„Nieuwe Langedijker Courant", van Zondag 18 Augustus 1895. Van de Tentoonstelling. Te Vuren (bjj Gorinchem) is een hondje gestorven, waarvan gedurende 20 jaar belasting was betaald. Treurig verlies voor de gemeentekas I)e Iverinis op Tessel. Men schrijft uit Tessel aan de N. R. Ct. De Tesselsche kermis is, evenals andere in stellingen en gewoonten van dien aard, niette genstaande haren hoogen ouderdom, nog taai van leven. Dat zjj reeds een aanmerkelijken leeftijd heeft bereikt, mag blijken uit het vol gende stuk, dat wij ter wille van liefhebbers der Oud-Hollandsche sprake in de oorspronke lijke spelling weergeven. Texel, 20 April, 1383. „Guy van Castillon, Greve van Blois, Heer van Avesnes, van Beaumont, van Scoenhoven en van der Goude. Maken cond allen luden dat, wij gegeven hebben, ende gheven, voer ons, ende onse nacomelingen, onzen goeden Luden van Texel sulke Previlegie, als hierna ghescreven staen. a. In den eersten etc. b. Yoert hebben wij hen ghegheven ene vrije Jaermarct, drie daghe voer sint Jans'dach mid zomer, ende drie daghe daer na, eiken coman (koopman) vejjlich te komen ende te keren on- belet en onbesetten ware dat si misdaden in der voirsz. Marct recht, dat souden si beteren als recht ware. Ende waert sake dat iemand scout (schuld) raaicte binnen Marcte, datsouden zi betalen, oft daer voer te rechte staen. Ende ware enich man, die ballinc ware der Graeflichede van Holland, of ons Lands, of teghen ons misdadich, of te viant. die en soude dese voer noemde vrijheit baten noch in scaden staen. Ende dese vrijheit van der Marcten voirsz. is bepaelt ende beghinnende aen de nieuwe brugghe, ende van daer streckende tat aen de Jan Scoemakers huis, ende deze huuse die daar binnen staen ter Borch (den Burg) Zuut ende Hoort, die heb ben dese voirsz. vrijheid. Ende dese voornoemde punten sullen duren tot onsen ende onser erf name wedersegghen. Ende aldinc sonder arghe iist. In orconde desen brieve, ende onsen zege hieraen gehanghen. Ghegheven ende gedaen in Texel voirsz. den twintichsten dach in Aprille int jaer ons Heren Dusent driehondert drie en tachtich." Per Dominum Comitem etc. De Dienstmeisjes en de krant. „Eenige dienstmeisjes" te Zwolle verzoeken in een ingezonden stuk in de Zw. Crt. dat de dames haren gedienstigen geesten gedurende de aanstaande Koninginnefeesten zooveel mogelijk vrijaf zullen geven. De nieuwe geweren. Uit den aard der zaak heeft men vooral in Limburg met het grootste leedwezen vernomen, dat het syndicaat, gevormd met het doel om een Nederlandsche wapenfabriek te Maastricht op te richten, aan den minister van oorlog heeft mee gedeeld, dat het aan de door dezen bewindsman gestelde eischen niet kan voldoen en daarom zijn aanbieding heeft ingetrokken. Reeds voor eenige dagen, zoo schrijft de „Limb. Koer.," kwamen geruchten tot ons, dat deze voor Maastricht zoo gewichtige onderne ming in de haven zou schipbreuk lijden. Toch restte toen een kansje op behouder werd nog met den minister onderhandeld. Wij onthielden ons daarom tot dusver van elke mededeeling over de loopende geruchten. Thans hebben wij echter zekerheid. De minister schijnt niet toeschietelijk te zijn geweest en met name zijn eischen met betrek king tot den tijd der levering al te hoog ge steld te hebben. Of dat nu de heeren geldschie ters huiverig gemaakt heeft om de zaak voort gang te doen hebben? Het schijnt ons zoo. Wat er van zjj, het ieit, dat Maastricht zijn fabriek, waarop reeds zoo stellig gehoopt werd, niet zal krijgen, staat maar al te vast. Gewis een groote teleurstelling voor Maastricht dat voor de groote verliezen, die het door maat regelen van vroegere hoogwijze oorlogsministers ondervond, van den tegenwoordigen titularis in de wapenfabriek een schadeloosstelling hoopte te krijgeneen grooter teleurstelling nog voor onzen afgevaardigde, den heer De Ras, die ontzaglijk veel moeite en geld ten offer bracht om deze levensquaestie voor de Maastrichtsche arbeiderswereld en industrie eene gunstige op lossing te geven. Hij mag wel in bittere spijt uitroepen dat is schipbreuk lijden in de haven. Tegenover des heeren De Ras onvermoeid streven mag en zal Maastricht echter zeggen „Men rekent d'uitkomst niet, doch telt het doel alleen." De heer K. Dik, thans verblijfhoudende in de gevangenis te Winschoten, heeft gevraagd om eervol ontslag als burgemeester van Nieuwe- Pekela. De minister van binnenlandsche zaken heeft echter op dit verzoek geantwoord, dat de beslissing daaromtrent wordt aangehouden tot het vonnis over zijne beschuldiging gevallen zal zijn. De miiskusfabriek. Wat men ook moge beweren, niemand kan ontkennen dat de heer Wagner, die de beruchte fabriek te Beilen exploiteerde en thans te Har dingsveld een drijvende werkplaats heeft, krach tige waar produceert. In de Drentsche gemeente is men nog niet van de lucht bevrijd, al is het reeds een jaar geleden dat de fabrikant genood zaakt werd heen te gaan. De plaats zelve, waar de inrichting heeft ge staan, verspreidt bij warm weder den reuk nog wel tot op een afstand van meer dan een half uur gaans. Ook een plek, waar eenige emballage uit de fabriek een oogenblik heeft gelegen, riekt nog altijd naar muskus. De personen, die in de fabriek geweest zijn, kunnen met geene mogelijkheid van de mus- kuslucht ontslagen worden. Het zit hen niet alleen in de kleeren, maar in merg en been. Ook in particuliere woningen is de reuk door die personen en vooral door de politie, die de keet bewaakt heeft, binnengebracht. Het was tot voor eenigen tijd geene zeld zaamheid in de gehuchten Hoog- en Laaghalen Hijken e. a. hier en daar stoelen in de boomen te .zien hangen of buiten staan bij de woningen. Dat waren de stoelen, waarop een rijksveld wachter had gezeten, die vroeger veel in de fabriek was geweest. Er zijn huismoeders, die haar koffie- en thee goed hebben stuk gesmeten, alleen omdat het gebruikt was door iemand, die in de fabriek geweest was, en sedert voor ieder ander onbruik baar. De marechausseeskazerne te Dwingeloo is langen tijd zoo besmet geweest alsof het de mus- kusfabriek zelve was. V. Wie van den kant der Yan Baerlestraat het Tentoonstellingsterrein nadert, ziet achter de hooge schuttingen een lang, log bouten gebouw opduiken, stijf, met langzaam hellend dak, waarop eenige luchtkokers. Wie den ingang neemt door de poort van het Rjjksmuseum ontwaart aan zjjn rechterhand eveneens dat lange, logge gebouw, nu eenigszins meer op zijde, waardoor hij een klein stukje van het front ziet, met enkele teekenende lijnen. Maar noch van de Van Baerlestraat, noch van den kant van het Rijksmuseum maakt dat hou ten gevaarte eenigen indruk. En even weinig indruk zal het maken, wanneer men er daags vóór staat. Ik houd nu eenmaal niet van gelegenheids gebouwen. Zoo'n ding doet mij altijd denken aan een kermiskoek met een toepasselijk spreukje. Koek en spreuk hebben weinig te beteekenen doch koek zonder spreuk is niets en spreuk zon der koek is nog minder. Hoofdzaak evenwel is, dat zij voor de gelegenheid passen. Zoo gaat het ook met Tentoonstellingsgebouwen. De architect, die het eerst een gebouw voor eene Tentoonstelling heeft gemaakt, heeft mis schien iets nieuws kunnen leveren. Hij heeft zijn kunst laten rondsollen met attributen van handel, nijverheid, landbouw, enz.; hij heeft naar welbehagen de zinnebeeldige voorstellingen van die en andere factoren onzer maatschappij kunnen ronddragen en neerzetten waar hjj zulks verkoos en waar hij ze in overeenstemming dacht met de lijnen welke hij aan zjjn gebouw wenschte te geven. Hjj sloeg dan twee vliegen in één klapkon aan het gebouw een nieuwen vorm geven en tevens in dien vorm het doel, de strek king er van uitdrukken. De Tentoonstellingen volgen elkander op met een snelheid als de regenbuien in de tegenwoor dige hondsdagen en met een regelmatigheid als Falbs weervoorspellingen. Wie nu nog een Tentoonstellingsgebouw wil maken, dat iets nieuws, iets nooit-geziens heeft, moet een genie zjjn. En geniën zjjn er zoo weinig! Zoo heeft ook het hoofdgebouw der Wereld- Tentoonstelling voor het Hotel- en Reiswezen, dat van de zjjde der Van Baerlestraat zulk een stjjven loods schijnt, volgens mjjn meening des daags niets bijzonders, niets dat iemand treft, dat iemand in bjjzondere mate frappeert. Het is van hout, het is heel lang, heeft een achttal coquette torentjes, drie vestibunes om welks zjj zinnebeeldige voorstellingen zjjn aangebracht, doch indrukwekkends is aan het ge bouw niets. In de nissen van de torens aan weêrszjjden van den hoofdingang staan de busten van Hare Majesteiten de Koningin en de Koningin Regen tes de laatste volgens onze bescheiden mee ning buitengewoon leeljjk; de eerste alles be halve mooi. Boven den ingang schrijft een Amsterdamsch Burgerweesmeisje in een zeer ongemakkeijjke houding het woord „Welkom" en wuift een visscher den bezoeker toe met iets dat waar- schjjnljjk een zakdoek moet verbeelden. Waarom juist een Amsterdamsch Weesmeisje in haar clownskostuum op dat lastige en zelfs gevaarljjke huikje geklauterd is, en een visscher zjjn vuilen zakdoek tot begroetingsmaterieel ge bruikt, in plaats van zjjn klassieken zuidwester? Zie, dat zjjn vragen, waarop wjj niet gaarne antwoord zouden willen geven. Wjj zjjn dood onschuldig aan die poppen. Wij hebben ze niet geschilderd; zelfs geen last ge geven om ze er te schilderen. Trouwens, het zal onze lezers misschien tame lijk koud laten of wjj persoonlijk die figuren leeljjk of mooi vinden. Toch meenden wjj te moeten vertellen, wat wjj er van denken. Wjj vertellen dit eenvoudig weg, zonder eenig vuur. Het gebouw is stjjf, symetrisch. Links van den hoofdingang een café en nog een ingang. Rechts van den hoofdingang een café en weer een in gang. Alleen de torens aan den hoofdingang zjjn niet symetrisch van binnen. In de eene een lift en in de andere een lift. Maar de eene lift is in werking en voert telkens eenige kjjklustigen naar boven, die van den toren een heerlijk overzicht hebben over het geheele terrein. En de andere lift ligt nog stjjf, koud, roer loos beneden en is nog nooit in beweging ge weest. De eerste is een hydraulische lift, de andere een electrische. Een tochtje met de hydraulische lift is een kjjkje waard. Des daags mag het hoofdgebouw er stjjf uit zien, des avonds is het geheel anders. Nauweljjks begint het te schemeren, of man nen met lampjes aan lange staken klauteren op het dak, in de nissen en langs de goten. Het eene lichtje na het andere ontbrandt en na eeni gen tjjd is de voorgevel van het gebouw omljjnd met vurige, blauwe, gele en groene strepen, worden de stjjve, houten ljjnen in duisternis ge dompeld en ziet men niets dan de flikkerende vlammetjes, die dansen in hun potjes. Dan is het gebouw inderdaad mooi; betoove- rend. En wanneer do lampen in het café „Fagade" worden aangestoken, duizenden huppelende dwaal lichtjes, teekenend in het kristal der buffetten, rossige lichtstreepen werpende op de bruin ge- schilderde tafeltjes, die als aan elkaar verbon den zjjn door in het zwart gekleede kellners, die zweven van tafel tot tafel of van tafel tot buffet; En wanneer dan de Italiaansche muzikanten hunne soms zwaarmoedige, soms opgewekte lie deren tokkelen, hun nationale zangen met hun melodiëuse stemmen dan is het hoofdgebouw verrukkeljjk mooi. Dan kan men lang onaf gebroken staren naar het donkere gebouw, waar van het geraamte door luchtstreepen wordt ge vormd. Dan lijkt het achterste gedeelte, waar de exposities zich bevinden, en dat des avonds ge sloten is, nog donkerder dan ooit en schijnt het alsof achter de zee van licht zich een groote, diepe afgrond bevindt. Zittende in het café „Fagade" heeft men bo vendien een heerljjk gezicht op de bochtende ljjnen van slingerende lichtjes, op de lampjes die als gloei wormen schitteren in het gras, op het gewoel tusschen de verschillende hèl-verlichte tentjes en kramen en -- des avonds om onge veer half elf - op de veelkleurige waterstralen, die de fontein in stjjve ljjnen omhoog spuit. Politiek Overzicht. In Brussel vergaderde in de afgeloopen week een „interparlementair vredescongres," dat de bedoeling heeft pogingen in het werk te stellen tot oprichting van een internationaal Hof van arbitrage (rechtspraak door niet in de zaak be trokkenen), dat de geschillen tusschen de Staten zal moeten regelen. Op de vorige vergadering in den Haag ge houden was een commissie benoemd om plannen dienaangaande te ontwerpen. Er waren thans drie voorloopige plannen die echter geen van drieën beantwoordden aan de beginselen in de Haag aangenomen. De vorming van het Hof van arbitrage stelt de commissie zich aldus voor Elke Staat heeft twee vertegenwoordigers, twee rechters. Het hof zal buiten zjjn zittingen vertegenwoordigd worden door een griffier, die een vasten zetel moet hebben. Elk jaar benoemt het hof zjjn president en vice-president. Uiteen internationaal oogpunt hebben de rechters de zelfde voorrechten als de leden van het corps diplomatique. Het hof zal zelfs de onderdeelen der procedure vaststellen. Wordt in dezen geest een dergelijk Hof opgericht en bereikt dat Hof het doel met zjjne oprichting beoogd, dan is het een stap nader tot de heerschappij van het recht over de kracht, de rede over het geweld, en wordt de weg gebaand die leiden zal tot opheffing van het aan tjjden van ruwheid ontleende, maar op 19 eeuwsche ingerichte en schatte n verslindende militarisme. JEng-eland. Den 12en Augustus is op de gebruikeljjke omslachtige wjjze de zitting van het nieuw gekozen Engelsche parlement geopend. De nienw gekozen leden hebben den eed aan de Regeering afgelegd. De heer Gully die door de vroegere liberale meerderheid als Voorzitter was aangewezen, is als zoodanig ook door het nieuwe parlement waarin de conservatieven verreweg de meerderheid heb ben, gekozen. Donderdag jl. is de troonrede voorgelezen, waardoor de werkzaamheden een aanvang heb ben genomen. Die troonrede bevatte weinig belangrijks, wat trouwens verwacht werd. België. De Clericale Regeering in België gaat voort op den weg der protectie door haar ingeslagen. Thans moeten het de ingezetenen ontgelden wier bestaan gemoeid is met tabaks industrie en tabakshandel. Als de schoolwet wier behandeling thans vor dert en met welke de regeering haren zin krjjgt is afgedaan komt terstond het ontwerp tabaks belasting aan de orde. Volgens dat ontwerp wordt het invoerrecht voor sigaren en sigaretten bepaald op f250 de 100 kilogram, voor andere tabakssoorten op f60 voor onbewerkte tabak zonder stelen op f37.50 en voor tabak met stelen op f25. Van liberale, radicale en socialistische zjjde Notre bon roi de Sardaigne Est vraiment un bon enfant Tegen 't etensuur werd alles zóó ingericht, dat de heer des huizes boven kon komen dineeren. Deze voegde zich kostelijk in de zoo handig georgani seerde voorstelling, was gezellig en spraakzaam en vertelde duizend aardigheden van hetgeen er in de stad en bovenal in het paleis bij de vorstelijke rij toeren voorviel. »Zie jelui,zei Julie, »dat is nu eigenlijk het ware er alles van te hooren en rustig thuis te mogen blijven! En den ganschen avond, als haar man weer uit ging, vermaakte zij zich op de meest ongedwongen wijze met Gerarda, pakte oude doozen met aller hande rariteiten leeg, verkleedde hare assistente voor de grap als herderin of waarzegster, en besloot meestal den dag met de bewering: dat zulk een verkoudheid een heerlijke vacantie was. Eens gaf Gerarda daarop de na'ieve. vraag ten antwoordof zij dan juist ongesteld moest wezen om zich zulk eene vacantie te gunnendoch kreeg toen zulk een verwarde ontboezeming over verplich tingen aan je positie en je vrienden, en aan het erediet van je man" en de noodzakelijkheid om sop de hoogte van de wereld te blijven,dat het kind meer dan ooit respect voelde voor de schoone spreek ster, die ze weieens benijdt had om al hare ver vermaken, welke dan toch ook bleken niet louter rozen te wezen! Hoe 't zij, mevrouw Van Walen was juist zoo lang verkouden als Van Campen's nachts te wonders zijne hooge gasten herbergdedaarna had zij een paar dagen moeite om haar kunstmatig kuchje af te wennen, maar verscheen een week later, opgewekt als te voren, in haar loge bij de Fransche opera. Tegenover het beklag dergenen, die haar compli menteerden en haar afwezigheid op de vorstelijke recepties bejammerden, had zij altijd liet een of an der kort antwoord gereed, dat niet alleen haar leu gen redde, maar hen meer dan ooit de beminne lijkheid van haar karakter deed loven. ÏV. Hoe meer het seizoen van de diners en bals ten einde spoedde, hoe meer afwisseling er voor Gerarda in haar Amsterdamsch leven kwam. Naarmate Julie's avond-uitgangen verminderden, ging zij meer des morgens met de kinderen en hunne verzorgster naar Artis, naar het Vondelpark of naar de eene of an dere bloemisterij. Weldra brak de tijd aan, dat zij met hen lange voormiddagen ging doorbrengen bij diegenen harer vrienden en bekenden, die reeds vroeg in de omstreken van Haarlem of in het Gooi waren. Het hart van het landmeisje ging open, toen zij de Meizon over velden en door bosschen zag schij nen. Haar jeugd voelde, dat de jeugd van het jaar met haar wasen moed en levenslust tintelden in hare ziel. Daarbij kreeg zij thans eene verscheiden heid van menschen en dingen te zien, welke voor haar jonge menschenkennis dagelijks nieuwe ge zichtspunten opende. Dank zij den toon, waarop Julie met haar omging, in verband met hare eigene behaaglijke verschijning, viel haar in de bevriende huizen doorgaans eene aangename behandeling ten deelzoodat die tochten, ondanks de daaraan ver bondene »bonne"-verplichtingen, in den regel een bron van genot voor haar opleverden. Reeds het rijden of het sporen of het varen op een stoomboot was op zich zelf een vreugde voor Haaren vaak zou zij die vreugde, gulweg, openlijk en tegenover vreemde medereizigers geuit hebben, indien niet Julie's voorbeeld haar al sinds lang geleerd had, dat beschaving, voorzichtigheidshalve, een groote mate van geslotenheid eischt. Ook eer zij iets dorst be wonderen, keek zij Julie naar de oogen. Soms was er iets beklemmends in 't besef, niet meer, als voor heen, naar hartelust en ongestoord haar opgetogen heid te durven toonen. Maar één blik op haar ver eerd voorbeeld, waarop zij zooveel doenlijk wou ge lijken, verzoende haar met deze inspanningen gaarne bracht zij hare onbevangen vroolijkheid en hare sym pathieke kreten van bewondering ten offer aan het geen zij hare opleiding tot fijn beschaafde dame achtte. Werkelijk was zij in de laatste maanden in ver fijning heel wat toegenomen. Haar kleeding, of veel meer hare wijze van zich te kleeden, had onder Ju lie's toezicht eene merkbare verandering ondergaan waarvan zij levenslang profijt zou trekken. Hare handen, bij haar komst in de hoofdstad tamelijk grof en rood, waren nu even blank en zacht als die van Julie zelve, ofschoon zij'in het minst niet geschroomd had, ze zelfs bij de strengste koude, voor allerhande bezigheden te gebruiken. Hare taal was gezuiverd van tallooze provincialismen en kleine onjuistheden, waarmee Julie haar meedoogenloos ge plaagd had en al hare bewegingen hadden iets van de golvende bevalligheid van haar model overge nomen. Aan dien haar volkomen bekenden vooruitgang dacht zij, toen op zekeren middag het beloofde plan van het salonportret volvoerd zou worden en zij bezig was daarvoor, op Julie's raad, een glad zwart tricot lijfje aan te trekken. Julie zelve legde de laatste hand aan den eenvoudigen tooi harer be schermelinge en reed toen met haar naar een der best befaamde fotografen. Oefening kweekt niet slechts kennis, maar ook handigheid, en bijna geeneriei bekwaamheid is zon der oefening denkbaar. Iemand moet al zeer geniaal of zeer gelukkig wezen, zal hij iets, wat hij voor de eerste maal doet, aanstonds goed doen. Menschen die zich om de week of wat laten fotografeeren, krjjgen van lieverlede den slag om de camera obscura aan te kijken alsof deze eene goede kennis was, met wie zij een gezellig praatje maken. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1895 | | pagina 2