"Nieuwe Langedijker Courant", van Zondag 2 Juni 1895.
gerekte en witgedaste kellners die u bedienen,
maar voor het grootste gedeelte wordt u uw glas
toegereikt door het poezele handje eener schoone
vertegenwoordigster van het zwakkere geslacht.
„Zoo, zoo, dus Wijntje en Trijntje, anders
niets; eenvoudig een groote kermis!" hoor ik
den een of anderen mijnheer Nurks, dunkt mij
al uitroepen.
Met nurksche lieden hebben wij echter wei
nig op we zullen ze daarom maar laten praten.
Alleen willen wij opmerken dat elke Tentoonstel
ling ietwat kermisachtigs aankleeft; dat is nu
eenmaal niet anders.
De meeste menschen gaan er heen om er iets
anders te zien dan gewoonlijk er er zich tevens
te amuseeren twee redenen waarom men vroe
ger ook de kermis opging. Een Tentoonstelling
heeft echter iets tin-de-siècle kermisachtigs, alles
is er meer verfijnd. Niet alleen bevindt ge u te
midden van een meer solied publiek maar ver
schillende kermis-genietingen kunt ge ook op
meer verfijnde wijze u verschaffen.
Om dooréén gerammeld te worden behoeff ge
niet midden op straat met Jan Rap of zijn maat
te hossen, maar maakt gij eenvoudig een toertje
op de rutchbaan als ge u het groen en geel
voor do oogen wilt laten komen, stapt ge in
den wonderschommel in plaats van in een draai
molen; und so weiter
En dan kan men bovendien zijn wensch naar
kermisvreugd nog eenigermate laten zeilen onder
den vlag van belangstelling in de kunst, zucht
tot uitbreiding van kennis, bevordering van uit
breiding van handelsrelaties, en wat dies meer zij.
Er zijn zooveel pretexten te vinden
En dan werkelijk komt zoo'n ding zooveel
duizenden te goede want iedereen verdient
er wat aan dat men er, volgens onze mee
ning, reeds daarom alleen geen kwaad van mag
spreken.
Politiek Overzicht.
ïielgië. In de vacature, ontstaan door het
aftreden van den Heer de Merode, als Minister
van Buitonland8che Zaken, is voorzien, doordat
de Heer de Burlet die portefeuille aanvaardde.
Binnenlandsche Zaken heeft nu Schollaert. Als
nieuw lid van het ministerie is opgenomen de
heer Nijssens, als minister van openbare werken.
De Heer Nijssens is clericaal en voorstander van
proportioneele vertegenwoording. Bij deze recon
structie van het kabinet is tevens een, steeds door
den radicaal Janson begeerd Ministerie van
Arbeidingesteld, waarmede de Heer Nijssens
is belast, een stap voorwaarts dus op den weg
van organisatie van den arbeidhier te lande
ook door den leider der democratische-antirevo-
lutionaire partij begeerd en door de sociaal
democraten als onmisbaar voorde verwezenlijking
van hun doeleinden beschouwd.
Tegen een mogelijk voorstel, van regeerings-
wege in te dienen om aan den Congostaat een
crediet te verleenen (men spreekt van f 4.500.000)
neemt de tegenstand voortdurend toe. De regee
ring beloofde eerst het rapport der commissie af
te wachten eer zij nieuwe voorstellen doet.
FVanltrijlï:. De fiuancieele plannen van
Minister Ribot tot dekking van het tekort van
frc. 1.000.000 op de begrooting, (een blijvende
kwaal van meest alle begrootingen) zijn deze week
in de commissie behundeld. Reeds aanstonds bleek
er een principeel verschil tusschen den Minister
en de commissie in de opvatting van de wijze
waarop in het te kort moet worden voorzien.
Wilde de minister nieuwe belastingen invoeren,
de commissie verklaarde zich voor bezuinigingen.
Ingevolge die verklaring heeft de Minister zijn
collega's uitgenoodigd op te geven hoeveel erin
hunne departementen nog kan bezuinigd wor
den. Een vreemde vraag in een land met een
niet sluitende begrooting.
Hebben de Ministers reeds terstond zuinigheid
betracht dan zal hun antwoord niet bevredi
gend zijn voor de commissie. Men verwacht
daarom ernstige verwikkelingen.
Aan de gedachte dat het toch eigenlijk de
groote geldmannen van de beurs zijn die door hun
kapitaal het leven der volkeren beheerschen is deze
week uitdrukking gegeven door een interpellatie
van den heer Denis over de Israëlieten.De socialist
Rouannet stelde naar aanleiding dier interpellatie
eene motie voor, waarbij de regeering wordt uit
genoodigd krachtig op te treden tegen de bedric-
gelijke practijken der groote financiers.
Met 299 tegen 206 stemmen besloot de kamer
over te gaan tot de orde van den dag. Toch
blijft het indienen der motie en de betrekkelijk
groote minderheid teekenend voor de toestanden
aan de Beurs en het feit dat inderdaad het geld
de wereld regeert.
Italië. De verkiezingen in Italië, van
candidaten voor de kamer zijn jl. Zondag, orde
lijk afgeloopen. Dank zij den door hem genomen
krassen maatregelen, verkreeg de Heer Crispi
eene groote meerderheid.
Ter zelfder tijd dat de slechts door zijn verle
den de reactie en het geweld, gehandhaafde pre
mier, zich mag verheugen in de overwinning bij
de stembus, verschijnt in de Parijsche Figaro
eene reeks brieven betrekking hebbende op het
beruchte Banca Roinana-schandaal. Crispi wordt
daarin zeer gecompromitteerd. Voor 50,000 francs
moet hij aan den beruchten De Reinach, twee
ridderorden verkocht hebben. Van de Banca
Romana heeft hij ongeveer 1,400,000 francs ge
trokken. En toch blijft hij de eerste minister.
Tot nog toe zijn gekozen 326 leden der re-
geeringspartij, 102 leden der oppositie, 31 radi
calen en 14 sociaal-democraten. Er moeten 35
herstemmingen plaats hebben.
Formosa. Van den jeugdigen Chinees
die zich tot koning had laten uitroepen, wordt
thans niet meer gerept.
Wel wordt gemeld, dat op Formosa de repu
bliek is uitgeroepen, en de Chineesche goever-
neur Tang-Ching-Sung tot president dier nieuwe
republiek gekozen. Men vermoedt dat of China,
of Frankrijk (het laatste wel wat onwaarschijnlijk)
hier de hand in 't spel heeft. Woensdag zijn de
Japanners ln een der havens van het schoone
eiland ontscheept. Men verwacht vijandelijkheden.
Een nader telegram luidtDe vijandelijkhe
den zijn op Formosa begonnen. De Japanners
bombardeerden Koelung.
Cuba. Het blijkt op Cuba toch niet zoo
gunstig gesteld te wezen, als de generaal Mar
tinez Campos het gaarne voorstelt. Vooreerst
duurt de opstand langer dan hij voorspeld had
en dan vraagt hij maar voortdurend versterkin
gen aan.
Eerstdaags vertrekken eenige regimenten cava
lerie derwaarts. Een bataillon mariniers oorspron
kelijk voor do Philippijnsche eilanden (O. Indië)
bestemd gaat dan tevens naar Cuba.
Het onlangs verleende crediet tot demping
van deu opstand is reeds gebruikt. De regeering
zal zich dus nieuwe middelen moeten verschaffen.
Buitenland.
De Duitsche regeering heeft een tabel la
ten maken van de gemiddelde graanprijzen, ge
durende de jaren 1885 tot 1894, op de vijf
grootste Europeesche marktende agrariërs (hier
protectionisten) beweren nl., dat iovoerrechten
de graanprijzen niet verhoogen.
Het volgende staatje is eene vergelijking tus
schen Berlijn en Amsterdam
Berlijn.
Amsterdam.
1885
140 mark.
117 mark.
1886
130
103
1887
120
93
1888
134
92
1889
155
103
1890
169
121
1891
211
171
1893
133
113
1894
117
92
Vrouwelijke zeelieden.
Een Californische dame, gravin Polma, is de
eerste dame, die in de Vereenigde Staten het
diploma van scheepskapitein heeft verkregen. Zij
voert het bevel over een groot jacht, haar eigen
dom. Een andere dame, mevrouw W. Carnegie,
heeft bij de zeilvereeniging te New-York aanvrage
gedaan, de vlag dier vereeniging te mogen voe
ren. Zij heeft reeds verscheidene lange reizen op
den Atlantischen Oceaan. De leden der club
zijn verslagen en men verwacht dat het er bij
de stemming hard zal toegaan. Verder heeft ze
kere juffrouw Denmoor als scheepsjongen de reis
meegemaakt van Boston naar Liverpool.
Meer vrouwelijke zeelieden vinden wij in de
Vereenigde Staten niet vermeld.
Europa schijnt in dit geval meer geëmanci
peerd te zijn. De Seeverliehrs-Korrespondenz
noemt de namen van vijf-en-twintig Duitsche
vrouwen, die op schepen betrekkingen beklee-
den, welke anders door mannen vervuld worden.
Dressuur van zeehonden.
Te Cuxhaven woont een Amerikaan, die in
deu afgeloopen winter en in het voorjaar door
de Finkenwarder visschers jonge zeehonden heeft
doen .vangen, om deze dieren te dresseeren. In
korten tijd had hij ze reeds zoover gebracht,
dat zij stukjes visch uit zijne hand kwamen
eten en dat eenigen bij het oproepen der na
men, die hij hun had gegeven, dadelijk te voor
schijn kwamen.
Naar hij zegt, laten de zeehonden, die langs
de Amerikaansche kust leven, zich niet in zoo
ver dresseeren, en daarom is hij naar Duitsch-
land gekomen, om te zien wat hij "met de zee
honden der Noordzee kan uitvoeren. Hij wil ze
zoover brengen, dat zij trommelen, een pistool
afschieten enz., en kunnen naar de tot nu toe verkre
gen resultaten te oordeelen, schijnt dit wel mo
gelijk te zijn. In het bericht rit Cuxhaven
wordt niet gemeld of dit louter liefhebberij is,
dan wel een speculatie op kermis- en andere
vertooningen.
348ste Staatsloterij.
Maandag 28 Mei 1895.
5e KLASSE 13e lyst.
No. 14704 f 5000. No. 10149 f 2000. No. 3697, 12264,
14563 en 15622 ieder f1000. No. 685, 9495 en 11475
ieder f 400. No. 318, 3295, 6528, 12934, 12970,15916 en
16055 ieder f200. No. 456, 2282, 2686, 2736,3520,3899
6890, 7266, 8880, 10244. 11365, 14747, 16009, ln 19055
ieder f100.
Woensdag 29 Mei 1895.
14e lfjst.
No. 900, 1325, 9287, 12575 en 17068 ieder f 1000. No.
298, 870, 1904, 2083 en 14118 ieder f400. No. 12376
12695, 18607 en 20683 ieder f200. No. 1677,4970,7150
7550, 9852, 10280, 10634, 11508, 13895, 14663, 16817,
17953 en 20180 ieder f100.
Donderdag 30 Mei 1895.
15e lijst.
No. 11379 en 18755 ieder f 1000. No. 3101, 5592,7378
en 19571 ieder f400. No. 4504, 6343,7134,12878,14324
en 18935 ieder f200. No. 2177 2491,7493, 11836,14806
16245, 18197 en 19062 ieder f100.
16e lijst.
Vrijdag 31 Mei 1895.
No 16091 f50.000. No. 4315 en 15010 ieder f1000.
No. 4867, 4957, 6593, 10715, 10158 en 18677 ieder f400
No. 2119, 2210, 14499, 14701, 19246, ed 20193 ieder
f200. No. 1709, 4768, 8103, 9511, 11184,17767 en 19705
ieder f100.
PREDIKBEURTEN.
NED. HERV. GEM. OUD-KARSPEL.
Zondag 2 Juni voormiddags 9.30 uur,
Maandag 3 Juni geen dienst'
ds. Stramrood.
NED. HERV. GEM. NOORDSCHARWOUDE.
Zondag 2 Juni voormiddags 9.30 uur, Ds.
Habbema. Doopsbediening. Collecte voor de Ned.
Zend. genootschap.
Maandag 3 Juni geen dienst.
GER. GEMEENTE.
Zondag 2 Junivoorm. 9 uur, nam. 2 uur.
Maandag 3 Juni voormid 9 uur. Ds. Boeijenga.
NED. HERV. GEM. ZUIDSCHARWOUDE.
Zondag 2 Juni v. m. 9.30 uur, Ds. Melchers.
Doop,
NED. HERV. GEM. BROEK OP LANGEDIJK.
Zondag 2 Juni vm. 9 uur, nam. 2 uur
Maandag 3 Juni 9 uur. Ds. Gemser.
GEREF. GEMEENTE A.
Zondag 2 Juni v.m. 9.30 Prof. D. K. Wie-
linga, Leeraar a. h. Theol. school te Kampen,
nam. 2.30 dezelfde.
Maandag 9.30 Prof. D. K. Wielinga.
GEREF. KERK B.
Zondag 2 Juni vm. 9 u. Ds. Bakker, nm. 2 u.
ds. Bakker.
Maandag 3 Juni, 9 uur Ds. Bakker.
DOOPSGEZINDE GEMEENTE.
Zondag 2 Juni voorm. 9.45 uur ds. Vrijer.
Maandag geen dienst.
Marktberichten.
S C H A G E N, 30 Mei 9 Paarden f 65 a
220., 55 Geldekoeie f 100 ,a 'f 230, 50 Kalf-
koeien f 130 a 210, Vaarzen f 0 a f 0
36 Nuchtere KalverenfS a 18, 165 Schapen
15. a f 26,1530 Lammeren f 8,a f 15,40
magere Varkens f 8 a f 15, 126 Biggen t 4.a
7,50 Boter per kg. f 0,80 f0,90 Kipeieren
2,75 a f3.f per 100.
ALKMAAR, 31 Mei Aangevoerd 336
stapels Kaas, wegende 118536 Kg. Kleine f27.50
Commissie f24.Middelbare f25.50
137 HL. Granen, als 12 Tarwe f' 6,— a
f 7,—, Rogge f a f Gerst
f af,, 4 ld. Chev. f a f
96 Haver f2,35 a f,275 Paardenboonen
f af, 4 Bruine f20,— a f
Citroen f 17,a fDuiven f a
f-Witte f 17,a f5 Kanariezaad
f 8,Rood Mosterdzaad f'af
Geel id. f af, Koolzaad f
a f Lijnzaad f af, 1 Kar-
wijzaad fa fBlauw Maanzaad
fa f15 Groene Erwten f 16,a
f—Grauwe id. f 14,50 a f20,— Vale id.
f af, Witte f af,.
ALKMAAR 1 Juni 1895. Aangevoerd 18
Paarden f100.— a f 15031 Koeien f 70
160.38 Nuchtere kalveren f 6.a f '14.
157 Schapen f 10. a f 24.797 Lammeren f 0.—
af 14.102 Magere varkens f lO.a f13.317
Biggen f4.af 6.50; 14 Bokken en Geiten f 3.
a f 8.6 kleine id. f 0.70 a 11.Aardappelen fl.25
f nieuwe p. mandje f Wortelen f per
100 bos Kippen f 0.20 a f 1.50 Konijnen f .15 a
Kipeieren f'2.75 a f3.25 per lOOstuks Eendeieren
4. per 100 stuks; Boter per kop f 0.45 a f 0.50
Peren f per zak; Bloemkool t.af per 1.0
Uien fö.00 per 100 bos Eenden f .70 a fper stuk
Allerlei.
De nagels als kenmerk van karakter.
Wij leeren altijd wat nieuws. De autoriteiten op
het gebied van karakterkunde zijn nu tot de
ontdekking gekomen, dat iemands karakter uit
zijn nagels te beschrijven is. Volgens hen is-
iemand met breede nagels zacht en beschroomd
van aard. Iemand, wiens nagels op zijde in het
vleeseh groeien is weelderig. Zwaarmoedige en
ziekelijke menschen hebben altijd bleeke of lood
kleurige nagels, terwijl eon man van een krijgs
haftig en vurig karakter meestal roode en ge
vlekte nagels heeft. Kleine nagels zijn een ken
merk van stijfhoofdige, verwaande of onwetende
of onbekrompen menschen, terwijl geboren go-
leerden en personen van vrijzinnige beginselen
goed ontwikkelde, ronde of ovale nagels hebben.
Een man of vrouw met smalle nagels is eerzuch
tig en twistziek. Een witte plek op den nagel
beteekent ongeluk.
Menscheiietei'8.
Het is wel zonderling, doch het blijft desniet
temin een feit, dat in het jaar 1895, tegen
het einde der verlichte 19e eeuw, ondanks stoom
kracht, electriciteit, luchtballons, enz., er toch
nog gansche volken zijn, die elkander verslinden
en van dat menschenvleesch hun voornaamsten
schotel maken. De Engelsche bladen hebben
onlangs verscheidene gevallen van kannibalisme,
welke in den archipel van Ysava op do Fidzji-
eilanden, die sedert twintig jaar door Engeland
bestuurd worden, hebben plaats gehad. Gansche
stammen hebben, na hun buren geplunderd en
vermoord te hebben, de lichamen hunner ver
slagen vijanden opgenomen, om er hun maaltijd
mee te doen. De Engelsche gouverneur, sir John
Thurston, moest een flinke macht mobiliseeren,
om de orde te herstellen, en die afschuwelijke
feesten te doen eindigen.
Men moet weten, dat het kannibalisme eertijds
een deel van den godsdienst der bewoners der
Fidzji-eilanden uitmaakte. De namen van enkele
hunner goden,als „de god van de slachting," en
„do god, verslinder van menschenhersens" wij
zen voldoende het verschrikkelijk karakter aan
der plechtigheden, te hunner eer gevierd. De
godsdienst achtte natuurlijk welwillendheid een
misdaad, daar de goden van bloed houden, zoo
dat het misdadig zou zijn, het niet voor hen te
vergietenna hun dood werden de mannen, die
nooit iemand gedood hadden, voor de haaien
geworpen. De kinderen die geofferd moesten
worden, op de feesten werden aan kinderen van
hun leeftijd overgeleverd, die dus tegelijk voor
beul en voor kok leerden. De maaltijden vau
menschenvleesch, van vleeseh van „het groote
varken," zooals zij het noemden, waren een
heilige plechtigheid, waaraan vrouwen geen deel
konden nemen en terwijl de mannen zich van
hun vingers bedeinden, om de gewone spijzen
tot zich te nemen, mochten zij het heilige vleeseh
slechts aanraken met vorken van hart hout,
die met grooten eerbied bewaard werdenzoo
dienden ook de ovens, waarin het menschen
vleesch gebraden werd, nooit tot een ander
doel. De moeders wreven met het vleeseh van
den dooden vijand de lippen hunner kinderen.
Overigens was het een eer, die men een vij
and bewees, wanneer men hem opateen ver
achten tegenstander kookte men wel maar men
at hem niet op. Koning Thakimbau, die later
bekeerd en door de Engelschen erkend werd als
wettig koning van den ganschen archipel, was
gewoon, dengene, dien hij als souper wilde
verorberen, met zijn knots aan te wijzen. Wan
neer dit den ongelukkige niet beviel en hij om
genade smeekte, werd hem de tong uitgerukt,
die dan rauw door den monarch verslonden werd.
Eu toen Engeland onderhandelde, om zijn sou-
vereiniteit to doen erkennen, toen de zende
lingen en de Engelsche ambtenaren bij de hoof
den er op aandrongen, om het kannibalisme te
doen ophouden, verdedigen de steunpilaren van
het oude geloof krachtig hun oude instellingen,
o. a. met de bewering, dat het een plicht tegen
over de maatschappij was, de lagere klassen goed
onder den duim te houden. Die overdreven con
servatieven hebben eindelijk toegegeven; thans
zijn die elkanders christenen althans in naam
en daargelaten eenige oogenblikken van men-
schelijke zwakheid, zooals bij de bewoners van
de Yasava-groep gebleken is, kan men zeg
gen, dat het kannibalisme opgehouden heeft,
sedert de archipel behoort tot het Engelsch ge
bied. Maar nog spreken zij er met verrukking
over, verzekeren reizigers, die in de laatste ja
ren ondet; hen vertoefd hebben vooral de dijmoet
heerlijk smaken en verder het nierenvet; dit laat
ste heeft te meer waarde, daar het, naar zij
meenen, een deel der krachten van den ge
storvene op den gebruiker overbrengt. Yleesch
van bliftiken wordt niet gezocht, tenminste door
de Australische, negers, daar zij er misselijk
door worden, wegens den zouten nasmaak, en
dat is niet te verwonderen, tiaar zij op die eilan
den van thee, brood en gezouten vleeseh leven.
De zonen van het „Hemelsche rijk" zijn meer
gezocht, daar zij vooral van rijst en groenten
leven.
Dat eene gebrek uitgenomen, zijn de kanniba
len al even volmaakt als andere menschen.
- De stad Londen moet elk jaar aan de
Britsche staatskas zes hoefijzers met de daarbij
behoorende nagels als pacht voor een stuk grond
leveren, dat in het 1234 dooreen hoefsmid voor
't bouwen eener werkplaats van den staat tegen
inlevering van deze natuurpacht werd gepacht
en later in het bezit der stad Londen overge
gaan is. De hoefijzers en nagels zijn sedert 1234
stipt elk jaar afgeleverd geworden.
Een goud-koning.
Parijs heeft de laatste dagen een koning bin
nen zijn muren gehad, den koning der mijnen,
den heer Barnato.
Deze naam zegt niets aan hen, die niet de
gebeurtenissen in Zuid-Afrika volgen, en
evenwel is hij populair, niet alleen aan de Kaap,
maar ook te Londen, want de heer Barnato is
een macht, hij maakt regen en mooi weer op
de markt der goudmijnen. Indien hij alleen ge
lukkige speculator was, zou hij weinig belang
wekkend zijn, maar zijn leven is zonderling als
een roman, want men ziet niet alle dagen een
man, die, voor twintig jaar maar dertig gul
den had en er nu op zijii minst 100 miljoen
heeft.
Toen, voor twintig jaar, kwam er, wie wete
hoe, een circus uit Engeland in Zuid-Afrika aan,
te Kimberlev. Het was geen groote circus; hij
bestond slechts uit den directeur, diens vrouw
een clown en twee geleerde ezels. Op dat tijd
stip was Kuinberley nog niet de stad der dia
manten, die zij, sedert is geworden. De circus
deed slchte zaken en op een mooien morgen
waren de directeur en de directrice op deu
loop en lieten den clown achter met de beide
ezel, de tent en dertig gulden in den zak. Wat
kan men doen met twee ezels te Kimberley
Gaan wandelen. Dat deed de clown, meneer
Barnato, de held dezer geschiedenis.
Bij zijn tweeden tocht in den omtrek van
Kimberley, vond hij in het veld sporen van
diamanten, hij toonde ze aan een mijnwerker, ging