„■Nieuwe Langedijker Courant", van Zondag 21 Juli 1895. Het toelatingsexamen tot de rjjkshoogere burgerschool is o.a. met gunstig gevolg afgelegd door W. de Vries te St. Panera». Aan de Dinsdagsche harddraverij aan den Hengstman te Ilecrhugowaard is door C paar den deelgenomen. De prijs won het paard van den heer K. Krujjer aldaar en de premie dat van den heer G. Paarlberg te Zjjpe. De gewone jaarljjksche harddraverij aan den Hengstman, werd den 14 dezer met 9 paar den gehouden. De prijs van f 40 behaalde het paard van den heer P. de Wit te Zjjpe en de premie van f20 dat van den heer S. den Das te Schoorl. Onlangs is door de kiesvereeniging „Bur gerplicht" te lleerliugowanrri als hare over tuiging uitgesproken, dat invoering van protec tie niet is een algemeen belang en daarom geene kandidaten voor de Tweede Kamer en Prov. Staten, die voorstanders van protectie zijn, te steunen. Niettegenstaande dat hebben twee leden van „Burgerplicht" eene aanbeveling geteekend voor de hoeren Schermerhorn en Backx, als le den voorde Prov. Staten, twee bekende protec- tionisten. In de laatstgehouden vergadering van „Burgerplicht" zijn die twee leden van hun lid maatschap vervallen verklaard. In Juni zijn bij het koloniaal werfdépót voor den militairen dienst in onze overzeesche bezittingen aangenomen 178 personen aan wie aan handgelden werd uitbetaald eene som van f42680. Van die 178 personen waren 94 over genomen van de korpsen hier te lande en 37 vreemdelingen. De Rijksmiddelen hebben over Juni opge bracht f8.803.409 tegen f8.724.787 in Juni 1894 en over de eerste zes maanden van 1895 f55.953.431 tegen f54.150.359 over gelijk tijd vak van 1894. Een vreeselijke (laad. Woensdagnacht heeft de 58-jarige J. S., wo nende te Zwartebroek, (gem. Barneveld) zijn 22- jarigen zoon met een mes eene zóó hevige snede in den buik toegebracht, dat zijn leven in ge vaar verkeert. Juist Woensdag was een andere zoon van S. getrouwd, zoodat hoogstwaarschijnlijk de sterke drank wel de aanleidende oorzaak van deze treu rige daad geweest zal zijn. Kegelwedstrijd. Het lokaal „de Unie" aan de Choorstraat, was in feestgewaad gestoken. Zondag den 14 de zer, had daar de jaarlijksche wedstrijd plaats tusschen de vereenigingen, aangesloten aan den „Algemeenen Nederlandschen Kegelbond." In den tuin was voorin een ruim plankier gelegd, terwijl achterin een muziektent was ge plaatst, waar het korps der d.d. schutterij, onder leiding van den luit.-kapelmeester, den heer J. M. Otto, concertnummers ten beste gaf. Het was eene opgewekte omgeving, die voor den toeschouwer van den wedstrijd aantrekke lijker maakte en op de deelnemers bezielend werkte. 43 Vereenigingen hadden zich voor dezen wed strijd aangemeld. De uitslag was als volgt: Korpswedstrijd. „Recht naar 't doel", Rotterdam, 182 p., gou den medalje van H.M. de Koningin„De Burg", Alkmaar, 166 p., Ie pr., gouden medalje„Unie", Alkmaar, 165 p., 2e pr., verg. zilv. medalje; "Alcmaria Vietrix," 160 p., 3e pr., verg. zilv. medalje; „Hard gaat-ie," Haarlem, 147 p., 4e pr., verg. zilv. medalje; „Kegellust," Noord- scharwoude, 146 p., 5e pr., zilv. medalje; „De Kennemers", Alkmaar, 144 p., 6e pr., zilv. me- medalje ;Brinkman, Haarlem, 44 p., Ie pr., gou den medalje, als kampioen; „Recht naar t'Doel", Rotterdam, 28 treffers, verg. zilv. medalje, ge schonken door de gemeente Alkmaar„De Unie", Alkmaar, 7 negens, als negenprjjs, verg. zilv. me dalje, uitgeloofd door „De Club", van Alkmaar „De Phoenix", Haarlem, 4 achten, als achtprjjs, uitgeloofd door „De Unie" van Alkmaar. Personeelen wedstrijd. P. Polak, Rotterdam, 41 p., medalje van II. M. de Koningin-Regentes; „Recht naar (t Doel", revolvers in een woord een compleet tuighuis. Voorwaar moordwerktuigen genoeg om een vreese- lijke ziel schrik aan te jagen. «Bahdacht Andries. »Wat waag ik er eigen lijk mee? hoogstens twee en een half uur 1voor waarts marsch «Mijnheer!« begon van Schetteren, «magik weten?» «Zeker,» antwoordde Andries. »U wilt mejuf frouw Antoinette trouwen «Ja, mijnheer.» «Nu dan, dat zult u niet!« «Wat hagel en vuursteen! duizend donders en bliksemstralen! Wie zal mij dat beletten!...» T*Ik Van Schetteren mat den spreker met de oogen, en kwam tot de slotsom dat Andries niet groot van stuk was, maar blijkbaar vast besloten, voet bij stuk te houden. «Ah zoo. jongmensch!» zeide hij eindelijk. «Nu, je treft het bizonder, dat ik juist in een van mijn goede buien ben. Profiteer er van. Berg je terwijl het nog tijd is, anders sta ik niet voor je leven ine. «Evenmin als ik voor het uwe.« «Een uitdaging! En dat tegen mij? Van Schet teren!? Weet ge wel mijnheer, dat ik meester ben op alle wapens!» »U schermt ten minste geducht metgroote woorden. «Mijnheer, ik heb twintig malen geduelleerd en vijf maal heb ik het ongeluk gehad mijn tegen stander te dooden, terwijl de vijftien anderen allen min of meer ernstig werden gekwetst... kom! ik Walraven, 41 p., Ie pr., gouden medaljeJ. Ver meulen, Alkmaar, 40 p., 2e pr., verg. zilv. me dalje J. J. Essen, Alkmaar. 40 p., 3e pr., verg. zilv. medalje, tevens de negenpr., gegeven door A. de Vries; T. II. van Soest, Alkmaar, 39 p., 5e pr., zilv. medalje; A. Otto, Alkmaar, 39 p., 6e pr., zilv. medaljeRotterdam, vjjfprjjs, verg. zilv. medalje, aangeboden door Westerman, te Rotterdam. Een merkwaardige brief van een Drukker-Uitgever. De firma van Ilolkema Warendorf ver klaart in het „N. v. d. B.," dat zij, na kennis genomen te hebben van den volgenden brief, van haren eisch tot schadevergoeding af zag, welke zij had ingediend tegen den heer V. uit gever van „De ronde Venen," wegens nadruk ken van de novelle Sjoerd Ilallema van W. Otto, door haar in den Geïll. Pamiliekalender 1893 uitgegeven. Mijdrecht7 Mei 1895. M. Jin antwoordt op u schrijven van 6 dezer is dat wat betreft de overtreding van mijne feuil leton in „De ronde Venen" is dat ik na uwe opmerking volgaarne schuld beken, het is even wel mij niet ten kwade te duiden daar ik eene groote leek in zulk een vak ben en in 't ge heel hier geen erg heb in gehad veel minder met de bedoeling, om de wet te overtreden wat mij zeer veel spijt om nu in zulke onaange naamheden te komen waaruit ik mij niet weet te redden, alleen dit Zaterdag zal het al niet meer inkomen en waarschijnlijk het geheele blad ophouden want het is toch een ding van niets de heele „ronde veenen„ eer ik geen stof tot boeiing voor de lezers weet want als u na ga dat ik 1 Juli a.s. het 3 jaar zal wezen dat ik nog timmerman was zal u het mij wel verge ven de schuld die ik aan heb want om er de uitgever schade mede te deen was heel mijn be doeling niet. Werkelijk mijne heeren het is niet uit kwaad of ondersteek dat ik het heb gedaan alleen uit lompigheid van mjj en daarbij geheel uit onwe tendheid, want ik heb nog nooit een of ander werkje uitgegeven, dus weet van deponeeren niet het minst hopende dat ik hiermede aan UEds. verlangen voldaan heb, en heeren gerust nog maals zal ik u bekennen dat ik werkelijk niet een of andere kwade bedoeling had het is zelf zoo nog dat ik er aankom, een jongen die bij mij is had het bij den docter bij ons vandaan gehad en had het gelezen en vond het zoo mooi dat hjj vroeg of hij het mocht zetten als feule- ton, toen heb ik het laten doen dus nogmaals het is jammer en jammer doch hoop dat ik hier mede de zaak geheel heb blood gelegen en blijf u inmiddels dankbaar voor u schrijven en hoop dat het hiermede mag gedaan zijn. Verblijf ik UEdl. Dw. Dienaar J. V. Boekhandelaar en Drukker te Mijdrecht, Wil u soms hebben dat ik bij u kom gaarne staa ik ten dienste van U, ik doe een postzegel voor U geschrevenen hier in. Afjeh. Volgens het „Dgbl." zou het opperbestuur het voornemen koesteren generaal Vetter, spoedig nadat hij zijn functie van opperbevelhebber van het Indisch leger zal hebben aanvaard, naar Atjeh te zenden, ten einde daar den toestand ernstig na te gaan in overleg met den bevel hebber onzer troepen. De herkiezing van den heer J. VanWer- meskerken tot lid van den gemeenteraad te Krommenie belooft een staartje te hebben. Als laatste knaleffect, hebben de bestrijders van den heer Van Wermeskerken den kiezers een strooibiljet gezonden onderteekend door de raadsleden, A. Schut, J. Booy, Jb. Van Vliet en D. Van Leyden, waarin dezen hun voornemen te kennen geven eenparig hun mandaat ter beschikking van de kiezers te zullen stellen in dien de heer v. W. herkozen wordt. heb medelijden met uw jeugd Voor de laatste maalga heen «Deze opsomming uwer heldendaden versterkt mij des te meer in mjjn gevoelen, dat gij in mjj in alle opzichten een waardig tegenstander zijt en vermeerderd slechts mijn lust om mij met zulk een gevreesden kampvechter te meten. Komaan! Zullen wij die twee degens nemen, daar boven den schoor steenmantel? of deze enterbijlen? of deze kavalerie- sabels of die kurassierspallassenwat dunkt u van twee yatagans zooals daar hangen? Wat zult u kie zen? Kunt u niet tot een besluit komen? Waar denkt u over?» «Ik denk aan uw moeder en Jen rousv dien zij weldra zal moeten dragen «Ik heb geen moeder meerGeeft u de voor keur aan de buks, het pistool, den revolver «Jongmensch, speelt nooit met vuurwapenen!» »fs u misschien een beetje bang? U beeft:« «Beven! ik? dat komt van de kou.« «Welnu, vecht dan of zie van Antoinette's hand af.» «Gij hebt rnoed dat mag ik wel. Dappere zielen verstaan elkanderZal ik u eens iets zeg gen «Spreek «Sedert eenigen tijd dacht ik er zelf reeds over dit huwelijk te verbreken, maar ik wist niet goed hoe ik het moest aanleggen. Ik zou dus met alle genoegen aan uw wensch voldoen, maar ge hebt mij gedreigd en u begrijpt natuurlijk zeer goed, dat ik, Van Schetteren, niet den schijn op mij kan laden, alsof ik mij door dreigementen had laten En de heer Van Werhieskerken is herko zen Verkiezings-rijinelarij. Onderstaand vers werd op een stembriefje voor den gemeenteraad te Arnhem uit de bus ge haald „Ik heb geen lust in A. f. Van der Schooren, Aan Busgers, zoo hij valt, wordt niet heel veel verloren, De groote Lauer kan mjj evenmin bekoren Al zat ook Cicero met Brugman in de keel van dezen filomeel, Dit wetenschappen-inpompend pronkjuweel Met zijn liefelijk „hèrmonisch humènitets" ge kweel Nog minder is mijn hart aan Ozinga gewijd Nu deze would-be groote man aan 't hoofd van Haat en Nijd Den edelen Everts B. H. Zoon met zooveel list bestrijdt. Niet met het argeloos lam gaat nu de slimme wolf verkeeren Maar met den schranderen mol om 't onheil af weren, Dat Arnhems' raad Te wachten staat Nu Ozinga op zijn biljet zal zetten „Ote toi de li, afin que je m'y mette." Maar lieve vrienden ziet toch toe Dat ik aan dit vuile werk niet mede doe, Den hoogst bekwamen man, altijd van zessen klaar Stel 'k ver boven den vrind van Gejjsbeek Mo- lenaer. En Coers. Het geldt hier„boer, pas op je kippen" Nu al die vossen Everts van zijn stoeltje willen wippen. 't Is wel een praatstoel, doch zijn geestig woord Vol Attisch zout, heeft mij steeds meerbekoord Dan 't hatelijk eendgekwaak van Arnhem's ploer tendom Wat Goed is maakt dit slecht, wat recht is maakt het krom. Ik stem daarom enz." Onbestelbare en geweigerde pakketten. De Staatscourant van 19 dezer bevat eene opgave betreffende onbestelbare en geweigerde pakketten, welke eene maand na deze aankon diging bij het hoofdbestuur der posterijen en telegraphie ter beschikking blijven, om na ver verloop van dien termijn, voor zooveel zij niet zijn opgevraagd, te worden verkocht. Denamen en woonplaatsen der geadresseerden zijn wed. Victor Bert, HallumM. Weisskönig, Gera Rudolf Varga, SzeredR. B. Jetsinga, Arum Soellner, BrusselL. Beltjens, Antwerpen La nen, 's-Gravenhage R. Jeemer, Orserans A. J. v. Koolwijk, Hees bij Nijmegen P. Mac Ken- zie, Rotterdam Marchand, Amsterdam A. Ca- pendu, ParijsVictor Hugo, CuesmesII. Bar- the, ParijsP. Rosenberg, Rotterdammevr. Castendjjk, Arnhem W. v. Looten, Antwerpen N. Kater Co., Groningen L. Lanen, 's-Gra- venhageII. Mulder Sr., DeventerH. P. M. Verlinden, Bergen op ZoomP. Greenbaum, Londen; H. Ilüner, Ilijsel; Nord Thomson, Am sterdam T. E. J. Odendaal, Schagen Stamp, Bergen op ZoomA. H. Hötzel, Dresden De Mei, Maarsen G. H. ter Horst, BjjsenB. J. Compers, Gouda; A. II. v. Adelsbergen, Gro ningen; Nieuwenhuis, Leusden; dr. G. C. Wei- senborn, WilnisC. Vrins, OldenbroekA. M. I. v. Dijk, UtrechtJ. v. Es, AmesfoortII. J. Janssen, WinterswijkII. A- J. Beuningh, StellendamP. de Boer, DuivendijkeL. J. Wolff, AmsterdamH. Groenhuysen, Zutfen II. v. d. Poel, HoogerheideC. J. F. Meijer, Amsterdam M. Merens, Haarlemmej. Beem- sterboer, Huizen A. F. M. Bastiaans, Amster dam. De opgave loopt van 27 Maart tot 11 Decem ber 1894. Drie uitvindingen lo. Hengelaars moeten aan het uiterste einde van de snoer bij den haak een spiegeltje beves tigen. Wanneer de visch het spiegeltje nadert en zijn beeld er in ziet, meent hij een anderen visch te zien, die het aas wil wegsnappen. Dan bang makeri.» «Ik neem ze terug.« «Goed! dat is dus afgesproken!» «Zoudt gij uwe verklaring niet liever schriftelijk afleggen en onderteekenen?» «Voor een fermen vent als gij, heb ik te veel achting, om hem iets te weigeren.» Met het kostbare stuk in de handen keerde An dries naar den heer Blaaser terug. De afstand was lang en het was reeds bij half negen toen hij daar aanschelde. Tingeling! «Wie is daar?» „Andries." „Loop naar den duivel!" riep de muziekmeester woedend. „Van Schetteren ziet er van af. Ik heb zijn ver klaring zwart op wit. Doe open of ik trap de deur in „Blaaser deed open. Andries stelde hem het pa pier ter hand en liep naar binnen, tot voor de deur van Antoinette's kamertje, waar hij door het sleu telgat riep: „Sta op, nichtje, gauw kleed je aan en kom hier „Het schijnt, mijnheer," bromde Blaaser, „dat ik geen meester mag zijn in mijn eigen huis! U komt, u gaat, u kommandeert! En om u te too- nen, dat dit mij volstrekt niet aanstaat, zal ik niet de minste notitie van u nemen. Verstaat u? Ik ga mijn krant lezen, alsof u in 't geheel niet bestondt Eenige oogenblikken later trad Antoinette, frisch en blozend als de dageraad, het huisvertrek binnen schiet hij snel er op toe om tie oerste te zijn en hij is dus gevangen. En dubbel of meervoudig spiegeltje is nog zooveel te beter, want dan ziet de visch zijn beeld vele malen weerkaatst en meent dus, dat er van alle zijden visschen ko men om hem het aas te betwisten, zoodat hjj zooveel te sneller zal toehappen. 2o. Om niet onophoudelijk den vischhengel in de hand te houden heeft men een kistje noo- dig, dat op den wal, of aan boord van eene schuit, word nedergezet en een electrisch bat terijtje bevat, hetwelk door middel eener veer zoodaning in verbinding staat met den haak, dat, zoodra de visch aanbijt, de hengelaar door een schel of klokje wordt gewaarschuwd. 3o. Om hooge golven te doen verloopen, ge- bruike men gewone vischnetten van sterk touw, voorzien van kurken drijvers. Bij storm worden zo aan den boeg van het schip aangelegd, waar door de golven terstond worden gebroken, ter wijl voor anker liggende schepen op dezelfde wijze door het uitleggen van netten tegen den golvenloop kunnen worden beveiligd. Een ander bericht voor hengelaars komt uit het internationaal patentbureau van Heiman n Co te Oppeln. De heeren Emil Selmers Jacob Schram te Kristiania, hebben in Duitschland octrooi verkregen op eene nieuwe constructie van vischhaken. De haak is een samenstel van twee of meer haken, wier halsstukken door een gebogen strik met elkaar verbonden zijn. De oogen van eiken haak zijn met en door het hen gelsnoer zoodanig in verbinding gebracht, dat de haken bij het aanbijten van den visch uitslaan en hem pakken. YERKIEZINGSIJVER. In de gemeente Haskerland stonden de ver schillende partijen bij de jongste verkiezing voor den gemeenteraad zeer scherp tegenover elkan der. De partijen deden haar best, om hare aan hangers bij de stembus te „halen." Per rijtuig werden de boeren uit het hooiland gehaald, ter wijl een plaatsvervanger tegenwoordig was, om zoolang de boer was te stemmenzijn werk voort te zetten. In de gemeente S. werden aan uitwonende kiezers postwissels gezonden voor de heen- en terugreis naar de stembus. Onder de „Varia" in „De Plattelandspost" leest men Juist had ik tot oefening de „Instructie" ter hand genomen en lag 6 boven, toen 'n paar stevige tikken aan het loket van mijn kantoor mjj waarschuwden te openen en te zien wat verlangd werd. Ik stond nu „vlak" tegenover een bruin gelaat van een lid van het publiek, terwjjl mjj „'n briefkaart" gecommandeerd werd. Asjeblief! Maar daarmee is onze vriend nog niet klaar, want: „geeme nou jou potlood eens of'n pen!" is zooveel als: ik wenschte die hier wel te schrjjven. Aan een potlood weldra geholpen, een paar keer aan het puntje gelikt, en jawel... geduld s. v. p.! Eindelijk: all right! „Watkost dat ding?" „Drie cent" was mjjn antwoord. En nu de hand in den zak, mis; in den ande ren zak, mis; vestzakje om en om, mis! „Wel weerga's! me'n buultje leggen laten; nou je komt welders an hoor en dan vraag je maar gerust om die cente" en flap, dicht de deur. Daar zat ik nog steeds op die vette paragraaf te turen. „Het publiek wordt beleefd behandeld. Men moet het alle mogeljjke hulp en inlichtingen verstrekken. EEN DUUR KALF. Men schrijft uit Tiel Zekere A te Wamel kocht op een der week markten hier in den omtrek een kalf en stalde dit met dat van een ander in denzelfden stal. Toen de markt geëindigd was, vertrok A. met een der kalveren die naar het beweren van den ander diens eigendom was. Een proces is hier van het gevolg geweest en met boeten enz. is de prjjs van het kalf ongeveer op f900 geko men. Een hooge prjjs voor een kalf zonder staart, want deze ister rechterljjke griffie gedepo neerd. Door enkele landbouwers in de Groninger veenkoloniën zullen proeven genomen worden met een nieuw voorbehoedmiddel tegen de aard- „Wat is er toch aan de hand?" „Niets meer of minder dan dat je neef gek is geworden," zeide Blaaser schamper, „Gek!" herhaalde Andries „enfin! maar An toinette zal inzien, dat mijn gekheid nog eene goede zijde heeft. Hedennacht, nichtjelief, heb ik twee dingen verkregen: Mijnheer van Schetteren deed afstand van uw hand en uw geachte voogd stemde toe, dat gij den man uwer keuze moogt huwen." „Is 't waar, oom, hebt u er niets tegen dat ik Andries trouw?" „Hè!" riep Andries, die een paar groote oogen opzette. „Ik bemin je reeds lang," zeide ze eenvoudig. De pendule op den schoorsteenmantel sloeg ne gen uur. Op dit oogenblik voelde Andries zijn hart eens klaps onstuimig kloppen. Kwam het van de zalig heid, waarmede Antoinette's onverwachte bekente nis zijn gemoed doorstroomde, of was het zooals de dokter voorspeld had, de voorbode van zijn nade rend einde? Was het de dood? „Ongelukkige, die ik ben!" riep de arme jongen. „Zij bemint mij. Het geluk lacht mij toe, het komt in mijn bereik en voor ik het grijpen kan, moetik sterven." Aan de hevigste ontroering ten prooi greep hij Antoinette's hand en vertelde haar allesde ont vangen brief, de ingeademde bloemengeur, de voor spelling van zijn ouden vriend, het testament, zijn pogingen in haar belang en het verkregen succes. En nu," eindigde hij, diep bedroefd,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1895 | | pagina 2