. P. Staalman 7, C. D. Zur Muhlen, A. Maclaine Pont en J. Kraakman elk 4, L. v. d. Vijzel, Jhr. Mr. D. van Foreest en K. Slot elk 2, en 17 elk 1 stem. Op een brietje uit Oudkarspel stond het vol gende gedichtje „Bij de stemming voor de Provinciale Staten, „Hou ik de heeren Backx en Schermerhorn in de gaten. „Deze heeren weten uitstekend raad in den nood, „Door ons te helpen aan duur brood, „A. J. Kaan en Th. J. Waller bespelen de zelfde fluit, „Maar toch breng ik op deze heeren m'n stem uit." Nu in verschillende streken van ons land de rupsenplaag woedt in bessenstruiken, rozen, enz. wordt het volgende middel tot uitroeiing aan de hand gedaan: Neem tweeflesschen wijn azijn, 21/2 Pond zout (opgelost in warm water tot pekel) en 25 liter water. Met dit mengsel begiete men 3 avonden achtereen de geteisterde struiken met een fijnen gieter, en de rupsen zul len totaal verdwenen zijn. Onder vele blijken van belangstelling her dacht de heer A. Wonder Pz., burgemeester te HEER-HUGOWAARD, zijne vijf en twintig jarige ambtsvervulling als Secretaris van het Ambacht van Westfriesland, genaamd Geestmer- Ambacht. PEULEN EN DOPERWTJES. De eerste peulen en doperwten zijn 13 Mei van Roelofarendsveen in met groen, bloemen en linten versierde mandjes naar de Amsterdamsche markt vervoerd. Verleden jaar waren de eerste peulvruchten ongeveer een maand vroeger (17 April), dat was dan ook zóó vroeg, als men nog nooit had be leefd, en dit jaar zijn ze zoo laat, dat niemand zich ook dezen datum kan herinneren. Te WAARDE (Zeeland) ontving iemand zijn aanslag-biljet voor den hoofdelijken omslag. Hij zond het onmiddellijk aan den burgemeester terug met de boodschap „dat hij wel voor zijne moeder maar niet voor de gemeente wil werken Of het baten zalP De aardbeien zijn er. Uit BEVERWIJK zijn de eerste aardbeien naar Amsterdam vervoerd. Men verwacht een ruimen oogst. »Laura," zeide hij, »ik kom afscheid van u ne men. Ik ga weg, misschien voor maanden, en ik zal u dus in lang niet zien." Een schok doortrilde haar; op hare wangen verfde zich een gloeiend rood. Haar man, haar geheim berouw, alles was vergeten; zij begreep, zij wist niets meer dan dat Gerard zou heengaan en een eindelooze leegte door zijn vertrek achterlaten. »Is het zoo noodzakelijk dat ge heengaat?» vroeg zij zonder hem aan te zien, na een oogenblik zwij- gens waarin zij trachtte zich te herstellen. Hij knikte toestemmend en zei toen op den ge biedenden toon, dien hij in den laatsten tijd meer malen tegen haar aannamïHaal uw hoed en man tel en ga met mij mee naar buitenik wil u spre ken. Gij zult zelf zien, dat mijn vertrek noodzake lijk is." Eigenlijk had hij haar niets bijzonders te zeggen, maar hij gevoelde op dat oogenblik zulk een be hoefte om met haar alleen te zijn, om haar een tijdlang tenminste voor zich te hebben, dat hij daaraan geen weerstand kon bieden. En zij gehoor zaamde hem, zonder na te denken over de macht, die hij over haar kreeg, en een oogenblik later was zij met hem buiten. Toen vertelde hij haar van zijne plannen, hoe hij hier een fabriek moest bouwen, hoe daar zijn hulp voor het zetten van een schoolgebouw was ingeroepen, waardoor hij veel moest heen en weder reizen, en dus in langen tjjd niet in Wiltenburg zou kunnen komen. Zij hoorde hem aan, zonder altijd zijne plannen en be rekeningen te kunnen volgen, maar het was een Te SCHIEDAM werden in 1894 gefabri ceerd 432.071.53 H.L. gedistilleerd ad 53 pCt. Uitgevoerd werden 46.864.86 H.L. In de „Volkscourant van Appingedam" leest men: „Naar wij vernemen, heeft de heer G., onderwijzer aan de openbare school in de gemeente S., met zijn leerlingen een wedstrijd in „het vloeken" gehouden. Wie op de grofste manier Gods woord durfde lasteren, zou den uitgeloofden prijs ontvangen." Dit gebazel vindt nog geloof. De „N. P. Gr. Ct," verlangt, dat de „Volkscourant" den naam en woonplaats van den onderwijzer zal mede- deelen. Een advokaat was onlangs in een provin ciestad voor zaken. In 't hotel aan tafel zat een zeer onderhoudend man, die blijkbaar zeer gaarne wenschte te weten wie de andere was. De advo kaat zweeg, maar tevergeefsch. Waar woont uP klonk het eindelijk. In Amsterdam. Voor welk huis reist u? Voor mijn eigen huis. Zoo, zoo, en mag ik uw naam vragen? Jawel. Pauze, amusant voor den advokaat, eenigszins verdrietig voor den ander. En hoe is dan uw naam? vroeg hij ein delijk. Kareisen. Waar reist u inP Ik begrijp u niet, meneer. Wat of u verkoopt, klonk het ongeduldig. Hersens, luidde het antwoord. De handelsreiziger keek den ander aan van het hoofd tot de voeten, en zeide langzaam en met nadruk Dan heeft u een bedroefd klein beetje monsters bij u. Een jagers grafschrift. Op het oude kerkhof te Arum vindt men een grafsteen, waarop, na de vermelding van naam, ouderdom en datum van afsterven van den over ledene, het volgend versje is gebeiteld Hier rust hij, die in 't jagen stout, Op hazen en patrijzen, De schrik was van het veld en 't woud, Waar hij ter jacht mocht reizen, Wien, na het moeilijk aardsche leven, Dit graf ter rustplaats werd gegeven. Lombok. Uit Boeleleng verneemt het „Soer. Hbld." dat de wegen naar Karangassem door den obser vatietroep en door Inlandsche patrouilles streng en nauwkeurig worden bewaakt. In het Karan- gassemsche zou goesti Djilantik's partij de over hand herkrijgen en algemeen heerscht op Bali de overtuiging dat, rukt de Compagnie niet tegen Djilantik op om hem te onderwerpen, deze ons nog vele moeilijkheden, niet het minst op Lom bok, berokkenen zal. In de oogen der Inlandsche bevolking wordt nu reeds onze lankmoedigheid als zwakheid beschouwd. Die verstaat de reclame. Dezelfde vernuftige sigarenhandelaar in de Kalverstraat te Amsterdam, die tijdens het pro ces over de valsche muntbiljetten het publiek zoo aardig bij den neus had door achter zijn winkelruit een echt bankbiljet ten toon te stel len met de bijvoeging: „valsch", heeft nu een nieuw middel gevonden, om de menschen in zijn winkel te lokken. Hij annonceert namelijk in vier talen, dat bij hem „sigaren verkrijgbaar zijn, die op de tentoonstellingsterreinen gerookt mo gen worden." Of er dan ook sigaren, zijn, die daar niet gerookt mogen worden? Dat zegt hij niet, maar menig argeloos bezoeker zal zijn win kel binnen komen, meenende uitsluitemd bij hem sigaren te kunnen koopen, die op de tentoon stelling mogen worden gerookt. Rooken. De Brielsche magistraat bepaalde bij resolutie van Zaterdag den 13en Augustus 1729 het vol gende „Waar op Gedelibereert sijnde is goed gevon den en verstaen omme den roeper door de stad te doen roepen dat alle en een igelijk sig sal hebben te wagten om toebak te rooken op de boete van 1 gulden en 10 stuivers en de dienaars van de justitie gelast omme op het rooken van wonderbaar genoegen voor haar, zoo rustig naast hem voort te gaan door het zonnige bosch en stil te luisteren naar zijne stem. Eindelijk, toen hij zweeg, zeide zij half droomend ïUw leven is wel rijk en gelukkig. Gij weetniet hoeveel genoegen het mij... en Egbert doet, als het u goed gaat.ï Hij glimlachte bitter. »Denkt gij dan waarlijk dat ik gelukkig ben?« vroeg hij. »Ik bedenk het zoo dikwijls, ik heb schijnbaar wat ik vroeger wenschte, veel werk en groote kans op rijkdom. Maar, Laura,en hij zag haar diep in de oogen, »voor wie werk ik? Altijd voor mij zeiven alleen, 'tls waar, ik mag niet ondankbaar z(jn, ik had al tijd gehoopt, mijne moeder een onbezorgden ouden dag te verschaffen en gij weet dat mij dit gelukt is. Ik moest daarmee tevreden zijn, maar ik ben nu eenmaal zoo, ik heb iets meer noodig. Mijne moeder zou, zoo als de zaken nu staan, ook zon der mij geen gebrek lijden. Ik heb een hart noo dig dat mij begrijpt, eene ziel, die voor mij voelt. Waarlijk, gij zoudt niet zeggen dat het mij goed ging, als gij zaagt hoe diep rampzalig ik mij soms voel in wat een ander geneigd zou zijn mijn ge lukkigste oogenblikken te noemen. O Laura! hij, wien het goed gaat in de wereld, heeft juist de meeste gelegenheid om al de laagheid der menschen te leeren kennen. De een benijdt mij in stilte, de ander vleit mij en tracht mij achter mijn rug te Wordt vervolgd. I Toebak voorne, naeuw regart te nemen en't selve te weeren." Maar een Hollander is zijn pijp lief. Vandaar nu en dan een herhaling van het verbod, o. a. in Augustus 1777, toen het rooken aan alle am bachtsluiden, voerluiden, schuitluiden, turff en zakkedragers, meesters, dorssers, mitsgaders an dere arbeiders, gedurende dat zij in iemands werk of dienst zijn, ook wanneer zij buiten iemands dienst, off werk, langs straaten gaan, werd ver boden, op de verbeurte van dertig stuivers voor de tweede maal drie guldens en voor de derde maal arbitrale correctie." Vierjaar later, bij publicatie van 6 Januarie 1781 werd het verbod ook tot de vreemdelingen uitgestrekt. Al weer beter licht. Het licht der naaste toekomst zal zijn het acetyleengas, dat de gewone gasvlam volkomen verduistert, het glasgloeilicht overschaduwt, de electrische gloeilamp verlaagt tot een gloeien- den spijker en met het hooglicht worstelt om de overwinning. Dat gas, nauwelijks een half jaar in zijne schitterende hoedanigheden bekend, is nu reeds zoo goedkoop te vervaardigen, dat het in prijs met gewoon steenkoolgas gelijk staat, terwijl de groote mannen der electro- techniek vast vertrouwen, het weldra veel goedkooper te zullen leveren. Tevens een groot voordeel is, dat men het acetyleengas in vasten vorm kan aanbrengen in draagbare lampen, zoodat het, wanneer deze industrie zich ontwik kelt, vermoedelij k zonder de kostbare buisgelei dingen in de lantarens en huizen zal kunnen gebrand worden. Laat de petroleum het maar eens weer wagen zoo duur te worden. Uit de Ooievaars wereld. Sinds jaren huist op een nest aan deKoediefs- laan te Heemstede een ooievaarspaar. Het was gewend in den omtrek vrijwel het rijk alleen te hebben en schijnt er niet op ge steld te wezen dat ook andere familieleden in de buurt hun woning vestigen, wat wel uit het volgende blijkt. In het begin van het jaar plaatste de heer J. H. Kersten op zijn land aan de Zandvoortsche laan, dicht bij de Koediefslaan gelegen, een nest, geheel gereed en van takkenbossen voorzien. De heer van dat nest aan de Koediefslaan scheen dat nieuwe nest als zijn depot te beschou wen, althans hij sleepte de takkenbossen naar het zijne en toen nu een paar weken geleden een ander ooievaarspaar op de rest van het nest neerstreek, toonde hij al spoedig zijn misnoegen daarover. Met zijn echtgenoote viel hij de laatst aangekomenen dagelijks lastig, verjoeg ze tel kens van het nest en maakte het op het laatst zoo erg, dat de niet gewilde buren schijnbaar den strijd opgaven en vertrokken. Schijnbaar, want de verjaagden schenen zich herinnerd te hebben dat op het in de nabijheid gelegen buiten „Meer en Berg" nog familie van hen woonde en werkelijk kwamen zij na eenige uren met die familie terug de vrouwtjes zet ten zich op het nest en de mannetjes in de na bijheid, druk met elkaar onderhandelend. De heer van de Koediefslaan, scheen de te rugkomst te hebben bespeurd en kwam spoedig weder op het nest af, doch juist toen hij gereed stond daarop een aanval te wagen, vlogen de verbondenen hem aan en verwondden hem zoo danig dat hij, slechts zeer laag langs den grond kunnende vliegen, een bosch wist te bereiken en daar een goed uur noodig had om op zijn ver haal te komen. De familieleden hielden een lang gesprek in de ooievaarstaai; het Meer en Bergsche paar nam afscheid en vertrok en het negen dagen lang steeds verstoorde en verjaagde paar nam nu voor goed bezit van het nest, waar op het wijfje thans reeds zit te broeden. Wel komt de heer van de Koediefslaan zoo nu en dan, altijd op een eerbiedigen afstand nog eens een kijkje nemen, doch zoodra laat de andere heer zijn kop niet zien, of zijn ja- loersche buurman verdwijnt even spoedig als hij is gekomen. O. H. Ct. De kerkeraad der Nederd. Herv. Gemeente te Nijmegen heeft bij schrijven van 13 Mei jl. met algemeene stemmen aan H. M. de Koningin Regentes zijn oprecht leedwezen betuigd oneer biedig verzocht zijne verontschuldigingen te willen aannemeu. Voorts heeft hij zijne begeerte te kennen gegeven, alsnog de godsdienstoefening op 19 Mei te willen bijwonen, en den kerkeraad te willen doen kenbaar maken onder wiens ge hoor Hare Majesteiten alsdan wenschen op te gaan. De dienstdoende predikant verklaart zich alsdan gaarne bereid, zijne predikbeurt met de meeste bereidwilligheid af te staan aan den pre dikant, dien het Hare Majesteit zal behagen aan te wijzen. De Koningin-Regentes heeft op dit verzoek gunstig beschikt en den Hofprediker, Ds. G. J. van der Flier uitgenoodigd 19 Mei de godsdienstoefening te Nijmegen te leiden. i. De stemming voor de verkiezing van leden voor de Provinciale Staten is afgeloopen. In ons district, gelijk elders trouwens ook, zonder dat de beslissing gevallen is. De strijd ging, zooals de leden zullen weten, hoofdzakelijk om de vraagprotectie of geen protectie. De aftredende heeren, A. J. Kaan en Th. J. Waller, werden van liberale zijden o. a. ook door de Centrale te Schagen waarbij „de Vrijheid" van Langedijk incluis, gecandideerd omdat ze tegenstanders zijn van protectie in 't algemeen, en van de toepassing van dit begin sel speciaal met het oog op den landbouw (graan). Juist als voorstanders van de protectie werden van protectionistische zijde gecandideerd de hee ren W. Schermerhorn en J. P. Backx. Er is van dien kant groote ijver aan den dag gelegd. I Mei strooibiljetten heeft men gemeend de kie zers te moeten voorlichten omtrent de voordee- len aan de bescherming van den lanbouw ver bon den. En wat bewijst nu de uitslag der stemming. Vooreerst dat er weinig belangstelling bij de kiezers was. Van de 4448 zijn er bij elkander slechts 1612 opgekomen. Voor de Langedijk is die verhouding Oudkarspel 188 stemgerechtigden 42 opgekomen N.-Scharw. 158 84 Z.-Scharw. 169 81 Br. op Langed. 204 124 Van de 719 kiezers die de Langedijk heeft zijn er dus verschenen 331, iets meer dan de helft. De Herstemming zal plaats hebben op Dins dag 28 Mei tusschen de heeren A. J. Kaan die 737, W. Schermerhoru die 691, Th. J. Waller die 686, en J. P. Backx die 590 stemmen op zich hebben vereeuigd. De candidaten der An- tirevolutionnaire partij en verscheidene anderen bleven ver beneden het vereischte cijfer. Wij raden onzen lezers aan bij de keuze der candidaten (zoo tenminste die keuze niet reeds gevallen is) zich niet te laten leiden of verlei den door de voordeelen die door de voorstanders der protectie worden opgesomd als noodzakelijk daaraan verbonden. Onder een groot aantal maatregelen zooals verlaging van hypotheekrenten, vermindering van pacht, wijziging van het pachtcontracht die niets met de eigenlijke protectie te maken hebben en er evengoed zullen komen zoo onze Staten Ge neraal begint met eene sociale wetgeving, onder dat groote aantal maatregelen dat de lezers moet moet lokken, wordt de hoofdzaak „heffing van rechten op buitenlandsche granen en voortbren- selen wier invoer Landbouw en Industrie door heillooze concurrentie verderfelijk is," weg ge moffeld. Alsof het heffen van invoerrechten op graan eene zaak van geringe beteekenis ware. Alsof de gedachte dat het binnenlandsch graan duurder werd en dus de boer meer ontving voor zijn graan, voor zijn producten, de eenige ware, waarmede men rekening heeft te houden. Die arme graanboeren, als er eens protectie kwam, nog armer arbeidersklasse echter die grootste broodverbruikster, als het brood duurder werd en de loonstandaard niet rees, ondanks de bewe ring door verdroomende landbouwers geuit. Wij zeiden arme graanboeren en dat met recht. Want inderdaad zouden de voordeelen voor hen aan protectie verbonden, óf torstond nihil blij ken, óf reeds spoedig verminderen, [zoodat ten slotte met verandering van den stand der prijzen de verdiensten dezelfde bleven. De pachter zou aan den bedongen pachtsom al spoedig merken dat ook de verpachter zijn aandeel wil hebben in de door proteetie verkregen meerdere verdiensten van den bouwer en dat aandeel zal wel het leeuwenaandeel zijn zooals in Friesland en de Hoeksche Waard is gebleken. Een ieder zou zich op den graanbouw toe leggen, waar immers zooveel aan te verdienen is, en binnen 1 of 2 jaar de binnenlandsche markt overvoeren met inlandsch graan. De onder linge concurrentie zou dan doen verloren gaan wat men door kunst had verkregen. De over productie zou dan ook prijsvermindering met zich brengen en wee dan den armen huurboer, wiens pacht met het oog op de graanrechten en de voordeelen van dien is verhoogd. De cijfers, waar hij mede rondspringt zouden wel hooger geworden zijn, maar de verdiensten dezelfden als vroeger of minder nog. De eigengeërfde boer zou misschien gedurende 1 of 2 jaar een klein voordeel bedingen, maar na dien tijd in dezelfde voorwaarden verkeeren als voorheen. Het eenige gevolg is eene algemeene kunst matige verhooging van den levensstandaard, voor een ieder die geen graanbouwer is, on dragelijk. Alle andere bedrijven zouden aanspraak gaan maken op bescherming, en werd die gegeven (wat men om geen onderscheid te maken niet mag nalaten) dan had men algemeene verhoo ging van den levensstandaard zonder eene ver andering in de levensvoorwaarden. In plaats van 3 door 5 te deelen zou men 6 door 10 deelen, de uitkomst is echter dezelfde. Niemand verdenke ons met dat al, dat wij geen oog en geen hart hebben voor de ellened die èn door de graanbouwers èn door de beoefe naars van andere soorten van bouw of industrie geleden wordt. Maar niet op die wijze moet er hulp komen. Toen Don Quichotte tegen windmolens vocht, en den vijand niet te pakken kon krijgen deed hij dwaas en werd hij uitgelachen. Zoo lachen wij om de dwaasheid die er zit in het toepas sen van protectie ter verbetering der sociale nooden. Den vijanfl krijgt men er toch niet mee bij de kladden. Die vijand is de als een kronke lende slang ons omgevende algemeene maatschap pelijke toestand, die voortvloeit uit onze voort brengingswijze. Tegen overproductie, de direkte oorzaak der lage prijzen is geen vechten, al sluit men de grenzen, tenzij de staat de voortbren ging regelt en dus de maatschappij, door eene reuzenpoging, zich onttrekt aan de verdervende invloeden die voortvloeien uit een systeem, waarbij toenemende werkeloosheid, voortdurende prijsvermindering der waren en voortbrengings- middelen (land, machine, etc.), steeds stijgend aantal faillisementen tot de noodzakelijke ver schijnselen behooren. Wie meent met een maatregel, binnen het behoud dier gegevens den nood te bestrijden zou

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1895 | | pagina 2