Weekblad voor LANGEDIJK en Omstreken. N°. 28. Zondag 14 Juli 1895. 4e Jaargang. N ieuwstij dingen. FEUILLETON. VERGIFTIGD. •o NIEUWE LANGEDIJKER COURANT. Deze courant verschijnt eiken Zaterdagnamiddag. UITGEVER: J. H. KEIZER. ABONNEMENTSPRIJS voor Noordscharwoude, Oüdkarspel, Zuidscharwoude en Br. op Langedijk per drie maanden SO ct., franco p. post 60 ct. BUREEL: IVoordscharwoude. PRIJS DER ADYERTENTIÈN: Van 15 regels 30 ct., elke regel meer S ct. Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend. Brieven rechtstreeks aan den Uitgever. De op den 8 en 9 dezer gehouden over gangsexamens der Rijks hoogere burgerschool te Alkmaar zij n o. a. met gunstig gevolg afgelegd, door de jongejuffrouw Jacoba Duker te Zuid scharwoude van de 2e tot de 3e klasse, en door den jongenheer C. Halff te Oud-Karspel van de eerste tot de 2e klasse. Voor de vacante betrekking van hoofd der school te Koedijk, hebben zich 100 sollicitanten Den 6 dezer is te Ilarenknrgpel eene af- deeling opgericht der Noordhollandsche vereeni- ging „Het witte Kruis." De kiesvereeniging „Burgerplicht" te Heer- hugowaard heeft als kandidaten voor leden van den gemeenteraad gesteld de heeren Jb. Swaag, D. de Boer en K. van Dam. De kiesvereeniging Burgerplicht" te Ileer- hugowaard vergaderde den 6 opnieuw. Er werd besloten, alleen den heer J. Swaag als lid van den gemeenteraad kandidaat te stellen. Voor de twee andere vacaturen zal zij zich onzijdig houden. De heer ds. H. A. Ludwig te Den Helder, is beroepen bij de Hervormde gemeente teTiel. Hooien. Het malsche gras, dat sappig rijpt, een deken voor de velden, een groen tapeit, gebloemd met geel en wit en rood, valt onder maaiers slagen. Met vasten, zwaren hinken stap treedt hij de akkers over en elke pas de zeis gehaald door duizend frissche halmen. Ter neer geveld in rij op rij ligt daar het wintervoeder te sterven in de gouden zon, die blakert als een vuurtje. Het groen wordt geel, het geel verdort en vult de lucht met geuren, zoo zoet en malsch, zoo heer lijk en rein als zomerzonnestralen. En breed uit schudt de boer het gras, opdat het sneller droge. Een lichte wind blaast over 't veld en draagt de vochten mede, die geurend stijgen uit het gras als afscheid van het leven. De oppers worden opgezet, een kamp van vreemde hutten. En nauwelijks wekt het zonne licht tot waken en tot werken of met zijn paar den gaat de boer het veld in met de zijnen. De wagens worden volgelaan, zij schudden onder 't rijden. De hooge, breede, diepe schuur ontvangt de zware vrachten en wordt gevuld haast tot den nok, zooveel gaf deze zomer. Hoe warm is 't boven in de schuur, hoe scherp zijn daar de geuren van 't versche hooi, bijeen geperst door drukken en door stampen. De schuur is vol, het veld is ruim, de jonge, groene sprietjes groeien in de zonneschijn, bij dauw en zachten regen. Het nieuwe gras, zoo licht en fijn, en krachtig toch van leven het is een schat voor 't grazend vee, een heerlijk zomervoeder. Acht vrij de Lente, dichtervorst, als 't schoone jaargetijde, maar gun, dat wij als practici, den zomerhooioogst roemen. (A. G Kegelwedstrijd. De „Algemeene Nederlandsche Kegelbond" houdt dezen zomer op Zondag den 14 dezer, te Alkmaar en wel op de banen van het lokaal „de Unie," den gewonen jaarlijkschen wedstrijd. Met dien wedstrijd gaan eenige feestelijkheden gepaard, die den dag zoowel voor den bezoeker als voor den deelnemer tot een aangename zul len maken. Te 2 uur en te 8 uur concert, terwijl na af loop van de uitreiking der prijzen, waaronder ook van de beide koninginnen, bij gunstig we der in den verlichten tuin een bal champêtre zal worden gehoudenbij ongunstig weder zal het bal op de bovenzaal plaats hebben. Men schrijft uit Nijmegen De beide koperen grafplaten, die zich steeds bevonden hebben in den vloer van het koor der Groote of St. Stevenskerk te Nijmegen, zijn thans voor verdere beschadiging daaruit genomen en in den muur geplaatst. De eene plaat, die aan de noordzijde, stelt voor een kanunnik van St. Stephen in misge waad met het volgende rondschrift „De HoogEerwaarde Heer en Meester Thomas Buijs, dezer kerk en kanunnik, stierf in het jaar onzes Heeren 1570, op den 7en dag van October. De heer erbarme zich zijner ziele." De andere plaat aan de zuidzijde geplaatst, bedekte voorheen het graf der echtelieden Jacob Leeuwens en Sybilla van der Lynden. Jacob Leeuwens was tweede burgemeester in 1652 en 1660 en in 1665 eerste burgemeester. Dit grafteeken is in het koper gesneden door P. van Call en zoon van den uurwerker en werktuigkundige Jan van Call, die in 1646 de bekende klok in de vestibule van het Raadhuis in orde bracht. Als eene curiositeit wordt medegedeeld, dat ter secretarie der gemeente Voorst bij de aangifte van het overlijden van een zekere vrouw door de aangevers werd verklaard, dat de man niet wist hoe zijn vrouw geheeten had. Om vliegen van het vleesch te houden. Men wrijve het vleesch met het bekende kruid dragon in, waardoor de vliegen van het vleesch gehouden worden en dit laatste bovendien een aangenamen smaak krijgt. De zoogenaamde kruidenazijn, die een sterke dragon oplossing in houdt, is daartoe dus ook zeer geschikt. Vaccine. Een eigenaardig en tevens een belangrijk ge tuigenis liet Dr. Bout als afgevaardigde van de afdeeling Tiel in de algemeene vergadering der Nederlandsche Maatschappij ter bevordering der Geneeskunst zich ontglippen. Hij verklaarde n.l. dat de vaccine in ons land slecht was, dat nim mer de stof constant bleek te zijn, zooals hij in zijn ervaring als geneesheer had ondervonden. Dit getuigenis deed een storm van verontwaar diging opgaan onder de geneeskundigen. De secretaris, Dr. van Geuns van Amsterdam protesteerde tegen deze uitdrukking, en hij werd luide toegejuicht. De afgevaardigde van Arnhem verzocht den verslaggevers in de bladen te ver melden, dat de vaccine in Nederland uitnemend is. Het speet spr. dat de heer Bout zulk een verklaring in deze vergadering had uitgesproken daardoor toch werd de antivaccinebond, die reeds sterk genoeg was, nog meer in zijn meening be vestigd. Een merkwaardige maag. Dr. Courbin verhaalt een merkwaardig voor val uit zijn praktijk, dat onlangs in een gevange nis plaats vond. Een gevangene slikte eerst een ijzeren theelepel in, die langs operatieven weg moest worden verwijderd. Tien dagen later sl kte de man een maximum-thermometer door, waar mede in het gevangenis-hospitaal zijn tempera tuur werd opgenomen. De thermometer was ge heel van glas, 113 millimeter lang en 6 milli meter dik. Negen dagen later werd ook dit in strument verwijderd. Als hoogste temperatuur wees de thermometer 38,7° Celcius. Gedurende den geheelen tijd der aanwezigheid van den thermometer in 's mans lichaam werd de tempe ratuur der okselholte regelmatig gemeten, deze ging niet booger dan 3720 Celcius. Op deze wijze kon de temperatuur in het inwendige van den mensch worden vastgesteld. De patiënt, die een struisvogelmaag bleek te bezitten, is geheel genezen. De tweedaagsche Kolfwedstrijd, 2 en 3 Juli in het Park te Enkhuizen gehouden, door de Kolfvereeniging Noord-Holland, is met geest drift gevolgd en in de beste orde afgeloopen. Dinsdag werd door 70 kolvers aan den strijd deelgenomenin de eerste serie verkregen dien dag de heeren W. Tensen van Schellinkhout, J. Boos en D. Bot van Bovencarspel elk 47 punten, die 's avonds nog werden overwonnen door den heer K. van Kleef van Zuidscharwoude met 53 punten. Woensdagmorgen werd de strijd voortgezet; in de tweede serie maakten de heeren W. Ten sen van Schellinkhout en H. Ton van Zuid scharwoude 48 punten, de heer S. Evers van Oudkarspel maakte 43 punten en de heeren A. de Boer van Koog a. d. Zaan. en L. van der Weiden van Haarlem elk 42 punten. In de derde serie werd de kamp voortgezet waarin de heer C. Bijpost van Dirkshorn 47 punten maakte, de heer D. Bot van Bovencar spel 45 en de heeren A. de Boer van Koog a. d. Zaan en W. Kraakman van Zuidscharwoude elk 43 punten De le prijs f50 van de vereeniging, en een souvenir, bestaande uit een keurige beschuit- stolp, aangeboden door den heer Van derDeure viel ten deel aan den heer D. Bot van Boven carspel met 133 punten. De 2e prijs f25 aan den heer A. de Boer te Koog a. d. Zaan met 131 punten, de 3e prijs f 15 aan den heer C. Bijpost te Dirkshorn met 128 punten, de 4e prijs f 10 aan den heer K. van Kleef te Zuid scharwoude met 127 punten. De heeren W. Tensen en W. Kraakman, hadden beiden 121 punten behaald en moesten alzoo om den 5en prijs, f 7.50, overkolven, waarbij de heer Tensen 47 en de heer Kraakman 37 punten maakte en alzoo deze ten deel viel aan den heer Tensen, de 6e prijs f5 aan den heer W. Kraakman. Het was toevallig de derde maal, dat de hee ren Tensen en Kraakman bij wedstrijden een gelijk aantal punten hadden gemaakt. De serie- prijs f10 viel met 48 punten ten deel aan den heer H. Ton te Oudkarepel, die deze blijkbaar verkoos boven den 5en prijs, dien hij gemakke lijk had kunnen verwerven. De prijzen werden onder een gepast woord aan de overwinnaars aangeboden door den heer A. de Boer, die bij deze gelegenheid, het oud bestuurslid, tevens medeoprichter, den heer R. Swagerman te Nieuwe Niedorp, het Eerelid maatschap der Vereeniging aanbood, waarmede alle aanwezigen instemden. Onder gepaste vroo- lijkheid bleef men een nog poosje gezellig bijeen, totdat eindelijk per spoor en tram de vreemdelingen moesten vertrekken. Naar wij vernamen zal de volgende wedstrijd in 1896 te Hoorn worden gehouden, in de kolfbaan van den heer D. Boot. Bijgeloof. Dezer dagen kwam te Assen een dame uit Utrecht aan, die zich met een rijtuig naar het gehucht Ide liet brengen om daar eene vrouw te raadplegen, die o.a. breuken weet te genezen zon- «Uw uren zijn geteld," zeide de geneesheereens- klaps terwijl hij Andries scherp onderzoekend aanzag. Andries deinsde verschrikt terug. Geen wonderHij was goedsmoeds komen aan- loopen, om den avond door te brengen bij zjjn ouden vriend, dokter Wanderbach, de beroemde geleerde, wiens onderzoekingen op het gebied der vergiften wereldbekend zijn, maar wiens edel hart en vaderlijke goedheid alleen Andries naar waarde had leeren schatten. En uit dien welonderrichten mond moest hij plotseling onvoorbereid, onomwon den deze vreeselijke uitspraak hooren. «Ongelukkigeherhaalde de dokter. »Wat hebt ge toch uitgevoerd «Niets dat ik weet," stamelde Andries hevig ontroerd. «Herinner je eens goed... Zeg mij, wat hebtgjj gegeten of gedronken, of wat hebt ge ingeademd Dit laatste woord was een lichtstraal voor An dries. Dienzelfden morgen had hij een brief ont vangen van een zijner vrienden, die een weten schappelijke reis maakte in de binnenlanden van Engelsch Indië. In dien brief zat een bloem, door den reiziger op dep oever van den Ganges geplukt een roode, gekneusde bloem van zonderlingen vorm, welker geur nu herinnerde hij het zich maar al te wel hem eigenaardig doordringend had toegeschenen. Andries zocht in zijn portefeuille, haalde brief en bloem er uit, en reikte beide den geleerde toe. «Geen twijfel meer!" riep de dokter, zoodra hij de bloem slechts even had gezien. «Het is de Py- ramenensis Indica; de doodsbloem!" «Dus gelooft u werkelijk?" «Ik ben er helaas! zeker van." «Maar het kan niet; het is onmogelijk. Ik ben nauwelijks vijf en twintig jaar. Ik ben vol levens lust en gevoel mij volkomen gezond." «Hoe laat hebt gij dezen noodlottigen brief ge opend?" «Van morgen, negen uren precies." «Welnu! morgen ochtend op hetzelfde uur, op dezelfde minuut, in het genot van uw volle gezond heid, zooals ge zegt, zult gij een geringe hartklop ping bespeuren en alles zal geëindigd zijn." «En gij weet geen geneesmiddel, niets dat...?" «Geen!" antwoordde de dokter. En innig met den jongen man begaan, sloeg hij de handen voor het gelaat en liet zich diep bedroefd in een leun stoel nederzinken. Voor de ontroering van zijn ouden vaderlijken vriend verdween de laatste straal van hoop uit An dries' hart en hij begreep, dat hij in werkelijkheid tot sterven was gedoemd. Hij verliet het huis als in een droom. Het klamme zweet parelde op zijn slapenzijn gedachten waren verward; zijn lichaam bewoog zich geheel werktuigelijk. Onbewust van hetgeen om hem heen gebeurde, doolde Andries in den nacht rond, zonder zelfs te bemerken dat de straten gaan deweg meer en meer verlaten werden. Langen tijd liep hij zoo doelloos rond, totdat hij eindelijk aan een bank kwam, waarop hij zich nederzette. Hoe veel uren hij daar gezeten heeft wie zal het zeggen Het aanhoudend en pijnlijk gegier van een oor- en hartverscheurenden hoest, wekte hem eindelijk uit zijn oorverdooving. Hij keek op en naast zich op dezelfde bank. zag hij een klein bloemenmeisje, een kind van acht jaren, een magere, zwakke stumper «Die stierf van winterkou, met lentegeur in d'armen." Deze versregel kwam hem eensklaps voor den geest, terwijl hij zijn beurs uithaalde. Hij vond er twee dubbeltjes en twee tientjes in, en juist wilde hij haar de twee dubbeltjes geven, toen hij bedacht, dat hij over eenige uren gestorven zou zijn, en haar de twee goudstukken erbij gaf. Dit voorval knapte hem geheel en al op. Tot dusver was hij te moede geweest als iemand, die een knodsslag op het hoofd had ontvangen; het bedwelmend gevoel begon langzamerhand te ver dwijnen en hij kon zijn verwarde gedachten weer verzamelen. «Myn toestand," aldus peinsde hij, «is die van een ter dood veroordeelde, met dit onderscheid, dat hij nog op genade kan hopen. Tegenwoordig wordt dikwijls gratie verleend. In vroeger tijden werden enkelen zelfs van het zwaard of den strop gered, als zij zich tot de uitvoering van een moeie- lijk en gevaarlijk werk wilden leenen, een schip van stapel laten loopen bijvoorbeeld, of wel, zooals in Frankrijk ten tijde van Lodewijk XI, door een leelijk, oud wijf te trouwen. Als men het mij vroeg, liet ik liever het schip te water, maar niemand zal mij de kans geven en de korte oogenblikken die mij nog restenA propos, hoeveel tijd heb ik nog te leven?" Hij raadpleegde zijn horloge. «Al drie uur? Het is hoog tijd om naar bed te gaan. Naar bed! Mijn laatste zes uren versla pen? Neen! Dan heb ik wel wat beters te doen. Maar wat? Wel rmjn testament om te begin nen." Een wijnhuis, dat den geheelen nacht openbleef, was niet ver af, Andries ging er heen en trad binnen. «Aannemen Janeen flesch champagne, papier, pen en inkt." Hij dronk een glas van den schuimenden wijn en tuurde nadenkend op het papier. «Aan wie zal ik mijn drieduizend 's jaars ver maken? Vader en moeder bezit ik niet meer ge lukkig voor hen en van al mijn vrienden en kennissen zou de eenige zjjnAntoinette." Antoinette was zijn nichtje, een aanvallige jonge maagd van achttien jaren, met blonde lokken en groote, donkere kijkers. Zij was weeze evenals hij en deze gemeenschap in het ODgeluk had reeds se-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1895 | | pagina 1