Nieuwe Langedijker Courant", van Zondag 26 Mei 1895.
Protectionislen in de Prov. Staten
Tl
SMAADSCHRIFT.
Woensdag was voor de Arrondissements-recht-
bank aan de orde de zaak van J. H. van Balen
uitgever van het Dagblad voor Helder en Om
streken beschuldigd van smaadschrift tegen een
Ambtenaar (den heer A. P. Staalman, lid der
2e Kamer) in de rechtmatige uitoefening zijner
bediening.
Het Openbaar Ministerie de schuld van be
klaagde, die niet ter terechtzitting aanwezig was,
volkomen bewezen achtende, eischte diens ver
oordeeling bij verstek tot eene geldboete van 60
gulden subsidiair 20 dagen hechtenis.
Uitspraak over 8 dagen.
Het verwijderen van pas ontstane inktvlekken.
Eerst verwijdere men zooveel mogelijk den
inkt, daarna giete men koude melk op de vlek
en verwijdere de vloeistof nogmaals met een
lepel. De bewerking worde zoolang herhaald,
totdat de melk slechts een licht donkere tint
heeft. Men spoele vervolgens met koud water
na en droge, zacht vrijvende, met een linnen
doek.
Indien men inkt op een tapijt morst, bedekke
men de vlek onmiddelijk met een dikke laag
zout; binnen een paar minuten zal de vlek ver
dwenen of in ieder geval verbleekt zijn.
Keetje van der Maade, het uit de Camera
Obscura bekende „Noord-Brabantsche meisje,"
vroegere eigenares van het bekende hotel van
Gend en Loos te OOSTERHOUT, is verleden
week overleden. Zij ontving in 1886 nog een
bezoek van Hildebrand. Keetje was toen reeds
80 jaar. Bij die gelegenheid schonk de schrijver
haar een exemplaar van zijn beroemd boek en
schreef op het titelblad de volgende opdracht:
„Aan Keetje van der Maade, tot een aanden
ken aan mijn bezoek aan het hotel Hildebrand
en aan hare tegenwoordige woning te Ooster
hout, den 6 Juli 1886.
Hildebrand.
De hanteekening echt verklaard door mij
Nicolaas Beets."
Bijna verbrand in haar bedje!
Te WESTERGEEST (Fr.) is een meisje, dat
de mazelen had en te bed moest blijven, bijna
verbrand. Terwijl de moeder afwezig moest zijn,
legde zij drie warme steenen onder de dekens,
dekte haar kind goed toe en ging daarna heen.
Kort daarop ontdekten buren, die op het hulp
geschrei van het meisje binnenkwamen, dat het
beddegoed door de steenen had vuur gevatzij
bluschten het vuur, waardoor het kind en de
woning gespaard bleven.
Te HOOGVLIET heeft men de achter
deur der „Gereformeerde Kerk" geforceerd en
uit eene gesloten lessenaar door inbraak een be
drag van ongeveer f40 ontvreemd, (geld der
collecten voor armen en kerk). Ook zijn twee
boekenkasten opengebroken. De politie tracht den
dader op te sporen.
Een eend van H. O., te RIJSOORD heeft
65 dagen achter elkander eieren gelegd.
Het gemeentebestuur van AMSTERDAM
heeft zich bereid verklaard de inrichting der
Duinwater-Maatschappij aldaar over te nemen
voor f 10.000.000.
Nieuwe Muntbiljetten
Door de Kamer van Koophandel te ZUTFEN
is een adres gericht aan den Minister van Fi
nanciën, ten einde te verkrijgen muntbiljetten
van flÓ van betere qualiteit papier en van meer
onderscheidende kleur van muntbiljetten van f 50.
Enkele dagen vóór zijn diamanten bruiloft
is te SITTARD de oud-strijder J. Limpens over
leden.
H.
„Nooit mag een staat het geld van de eene
klasse der maatschappij gebruiken om daarmede
eene andere te bevoordeelen."
Zoo eindigden wij ons vorig artikel.
Dat dit bij de heffing van invoerrechten gel
den zou, achten wij overbodig met feiten aan
Dat geluk was echter niet bestemd altijd te du
ren. Op zekeren avond, toen van Berckel in zijne
gezellige huiskamer was gezeten en Laura zich ge
reed maakte, op zijn verzoek het lied voor hem te
zingen dat hij het eerst van haar gehoord had, werd
plotseling de deur geopend en trad Gerard van
Aertsen de kamer binnen.
Laura brak eensklaps haar spel af en stond op.
Zij vatte de handen van haar neet, keek hem in
de oogen en heette hem duizendmaal welkom. Zij
gaf zich geene moeite haar blijdschap bij dit weer
zien te verbergen; waarschijnlijk maakte het plot
selinge van de verrassing haar dit dan ook onmo
gelijk. Het was alsof er een nieuw leven in haar
gekomen was. Zoo levendig, zoo opgewonden had
Van Berckel haar nog nooit gezien. Gerard zou wel
vermoeid zijn. Zeker had hij nog niets gegeten.
Wacht, zij zou hem wel spoedig iets bezorgen.'Ge
lukkig was de kelder juist ruim voorzien. Egbert
moest een fijne flesch voor hem krijgen, van dat
merk waarvan hij zooveel hield.
Toen Van Aertsen alzoo goed en wel nederzat,
met het beste voor zich wat keuken en kelder aan
boden, keek het mooie vrouwtje hem met hare
schitterende oogen aan. «Zie," riep zij vroolijk uit,
«gij zit daar alsof gij niet weg zijt geweest. Maar
terwijl gij eet, Gerard, zal ik u met rust laten en
niet met u praten. Wacht, ik zal dat lied voor u
zingen, dat gij altijd zoo gaarne hoort."
Dit was van Berckel te veel. Hij kreunde zacht.
«Doe het niet, Laura, zing van avond niet. Gij weet
dat ik wat hoofdpijn heb; het hindert mij."
Zij zag hem aan met iets tartends in haar oogen.
«Het is onmogelijk," zeide zij, «gij hebt geen hoofd
pijn; in elk geval kan mijn zang u niet hinderen.
Gij hebt er mij zoo even zelf om gevraagd."
Zij ging naar de piano en zong. Maar het was
te toonen.
Vijftig jaar geleden, op 3 Juni 1845, sprak
Mr. J. R. Thorbecke in de Tweede Kamer on
zer Staten-Generaal het volgende:
„Het vonnis over zoogenaamde beschermende reg-
ten is, geloof ik, onherroepelijk gestreken. Men be
hoeft de gronden van het vonnis slechts te herin
neren.
In de eerste plaats Geen regt ten behoeve van een
tak van nijverheid of het wordt gelegd ten koste van
andere takken, en van het gansche verbruikend pu
bliek.
Ten andereDe wetgever beproeft het onmogelijke.
Zich duizend tegen elkander inloopende bijzondere be
langen aan te trekken, dit is het onmogelijke beproe
ven, of een oorlog stoken, die zonder tusschenkomst
van den wetgever niet zou bestaan.
Ten derdeDe wetgever is niet bevoegd
1" noch om, beschermend, den een voorregt te ge
ven boven den ander; noch om
2" aan de burgerij lasten op te leggen van een of
ander bijzonder bedrijf. Belastingen worden opgebracht
in het publiek belang; zij mogen niet tot ondersteu
ning van bijzondere belangen worden gevorderd.
Ten vierde: Wat doet de beschermende wetgever,
die op vreemde goederen een regt legt, ten einde de
binnenlandsche fabrikant of landbouwer zijne prijzen
met het bedrag van dat regt verhooge
Onder den schijn, enkel het ingevoerde goed te be
lasten, belast hij alle binnenlandsche voortbrengselen
van dezelfde soort. Ten wiens behoeve? Wanneer,
ondanks het regt, de buitenlandsche waar nog, anders
dan ter sluik, wordt ingevoerd, eigent hij wel de op
brengst van het invoerregt aan de schatkist. Doch
hierin bestaat de belasting niet dan ten deele, en
deze ontvangst is de eigenlijke toeleg van het be
schermend recht niet. De wetgever, die het instelt,
neemt het bedrag van het regt- uit de zakken der
koopers, om het over te storten in de beurs van den
binnenlandschen voortbrenger. Het is inderdaad eene
willekeurige verdeeling van bijzonder vermogen door
de wet.
Ten vijfde eindelijkDoor beschermende regten
neemt men den prikkel eener steeds dreigende mede
dinging, voor onze nijverheid zoo heilzaam en noodig,
weg of verzwakt dien althans. Zoo eenig volk, moe
ten wij door mededinging worden gedwongen om de
reuzenschreden, waarmede men zich elders beweegt,
bij te blijven of vooruit te snellen. Beschermende
regten zijn het middel om onze ontwikkeling tegen
te houden en ons in onze traagheid te doen volhar
den. Eene traagheid, die ik ons, ten aanzien zoowel
van den landbouw als van andere takken van voort
brengenden arbeid, door deskundigen hoor verwijten."
Zoo sprak Thorbecke.
Op 1 Januari 1848 liet een Bastint in een
zijner redevoeringen over: „le libre-échange"
zich ongeveer aldus uit
De vrijheid, Mijne Heeren, is niets anders dan de
onbeperkte beschikking over zichzelf, over zijn ar
beidskracht, over zijn vermogen. Maar beschikken wij
daarover vrijelijk, als wij daarover niet bij wijze van
ruil mogen beschikken, omdat dat aan een ander
mensch onaangenaam is? Wanneer ik door het aan
wenden van zorg en arbeid een zaak heb voortge-
brach, een meubel b.v., heb ik daar dan wel de on
beperkte beschikking over, als ik het niet naar België
mag sturen, om vandaar laken te krijgen En merkt
op dat het er weinig toe doet of de ruil wel zoo recht
streeks tot stand komt. Wil ik dat meubel sturen
naar België in ruil voor laken of naar Engeland voor
een wissel of naar Arabië voor koffie of naar Peru-
voor goud al die zaken zullen mij dienen om het
Belgische laken mee te betalen. Maar als mijn lede
maten mij toebehooren, en als het mijn zaak is ze
tegen koude te beschermen, dan moet ik vrij zijn in
de keuze van kleedingstukken. Als een derde zich
plaatst tusschen mij en mijn ledematen en de bruta
liteit heeft mij tot de duurste wijze van kleeden te
dwingen, omdat mijn nadeel zijn voordeel is, dan randt
hij mijn beschikkingsrecht, mijn vrijheid aan
Wilt gij de zaak verduidelijkt zien, M.M. H.H.
Stelt u voor dat die dwang buiten de wet omgaat,
dat de laken- en katoenfabrikanten bij de wetgevende
macht komen en aldus den députés toespreken
„Wij hebben bedacht dat er te veel laken en te
veel katoen in het land is; dat als men de vreemde
producten weerde, onze artikelen zeer gezocht en dan
ook duurder zouden zijn, wat voor ons een groot
voordeel zijn zou. Daarom vragen wij u om op kosten
van de schatkist aan de grenzen mannen te zetten,
die het laken en het katoen zullen weren."
Stelt nu dat de députés antwoorden: „Wij begrij
pen dat dit voor u heel voordeelig zijn zal, maar
waarlijk wij kunnen de kosten van die belemmering
niet ten laste der schatkist brengen. Als het Belgi
sche laken u in den weg zit, weert gij zelve het; dat
is wel 't minste wat gij doen kunt!"
Ziet, wanneer uit kracht van dit advies de fabri
kanten door hun bedienden de grenzen Tieten bewa
ken, opdat er geen laken kon ingevoerd worden, wan
neer zij zoodoende u ontzegden èn het middel om u
van buiten af te voorzien èn de mogelijkheid om daar
de vruchten van uw arbeid heen te zenden,
zoudt gij niet daartegen in opstand komen?
Maar zietmeent gij dat gij dan in een veel schitte
render en waardiger positie verkeert, omdat nu niet
de fabrikanten de grenzeu afsluiten, maar omdat de
heeren prohibitionisten veel meer verkregen hebben:
hem nu onmogelijk, rustig in de kamer te blijven
zitten en de tonen aan te hooren van hare verlei
delijk schoone stem. Hij verliet het vertrek en liep
het bosch in, zoover tot hij geen toon, geen geluid
meer hoorde. Toen balde hij de vuist en klemde
de tanden op elkaar; hij wist thans dat hij dien
man haatte.
Hoe lang hij daar in eenzaamheid en duisternis
rondliep wist hij niet, maar zeker moet het niet
kort zijn geweest, want toen hij schoorvoetend naar
huis terugkeerde, was Gerard vertrokken.
Laura ontving hem met een pruilend gelaat. «Ik
moet zeggen", zeide zij, «dat gij lang geen vrien
delijk gastheer zijt. Gerard was zeer verbaasd en
wist niet wat hij er van denken moest. Zooals gij
ziet, is hij ook maar spoedig heengegaan."
«Ik had hoofdpijn van avond," antwoordde haar
man, «en het was mij onmogelijk te blijven."
Zij zag hem aan met een onderzoekenden blik.
«Dat gij hoofdpijn hadt," zeide zij, »kan ik bijna
niet gelooven; gij hebt er den heelen dag niet over
geklaagd en het moet dus al heel plotseling opge
komen zijn". Na een poos zwijgend ging zij voort:
sik vind, Egbert, dat gij tegenover Gerard veran
derd zijt.«
«Hetzelfde zou ik van u kunnen zeggen,zeide
hij, haar insgelijks in de oogen ziende.
Haar gelaat kleurde zich donkerrood. «Het kan
zijn*, sprak zij eindelijk, «dat ik van sommige za
ken teruggekomen ben; Gerard verdient onze
achting en en onze vriendschap geheel
en al.«
«Gerard is een oud vriend van u, en zoo heb ik
hem, dunkt mij, altijd behandeld.*
«Een oud vriend van mij, nu ja, maar onze ver
houding is veranderd. Vroeger, ik meen in den tijd
waarvan onze vriendschap dateert, waren wij bei-
n.l. dat de Regeering de schatkist tot hun beschik
king stelt en u zelf laat betalen de kosten, die gemaakt
worden om uw vrijheid aan te randen
Dit geeft genoeg te denken, dunkt ons en
daarom willen wij verder over protectie liever
zwijgen.
Indien de boerenstand zijne belangen zal be
grijpen, dan vraagt hij niet om protectie, maar
dan vraagt hij eerder om een kamer van Land
bouw, opdat daar zijne belangen kunnen worden
besproken.
In eene vergadering van het Hoofdbestuur
der Hollandsche Maatschappij van Landbouw is
die wenschelijkheid reeds ter sprake gebracht,
waarop in de laatst gehouden vergadering van
de vereeniging tot ontwikkeling van den Land
bouw in Holl. Noorderkwartier door'de verga
dering met groote meerderheid van stemmen een
motie is aangenomen, waarin zij het Hoofdbe
stuur machtigt zoo mogelijk mede te werken om
een zelfstandig Ministerie van Landbouw te ver
krijgen.
Voorts zouden wij nog willen vragenZoudt
ge dat als beginsel willen beschouwen de twee
aftredende leden te laten vallen, omdat zij zich
tegen beschermende rechten hebben verklaard?
Dat kunt ge toch niet meenen.
Is men van den ijver der tegencandidaten
zóó overtuigdis hun trouw reeds zóó beproefdis
al reeds bewezen dat zij de belangen van ons
district beter zullen behartigen dan de Heeren
Th. J. Waller en A. J. Kaan
Denkt men veeleer niet aan persoonlijke be
langen, nu men zich als vurig voorstan
der der protectie verklaart
Kiezers! Laat uw stembiljet niet ongebruikt
liggen, maar brengt Dinsdag 28 Mei uw stem
uit op de aftredende leden, de H.H.
A. J. KAAN
en Th. J. WALLEK
Politiek Overzicht.
OostenrijkHongarije. Het oor
deel der pers over de verdiensten van den afge
treden Minister van Buitenlandsche Zaken voor
de vereenigde Monarchie Kalnoky, is algemeen
waardeerend.
Men verwacht dat zijn aftreden, veroorzaakt
door een binnenlandsch geschil, geen invloed zal
oefenen op OostenrijkHongarije's buitenlandsche
staatkunde.
Zijn opvolger Graaf Gulochowsky is een Pool
van geboorte en gedurende zijn verblijf als di
plomaat te Parijs, aldaar gehuwd met een prin
ses Murat. Hij wordt als een bekwaam diplo
maat beschouwd, waardig een Kalnoky op te
volgen. Reeds heeft hij den eed van trouw in
de handen van den keizer afgelegd en zijn ambt
aanvaard.
Evenals ten onzent wacht men in Hongarije
op de indiening van een kiesrecht ontwerp. Het
volkshuis had reeds een ontwerp goedgekeurd en
doorgezonden naar de Magnatentafel, die echter
conservatief als ze is, er allerlei veranderingen
in bracht waardoor de beteekenis der wet ver
loren ging. Men verwacht dat het tegenwoordig
Ministerie, van dezelfde zienswijze als zijn voor
ganger het oude ontwerp weder onveranderd bij
het Volkshuis zal indienen, het zal laten aanne
men en opnieuw in die vorm aan de Magnaten-
tafel voorleggen in de hoop dat die onderwijl
van meening is veranderd. Zooals Hongarije zit
met zijn Magnatentafel, zoo tobt Engelangd met
zijn Hoogerhuis. Wat die hoogerestanden
toch conservatief zijnNu zij hebben meer te
behoudendan het volk.
Duitschland. In Duitschland is een
wetsvoorstel aanhangig om aan de geprotegeerde
maar des ondanks meer en meer kwijnende sui
ker industrie te hulp te komen.
Door uitvoerpremien had men eerst getracht
die industrie aan te moedigen. Nu zou ingevolge
de oude wet (1891) die premie op 1 Augustus
1895 met x/5 tot l/3 verminderd worden om op
31 Juli 1897 geheel te verdwijnen.
Men had gehoopt dat middelerwijl de suiker
industrie er boven op zou gekomen zijn. Maar
den kinderen en hij was bovendien een jongen, van
wien niemand groote verwachtingen had. Nu is dat
alles anders geworden. Hij is een persoon gewor
den in de maatschappij, iemand die gewerkt en
zich ingespannen heeft, iemand die alles wat hij is
en bezit aan zich zeiven te danken heeft.«
«Dat is slechts heel betrekkelijk waar,zeide Van
Berckel. »'t Is waar dat Gerard zich op een gegeven
oogenblik heeft aangegrepen; niemand komt zonder
eigen inspanning tot een zekere hoogte. Maar later
heeft hij veel geluk gehad, zeldzaam veel geluk.
Slechts heel weinig menschen loopt het op die wijze
mee. En gij moet niet vergeten dat hij zijn aller
eerste welslagen te danken heeft gehad aan een
soort van bedrog.*
«Wat zegt gij daar?* riep Laura uit, «Gerard zou
iemand hebben bedrogen?*
«Ik weet het niet anders dan uit zijn eigen woor
den,* sprak Van Berckel, «en gij zult toch niet
willen beweren dat de geschiedenis van den aankoop
van het land voor de fabriek geheel en al het licht
kan velen.«
«Misschien zijt gij in uw recht, als gij hem zoo
scherp en liefdeloos veroordeeld,* zeide Laura. «Maar
gij vergeet dat hij geld moest hebben, omdat hij
schulden had. De toekomst van zijne moeder hing
van hem af. Hoe zoudt gij in dergelijke omstandig
heden gehandeld hebben, als de kans van rijk te
worden u plotseling werd aangeboden?*
Wordt vervolgd.
nu gaan tegen de verwachting de suikerprijzen
voortdurend naar beneden en het verbruik neemt
niet toe.
Immers de hooge belasting door de Regeering
op de suiker voor het verbruik bestemd, gelegd,
en die moest dienen om daarvan de premiën te
betalen, verhinderde eene vermeerdering van het
gebruik.
Nu wil men de bestaande premie handhaven
tot 31 Juli 1897 omdat eene vermindering daar
van de nekslag voor de suikerindustrie zal zijn.
Er is dus kans dat de tijdelijke protectie eene
voortdurende wordt.
De oorzaak van den slechten toestand der
suikerindustrie zit ook daarin dat men, toen ko-
renbouw niet meer gaf, begonnen is met den
bouw van suikerbieten. Nu is de markt daardoor
overvoerd. Èn de bouwers èn de fabrikanten
lijden er onder.
Bovendien wordt de uitvoer minder doordat
Noord Amerika onlangs een recht heeft aange
nomen op den invoer van suiker. En de Vereenigde
Staten zijn evenals Engeland de grootste ver
bruikers van de Duitsche suiker. Een fraai
middel dus dat van protectieDat is nogal het
laatste redmiddel der regeerende liberalen(Zoo
lang men niet erkend dat de veranderde tijds
omstandigheden een ander regeerstelsel noodig
maken, blijven alle middelen binnen de gege
vens van het oude stelsel (individualisme) voor
gesteld slechts lood om oud ijzer, of minder nog
waard.
De verwerping van de Umsturz-Vorlage zal
geen verdere gevolgen meer hebben.
Als de noodsuikerwet en de wet tot bestrij
ding van den slavenhandel (in Afrika) behan
deld zijn, wordt de voorjaarszitting van den
Rijksdag gesloten.
België. Evenals in Duitschland, en bij
ons voor enkele maanden is in België „protectie"
aan de orde van den dag. In de Volksvertegen
woordiging wordt druk gedebatteerd over de
voor- en nadeelen.
Het wetsontwerp waarbij die beschermende
rechten worden voorgesteld, wil tevens de vuur
en bakenrechten doen vervallen. Het laatste is
natuurlijk zeer naar den zin van de stad Ant
werpen, daar ze dan beter met andere zeehavens
zal kunnen concurreeren.
De beschermende rechten hebben echter in 't
geheel hare sympathie niet. In een door haar
aan de Regeering gericht adres, zegt zij na de
opsomming van verscheidene andere bezwaren:
„Edoch, mijnheeren, een nog hooger belang
noopt ons tot den stap, dien wij bij u wagen.
In onze oogen zal het aannemen der zoogenaamde
beschermende rechten de verhooging der kosten
van levensonderhoud en, voor sommige dier
rechten, de vermindering van dagloon onver
mijdelijk tengevolge hebben. De arbeidende klasse
dus, zal het meest getroffen worden, want het
is bij slot van rekening, op het karig budget
der arbeiders dat het belasten der noodzake
lijkste voorwerpen voor levensonderhoud druk
ken zal. Ook is het niet alleen in naam dei-
belangen van Antwerpen, maar doordrongen
van het algemeen belang en bezorgd voor het
lot der werkende klasse, dat wij u bezweren het
wetsontwerp te verwerpen."
Dat is eerst eene democratische Gemeente
raad
Naar aanleiding van de verklaringen der hee
ren De Lantsheere en Woeste, onlangs afgelegd
in de vergadering der Congo-commissie heeft
koning Leopold besloten het voorstel tot inlijving
van den Congostaat bij België op te houden tot
1896. De Minister van buitenlandsche zaken
graaf de Merode, die van oordeel was dat de
regeering te ver was gegaan om nu haar voorstel
terug te nemen, nam deswege zijn ontslag.
Om toch den Congostaat te helpen zal men nu
een ander voorstel indienen.
Cliina en Japan. Nu weer wordt uit
Shangai het gerucht verspreid, dat de Chineesche
regeering big ft weigeren, eene verhooging der
oorlogsschatting toe te staan, die door Japan
wordt verlangd wegens het teruggeven van het
schiereiland Liaqoung.
Formosa. De toestand op het eiland
Formosa, dat Japan als loon voor zijne over
winningen op China heeft gekregen wordt steeds
ongunstiger.
De inboorlingen die onder Chineesch bestuur
vrijwel onafhankelijk waren, willen zich ver
zetten tegen de inlijving bij Japan.
In het Noorden van het eiland heeft een ze
kere Koe-Hoeng-Koek een jeugdig Chinees zich
tot koning laten uitroepen en bestookt nu den
vertrekkenden Chineeschen goeverneur. Graaf
Kabayama de Japansche goeverneur is reeds met
2 oorlogsschepen op weg naar het eiland en zal
spoedig gevolgd worden door de keizerlijke garde,
met wier hulp men de inboorlingen tot onder
werping hoopt te brengen.
De ontruiming van Mantsjoerjje gaat haren
geregelden gang. De plannen omtrent de te
sluiten leening staan echter nog niet geheel vast.
Frankrijk. Inde Fransche kamer heeft
de socialist Gerault Richard-voorgesteld alle
wetten die tegen de anarchisten zijn uitgevaar
digd, in te trekken. Dat voorstel werd met
groote meerderheid verworpen.
Men is in Frankrijk evenals in Duitschland
bevreesd voor de invloeden die in de kazernes
op de soldaten worden uitgeoefend.
Daar vreest men echter minder de socialisten
dan de clericalen. Eene zeer onschuldige inter
pellatie aan de Regeering deed daarom met
meer succes het werk waar Duitschland's keizer
de Umsturz-Yorlage voor bestemd had.
De Ministers hebben verzekerd dat zij krach
tig voornemens waren de vrijheid van geweten
in de kazernes te doen eerbiedigen en geen on-