Nieuwe Langedijker Courant", van Zondag 11 Augustus 1895.
BEIEVEH UIT DEN HELDEE,
zeggen, dat de gemiddelde temperatuur van het
geheele jaar thans weer in de volgende jaren
zou afnemen tot 1899 toe.
Als dat waar is en de zomers daardoor ook
nog kouder moeten worden dan dit jaar bijv.
dan kunnen wij langzamerhand onze zomerklee-
ren wel aan den kapstok hangen
Bestrijding der varkensziekte!
Nu de gevreesde vlektyphus de bekende
varkensziekte op vele plaatsen in het land
weer ernstige verhoudingen aanneemt en den
bezitters, veelal „kleine luyden", groot nadeel
toebrengt, is het zeker niet ondienstig de volgende
middelen ter bestrijding dier ziekte aan de hand
te doen
lo. Een landbouwer in het Noordbrabantsche
meent, dat het vooral de vliegen zijn, die de
ziekte van het eene varken op het andere over
brengen. Als men de varkens af en toe met pe
troleum bestrijkt, meent hij, blijven de vliegen
weg en wordt daardoor de kans op ziekte be
langrijk verminderd.
2o. Zieke dieren wassche men eenige malen
met sterk kalkwater af. Na een paar dagen zou
den in den regel de beesten hersteld zijn.
3o. Men neemt op een emmer water één flesch
zuivere carbob, wascht daarmede de aangetaste
varkens en besprenkelt er hok of stal mede. De
uitkomst moet verrassend zijn.
4o. Breng paardenmest in de besmette hok
ken of stallen, het moet als ontsmettingsmid-
goed werken.
Geen anarchist in de school
De burgemeester van Opsterland kan zich
niet vereenigen met de benoeming van den
anarchistischen onderwijzer Dijkstra, tot tijdelijk
onderwijzer te Siegerswoude, welke door de
meerderheid van het dagelijksch bestuur dier
gemeente is geschied.
Hij is van deze benoeming in hooger beroep
gegaan bij Gedeputeerde Staten.
Twee kolossen.
Men schrijft uit Beilen
De aanhoudende lage prijzen voor vette var
kens is de oorzaak van eene zonderlinge handel
wijze van den landbouwer A. Beugel te "Wijster
onder deze gemeente.
Verleden herfst had hij reeds twee varkens,
die toen wel al voor vet mochten doorgaan en
die toen tegen den marktprijs van 17 cent per
kilo meer dan f 110 konden opbrengen. Doch
B. was niet genegen tegen dien prijs te verkoo-
pen en hield zijn varkens.
Middelerwijl zijn de prijzen nog aanmerkelijk
gedaald en zijn deze sedert geruimen tijd sta
tionair op 14 cent voor vette. Geen wonder dus
dat B. weigerachtig bleef de dieren van de hand
te doen en daartoe ook thans nog niet te bewe
gen is.
Een gevolg van deze stijfhoofdigheid is, dat
de beide varkens nog steeds volop de aardsche
zaligheid genieten. Zij mogen thans met alle
recht „moddervet" worden genoemd en worden
door opkoopers op meer dan 1500 halve kilo's
zwaar geschat en het spek op 2 dM. diktë.
Wanneer deze kolossen nog eens met den slager
kennis zullen maken, is, als de prijzen niet be
ter worden, vooreerst nog niet te zeggen.
In Oud-IIollaiitlt.
Overmits veele uytheemsen dewelcke door de
Nymmeegse Poorte in onze stadt koomen, soo
zeer verbaest zynde over de schoonheydt der-
selve, dat sy met handen, stokken, regenscher
men en wat dies meer zy tegen de muuren van
dit Praghtstuk kloppen, douwen, slaen enz., als
om te proeven oft wel eght ware; dermaatedat
dese Poorte door dese niewerwetse Vandaalen
ernstigh beschaedight wert, so ist noodigh dat
hier teegens ernstighlyk gewaerschouwt wert.
Ick doe dit in 't algemeen, maer in 't byson-
der soodaenig Persoone, welcke in publyke
Hoohheijdt over andere ghestelt zyn, als School
meesters, Weesvaeders, aenvoerders van gesel
schappen enz. Door van dit heerlyck Bouw-
werek af te laeten sal het schoen en heerlyck
blyven tot d' ondergangk van onse Stadt toe,
Maer wyl onse verdorvene Natuer niet soo seer
van 't quaede wordt afgehouden uyt hoop op
Julie begreep, dat op dit oogenblik haar eenig red
middel bestond in een gewaagd beroep op hare
meerdere ervaring.
nKom, kindlief, je spreekt naar dat je verstand
hebt. 't Is goed dat ik het ben, tegen wie je al die
wijsheid uitkraamt, en dat er geen vreemden bij
zijn, want dan zou je een heel gek figuur maken.
»'t Allerbest voor jou is, over zulke dingen in 't
geheel niet te denken, en ik zou er nooit met je
over begonnen zijn. Maar nu we er toevallig een
maal over bezig zijn, en je er tegen mij dan nog
het best je hart over kunt uitstorten, nu wil ik je
wel zeggen dat men in de wereld niet kan vol
houden op zulke punten zoo heel streng te zijn.
Waar zou dat heen Vooral in de hoogere kringen,
't Zou toch niet aangaan, hooggeplaatste personen
minder beleefd te accueilleeren, alleen omdat hun
zedelijk gedrag niet al te best bekend stond. Men
kan aan menschen van geboorte niet de eischen
stellen, die men aan burgerlui stelt
»Wel nu nog mooier,viel Gerarda in, met al
den ijver der naïveteit; »dus hoe hooger iemands
stand is, hoe slechter hij mag leven, zonder dat
men hem er om veracht?"
Weêr haalde Julie, zonder verder antwoord, be
vallig de schouders op.
Waarom is dat?"
»Ja, dat moet Mijnheer Jan je maar uitleggen, als
je goed en wel met hem getrouwd bent. Tob er
nu verder niet over. Bedenk liever eens, of hij je
nieuwe kapsel mooi zou vinden. Zou het hem niet
te wereldsch wezen plaagde zij, met glinsterende
schoons dan wel uyt vrees van de straf, soo
voeg ick er qy dat de Regeeringhe deser Stadt
voortaen sal waaken teegen derghelyck vanda
lisme en den schuldighen ghestrenghelyk sal cor-
rigeeren en der stede uyt wysen.
Oock diende men medelyden te hebben met
onsen loffelycken Stads gheheimschryver ende
Pluym-graef, dewelcke verblyf houdt in het
kamerkyn paaiende aen dese Poorte en die door
dat hels geklop schier buyten sijn sinnen dreight
te raaken. Dese treifelyke man op wien heel
Oud-Hollandt dryft en die dagh ende naght
werksaem is voor 't heyl harer Poorters heeft
aenspreek op rust.
O.-II. Niewstydinghe.)
IS DIT WAAR?
Bericht wordt dat te Grahamstad een vogel-
struiswijfje een ei legde waarop duidelijk stond
geschreven Wood. Het wijfje was op haar bout
met den naam van haar baas gebrandmerkt.
(Volksstem.)
EEN HOOGMOGENDE.
De Heldersche Kamer-afgevaardigde, de heer
Staalman, zegt in een der jongste nummers
van zijn blad „Extra Tijding" nogal iets van
den heer Hartsinsk, de vorige week gekozen tot
lid van den gemeenteraad van Helder, of liever
hij laat liet zeggen in een praatje tusschen
„Jaap en Tijs".
Naar aanleiding daarvan bevat een der Hel
dersche couranten de volgende merkwaardige
advertentie
„Waarschuwing tegen „Jaap en
Tijs,"
Jaap en Tijs worden gewaarschuwd onzen
volksman, thans raadslid, L. A. Hartsinck, niet
te beleedigen, of wij zullen anders afrekening
houden met dat bleeke magere mannetje en dan
zal hij van oud en jong betaald krijgen.
Helder, 5 Aug. 1895."
Deze advertentie is door niet minder dan 18
personen, meest visschers, onderteekend.
De Lombok-dag
In het begin der volgende maand wil men op
het terrein der Amsterdamsche tentoonstelling
een spiegelgevecht geven en daarmede een on
bloedige voorstelling van het wapenfeit bij Sa-
sari, het laatste van den geheelen Lombokkrijg,
's daags nadat de radja van Lombok zich had
overgegeven.
Het gevecht zal worden geleverd op het ter
rein, waar gewoonlijk het vuurwerk wordt af
gestoken. Een benting wordt gebouwd in den
linkerhoek, waar een breede sloot het terrein
begrenst, met geboomte op den achtergrond. De
Nederlandsche troepen zjjn opgesteld in de buurt
van de tribune.
Nadat een sluippatrouille van enkele cavele-
risten onder levensgevaar de versterking heeft
verkend, wordt de sommatie van den bevelheb-,
ber door eenige gevangen Baliërs overgebracht.
De vijand weigert, waarna de aanval begint, de
troep rukt voorwaarts, de artillerie opent het
vuur, en daarna wordt de benting bestormd. Te
midden van die bestorming vliegt een kruithuis
in de lucht, maar de soldaten laten zich niet
meer verdrijven en een hunner plant de Neder-
landschen driekleur op den wal.
Dit is in hoofdtrekken de bedoeling. Het ter
rein wordt met bellingen voorzien, hier en daar
worden palmen en laag hout aangebracht en
de benting wordt zoo goed mogelijk nagebootst.
Wie goede zaken kan maken.
Een slecht land, waar het niemand goed gaat
Toen de vette varkens 18 a 19 cent het pond
kostten, gold het spek 25 cent per pond. Toen
de prijs der varkens daalde tot 10 12 cent,
bleef het spek op 25 cent staau en nu eindelijk
de prijs op 17 cent (de hoogste markt) is ge
komen, zullen de slagers te Tiel het spek 5 cent
opslaan.
Aan wie de schuld, wanneer de werklieden
eene coöperatieve slagerij oprichten?
VAN VRIJEN EN TROUWEN.
Een ruim 70-jarig weduwnaar te Rottevalle
zou huwen met zijne jeugdige huishoudster.
Zijne te Groningen wonende zoons kwamen op
een hondenkar aanrijden en zeiden tegen hun
oogen en een geestig lachje, »ja, als hij zoo streng
is, kon het best gebeuren, dat hij u liever als een men-
nist zusje terugzag, dan met een bekoorlijke coiffure
sNeen, dat nietverzekerde Gerarda, ineêlachend.
»Weet je wat? ging Julie voort, bemerkend dat
die afleiding een gelukkige-greep was»Zoodra je
den slag beet hebt van het zelve op te maken, wordt
je voor mijn rekening gefotografeerd en zenden wij
hem een salonportret ter keuringEn met een
tikje op Gerarda's schouder haar rede besluitend,
wipte zij naar hare eigene kamer, om zich vóór
koffietijd te kleeden.
Der assistente werd haar tweede, evenals haar
eerste ontbijt en alle overige maaltijden, op dit haar
eigen woonterrein, de kinderkamer, voorgediend. Die
etensuren met de kinderen alleen waren wel
een keerzij van haar tegenwoordig leven. Doch zij
dacht er nimmer over, in die schikking verandering
te wenschen. Deze verandering behoorde tot haar
plicht, tot de taak, die zij op zich had genomen
tot het werk waarmee zij geld verdiende om zich
een flink uitzet aan te schaffen. Daarbij hield zij
veel van de kinderen en eenzaam was zij immers
nooit, als zij aan Jan dachtEn weêr, en nog wel
tienmaal sloop zij voor den spiegel, vermeide zich
in 't heerlijke vooruitzicht van het salonportret en
beproefde vast, hoe zij daarvoor het best poseeren
zou.
III.
Mevrouw Van Walen was ontstemd, bedroefd,
neêrslachtigin één woord, juist het tegenoverge-
vader, dat de „geboden" wel waren aangegeven,
maar dat het overgaan moest. Zij dreigden met
groote messen, wierpen de huishoudster de deur
uit de oude man vluchtte en na veel
kabaal en wat huisraad stuk gemaakt te hebben,
vertrokken ze, onder de veelbelovende toezeg
ging, binnenkort en beter terug te zullen komen.
Uit een Atjehsche correspondentie in het
Nieuie Pad. Hbld. wordt het navolgende ont
leend Als bewijs, dat er gunstiger vooruitzich
ten schijnen aan te breken voor onze Atjeh-
politiek, kan of willen de lezers liever mag
ik hier het feit aanhalen dat den 12n dezer
Toekoe Nja Makam, vergezeld van zijne vrouw,
zich tijdelijk te Kota Radja is komen vesti
gen. Het is waar, de Toekoe deed het niet voor
zijn genoegen; doch hij die in zoo vele ge
vallen ons een toonbeeld van trouweloosheid
heeft gegeven wenscht zijn zieke lijf toe te
vertrouwen aan onze geneesheeren. Hij, die aan
het hoofd van samenraapsels, slecht volk, ons
in Langkat en Tamiang zoo lang de handen
heeft vol gegeven, komt nu genezing afsineeken
van de door hem zoo fel bestreden „blandas."
„Hij is thans gelogeerd in de passangrahan
nabij kampong Djawa, alwaar hij dagelijks door
een onzer geneesheeren wordt bezocht. Hij ziet
er erg afgetakeld uit en geeft den indruk van
een troetelkind van alle mogelijke kwalen. Bij
alle Atjehsche „doekoens" of hoe die kwakzal
vers verder mogen heeten, heeft hij geen heil
kunnen vinden.
„Misschien dat onzen Toekoe nu zeer veel tijd
zal worden gelaten tot inkeer te komen maar
velen hebben er een zwaar hoofd over. Een vos
verliest wel zijn haren, maar zijn streken niet,
zeggen de pessimisten. De tijd zal ons moeten
leeren, aan welken kant de waarheid ligt.
„Had ik in deze wat te zeggen, wèl ik
zou den doctor gelasten een certificaat af te
geven, constateerende dat de Atjehlucht voor
Toekoe* Nja Makam erg ongezond is en dat deze
tot het herstel van zijn ontstelde gezondheid
met verlof naar Banda of daar ergens moet gaan.
De rest marcheert dan van zelf."
Monsterkanonnen.
Sedert eenige jaren bestaat er een wedstrijd
tusschrn militaire arsenalen en privaatinrichtingen
tot het leveren van de grootste kanonnen. Op de
wereldtentoonstelling van 1889 te Parijs zag men
er, die de algemeene bewondering wekten. Voor
Chicago heeft de firma Krupp nog wat anders
willen doen. Daar heeft men een kanon van 124
ton, een kaliber van 490 mM. en een lengte
van 12 M. hebbende, tentoongesteld. Bij een la
ding van 300 KG. kruit werpt die stalen ko
lossus een projectiel van 1180 KG. Vóór dien
tijd was de zwaarste bom 800 KG.
Het is echter een platonische overwinning,
want men is het er over eens, dat zulke reuzen-
kanonnen meer gevaarlijk dan nuttig zouden zijn
in den oorlog.
Toch is niet te ontkennen, dat de vorderingen,
sedert twintig jaar door de artillerie gemaakt,
bijzonder groot zijn! En wat worden er nog een
aantal moorddadige ontdekkingen, geduchte en
nieuwe verfijningen geheim gehouden uit natio
nale voorzichtigheid en patriottische gevoelens.
Alle militaire mogendheden doen haar voorraad
op, alsof zij de polen wilden laten springen en
den aardbol tot puin wilden slaan.
Wat een verscheidenheid in al die werktui
gen, die dood en verderf moeten verspreiden on
der de tegenstanders. Het kanon van Bange weegt
37 ton, werpt een projectiel van 400 KG., met
een snelheid van 600 M., wanneer de lading 180
KG. bedraagt. Een ander kanon van 32 cM.,
60000 KG. wegende, werpt een bom van 450
KG. tot op een afstand van 20 KM. En heeft
men zelfs niet gesproken van een obusmitrail-
leuse, die, het doel bereikt hebbende, ontbrandt
en de hindernis verbrijzelt, daarna zijn reis voort
zet, een hagelbui van kogels vooren achter zich
uitwerpende? Dan is er nog het monsterkanon
van generaal Basset, dat een projectiel werpt met
een aanvankelijke snelheid van 443 M., d. w. z.
het doorloopt de eerste seconde 110 M. meer dan
het geluid.
Men spreekt op het oogenblik van een nieuw,
stelde van het frissche heldere Maartweêr, dat bezig
was de natuur op te wekken uit den winterslaap.
Den dag te voren had zij een zonderlinge, onge
wone ondervinding opgedaan en was daarvan nog
steeds onder den indruk.
Zij had in onbevangen vroolijkheid aan haren
man verteld welke costumes zij zich voornam te
bestellen tegen den tijd dat de koning te Amster
dam zou komen. Trots alle verwachting had de heer
Van Walen, wel verre van haar plannen toe te
juichen en als altijd haren smaak te roemen, bij
die mededeeling ietwat stroef gekeken. En na deze
pijnlijke voorbereiding had hij ronduit met zijn
vrouw gesproken over zijn financieelen toestand, die
volstrekt niet zoo glansrijk was als men wel meende,
en haar verzocht eens na te denken over mogelijke
bezuinigingsmaatregelen.
Dit onderhoud was voor Julie geweest als een
voor hare voeten uit de lucht gevallen steen. Zij
was er van geschrikt en duizelde nog altijd van
dien schrik. Zelve zonder noemenswaardig fortuin,
was zij door haar huwelijk in goeden doen geko
men. Zuinig, practisch, berekend van natuur en van
opleiding, was zij door den rijkdom volstrekt niet
verkwistend geworden; maar zij had zich naar har
telust in allerlei weelde gebaad. Bovenal had zij er
naar hartelust mede gepronkten zoo was ook thans
nu zij hare gedachten over de gegevens van het
oogenblik begon te verzamelen, haar grootste ver
driet, dat zij zich zou moeten verminderen in het
oog van de wereld. Feitelijke ontberingen zou zij
zich niet behoeven te getroosten. Haar rustige, be-
Pruisisch kanon, 10 M. lang, 72000 KG. zwaar
en dat de pantsers van de grootste schepen op
5200 M. kan doorboren.
Onlangs heeft men met een Amerikaansch
kanon op een afstand van 1000 M. op een
enorme rots geschoten. Er werd een gat gemaakt
van 7 M. diameter en 2 M. diepte. Een aardig
gaatje.
Weet men echter wat een enkel dergelijk
schot kost? Zevenhonderd gulden, wanneer het
een gewone kogel is; 1250 wanneer het een
stalen is. Wat een aardig huisje met een klein
tuintje zou men daarvoor op menig dorp kunnen
koopen. Wanneer men tegenover de wonderen
en rijkdommen, de bewonderenswaardige ontdek
kingen, de tooverachtige vorderingen, de won
derbaarlijke resultaten, die het einde dezer eeuw
kenmerken, een ontroerden blik slaat op al die
werktuigen, die dood en verderf verbreiden, dan
vraagt men zich af, of dat nu het laatste woord
dier zoo zeer geroemde beschaving is.
Zal dan nooit een einde nemen het verspillen
van onnoemelijke schatten aan het krijgswezen
waardoor, zooals een Oostenrijksch minister zich
u tdrukte, alle beschaafde staten een schandelijk
bankroet tegemoetvoerenZullen dan nooit de
menschen wijs worden en zullen ze zich steeds
door kleinigheden of zelfs maar door antipathie
tegen elkaar in het harnas laten jagen? Ieder
werke in eigen kring tot het verspreiden van
gezondere denkbeelden mee. (R. N.)
Een onvoorzichtige huisvrouw.
Op 3 Aug. jl. heeft de echtgenoote van den
hoofdonderwijzer J. Swartwolt te Petten, in een
damescoupé 3e klasse van den trein die te 10.2 u.
Greenwichtijd van Alkmaar naar Amsterdam
vertrekt, bij het overstappen te Uitgeest laten staan
een vierkant bruin zoogenaamd spoormandje, in
houdende eenige broodjes, een kopje, een servet
en een pakket met het opschriftDit pakket be
hoort aan J. Swartwolt, hoofd der school te Pet
ten. Het pakket was gewikkeld in grauw papier
en met wit band omwonden en bevatte
1 spaarbankboekje van de spaarbank van het
Nederlandsch Onderwijzers-Genootschap ten name
J. Swartwolt, waarop ingeschreven was circa
f4000; 2 Russische effecten 1880, serie A. nos.
45453 en 45454; 3 obligatiën Zuid-Italiaansche
Spoorwegen S. A. nos. 72334, 88723, 121204;
2 obligatiën Warschau-Weenen spoorwegen nos.
34613 en 346144 stuks Rnsland 1894, 6e
emmissie nos. 55487, 55488, 55419 en 55490.
De Commissaris van politie te Amsterdam sectie
I Oudebrugsteeg verzoekt opsporing, inbeslag
name en bericht.
VROUWELIJKE STRAATROOVERS.
Het plegen van straatroof scheen tot nu toe
een privilegie te zijn van de mannen, maar ook
daaraan is een eind gekomen. Onlangs is een
dienstbode te Parijs laat in den avond aange
vallen door vier vrouwen, die haar op den
grond wierpen en haar een zilveren beursje met
30 francs ontstalen. De vier heldhaftige juffers,
een letterzetster, twee naaisters en een wasch-
vrouw, zijn gevangen genomen.
Dat is de emancipatie toch wat te ver ge
dreven
Met ingang van 1 September 1895 is bij
Kon. besluit benoemd tot directeur van het post
kantoor te Alkmaar, W. H. Moll, thans hoofd
commies der posterijen.
KOLONIAAL WERFDEPOT.
Bij het Koloniaal Werfdepot werden in Juli
jl. voor onzen kolonialen militairen dienst aan
genomen 100 personen, nl. 55 Nederl., 28 Duit-
schers, 13 Belgen, 2 Zwitsers, 1 Oostenrijker en
1 Luxemburger en overgenomen van de korpsen
van het leger h. t. 1. 59 onderofficieren en min
deren.
Het totaal dier werving bedroeg dus 159, aan
wie aan handgelden en gratificatiën werd uit
betaald f37650.
I.
't Is Zondagavond. Plechtige stilte en rustige
rust heerschen over de zee en vroolijke van
trouwe echtgenoot had haar genoeg verzekerd, dat
zijne zaken in het minst niet wrak stonden, maar
dat hij in deze moeielijke tijden, huiverde, ter wille
van overdaad, schulden te maken of zich in ge
waagde speculatiën te steken. Hij had 't ten slotte
aan zijne Julie zelve overgelaten te beslissen, in hoe
ver de bewuste toilet-uitgaven overdaad waren. Die
paar honderd gulden zullen 't hem natuurlijk niet
doen,« had hij ten slotte troostend aangemerkt;
»maar je bent zoo inventief, datje ze allicht kunt
uithalen door van wat ouds wat nieuws te maken.
Overigens is het alleen principieel dat ik de zaak
1 bespreek.
"Van iets ouds iets nieusvs maken ja, die kunst
verstond zij, als zij wou, uitstekend maar daarin
had zij ditmaal geen lust. Zij had zich voorgesteld
bij de ontvangst der koningin op allerlei manieren
te schitteren en ofschoon zij daartoe in de eerste
plaats op haar persoonlijke talenten bouwde, zonder
schitterende toiletten scheen het haar eene half
bakken, ondankbare liefhebberij toe. 't Stond aan
stonds voor haar vast, dat zij moest kiezen tusschen
deze twee óf de costumes nemen en dat wel zoo
kostbaar als zij wenschte óf in het geheel niet
meêdoen en zich bij het aanstaande bezoek van
HH. MM. aan alle feestelijkheden onttrekken.
Wordt vervolgd.