.Nieuwe Langedijker Courant", van Zondag 16 Juni 1895. Van de Tentoonstelling, ging der geheele zeekust van Rijnland af tot den Helder, aangezien de zorg voor al deze wer ken, met uitzondering van de Hondsbossche zee wering, wier onderhoud op andere wijze is ge regeld, bij den Staat behoort; 4o. de wijze van handelen van Gedeputeerde Staten, ook waar zij van hun breedvoerig toe gelicht beginsel zijn afgegaan om door toenade ring hunnerzijds het geschil met de regeering ten einde te brengen, wordt goedgekeurd en er alzoo in beginsel mede wordt ingestemd dat óf wel voor buitengewone, door het rijk te ver richten werken, eene bijdrage uit de provinciale fondsen worde verstrekt, waaromtrent telkens, zoo noodig, nadere voorstellen zullen worden ingewacht, óf wel eene wettelijke regeling tus- schen rijk en provincie tot stand kome; 5o. goed te keuren de uitgave van f 658 be reids door Gedeputeerde Staten gedaan en vol daan uit den post hoofdstuk VIII afdeeling II, „Bijdragen voor het onderhoud van zeeweringen en „calamiteu8e dijken" van de begrooting der enkel provinciale en huishoudelijke inkomsten en uitgaven voor 1895, voor het overhalen en verbreeden van het duin op een punt ongeveer 440 M. benoorden Callantsoog 6o. Gedeputeerde Staten te machtigen den zanddijk vóór den Voordijk, door den rijks- en provincialen waterstaat aanbevolen ter herstelling van den weggespoelden duinregel, geheel voor rekening der provincie, door den polder Callants oog te doen maken 7o. Gedeputeerde Staten uit te noodigen de bovengenoemde besluiten ter kennis te brengen van den minister van waterstaat, handel en nijverheid. Uit een breedvoerige toelichting blijkt, dat de regeering ten stelligste ontkent verplicht te zijn tot onderhoud der zeeweringen in de provincie Noord-Holland tegen de Noordzee, behalve van de Heldersche zeewering, de zeewering (zanddijk) vóór het dorp Callantsoog, het steenon hoofd vóór Petten en de beplanting van de duinen aan de zee, zijnde alleen de objecten in het Kon. besluit van 1876 bij name vermeld. Ged. Staten daarentegen beweren, dat die on derhoudsplicht wel voor de regeering bestaat, dat die ontstaan is door de historische ontwik keling van de kust, dat die bevestigd is in het Kon. besluit van 1876, waarin alles genoemd is, wat op dat oogenblik genoemd kon worden en dat die erkend is vóór 1876 toen de minister Thorbecke verdere werken benoorden Petten voor rekening van het rijk nam, en na 1876 toen al die werken op de kust door het rijk zijn aangelegd. In het belang der zaak en met het dreigend gevaar voor oogen is door hen van hun begin sel afgeweken en hebben zij voorgesteld ver schillende wijzen van toenadering, om althans het water uit het land te houden. De regeering heeft evenwel alle voorstellen van de hand ge wezen. Ged. Staten hopen nu, dat door een besluit der Prov. Staten de minister van waterstaat tot andere gevoelens zal worden gebracht, maar meenen in afwachting daarvan niet te mogen stilzitten. (Tel.) Uit den tijd toen er geen brandkasten waren Door den aannemer Huten te Naarden is bij het afbreken eener oude boerderij bij Weesp in den grond gevonden een zeer gave kruik met 152 zilveren munten uit de 17e en 18e eeuw. Liever hij dan wij Een ingezetene van Dubbeldam heeft aan gifte gedaan van de geboorte van zijn 29e kind. Door H. M. de Koningin-Regentes is van de pachters van landen in den Sophiapoldei* (Noord-Beveland), die tot het Rijksdomein be- hooren een groote restitutie van de pachtsom teruggezonden. Hierdoor is de schade, die hen getroffen had door het inloopen van den polder, weder belangrijk minder geworden. Snugger! Een koopman had een klant, die zijn rekening lang liet loopen en dientengevolge liet hij hem machteloos had gevoeld. Nu was het hem duide lijk niet dat er een breuk tusschen hen was gekomen, maar dat er nooit een band tusschen hen had bestaan. Zij had dat van den beginne geweten, en hij beefde er voor terug zich zeiven te beken nen waarom zjj niettemin hunne verbintenis toch had gewenscht. En nu was het geschied, wat zij zoozeer had gevreesd, waarover zij hem op hun huwelijksdag, met bleeke wangen, zelfs met tranen in de oogen had gesprokenzij had zich naast hem verveeld, terwijl hij zich aan hare zijde te volmaakt gelukkig had gevoeld om het te bemerken. Langzamerhand, terwijl zijne gedachten verder gingen, bepaalden zij zich bij het tooneel van den vorigen avond, en bitter berouwde hem zijn dritt. Hij had- de zaak niet zoo hoog moeten opnemen; door zijne toornige woorden had hij de hare uitge lokt. Misschien waren zij zoo erg niet gemeend ge weest, misschien en een oogenblik scheen een zoete hoop hem te vleien. Maar neen! neen! klaagde zjjne ziel, zijn drift had niets gedaan dan hare be kentenis verhaasten. Wat zij nu tot hem had ge sproken, had zij reeds vele malen tot zichzelve ge zegd. En nu zag hjj haar weer, zooals hij haar zoo vaak had gezien, zonder haar te begrijpen, met haar blik vol kwalijk verholen minachting tot hem op geheven. Hij herinnerde het zich, hoe zij dikwijls met zijne beste, zijne edelste gedachten den spot had gedreven, niet uit moedwil, maar omdat zij hem niet begreep, omdat hunne zielen niet voor elkander geschapen worden. En nu zag h\j in, welk een rol hij in haar leven had afgespeeld. Hoe hij een brief zenden, waarin hij tot betaling aan gemaand werd. Veertien dagen later, gedurende welke de rekening wederom was gestegen, werd een nieuwe brief gestuurd en als antwoord hierop kwam hot geld van den klant met een briefje, waarin hij aankondigde dat hij in het vervolg bij een ander zou koopen. Wat nu P vroeg de vrouw van den koop man, die klerk, boekhouder, kassier enz. was. Dat is weder een goede klant verloren. Nog niet, luidde het antwoord. Schrijf maar, dat die domme klerk van ine aan den ver keerden persoon heeft geschreven en dat hij voor zijn zorgeloosheid ontslagen is. Postbeambte (die van zijn reis naar Italië vertelt). en een hemel! een hemel! zoo blauw als eenbuitenlandsche brief kaart Diamanten bruiloft! Te Haps heeft het echtpaar Petrus Barten en Anna Poelman zijn diamanten bruiloft ge vierd. Het geheele dorp was in feestdag;, zes eerebogen waren opgericht; er werd een optocht gehouden, voorafgegaan door gardes d'honneur en bestaande uit praalwagens, gilden in feest gewaad, de schoolkinderen, muziek- eu fanfare gezelschappen, die de jubilarissen afhaalden en naar de kerk begeleiden. Ten opzichte van het hoenderhok valt het volgende op te merken 1. De wanden moeten gewit zijn; 2. Een ven ster moet het hok verlichten, met fijn tralie werk er voor, zoodat men 't bij het warme weer open kan laten staan, zonder vrees voor het bin nensluipen van ongedierte; 3. De rekken moe ten zoodanig aangebracht zijn dat de hooger zit tende kippen, de lager zittende niet kunnen be- vuilen; 4. De rekken moeten om de 14 dagen uitgenomen en gereinigd worden 5. Alle weken moet de mest uit het hok verwijderd en dit terdege schoongemaakt worden 6. Het hooi of het stroo moet men om de 3 of 4 weken uit de hokjes nemen, deze met heet water uitbroeien en opnieuw weer met versch strooisel vullen. De Tweede Kamer heeft het wetsvoorstel van den heer De Savornin Lohman tot wijziging van art. 54b der wet op het lager onderwijs met 41 tegen 34 stemmen aangenomen. De motie-Beelaerts van Blokland, aandringende op een wettelijke voorziening tot het verkrijgen van eenheid van tijdrekening, werd aangenomen met 57 tegen 15 stemmen. ii. Wij beginnen met te zeggen, dat wij tot ons genoegen kunnen constateeren, dat de inzendin gen langzamerhand gereed komen, zoodat eenig uitzicht bestaat dat tegen Augustus ongeveer al les wel zoo wat klaar zal zijn. Pessimisten be weren dat men het op den dag der sluiting nog niet zoover gebracht zal hebben maar pessimis ten zijn er altijd, en men moet voorzichtig zijn om met hen rekening te houden. Zooveel is zeker dat, als men thans het hoofd gebouw binnentreedt, men al een vrij goed over zicht krijgt van verschillende afdeelingen. Den middelsten den eigenlijken hoofdin gang binnentredende, komt men in de Neder- landsche afdeeling althans de afdeeling, welke dien naam draagt, omdat er ook Nederlanders exposeeren. Om te beginnen ziet gij er echter niets dan Belgische, Eransche, Engelsche en Amerikaansche inzendingen. Dat geeft bij het binnenkomen wel een goeden indruk van de Tentoonstelling, maar volstrekt niet van onze vaderland8che nijverheid. Nu zult gij vragen hoe al die vreemde inzen ders dan toegelaten zijn om de eereplaats in onze afdeeling in te nemen Och, de zaak is doodeenvoudigde Hr. de Gruijter, de bekende magazijnhouder van de Leidschestraat heeft dadelijk bij den ingang 200 in den aanvang een noodzakelijk cijfer was geweest in de berekeningen van haar vader, die ook voor haar geen geheim waren. Hoe hij haar daarna in den weg had gestaan, omdat de liefde harer jeugd te sterk voor haar was geweest. En hoe het thans voor haar geluk, voor hare zielsrust, voor alles, be ter zou zijn als h(j er niet was. In zijn bittere zielesmart zag hij om zich heen, als zocht hij iemand die hem troosten en helpen kon. Het was tegen den ochtend, de starren be gonnen te verbleeken en in het oosten werd de hemel helderder. Als een dicht weefsel van parels en diamanten had de dauw zich aan de rosse na jaarsbladen, aan de webben en herfstdraden vast gehecht. Langzaam rees de zon aan den hemel, en hare eerste stralen troffen den naar lichaam en geest verkleumden man als de aanraking van een warme vriendenhand. De stille schoonheid der na tuur verzachtte zijn hart, zijne oogen vulden zich niet tranen. Zoo warm en zoo krachtig was zijne liefde voor Laura, dat op dit oogenblik zijn mede lijden met haar grooter was, dan zijne droefheid over zijn eigen leed. Hij kon zichzelf vergeten en denken aan zijne schoone, naar genot hakende vrouw, als aan een kind, wier toekomst, wier ge luk hij had verwoest. Ja, dat had hij gedaan. Met zijn eigen hand, die hij, zooals hij meende, slechts tot zegenen had uitgestrekt, had hij den vloek over haar gebracht. Hij was niet onschuldig, hoe gaarne hij het ook had willen zijn, om op dat oogenblik de kwellende smart van het berouw van zich af te weren. Hij was niet onschuldig. Als hij onzelfzuch- meters plaatsruimte gehuurd, en daar de goede ren geëxposeerd van een aantal zijner leveranciers uit het buitenland. Hij schiep een fraai geheel en maakt daarmede reklame voor zijn zaak. Hem duiden wij dit niet euvel; wel betreuren wij dat het Comité, onder welk pretext dan ook, zulk een aantal buitenlanders in onze afdeeling heeft toegelaten. Verderop zien wij ook de producten uit de abtdij der Benedictijners van Técamp,hoewel wij er nooit van gehoord hebben dat Frankrijk ons zijne gemeente Técamp heeft afgestaan. In werkelijkheid is de geheele Tentoonstelling eigenlijk uitsluitend een buitenlansche. Over het algemeen worden groote internationale Tentoon stellingen gesplitst in twee gelijke deelen het land waar de Tentoonstelling gehouden wordt behoudt zich de eene helft voorde andere helft wordt verdeeld onder het buitenland. Bij ons is het echter geheel anderswij nemen niet meer dan een zéér bescheiden plaatsje in zóó beschei den zelfs, dat, als wij zelf er in het geheel niet waren, we bijna niet gemist zouden worden. Al thans zou dat gemis niet merkbaar worden gevoeld. De kwantiteit onzer inzendingen is allerbe droevendst de kwaliteit lateu wij buiten be sprekinghet ongelijk is uitsluitend aan de thuisgeblevenen, want werkelijk, onder de wei nigen, die er zijn, tellen wij huizen van naam, die zich heel wat moeite hebben gegeven om kranig voor den dag te komen. Maareen enkele bonte kraai maakt nog geen winter Wie hun best hebben gedaan, zijn de Fran- schen. Hun afdeeling is wonder schoon en op zich zelve een bezoek aan het hoofdgebouw waard. Het is het land dat nog het meest een volledig beeld geeft van zijn industrie, al missen we er ook een aantal takken van Fransche-nijverheid. De meubels, de bronzen en de damestoiletten, welke wij er zien uitgestald, zijn eenvoudig ver rukkelijk. Ook de Italiaansche afdeeling is zeer belang wekkend, hoofdzakelijk door hare marmeren beelden en gebeeldhouwde meubelen. De Belgen, die steeds op Tentoonstellingen zoo kranig voor den dag komen, zullen ook hier een goed figuur maken. Hoewel zij nog lang niet gereed zijn, is dit nu reeds te zien. Midden in hun compartiment zullen zij een wintertuin aan- leggen, welke als eeresalon zal dienst doen. Duitschland zond ons slschts een luttel getal inzendingen, zeker tegen ieders verwachting. Al gemeen had men gedacht dat deDuitschers hier, zooals men zegt, „eeils flink zouden uitpakken." Zij schijnen echter van oordeel geweest te zijn, dat het beter was dit niet te doen en wij heb ben daarvan bereids een verklaring hooren ge ven. De Oosten rij ksche afdeeling telt stechts enkele bepaalde inzenders; liooidzakelijk vindt men er étalages waar verkocht wordt. De Russische afdeeling bestaat bijna uitslui tend uit pelterijen, 't Is waar, daarvan is slechts ééne inzending, terwijl andere takken van nij verheid nog door een half dozijn inzenders zijn vertegenwoordigd. Maar die ééne inzending van pelterijen, neemt minstens 6 maal meer plaats in, dan de andere zes inzendingen bij elkaar. Bovendien, wij vinden er prachtige artikelen en eene sorteering zooals wij gelooven dat men te vergeefs in eenig magazijn van bontwerken bij ons te lande zou zoeken. Hiermede hebben wij een vluchtigen blik ge worpen op de verschillende landen, die elk een afzonderlijke afdeeling vormen. Natuurlijk komen wij er later op terug. Verder hebben wij nog een paar groote gale rijen te vermelden waar de voortbrengselen van andere landen zullen komen te staan en waar we tot nog toe hoofdzakelijk eenigo Oosterlingen vinden, die er zoogenaamde turksche artikelen, meerendeels in Duitschland of Frankrijk gefa briceerd, verkoopen. Daar achter staat de machinegalerij, maar zonder machines. Denkelijk echter, zullen er later eenige komen. Menschen die het weten kunnen, beweren dit ten minste. Een volgende keer gaan we eens rondkijken op het terrein, waar heel wat meer te zien is, tig genoeg was geweest om kalm te blijven, had hij dit alles kunnen inzien van het begin af aan ook voordat het te laat was. Hij had waarschuwin gen genoeg ontvangen, allen op hetzelfde doel ge richt, en die hem, zoo hij slechts had willen zien en luisteren, zouden gebracht hebben waarheen hij had moeten, maar niet willen gaan. Neen, hij had niet gewild; bij al zijne liefde voor haar, bij zijne hartstochtelijke begeerte om haar gelnkkig te ma ken, had hij haar geluk slechts gezocht op zijne wijze, was hij nooit onzelfzuchtig genoeg geweest, om ook maar in zich te laten opkomen, dat zij an dere behoeften had dan hij. T oen opende hij zijn hart voor God. Terwijl de zon hooger steeg aan den effen blauwen hemel, en al het geschap ene verlichtte en verwarmde, beleed hij zijn hemelschen Vader hare en zijne schuld. Hij voelde zich vermoeid en afgetobt, alsof hij plotse ling oud geworden was, en voor zichzelven niets meer vragen kon dan vergiffenis en rust. Maar voor haar breidde nog het leven zich uit, lang, schoon en schitterend. Tegen hem pleit alles, zijn rijpere leeftijd, zijn kalmer verstand, zijne meerdere erva ring. Maar zij was nog zoo jong, nog bijna een kind. Kon 't niet zijn dat zij meer onwetend, meer on bewust had gezondigddat zij aan zijne zijde, in zijne armen, een strijd had gestreden, waarvan hij onkundig was, maar die haar te moeielijk was ge weest? O, mocht zij vergiffenis vinden en, als 't mogelijk was, nog een weinig levensgeluk. Wij arme dwalende menschen hebben dat toch zoo noodig voor ons hart. En als hij iets voor zichzelven vroeg, daarna in Oud-Holland, dat ongetwijfeld het groote aantrekkingspunt van de Tentoonstelling vormt. Van Augustus tot October zal hier waar schijnlijk in het Paleis voor Volksvlijt een grooten internationalen wedstrijd van voedings middelen en hygiëne worden gehouden, waarvan het Bureau gevestigd is Rokin 11 en waar op schriftelijke aanvrage nadere inlichtingen wor den verschaft. Politiek Overzicht. Oostenrijk—Uong-arije. De afge treden minister van buitenlandsche zaken, Kal- noky, wordt door de voorzitters der Oostenrijk- scbe en Hongaarsche Deligatieën zeer geroemd oin zjjne vredelievende buitenlandsche staat kunde, welke graaf Kalnoky steeds had gehul digd. Ook verklaarden beide voorzitters in hunne openingsrede vertrouwen te stellen in graaf Go- luchowsky, Kalnoky's opvolger, en spraken de verwachting uit, dat ook deze na de handhaving van den Europeeschen vrede zou blij veu streven. Lofredenen gaan doorgaans een minder aan- genamen arbeid vooraf. Na deze formaliteiten diende graaf Golu- chowsky de begrooting voor 1896 in, voorzoo ver deze de gemeenschappelijke uitgaven voor Oostenrijk en Hongarije betreft. De uitgaven worden echter op 2.657.714 fl. meer geraamd dan in 't vorige jaar. De oorlogsbegrooting is 3.699.213 fl. hooger waarvan 1.800.000 fl. bestemd is der infanterie van repeteergeweren te voorzien, terwijl ook voor de marine een sommetje van 500.000 fl. meer wordt gevraagd. Het vertrouwen der beide voorzitters in de opvolger van Kalnoky, die zoo'n vredelievonden weg steeds insloeg, zal dus zeer zeker niet wor den beschaamd. t Spreekt wel van zelf, wanneer men goed gespoord en goed gelaarsd voor den dag kan komen, in. a. w. wanneer men tot aan de tan den gewapend is, de krachtsontwikkeling der tegenpartij in acht wordt genomen bij eventueele ernstige geschillen en derhalve aan den vrede de voorkeur wordt gegeven. Doch al bewaart dit voor een gedeelte den vrede van buiten, in het rijk zelf wekken deze groote uitgaven verbittering bij de oppositie, evenals in Nederland bij de aanneming der gewe ren wet, en zal er zeer zeker protest worden aan- geteekend tegen de verhoogde oorlogsbegrooting. Toch wordt de aanneming der gemeenschappe lijke begrooting als zeker beschouwd. Of het prins Windischgratz zal gelukken een schikking tot stand te brengen betreffende het kiesrecht is nog alles behalve zeker. De drie toongevende staatspartijen, de libera len, de clericalen en de Polen hebben te veel uiteenloopende wenschen. Yan verschillende zijden worden nog steeds bezwaren tegen het bekende kiesrechtsontwerp geopperd. De eene partij verlangt, dat het aan tal der afgevaardigden, in plaats van met 47, met 70 zal worden vermeerderd, de andere wil niets weten van de splitsing der nieuwe curie kortom, niets dan aanmerkingen dus. Bovendien worden met dit ontwerp de werk lieden en de minst betalende, belastingschuldi gen zoo stierfmoederlijk bedeeld, dat de onder deze beide categorieën vallende personen zich zeker daarmee niet zullen vereenigen. Frankrijk. Het mijnwerkers congres, dat te Parijs is gehouden, waar vijftig afgevaar digden van bijna een millioen lastgevers uit En geland, Duitschland en Belgie te zamen waren om hunne belangen te bespreken kon niet alleen een grootsch schouwspel worden genoemd maar vertoostend heeten. Als eenmaal aan de negentiende eeuw ver antwoording zal worden gevraagd van wat zij met ons arme menschenkinderen heeft uitge richt dan zal zij met schaamroode kaken moe ten bekennen „ik heb veel kwaad gedaan, ik heb de menschen bedrogen met mooie illusiën, mocht het dan verstand zijn, kalrn, gezond %-erstand, om hem te leeren inzien, wat hier in de toekomst het beste zou zijn voor beiden. Naderende voetstappen en het schel gefluit van een vroolijk liedje deden hem opschrikken. Het ge luid klonk als een wanklank in zijn oor, en weer sloop de zwarte argwaan zijne ziel binnen. Hij ver giste zich niet; de dorre bladeren kraakten en Ge rard van Aertsen, die zich een weg door het kreu pelhout baande, kwam recht op hem aan, in sier lijk jachtgewaad en het fraaie gelaat door de fris- sche lucht hooger gekleurd dan anders. Zoodra hik Van Berckel in het oog kreeg, lachte hij zege pralend. «Gij zijt ook al vroeg in het bosch," zeide hij, toen hij vlak voor hem stond. Nu bemerkte Egbert eerst dat zijn jachthond hem al snuffelend volgde, en dat hij een prachtigen faizant in de hand hield. »Waar hebt gij dien geschoten?" vroeg hij, op den vogel wijzend. Zijn gelaat en zijne lippen wer den aschgrauw. «Daar ginds in het boschje. Het trof al zoogoed als het kon. Het eerste wat ik zag was deze vogel, en hij was vlak onder schot." En hij woelde met de hand in de veeren van het nog warme dier. »Gij weet," zei Van Berckel, «dat ik u verzocht heb, niet in het lijsterbosch te schieten; gij ver schrikt de lijsters. Ik heb verboden in het lijster bosch te schieten." «Verboden?" Gerard lachte. «Welk een groot woord 1 Ik dacht dat zulk een mooie faizant wel kon opwegen tegen een paar lijsters, die ik mis-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1895 | | pagina 2