„Nieuwe Langedijker Courant", van Zondag 30 Juni 1895. leden van het Lagerhuis gunstig voor zich ge stemd te doen blijven. Een kleine schok bleek voldoende om het Ministerie te doen vallen. De begrooting van Oorlog was aan do orde. De Minister Campbell Bannerman, had juist naar aanleiding van het aftreden van den 76-jarigen op perbevelhebber van het leger den Hertog van Cambridge, medegedeeld dat er eene wijziging zou plaats hebben in het reglement, daar komt een der leden, de Heer Brodaick met het voor stel aandragen het salaris van den Minister van oorlog met f1200 te verminderen als blijk van ontevredenheid over de voldoende wijze waarop de minister van oorlog zorgt voor de ammunitie der reserve. De Minister verklaart op gezag van militaire raadslieden den voorraad voor voldoende. Des ondanks werd het voorstel van den heer Brodrick aangenomen met 7 stemmen meerder heid. De minister diende natuurlijk zijn ontslag in, dat werd aangenomen. Maar hoe moest nu het Ministerie doen Men wist dat de oppositiegeest die bij de tegenstan ders voorstond, meer den doorslag had gegeven dan de vraag naar een beginsel. Het Ministerie besloot daarom af te treden. In plaats van den Heer Rosebery wordt nu Lord Salisburg premier, de leider der conservatieve Torie. Om echter met het Parlement te kunnen regeeren zal hij het tegenwoordige, waarin de meerderheid toch liberaal is moeten ontbieden. Zijn hoop is dan gericht op een mogelijke con servatieve meerderheid bij den strijd aan de stembus. Italië. De vermelding van de handelingen van het Italiaansche Parlement schijnt eene door- loopende Chronique Scandaleuse te zullen worden. De aanleiding daartoe is de strijd die nog steeds wordt gestreden, tusschen den radicalen afge vaardigde Cavalotti en den Minister President Caispi een staijd hoofdzakelijk van persoonlijken aard. Wij meldden reeds vroeger dat Cavalotti aan Crispi ten laste legt, het verkoopen aan den beruchten de Reinach voor de som van 50.000 Lire van een ridderorde ten dienste van Corne lius Herz. Over die zaak die indien ze waar is den Premier zeer onteert, wil Cavalotti de Re geering interpelleeren. Crispi weigert echter elke inlichting. Zoo hardnekkig nu de een blijft vra gen, zoo hardnekkig weigert de ander; de we- derzijdsche partijen helpen de leiders door te ge legener tijd rumoer te maken. Dat er bij dat al niet veel van werken komt spreekt van zelf. Bovendien komt het parlemen taire stelsel zoo in dienst gesteld, van persoon lijke grieven bij het volk in miscrediet. Is het daarom niet juist, indien wij zeggen, dat het parlementaire stelsel onhandig door de burger klasse wordt gehanteerd Persoonlijke grieven kunnen eerst dan de be ginselen en zienswijzen verdringen, indien de afgevaardigden in het parlement niet meer we ten wat ze willen. En dat is in Italië wel eenigszins het geval. Crispi houdt zich in een steeds ongunstiger wor denden toestand, slechts door geweld en omkoo- perij, getuigen de bankschandalen en de zuive ring der kiezerslijsten benevens het domicilio coatto staande. Zijne radicalen tegenstanders de den het niet beter. Naast die verschillende burger partijen die niet meer weten wat ze willen, komt de arbei derspartij op, eerst klein en slecht georganiseerd geleidelijk echter sterker en beter georganiseerd. Zij weet echter wel wat ze wil. Zij wil de voort- brengingsmiddelen gemeenschappelijk eigendom maken. Zij wil het socialisme. Zij is de eenige partij die dag aan dag in aanhangers wint. Die winst is grootendeels te verklaren uit het feit dat zij weet wat zij wil. In Italië is het aan tal socialistische afgevaardigden, ondanks de maatregelen van Crispi toegenomen van 5 tot 14, een bewijs dat hare aanhangers sterk toe nemen. In de andere landen gaat het eveneens. Welke partij is daarom die der toekomst Buitenland. Aiiierikaansche iiiillioiiair-bruiloiten. Onze multi-millionairs schrijft de New- Yorker Handelscourant schijnen elkander in het tentoonspreiden van ongehoorden luister en praal bij bruiloftsfeestelijkheden te willen overtreffen. Toen onlangs het huwelijk van de dochter van Jay Gould met den Franschen graaf De Castellane plaats had met fabelachtigen luister, meende men dat het toppunt van geld- verspillende grootheid was bereikt. Want de, aan het jonge paar aangeboden huwelijksgeschen ken, vertegenwoordigden de enorme waarde van één millioen gulden. Nauwelijks zijn twee maan den na deze nog versch in 't geheugen liggende gebeurtenis verloopen, of zij is door een derge lijke ver in de schaduw gesteld. Den 6en Juni jl. had namelijk op het landgoed van den New- \orker raulti-millionair William Douglas Sloane, (wiens echtgenoote eene dochter van den in 1885 met achterlating van 500 millioen gulden over ledenen Wm. H. Yanderbilt is) te Lenox in Massachussetts het huwelijk van diens dochter Adele met den heer James Abercrombie Burden Jr. van Troy plaats Deze laatste zit ook lang niet op „zwart zaad" want zijn jaarlijksch in komen wordt op twee en een half millioen gulden geschat. De uitgenoodigden tot de bruiloft, be hoorenden tot de rijkste New-Yorksche en Bos- tonsehe families, werden met drie extra-treinen, die uitsluitend uit salonwagens bestonden, naar Lenox vervoerd. In eiken trein bevond zich een muziekkorps, terwijl onderweg eeu rijk déjeuner werd aangeboden. Aan het station te Lenox stonden tachtig equipages gereed om de bruilofts gasten naar het paleis van den vader der bruid te brengen. Vandaar begaf de stoet zich naar de in een bloemtuin herschapen kerk, waar het huwelijk werd voltrokken en vanwaar de gasten zich be gaven naar het huis der ouders van de bruid, waar hun een boven alle beschrijving verheven bruiloftsmaal wachtte, gekruid door de muzikale scheppingen van een beroemd orkest. Een schit terend bal besloot het luisterrijke feest, waarna de gasten weder met extra-treinen naar Boston en New-York vervoerd werden. De waarde der bruiloftsgeschenken bedroeg f 1.750.000. De on langs van zijn vrouw gescheiden William K. Yanderbitt, een oom der bruid, had een diaman ten collier ter waarde van f 125.000 ton ge schenke gegeven. Het uitzet der bruid kostte f150.000 en de geheele bruiloft bracht naar schatting minstens twee en een half millioen gulden onder de menschen. Een slechte tijding rijk beloond. Toen Keizer Joseph II op zijn laatste ziekbed lag, liet hij op zekeren dag de lijfartsen roepen en vroeg hun oordeel over zijn toestand. Als het zeker was, dat hij aan die ziekte zou sterven, wilde hij, dat zij het hem zeiden. Allen spraken hem moed in en verzekerden hem, dat hij wel spoedig genezen zou. De Keizer schudde het hoofd. „Laat Quarin roepen," zeide hij tot zijne kamerheer, toen de geneesheeren weg waren „hij heeft den naam, den aard eener ziekte met bijna onfeilbare zekerheid te kennen en de waar heid te spreken." De beroemde geneesheer kwam en de Keizer verlangde ook van hem een onbewimpeld oor deel over zijn toestand. „Een regeerend vorst," liet hij er op volgen, „kan niet zonder eenige voorbereiding van het levenstooneel aftreden. Gij begrijpt dus wel, als mijn dood zeker is, dat ik mijn tijd nuttig besteden moet. Help mij daaraan Quarin boog eerbiedig en begon den toestand van den Keizer zeer zorgvuldig te onderzoeken. Daarna sprak hij op treurigen toon „Naar men- schelijke berekening zal U. M., tot onherstel baar verlies voor het vaderland en tot diepe droefheid van het volk, dat u aanbidt, van deze ziekte niet opkomen en, naar de verschijnselen te oordeelen, schat ik den levensduur, die U. M. nog vergund is, op 10 a 12 dagen. „Gij hebt Oostenrijk een grooten dienst be wezen, mijn waarde Quarin, en daar ben ik u dank voor verschuldigd. Tot weerziens." De volgende dagen hield de zieke Keizer be raadslagingen met zjjne ministers, regelde de ge wichtigste zaken, verzekerde de toekomst des lands in allerlei opzichtenden negenden dag liet hij Quarin weder bij zich roepen, overhan digde hem, benevens eene aanzienlijke som in bankbiljetten, zijne benoeming tot rijksbaron en dankte hem nogmaals met diepe aandoening. Den dertienden dag stierf hij. De jaargelden der vorsten zijn evenals bijna alle andere inkomsten met den tijd aan zienlijk geklommen. Keizer Wilhelm II van Duitschland geniet thans jaarlijks ongeveer 10 millioen gulden uit de Staatsdomeinen. Zijn voor vader Frederik de Groote trok er 4 ton jaar lijks uit. - Blondin's herinneringen. Blond in, de beroemdste aller koorddansers, is thans twee en zeventig jaar oud en schrijft zjjne „mémoires." De levensgeschiedenis van een held op het toren hoog gespannen koord, mag men wel met hoog gespannen verwachtingen tegemoet zien. Een witte neger. De „Oude oom Tom", een neger in Pensyl- vanië, verliest langzamerhand zijn zwarte kleur, zoodat hij nu bijna heelemaal wit is geworden. Dat menschelijk raadsel is een nu 65-jarig man, die tot zijn 49ste jaar zoo zwart was als een neger maar kan zijn. Behalve twee zwarte vlek ken onder zijn rechter oog is Oom Tom nu heelemaal wit. De artsen, die hem sedert langen tijd nagaan, weten voor die verandering geen verklaring te vinden en moeten tevreden zijn met de meening van Oom Tom zelf, die zegt „Ik geloof, dat het God den Almachtige behaagd heeft, den ouden Oom Tom tot een witten man te maken." De feestelijkheden te Kiel. De feestelijkheden, bij gelegenheid van de ope ning van het Noord-Oostzee-Kanaal te Kiel, zijn achter den rug en heeft het groote praalver toon weer opgehouden. Ylootmanoevres, Bals, Concerten, Illuminaties, Vuurwerken, Diners, kortom alles wat tot een groot feest behoort, hebben niet ontbroken, even min de geestdrift van het volk ontbrak. 't Is een ondankbaar werk een uittreksel te geven van hetgeen de groote bladen over dit feest hebben gezegd, ondankbaar omdat men te veel moet voorbijgaan wat toch eigenlijk tot het feest behoorde en waaruit het geheele feest bestond. Niets) of alles, en daar ons blad, dat slechts een maal verschijnt per week, te weinig ruimte toe laat om de zooveelmaal 33 schoten te vermelden, bij het leggen van den sluitsteen door den kei zer van Duitschland op de groote zeesluis en bij het passeeren van het Duitsche Jacht „de Ho- henzollern" en dat „de Alkmaar" en de „Atjeh" de laatsen waren, die gehoord werden bij al dat kanongebulder, daarom bepalen wij ons enkel bij hetgeen wij nu gezegd hebben met toevoe ging van hetgeen de redacteur van „de Kroniek", de heer P. L. Tak, in een hoofdartikel, in dat blad voorkomende, over de Kielsche feesten zegt. Wat men bij een feest als dat van Kiel zorg vuldig had moeten verbergen, de krachtmiddelen van vernieling en verderf, werd zelfs door de kleine Staten, die daar als kinderen tusschen de volwassenen met hunne scheepjes voeren, voor den dag gehaald en netjes opgepoest naar het feestgetij gezonden. De natiën, die dan toch zijn de samenlevingen van denkende, werkende, voort brengende menschen, kwamen naar Kiel met kannonnen en torpedo's, als iemand te gast gaat in zijn rijkste en meest passende kleedij. Het heet eene eer, sterk gewapend voor den dag te komen, terwijl die eer op scheepswerven en bij Krupp voor gereed geld te koopen is, van welke natie ook de bestelling komt. Buiten den bitteren jammer van al dien im- productieven arbeid van scheepsbouwers, kanon nengieters en krijgslieden, buiten de materiëele ramp, ontstaat het zedelijk kwaad van een wan begrip dat roem draagt op hetgeen ergernis moest wekken. De plichtsbetrachting, die, ge steund door de tucht, wel bij alle legers en vlo ten inheemsch is, wordt geroemd als hoogste deugd boven de burgerlijke deugden, zonder dat men er een klacht bij hoort over de groote som van energie die daar spoorloos voor het mensch- dom verloren gaat. Op de heerschappij der militaire kracht van een natie boven haar productieven arbeid is gansch de averechtsche aanleg van het Kieler feest gegrond. Aan de marine's van alle natiën wordt vertoond hoe Duitschland voortaan door eigen grondgebied in eenige uren zijn oorlogs schepen kan voeren van de Oost- naar de Noord zee. Dit is het domineerende belang van het groote werk des vredes Bij zulke vertooningen is het voor de volken zaak de oogen open en het oordeel onbevangen te houden. Welke is de oorsprong van den trouwring? 't Zal velen wellicht intresseeren omtrent oor sprong en gebruik van den trouwring, het sym bool van het huwelijk, iets naders te vernemen. De ring over het algemeen is het oudste sie raad en men beweert, dat hij reeds 3700 jaren vóór onze jaartelling als zoodanig werd gebruikt. Al mag deze bewering misschien eenigszins over dreven wezen, een feit is het, dat reeds in de vroegste oudheid vinger- en armringen als sie raden gebruikt werden. De verlovings- en trouwringen evenwel dag- teékenen eerst van de 14e en 15e eeuw en wel vooral in Duitschland en Frankrijk. Oorspronkelijk werd de trouwring aan den ringvinger gedragen, wijl 't bijgeloof heerschte, dat van uit dezen vinger een ader direct naar het hart liep. Later evenwel wisselde hij meer malen van plaate en in de tweede helft der 16e eeuw droegen de vrouwen hem aan den linker duim vandaar verhuisde hij naar den wijsvin ger, later naar den grooten vinger en eerst in de 18e eeuw kwam hij weder aan den ringvinger terecht. Tamelijk algemeen werd aan den trouwring een heilzame kracht toegeschreven. De vrou wen wachten zich wel hem van den vinger te doen, wijl dit haar ongeluk zou aanbrengen. Een wonderlijk gebruik kwam in de 15e eeuw in Italië in zwang en verbreidde zich van daar uit door geheel Europa. Een Italiaan schreef nl. een mystieke verhandeling over de werkin» van het dragen van edelgesteenten in verschillende maanden en deze werking werd ook aan de trouwringen toegeschreven, zoodat langzamer hand de mode eischte, dat eene bruid een edel gesteente in den ring moest dragen, door de maand harer geboorte aangewezen. Voor de maand Januari bv. gold de granaat, welke der draagster overal vreugde bereiddevoor Febru ari de amethyst, die er voor waakte, dat zij tegenover haren echtgenoot steeds haren oprecht heid bewaardevoor Maart de bloedkoraal, die haar de kracht gaf huiselijk leed met geduld te dragenvoor April de diamant, die haar hart rein en onschuldig bewaarde, enz. Rijke man nen dus, die op het bezit dezer collectie deug den zeer gesteld waren kochten twaalf ringen met de heilaanbrengende „maandsteenen". In Engeland was het langen tijd gebruik de bruid voor het altaar meerdere ringen te geven. Arme lieden daarentegen vergenoegden zich dik wijls met ringen, die van de vingers der hand schoenen waren gesneden, of het bruidspaar stak gedurende de huwelijksplechtigheid den vinger door den ring van de kerksleutels. In Ierland weer, waar, naar het volksgeloof wilde, de trouwring van goud moest zijn, om den echt geldig te maken, leenden arme lieden van meer vermogenden een ring voor deze plech tigheid. In de middeleeuwen, den tijd der trouwe min, ontstond de zoogenaamde weduwen-ring, door eene treurende vrouw aan haren vinger gesto ken, wanneer zij bij het overlijden van haren gade de belofte aflegde, hem voor eeuwig te zullen beweenen. Huwde een dergelijke „treu rende weduwe" later, dan was het huwelijk niet 1 geldig, tenzij het huwelijk werd gesanctionneerd. Niet zelden kwam in de middeneeuwsche testa- I inenten de clausule voor, dat de weduwe een groot aandeel van het vermogen van haren over leden echtgenoot zou ontvangen, wanneer zij de belofte aflegde voor haar verder leven ongehuwd te blijven en den weduwenring te dragen. Dat er evenwel ook voor treurende mannen weduw- naarsringen bestonden daarvan meldt de ge schiedenis niets. Arrondissements-Rechtbank te Alkmaar. Zitting van 25 Juni. J. N. C., Alkmaar, overtr. verord. plaatselijke belasting, f 5 boete. D. B. en J. B., Texel, mishandeling, le 1 maand, 2e 3 maanden gev. D. F., Heerhugowaard, diefstal, 1 jaar gev. H. S., Opmeer, diefstal, opzending naar een rijksopvoedingsgesticht tot 1 Aug. 1898. M. L., Berkhout, diefstal, 6 maanden gev. P. v. R. en W. L., Hoorn, diefstal, ieder 3 maanden gev. J. Enkhuizen, wederrechtelijk binnendrin gen in een tapperij, 4 weken gev. PREDIKBEURTEN. NED. HERV. GEM. OUD-KARSPEL. Zondag 30 Juni voormiddags 9.30 uur, Ds. Stramrood. NED. HERV. GEM. NOORDSCHARWOUDE. Zondag 30 Juni voormiddags 9.30 uur Ds. Habbema. GER. GEMEENTE. Zondag 30 Juni voorm. 9 uur, nam. 2.30 uur. Preeklezen. NED. HERV. GEM. ZUIDSCHARWOUDE. Zondag 30 Juni v. m. 9.30 uur, Ds. N. J. C. Schermerhorn van N. Niedorp. NÉD. HERV. GEM. BROEK OP LANGEDIJK. Zondag 30 Juni vin. 9 uur, voorbereiding, nam. 2 uur. Ds. Gemser. GEREF. GEMEENTE A. Zondag 30 Juni v.m. 9.30 u. nam. 2.30 u. Ds. Ph. W. Schock, pred. te Amerongen. GEREF. KERK B. Zondag 30 Juni vm. 9 u. nm. 2 u. Ds. Bak ker. DOOPSGEZINDE GEMEENTE. Zondag 30 Juni voorm. 9.45 uur geen dienst. Marktberichten. Groentemnarkt van Broek op Langedijk. Maandag. Aardappelen f .70 a 1.10. Wor telen fl.50 a 1.70 per 100 bos. Bosuien 1.25 p. 100 bos. Dinsdag. Aardappelen f .70 a fl.— Worte len f 1.30 a f 1.60. Woensdag. Aardappelen f .70 a f .90 Wor telen f 1.30 a f 1.50. Donderdag. Aardappelen f .70 a f 90. Wor telen fl.10 a 1.30 Vrijdag. Aardappelen f 70 a f100. S C H A G E N, 27 Juni 6 Paarden f 80 175., 32 Geldekoeief 105 ,af 240, 20 Kalf- koeien f 120 a 180,— Vaarzen f 0 a f 0 25 Nuchtere Kalveren 18 a 17,— 18 Schapen 18. a f25,— 515 Lammeren f6,—a f 12,— 26 magere Varkens! 8 af 11, 6 Biggen 1 2.—. a f6 Boter per kg. 1 0,75 f0,95 Kipeieren 1 2.,50 a 13.25 per 100. ALKMAAR 29 Juni 1895. Aangevoerd 1 Paarden f160.— af 7 Koeien f130 [60.— 26Nuchtere kalveren f 8— a f 16 20 Schapen f 10. a f 16.— 28 Lammeren f6.'- afl3.32 Magere varkens f 9.a f13143 Biggen f 4— af 6.—2 Bokken en Geiten f 3.— a kleine id. f 0.a 10.— nieuwe Aardappe- en fl.35 a f p. mandje Wortelen f 2.50 per 100 bos Kippen f 0.15 a f 1.40 Konijnen f .15 a 75 Kipeieren f3.50 a f4.— per lOOstuks Eendeieren 4. per 100 stuks; Boter per kop f0.47 a f0.52 Peren f per zak; Bloemkool t.af per 1 0 Uien f2.50 per 100 bos Rapen f6.— per 100 bos. ALKMAAR, 28 Jnni Aangevoerd 562 stapels Kaas, wegende 191142 Kg. Kleine 127.50 Commissie f24.— ;Middelbare f 26.— 64 HL. Granen, als 18 Tarwe f 6,25 a Rogge f af Gerst af,, l ld. Chev. f a f 33 Haver f2,75 a f3,Paardenboonen f jaf, 1 Bruine f 13, a f Citroen f—a f Duiven f a fWitte f 16,a f 17,0 Kanariezaad f 0,Rood Mosterdzaad faf Geel id. f af, Koolzaad f a f Lijnzaad f af, 0 Kar- wijzaad fa f1 Blauw Maanzaad f—a f—1 Groene Erwten f—a f—1 Grauwe id. f 19,af—,- Vale id. f af, Witte f al

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1895 | | pagina 3