Nieuwe Langedijker Courant", van Zondag 26 Mei 1895. Protectionislen in de Prov. Staten Tl SMAADSCHRIFT. Woensdag was voor de Arrondissements-recht- bank aan de orde de zaak van J. H. van Balen uitgever van het Dagblad voor Helder en Om streken beschuldigd van smaadschrift tegen een Ambtenaar (den heer A. P. Staalman, lid der 2e Kamer) in de rechtmatige uitoefening zijner bediening. Het Openbaar Ministerie de schuld van be klaagde, die niet ter terechtzitting aanwezig was, volkomen bewezen achtende, eischte diens ver oordeeling bij verstek tot eene geldboete van 60 gulden subsidiair 20 dagen hechtenis. Uitspraak over 8 dagen. Het verwijderen van pas ontstane inktvlekken. Eerst verwijdere men zooveel mogelijk den inkt, daarna giete men koude melk op de vlek en verwijdere de vloeistof nogmaals met een lepel. De bewerking worde zoolang herhaald, totdat de melk slechts een licht donkere tint heeft. Men spoele vervolgens met koud water na en droge, zacht vrijvende, met een linnen doek. Indien men inkt op een tapijt morst, bedekke men de vlek onmiddelijk met een dikke laag zout; binnen een paar minuten zal de vlek ver dwenen of in ieder geval verbleekt zijn. Keetje van der Maade, het uit de Camera Obscura bekende „Noord-Brabantsche meisje," vroegere eigenares van het bekende hotel van Gend en Loos te OOSTERHOUT, is verleden week overleden. Zij ontving in 1886 nog een bezoek van Hildebrand. Keetje was toen reeds 80 jaar. Bij die gelegenheid schonk de schrijver haar een exemplaar van zijn beroemd boek en schreef op het titelblad de volgende opdracht: „Aan Keetje van der Maade, tot een aanden ken aan mijn bezoek aan het hotel Hildebrand en aan hare tegenwoordige woning te Ooster hout, den 6 Juli 1886. Hildebrand. De hanteekening echt verklaard door mij Nicolaas Beets." Bijna verbrand in haar bedje! Te WESTERGEEST (Fr.) is een meisje, dat de mazelen had en te bed moest blijven, bijna verbrand. Terwijl de moeder afwezig moest zijn, legde zij drie warme steenen onder de dekens, dekte haar kind goed toe en ging daarna heen. Kort daarop ontdekten buren, die op het hulp geschrei van het meisje binnenkwamen, dat het beddegoed door de steenen had vuur gevatzij bluschten het vuur, waardoor het kind en de woning gespaard bleven. Te HOOGVLIET heeft men de achter deur der „Gereformeerde Kerk" geforceerd en uit eene gesloten lessenaar door inbraak een be drag van ongeveer f40 ontvreemd, (geld der collecten voor armen en kerk). Ook zijn twee boekenkasten opengebroken. De politie tracht den dader op te sporen. Een eend van H. O., te RIJSOORD heeft 65 dagen achter elkander eieren gelegd. Het gemeentebestuur van AMSTERDAM heeft zich bereid verklaard de inrichting der Duinwater-Maatschappij aldaar over te nemen voor f 10.000.000. Nieuwe Muntbiljetten Door de Kamer van Koophandel te ZUTFEN is een adres gericht aan den Minister van Fi nanciën, ten einde te verkrijgen muntbiljetten van flÓ van betere qualiteit papier en van meer onderscheidende kleur van muntbiljetten van f 50. Enkele dagen vóór zijn diamanten bruiloft is te SITTARD de oud-strijder J. Limpens over leden. H. „Nooit mag een staat het geld van de eene klasse der maatschappij gebruiken om daarmede eene andere te bevoordeelen." Zoo eindigden wij ons vorig artikel. Dat dit bij de heffing van invoerrechten gel den zou, achten wij overbodig met feiten aan Dat geluk was echter niet bestemd altijd te du ren. Op zekeren avond, toen van Berckel in zijne gezellige huiskamer was gezeten en Laura zich ge reed maakte, op zijn verzoek het lied voor hem te zingen dat hij het eerst van haar gehoord had, werd plotseling de deur geopend en trad Gerard van Aertsen de kamer binnen. Laura brak eensklaps haar spel af en stond op. Zij vatte de handen van haar neet, keek hem in de oogen en heette hem duizendmaal welkom. Zij gaf zich geene moeite haar blijdschap bij dit weer zien te verbergen; waarschijnlijk maakte het plot selinge van de verrassing haar dit dan ook onmo gelijk. Het was alsof er een nieuw leven in haar gekomen was. Zoo levendig, zoo opgewonden had Van Berckel haar nog nooit gezien. Gerard zou wel vermoeid zijn. Zeker had hij nog niets gegeten. Wacht, zij zou hem wel spoedig iets bezorgen.'Ge lukkig was de kelder juist ruim voorzien. Egbert moest een fijne flesch voor hem krijgen, van dat merk waarvan hij zooveel hield. Toen Van Aertsen alzoo goed en wel nederzat, met het beste voor zich wat keuken en kelder aan boden, keek het mooie vrouwtje hem met hare schitterende oogen aan. «Zie," riep zij vroolijk uit, «gij zit daar alsof gij niet weg zijt geweest. Maar terwijl gij eet, Gerard, zal ik u met rust laten en niet met u praten. Wacht, ik zal dat lied voor u zingen, dat gij altijd zoo gaarne hoort." Dit was van Berckel te veel. Hij kreunde zacht. «Doe het niet, Laura, zing van avond niet. Gij weet dat ik wat hoofdpijn heb; het hindert mij." Zij zag hem aan met iets tartends in haar oogen. «Het is onmogelijk," zeide zij, «gij hebt geen hoofd pijn; in elk geval kan mijn zang u niet hinderen. Gij hebt er mij zoo even zelf om gevraagd." Zij ging naar de piano en zong. Maar het was te toonen. Vijftig jaar geleden, op 3 Juni 1845, sprak Mr. J. R. Thorbecke in de Tweede Kamer on zer Staten-Generaal het volgende: „Het vonnis over zoogenaamde beschermende reg- ten is, geloof ik, onherroepelijk gestreken. Men be hoeft de gronden van het vonnis slechts te herin neren. In de eerste plaats Geen regt ten behoeve van een tak van nijverheid of het wordt gelegd ten koste van andere takken, en van het gansche verbruikend pu bliek. Ten andereDe wetgever beproeft het onmogelijke. Zich duizend tegen elkander inloopende bijzondere be langen aan te trekken, dit is het onmogelijke beproe ven, of een oorlog stoken, die zonder tusschenkomst van den wetgever niet zou bestaan. Ten derdeDe wetgever is niet bevoegd 1" noch om, beschermend, den een voorregt te ge ven boven den ander; noch om 2" aan de burgerij lasten op te leggen van een of ander bijzonder bedrijf. Belastingen worden opgebracht in het publiek belang; zij mogen niet tot ondersteu ning van bijzondere belangen worden gevorderd. Ten vierde: Wat doet de beschermende wetgever, die op vreemde goederen een regt legt, ten einde de binnenlandsche fabrikant of landbouwer zijne prijzen met het bedrag van dat regt verhooge Onder den schijn, enkel het ingevoerde goed te be lasten, belast hij alle binnenlandsche voortbrengselen van dezelfde soort. Ten wiens behoeve? Wanneer, ondanks het regt, de buitenlandsche waar nog, anders dan ter sluik, wordt ingevoerd, eigent hij wel de op brengst van het invoerregt aan de schatkist. Doch hierin bestaat de belasting niet dan ten deele, en deze ontvangst is de eigenlijke toeleg van het be schermend recht niet. De wetgever, die het instelt, neemt het bedrag van het regt- uit de zakken der koopers, om het over te storten in de beurs van den binnenlandschen voortbrenger. Het is inderdaad eene willekeurige verdeeling van bijzonder vermogen door de wet. Ten vijfde eindelijkDoor beschermende regten neemt men den prikkel eener steeds dreigende mede dinging, voor onze nijverheid zoo heilzaam en noodig, weg of verzwakt dien althans. Zoo eenig volk, moe ten wij door mededinging worden gedwongen om de reuzenschreden, waarmede men zich elders beweegt, bij te blijven of vooruit te snellen. Beschermende regten zijn het middel om onze ontwikkeling tegen te houden en ons in onze traagheid te doen volhar den. Eene traagheid, die ik ons, ten aanzien zoowel van den landbouw als van andere takken van voort brengenden arbeid, door deskundigen hoor verwijten." Zoo sprak Thorbecke. Op 1 Januari 1848 liet een Bastint in een zijner redevoeringen over: „le libre-échange" zich ongeveer aldus uit De vrijheid, Mijne Heeren, is niets anders dan de onbeperkte beschikking over zichzelf, over zijn ar beidskracht, over zijn vermogen. Maar beschikken wij daarover vrijelijk, als wij daarover niet bij wijze van ruil mogen beschikken, omdat dat aan een ander mensch onaangenaam is? Wanneer ik door het aan wenden van zorg en arbeid een zaak heb voortge- brach, een meubel b.v., heb ik daar dan wel de on beperkte beschikking over, als ik het niet naar België mag sturen, om vandaar laken te krijgen En merkt op dat het er weinig toe doet of de ruil wel zoo recht streeks tot stand komt. Wil ik dat meubel sturen naar België in ruil voor laken of naar Engeland voor een wissel of naar Arabië voor koffie of naar Peru- voor goud al die zaken zullen mij dienen om het Belgische laken mee te betalen. Maar als mijn lede maten mij toebehooren, en als het mijn zaak is ze tegen koude te beschermen, dan moet ik vrij zijn in de keuze van kleedingstukken. Als een derde zich plaatst tusschen mij en mijn ledematen en de bruta liteit heeft mij tot de duurste wijze van kleeden te dwingen, omdat mijn nadeel zijn voordeel is, dan randt hij mijn beschikkingsrecht, mijn vrijheid aan Wilt gij de zaak verduidelijkt zien, M.M. H.H. Stelt u voor dat die dwang buiten de wet omgaat, dat de laken- en katoenfabrikanten bij de wetgevende macht komen en aldus den députés toespreken „Wij hebben bedacht dat er te veel laken en te veel katoen in het land is; dat als men de vreemde producten weerde, onze artikelen zeer gezocht en dan ook duurder zouden zijn, wat voor ons een groot voordeel zijn zou. Daarom vragen wij u om op kosten van de schatkist aan de grenzen mannen te zetten, die het laken en het katoen zullen weren." Stelt nu dat de députés antwoorden: „Wij begrij pen dat dit voor u heel voordeelig zijn zal, maar waarlijk wij kunnen de kosten van die belemmering niet ten laste der schatkist brengen. Als het Belgi sche laken u in den weg zit, weert gij zelve het; dat is wel 't minste wat gij doen kunt!" Ziet, wanneer uit kracht van dit advies de fabri kanten door hun bedienden de grenzen Tieten bewa ken, opdat er geen laken kon ingevoerd worden, wan neer zij zoodoende u ontzegden èn het middel om u van buiten af te voorzien èn de mogelijkheid om daar de vruchten van uw arbeid heen te zenden, zoudt gij niet daartegen in opstand komen? Maar zietmeent gij dat gij dan in een veel schitte render en waardiger positie verkeert, omdat nu niet de fabrikanten de grenzeu afsluiten, maar omdat de heeren prohibitionisten veel meer verkregen hebben: hem nu onmogelijk, rustig in de kamer te blijven zitten en de tonen aan te hooren van hare verlei delijk schoone stem. Hij verliet het vertrek en liep het bosch in, zoover tot hij geen toon, geen geluid meer hoorde. Toen balde hij de vuist en klemde de tanden op elkaar; hij wist thans dat hij dien man haatte. Hoe lang hij daar in eenzaamheid en duisternis rondliep wist hij niet, maar zeker moet het niet kort zijn geweest, want toen hij schoorvoetend naar huis terugkeerde, was Gerard vertrokken. Laura ontving hem met een pruilend gelaat. «Ik moet zeggen", zeide zij, «dat gij lang geen vrien delijk gastheer zijt. Gerard was zeer verbaasd en wist niet wat hij er van denken moest. Zooals gij ziet, is hij ook maar spoedig heengegaan." «Ik had hoofdpijn van avond," antwoordde haar man, «en het was mij onmogelijk te blijven." Zij zag hem aan met een onderzoekenden blik. «Dat gij hoofdpijn hadt," zeide zij, »kan ik bijna niet gelooven; gij hebt er den heelen dag niet over geklaagd en het moet dus al heel plotseling opge komen zijn". Na een poos zwijgend ging zij voort: sik vind, Egbert, dat gij tegenover Gerard veran derd zijt.« «Hetzelfde zou ik van u kunnen zeggen,zeide hij, haar insgelijks in de oogen ziende. Haar gelaat kleurde zich donkerrood. «Het kan zijn*, sprak zij eindelijk, «dat ik van sommige za ken teruggekomen ben; Gerard verdient onze achting en en onze vriendschap geheel en al.« «Gerard is een oud vriend van u, en zoo heb ik hem, dunkt mij, altijd behandeld.* «Een oud vriend van mij, nu ja, maar onze ver houding is veranderd. Vroeger, ik meen in den tijd waarvan onze vriendschap dateert, waren wij bei- n.l. dat de Regeering de schatkist tot hun beschik king stelt en u zelf laat betalen de kosten, die gemaakt worden om uw vrijheid aan te randen Dit geeft genoeg te denken, dunkt ons en daarom willen wij verder over protectie liever zwijgen. Indien de boerenstand zijne belangen zal be grijpen, dan vraagt hij niet om protectie, maar dan vraagt hij eerder om een kamer van Land bouw, opdat daar zijne belangen kunnen worden besproken. In eene vergadering van het Hoofdbestuur der Hollandsche Maatschappij van Landbouw is die wenschelijkheid reeds ter sprake gebracht, waarop in de laatst gehouden vergadering van de vereeniging tot ontwikkeling van den Land bouw in Holl. Noorderkwartier door'de verga dering met groote meerderheid van stemmen een motie is aangenomen, waarin zij het Hoofdbe stuur machtigt zoo mogelijk mede te werken om een zelfstandig Ministerie van Landbouw te ver krijgen. Voorts zouden wij nog willen vragenZoudt ge dat als beginsel willen beschouwen de twee aftredende leden te laten vallen, omdat zij zich tegen beschermende rechten hebben verklaard? Dat kunt ge toch niet meenen. Is men van den ijver der tegencandidaten zóó overtuigdis hun trouw reeds zóó beproefdis al reeds bewezen dat zij de belangen van ons district beter zullen behartigen dan de Heeren Th. J. Waller en A. J. Kaan Denkt men veeleer niet aan persoonlijke be langen, nu men zich als vurig voorstan der der protectie verklaart Kiezers! Laat uw stembiljet niet ongebruikt liggen, maar brengt Dinsdag 28 Mei uw stem uit op de aftredende leden, de H.H. A. J. KAAN en Th. J. WALLEK Politiek Overzicht. OostenrijkHongarije. Het oor deel der pers over de verdiensten van den afge treden Minister van Buitenlandsche Zaken voor de vereenigde Monarchie Kalnoky, is algemeen waardeerend. Men verwacht dat zijn aftreden, veroorzaakt door een binnenlandsch geschil, geen invloed zal oefenen op OostenrijkHongarije's buitenlandsche staatkunde. Zijn opvolger Graaf Gulochowsky is een Pool van geboorte en gedurende zijn verblijf als di plomaat te Parijs, aldaar gehuwd met een prin ses Murat. Hij wordt als een bekwaam diplo maat beschouwd, waardig een Kalnoky op te volgen. Reeds heeft hij den eed van trouw in de handen van den keizer afgelegd en zijn ambt aanvaard. Evenals ten onzent wacht men in Hongarije op de indiening van een kiesrecht ontwerp. Het volkshuis had reeds een ontwerp goedgekeurd en doorgezonden naar de Magnatentafel, die echter conservatief als ze is, er allerlei veranderingen in bracht waardoor de beteekenis der wet ver loren ging. Men verwacht dat het tegenwoordig Ministerie, van dezelfde zienswijze als zijn voor ganger het oude ontwerp weder onveranderd bij het Volkshuis zal indienen, het zal laten aanne men en opnieuw in die vorm aan de Magnaten- tafel voorleggen in de hoop dat die onderwijl van meening is veranderd. Zooals Hongarije zit met zijn Magnatentafel, zoo tobt Engelangd met zijn Hoogerhuis. Wat die hoogerestanden toch conservatief zijnNu zij hebben meer te behoudendan het volk. Duitschland. In Duitschland is een wetsvoorstel aanhangig om aan de geprotegeerde maar des ondanks meer en meer kwijnende sui ker industrie te hulp te komen. Door uitvoerpremien had men eerst getracht die industrie aan te moedigen. Nu zou ingevolge de oude wet (1891) die premie op 1 Augustus 1895 met x/5 tot l/3 verminderd worden om op 31 Juli 1897 geheel te verdwijnen. Men had gehoopt dat middelerwijl de suiker industrie er boven op zou gekomen zijn. Maar den kinderen en hij was bovendien een jongen, van wien niemand groote verwachtingen had. Nu is dat alles anders geworden. Hij is een persoon gewor den in de maatschappij, iemand die gewerkt en zich ingespannen heeft, iemand die alles wat hij is en bezit aan zich zeiven te danken heeft.« «Dat is slechts heel betrekkelijk waar,zeide Van Berckel. »'t Is waar dat Gerard zich op een gegeven oogenblik heeft aangegrepen; niemand komt zonder eigen inspanning tot een zekere hoogte. Maar later heeft hij veel geluk gehad, zeldzaam veel geluk. Slechts heel weinig menschen loopt het op die wijze mee. En gij moet niet vergeten dat hij zijn aller eerste welslagen te danken heeft gehad aan een soort van bedrog.* «Wat zegt gij daar?* riep Laura uit, «Gerard zou iemand hebben bedrogen?* «Ik weet het niet anders dan uit zijn eigen woor den,* sprak Van Berckel, «en gij zult toch niet willen beweren dat de geschiedenis van den aankoop van het land voor de fabriek geheel en al het licht kan velen.« «Misschien zijt gij in uw recht, als gij hem zoo scherp en liefdeloos veroordeeld,* zeide Laura. «Maar gij vergeet dat hij geld moest hebben, omdat hij schulden had. De toekomst van zijne moeder hing van hem af. Hoe zoudt gij in dergelijke omstandig heden gehandeld hebben, als de kans van rijk te worden u plotseling werd aangeboden?* Wordt vervolgd. nu gaan tegen de verwachting de suikerprijzen voortdurend naar beneden en het verbruik neemt niet toe. Immers de hooge belasting door de Regeering op de suiker voor het verbruik bestemd, gelegd, en die moest dienen om daarvan de premiën te betalen, verhinderde eene vermeerdering van het gebruik. Nu wil men de bestaande premie handhaven tot 31 Juli 1897 omdat eene vermindering daar van de nekslag voor de suikerindustrie zal zijn. Er is dus kans dat de tijdelijke protectie eene voortdurende wordt. De oorzaak van den slechten toestand der suikerindustrie zit ook daarin dat men, toen ko- renbouw niet meer gaf, begonnen is met den bouw van suikerbieten. Nu is de markt daardoor overvoerd. Èn de bouwers èn de fabrikanten lijden er onder. Bovendien wordt de uitvoer minder doordat Noord Amerika onlangs een recht heeft aange nomen op den invoer van suiker. En de Vereenigde Staten zijn evenals Engeland de grootste ver bruikers van de Duitsche suiker. Een fraai middel dus dat van protectieDat is nogal het laatste redmiddel der regeerende liberalen(Zoo lang men niet erkend dat de veranderde tijds omstandigheden een ander regeerstelsel noodig maken, blijven alle middelen binnen de gege vens van het oude stelsel (individualisme) voor gesteld slechts lood om oud ijzer, of minder nog waard. De verwerping van de Umsturz-Vorlage zal geen verdere gevolgen meer hebben. Als de noodsuikerwet en de wet tot bestrij ding van den slavenhandel (in Afrika) behan deld zijn, wordt de voorjaarszitting van den Rijksdag gesloten. België. Evenals in Duitschland, en bij ons voor enkele maanden is in België „protectie" aan de orde van den dag. In de Volksvertegen woordiging wordt druk gedebatteerd over de voor- en nadeelen. Het wetsontwerp waarbij die beschermende rechten worden voorgesteld, wil tevens de vuur en bakenrechten doen vervallen. Het laatste is natuurlijk zeer naar den zin van de stad Ant werpen, daar ze dan beter met andere zeehavens zal kunnen concurreeren. De beschermende rechten hebben echter in 't geheel hare sympathie niet. In een door haar aan de Regeering gericht adres, zegt zij na de opsomming van verscheidene andere bezwaren: „Edoch, mijnheeren, een nog hooger belang noopt ons tot den stap, dien wij bij u wagen. In onze oogen zal het aannemen der zoogenaamde beschermende rechten de verhooging der kosten van levensonderhoud en, voor sommige dier rechten, de vermindering van dagloon onver mijdelijk tengevolge hebben. De arbeidende klasse dus, zal het meest getroffen worden, want het is bij slot van rekening, op het karig budget der arbeiders dat het belasten der noodzake lijkste voorwerpen voor levensonderhoud druk ken zal. Ook is het niet alleen in naam dei- belangen van Antwerpen, maar doordrongen van het algemeen belang en bezorgd voor het lot der werkende klasse, dat wij u bezweren het wetsontwerp te verwerpen." Dat is eerst eene democratische Gemeente raad Naar aanleiding van de verklaringen der hee ren De Lantsheere en Woeste, onlangs afgelegd in de vergadering der Congo-commissie heeft koning Leopold besloten het voorstel tot inlijving van den Congostaat bij België op te houden tot 1896. De Minister van buitenlandsche zaken graaf de Merode, die van oordeel was dat de regeering te ver was gegaan om nu haar voorstel terug te nemen, nam deswege zijn ontslag. Om toch den Congostaat te helpen zal men nu een ander voorstel indienen. Cliina en Japan. Nu weer wordt uit Shangai het gerucht verspreid, dat de Chineesche regeering big ft weigeren, eene verhooging der oorlogsschatting toe te staan, die door Japan wordt verlangd wegens het teruggeven van het schiereiland Liaqoung. Formosa. De toestand op het eiland Formosa, dat Japan als loon voor zijne over winningen op China heeft gekregen wordt steeds ongunstiger. De inboorlingen die onder Chineesch bestuur vrijwel onafhankelijk waren, willen zich ver zetten tegen de inlijving bij Japan. In het Noorden van het eiland heeft een ze kere Koe-Hoeng-Koek een jeugdig Chinees zich tot koning laten uitroepen en bestookt nu den vertrekkenden Chineeschen goeverneur. Graaf Kabayama de Japansche goeverneur is reeds met 2 oorlogsschepen op weg naar het eiland en zal spoedig gevolgd worden door de keizerlijke garde, met wier hulp men de inboorlingen tot onder werping hoopt te brengen. De ontruiming van Mantsjoerjje gaat haren geregelden gang. De plannen omtrent de te sluiten leening staan echter nog niet geheel vast. Frankrijk. Inde Fransche kamer heeft de socialist Gerault Richard-voorgesteld alle wetten die tegen de anarchisten zijn uitgevaar digd, in te trekken. Dat voorstel werd met groote meerderheid verworpen. Men is in Frankrijk evenals in Duitschland bevreesd voor de invloeden die in de kazernes op de soldaten worden uitgeoefend. Daar vreest men echter minder de socialisten dan de clericalen. Eene zeer onschuldige inter pellatie aan de Regeering deed daarom met meer succes het werk waar Duitschland's keizer de Umsturz-Yorlage voor bestemd had. De Ministers hebben verzekerd dat zij krach tig voornemens waren de vrijheid van geweten in de kazernes te doen eerbiedigen en geen on-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1895 | | pagina 2