„Nieuwe Langedijker Courant", van Zondag 18 Augustus 1895.
BRIEVEN UIT DEN HELDER,
wordt krachtig tegen dit ontwerp geprotesteerd,
liet. is niettemin te verwachten dat declericale
meerderheip der regeering getrouw blijft en het
ontwerp aanneemt.
Oulia. Kenmerkend voorden toestand dei-
Spanjaarden op Cuba is de volgende eisch door ge
neraal Martinez Campos aan de Spaansche Re
geering gesteld.
De Spaansche Regeering erkenne, öf Cuba's
onafhankelijkheid of zende 100.000 goed ge-
eefende en behoorlijk uitgeruste soldaten.
Tot het laatste is zij bereid. Zij zal den 18en
Augustus beginnen de ontbrekende 24.000 man
te zenden. Thans is he; Spaansche leger op Cuba
reeds 76.000 man sterk.
De geldbehoefte blijft echter hoofdzaak. Van
waar immers moet de Regeering het geld halen
voor die expeditie noodig. Het toegestaan crediet
is reeds lang uitgeput. De toeleg der Cubanen
is door een langdurigen afmattenden oorlog, met
vermijding van een beslissend gevecht Spanje
uit te putten. Het schijnt dat zij met deze tak-
tiek het gewenschte doel zullen bereiken. Ten
minste in den eisch door Campos gesteld, ligt
de erkenning opgesloten dat de tegenwoordige
gang van zaken leidt tot de onafhankelijkheid
van Cuba.
I lulgarije. Een samenloop van omstan
digheden, die allerminst te danken zijn aan zijn
overleg of politiek, brengen in den laatsten tijd
den onbeteekenden persoon van Vorst Ferdinand
van Bulgarije op den voorgrond.
Het begon met den onverwachten moord op
Stambouloff den grondlegger en handhaver van
Bulgarije's onafhankelijkheid, den grooten te
genstander van Rusland's invloed in de aange
legenheden der Balkanstaten.
Met verwonderlijke eenstemmigheid werd door
bijna alle voorname bladen van West Europa
de schuld daarvan gegeven aan vorst Fer
dinand. Zijne kalmte bij de ontvangst der tij
ding, zijn blijven in Carlsbad waar hij voor zijn
genoegen was, de huichelachtige deelnemings
woorden aan de bedroefde weduwe gezonden en
door haar met verontwaardiging van zich ge
weerd, de geringe werkzaamheid en ijver om
Stambauloff's moordenaar op te sporen, waren
zooveel bewijzen dat de dood van Stambouloff
den regeering niet onwelkom was geweest. Hij
immers als leider der anti-Russische partij was
de voornaamste hinderpaal die den vorst in den
weg stond bij zijne pogingen de vriendschap van
den Czaar en daarmede de koningskroon te
verdienen.
Dat alles was reeds voldoende om de aan
dacht op hem te vestigen en het vermoedeu te
bevestigen dat hij zoo al niet medegewerkt, dan
toch in geen geval verhinderd heeft, dat Stam-
bauloff werd vermoord.
Er was echter nog meer dat de aandacht naar
het Oosten van ons werelddeel trok.
In Maciedonië eene der provincies van het
zwakke Tnrkije waren bewegingen gaande, die
duidelijk bewezen, dat er bij de bewoners dier
provincie de begeerte bestond, zich van Turkije
af te scheiden. Men vermoedde dat Bulgarije
daarbij de hand in 't spel had. In elk geval was
het opmerkelijk dat officieren van het Bulgaar-
sche leger hun ontslag vroegen en terstond kre
gen, om de opstandelingen te gaan helpen,
Opmerkelijk was ook dat de twee buurstaten
Servië en Bulgarije elkander op het punt der
Macedonische politiek wantrouwden, en weder-
keerig nota's zonden om opheldering te vragen.
Daarbij de omstandigheid dat juist in deze
tijd van Stambauloffs vermoording een gezant
schap uit Bulgarije naar den Czaar was gezon
den om eene verzoening met den Czaar tot stand
te brengen en ziet daar reden te over voor de
journalisten om in dezen komkommertijd ellen
lange artikelen te schrijven over den toekomst
van het Balkan schiereiland. Dat Ferdinand iets
wil is volkomen zeker, of het echter zoo belang
rijk is, is een vraag die wij met oog op de vrij
onbeteekende persoonlijkheid van den vorst, die
uit een geslacht stamt dat steeds gaarne naar
het bezit van een koningskroon streefde, vrij wel
met neen kunnen beantwoorden.
Een vorst die den knapsten en zelfstandigsten
zijner dienaren van zich stoot om met voorbij
zien van de belangen zijns volks in Ruslands
gevaarlijke vriendschap het middel te vinden,
dat zijn persoonlijke eerzucht bevredigt is te
veel oogendienaar van den Czaar, om ooit iets
bijzonders te ondernemen hetzij dan dat hij zich
liet gebruiken als werktuig van den Czaar, om
Ruslands grondgebied in den Balkan uit te brei
den, ten koste van Turkije en van de vrijheid
der thans als onafhankelijk beschouwde Balkan
staten Rumenië, Bulgarije, Servië enz.
Buitenland.
Japan en Rusland.
De oorlog tusschen China en Japan is afge-
loopen, doch daardoor is nog geen einde gemaakt
aan de verwikkelingen in Oost-Azië. Deze be
ginnen pas. Wie heeft gemeend, dat de Japan
ner onmiddellijk als boetvaardige jongeling op
de knieën zou vallen en om vergiffenis smeeken,
zoodra hij den top van de mast van een vreemd
oorlogsschip zag, of een rimpeltje op het voor
hoofd van een almaclitigen Europeaan, heeft
zich deerlijk vergist.
Japan blijkt van zijn eigen kracht bewust te
zijn en niet genegen om den Europeaan te be
schouwen als den ideaal-mensch, voor wien alles
buigt, aan wien ieder gehoorzaamheid verschul
digd is.
Japan heeft even goede kanonnen als Europa!
Ook in de Russische regeeringskringen moet
men tot de overtuiging beginnen te komen, dat
met de Japanners niet valt te spotten; dat de
Japansche diplomatie minstens even geslepen is
als de Russische en dat de Japansche regeering
niet van plan is de door haar in den laatsten
oorlog behaalde voordeelen te laten varen, zoo
dra het een Rus, een Duitscher of een Franseh-
man behaagt, daartegen op te-komen. Oogen-
schijnlijk heeft de Japanner het hoofd gebogen
onder den druk van den machtigen wil der drie
Europeesche mogendheden, niet omdat hij over
tuigd was, dat zij het recht aan haar zijde had
den, doch omdat hij weet, dat groote heeren,
met wie men kersen gaat eten, de bevallige ge
woonte hebben steeds met de pitten te smijten!
Slim als de Japanner is, heeft hij uiterlijk
den boetvaardige gespeeld, doch inwendig heeft
hij waarschijnlijk den bemoeizieken Rus en
Duitscher en Franschman vervloekt. De feiten
althans bewijzen, dat hij het met het gehoorza
men aan de wenschen der drie met een buiten-
sporig gevoel van rechtvaardigheid bezielde
Europeesche mogendheden niet zoo bijzonder
nauw neemt; dat hij tracht door list teherwin-
winnen, wat hij bij het machtsvertoon der Euro
peanen heeft verloren.
Dientengevolge maakt Japan niet bijzonder
veel haast met het ontruimen van de punten op
China's vasteland, welke het in bezit heeft. De
voortvarendheid, die den Japanners in den oor
log heeft gekenmerkt, schjjnt plotseling verkeerd
te zijn in traagheid; zij bewegen zich moeilijk
van de plaats waar zij zich bevinden zij blijven
waar zij zijn!
Ruslands geduld wordt daardoor op een zware
proef gesteldin St. Petersburg schijnt men echter
vast besloten, het geduld niet te verliezen."
De Daily News bevat een correspondentie uit
Yokohama, waarin bijna dezelfde bewering wordt
gedaan als in de boven aangehaalde correspon
dentie uit Ruslandde oorlog is nog lang niet
ten einde.
„Het volk oordeelt, dat de oorlog nog niet
over is, dat de tegenwoordige stand van zaken
is een wapenstilstand, geen vrede. Of de strijd
met Rusland wordt uitgesteld tot Japan's nieuwe
vloot gereed, of wel tot de Siberische spoorweg
klaar is, dit is nog twijfelachtig. De toestand
ziet er evenwel slecht uit.
De Russische vloot ligt nog altijd in oorlogs
toestand te Chefoo klaar voor onmiddellijk op
treden, en dit is zeer zeker, dat wanneer
Rusland eischt, dat de Japansche troepen zich
zullen terugtrekken uit Korea, welke daar nu
5000 man sterk zijn, deze eisch zal worden be
antwoord met een rechtstreeksche weigering.
Alles hangt af van de bereidwilligheid van Rus
land en van zijn beslissing of het beter is te
wachten of onmiddellijk op te treden. De sterkte
der Russische vloot in deze wateren wordt in
het algemeen door de Engelsche bladen onder
schat.
Het is een feit dat Rusland hier heeft vijf
pantserschepen, waartegenover Japan slechts één
kan plaatsen, benevens de genomen Chen-Yuen.
Japan zou zijn kruisers niet gaarne wagen tegen
de Nicolai, de Pamiat Azova, de Admiral Na-
chimoff, de Monamach en de Rurik. Japan ves
tigt groote hoop op het spoedige gereed zijn
zijner twee oorlogschepen in Engeland, en wan
neer deze zijn aangekomen, is de balans der
zeemacht in zijn voordeel. Waarschijnlijk zullen
beide, Rusland en Japan, liever willen wachten,
doch de toestand van Korea is zoo critiek, dat
beide partijen kunnen gedwongen worden."
Er is dus weer een oorlog in 't verschiet
na de hondsdagen.
In het hart der City, van Lomlcn, be
hoort Cheapside tot een der straten, waar het
meeste verkeer heerscht. Hoe groot dat verkeer
is, kan blijken uit de volgende cijfers, het ge
middelde van opgaven, gedaan op 80 opeenvol
gende dagen. Volgens deze opgaven reden er
door genoemde straat op een enkelen dag van 8
uren 's morgens tot 8 uren 's avonds 12.336
rijtuigen, of per uur 1.026, dus per minuut 16
a 17 rijtuigen, handkarren niet meegerekend.
Steek nu eens eene' straat over, waar ge kans
hebt, elke minuut door 16 a 17 voertuigen over
reden te worden.
349ste Staatsloterij.
3e KLASSE, le lyst.
Maandag 12 Angustus 1893.
No. 7167 f25000. No. 6482 f1500. No. 185 en 2117
f 1000. No. 11892, 15486 en 17012 f 400. No. 4247 en
6567 f 200. No. 32, 1580, 6177, 6303,13862,15592,16757
en 20409 f100.
2e ly'st.
Dinsdag 13 Augustus 1895.1
No. 8102 f 5000. No. 6600 en 8020 ieder f1000. NO.
10311 f400. No. 10800 f 200. No. 3148 en 20619 ieder
flOO.
3e lijst.
Woensdag 14 Aug. 1895.
No. 10308 f 2000. No. 2256 f1500. Ne. 6219 f1000.
No. 9274 f 200. No. 540, 4836, 5375, 8758 en 19955
ieder flOO.
4e lijst.
Donderdag 15 Aug. 1895.
No. 10754 f 400. - No. 8322 f 200.
GER. GEMEENTE.
Zondag 18 Aug. voorin. 9 uur, nam. 2.30 uur
Ds. Boeijenga.
NED. HÉRV. GEM. ZUIDSCHARWOUDE.
Zondag 18 Aug. v.m. 9.30 Ds. Melchers.
NED. HERV. GEM. BROEK OP LANGEDIJK,
Zondag 18 Aug. v.m. 9 uur, Ds. Gemser.
GEREF. GEMEENTE A.
Zondag 18 Aug. v.m. 9.30 nam. Avondmaal,
nm. 2.30 Dankzegging. Ds. L. Bouma, pred. te
Terneuzen.
GEREF. KERK B.
Zondag 18 Aug. vm. 9 u. nm. 2 u. Ds. Bakker.
DOOPSGEZINDE GEMEENTE.
Zondag 18 Aug. voorm. 9.45 Ds. Vrijer,
PREDIKBEURTEN.
NED. HERV. GEM. OUD-KARSPEL.
Zondag 18 Aug. v.m. 9.30 Ds. Stramrood.
NED. HERV. GEM. NOORDSCHARWOUDE.
Zondag 18 Aug. v.m. 9.30 Ds. Habbema.
Marktberichten.
Veiling Noordscharwoude.
van Maandag 12 Aug. Zaterdag 17 Aug.
Maandag. Bloemkool f3.— a f5.50. Middel
bare 12.—, Uitschot f 1.Roode kool f4.—,
Bieten f 8.—
Dinsdag. Bloemkool f3.— a f5.50. Middel
bare f 1.50 Uitschot f 1.—. Roode kool f4.—.
Bieten f8.Bosuien f2.
Woensdag. Bloemkool f3.— a f5.50. Mid
delbare f 1.50, Uitschot fl.—.Roode kool f 4.—
Bieten f8.-- Bosuien f2.—
Donderdag. Bloemkool f4.— a f6.50 Mid
delbare f2.—, Uitschot fl.—. Roode kool f4.—
Bieten f8.Bosuien f2.
Vrijdag. Bloemkool f2.—a f4.50. Middel
bare f 1.50, Uitschot f 0.50 Roode kool f4.
Bieten f 8.Bosuien f 2.
Zaterdag. Bloemkool f2.— a f6.50. Middel
bare f 1.50, Uitschot f 0.50, Roode kool f4.—,
Bieten f8.Bosuion f2.
Groentenmarkt van Broek op Langedijk.
Maandag. Aardappelen f a 0.60. Wor
telen f a 1.30 per 100 bos. Bosuien
af p. 100 bos. Rapen f af
Bloemkool le soort f2.80 a f5.50. Bloemkool
2e soort f 1.20 a f2.Roode kool f5.Geele
kool f 4.
Dinsdag. Aardappelen f af .60 Worte
len f 1.30 a f 1.40. Rapen f a f
Bloemkool le soort f 2.80 a f5.50. Bloemkool
2e soort f .90 a f 1.80. Roode kool f 4.Geele
kool f4.—
Woensdag. Aardappelen f a f .60 Wor
telen fl.20 a f 1.50. Rapen f af Uien
per 100 bos f af Bloemkool le soort
f 4.50 a f 10.Bloemkool 2e soort fl.70 a
f3.Roode kool f4.Geele kool f 4.
Donderdag. Aardappelen f af .60 Wor
telen f af.Bloemkool le soort f 3.—
a f 6.Bloemkool 2e soort f 1.10 a f 2.50, Roode
kool f4.— a f Rapen f at Geele
kool f4.—
Vrijdag. Aardappelen f a f .60. Bloem
kool le soort f2.30 a f5.50. Bloemkool 2e soort
fl.— a f2.30. Wortelen f 1.20 a f 1.40, Roode
kool f4.— Geele kool f4.—
Zaterdag. Aardappelen f a f .60. Worte
len f af.— Bloemkool f f Roode
kool f af
S C H A G E N, 15 Aug. 6 Paarden f 60
a f140., 14 Stieren f50.— a f 140, 44 Gelde
koeien f 100 a f 230, 30 Kalfkoeien f 160 a
f 180, 10 Vaarzen f 60 a f 95 6 Nuchtere
Kalveren f 12.— a f 19,— 266 Schapen f 12.—
a f24,50 140 Lammeren f 11,af 13,20
magere Varkens f 6.— a f 14,—, 2 vette var
kens f 0.38 aO.— per K.G., 40 Biggen f 4.50
a f 7.—, Boter per kop f 0,45 a f0,50, Kip
eieren f2.75, a f3.—, eenden dito f 3.20 a f 3.25
per 100 stuk. 0 bokken en geiten fO.—afO.
ALKMAAR, 16 Aug. Aangevoerd 521
stapels Kaas, wegende 165946 Kg. Kleine f28.
Commissie f25.50 Middelbare f26.—
1336 HL. Granen, als 25 Tarwe f 6,50 a
f ,-,14 Rogge f 5,25 af ,187 Gerst
f4,10 a f 5,—, ld. Chev. f5.— a f
332 Haver f 2,85 a f 3,25 Paardenboonen
f af Bruine f a f
Citroen fa fDuiven f a
fWitte fa fKanariezaad
f Rood Mosterdzaad fa f—
Geel id. f af ,10 Koolzaad f 6,50
a f Lijnzaad f af, 744 Kar-
wijzaad f 12,50 a f 13,30 Blauw Maanzaad
f a f—Groene Erwten f a
fGrauwe id. fa f—24 Vale id.
f 8,— a f Witte f af,.
Nieuw Karwijzaad f
ALKMAAR17 Aug. 1895. Aangevoerd 2
Paarden f45.a f 400 31 Koeien f120.a
f225.22 Nuchtere kalveren f 10.— a f20.
180 Schapen f 10. a f24.Lammeren f
af61 Magere varkens f10.a f14.371
Biggen f 4.a f 8.10 Bokken en Geiten f 2.
a f6.kleine id. f at nieuwe Aardappe-
en f0.75 af p. mandje Wortelen f 250 per
100 bos Kippen f 0.10 a fl.40 Konijnen f .10 a ;5
Kipeieren f3.50 a f4.— per lOOstuks Eendeieren
4. per 100 stuks; Boter per kop f0.52 a fO.OO
Peren fl.25 a f2.per zak; Appelen fl.a
f2.per zak, Savooische kool f 5.a fper
100, Bloemkool f4.a f8.— per 100, Uien f 1.50
per zak Rapen f per 100 bos. Roode kool
f5.— Witte kool f 7.Eenden f0.40 a 0.60
„Wc krijgen de tijden van vroeger weer terug"
is een uitdrukking, die men zoo nu en dan nog
al eens kan opvangen, vooral wanneer de klee
derdracht der dames ter sprake komt. Ook wan
neer in vergaderingen „maximum loon en mini
mum arbeidsduur" op de agenda zijn geplaatst,
wenscht men een gewijzigden terugkeer van het
gildewezen. Ook ik, die mij nooit zoo bijzonder
erg in dat onderwerp heb verdiept ik bedoel
in het terugwenschen van dien goeden ouden
tijd, heb onwillekeurig gedacht aan de rid
dertijden. Wat ik daarover dacht zal ik maar
voor mij houden, maar de aanleiding daartoe en
wat daarbij behoort wil ik hier verhalen.
't Gebeurt niet alle dagen, dat er wat te rid
deren valt, maar de vorige week was in dat
geval een dikke. Maandagsmorgens om 10 uur
is er namelijk een ridder gemaakt of verhoogd
en Woensdag daaraanvolgende hebben we er
een begraven. Twee dingetjes waar nog al wat
bij te pas komt. Kan ik van het eerste niet als
ooggetuige spreken men had vergeten mij
uit te noodigen daarbij te zijn en het spreek
woord „ongenoode gasten zet men buiten de
deur" is vooral bij zoo iets van kracht bij
de begrafenis was ik, hoewel ongenood, als be
langstellende present. Het was een hooge, die
's Maandags gedecoreerd werd met de Militaire
Willemsorde 3e klasse. De kapitein ter zee
Quispel, tijdens de Lombok-expeditie en thans
nog commandant van Hr. Ms. „Johan Willem
Friso" en ex-bevelhebber der vloot voor Ampe-
nan, schijnt het de Lombokkers nog al warm
aan hun broek te hebben gemaakt. Zoo'n Wil
lemsorde toch draagt de initialen „voor moed,
beleid en trouw" en, temeer daar er ook dub
beltjes aan verbonden zijn, men is daar niet zoo
erg royaal mee.
Hoewel de vice-admiraal voor het front van
de in orde van parade opgestelde mariniers en
matrozen herinnerde aan de krijgsbedrijven
van den gedecoreerde, een toespraak hield, die
eindigde met „Leve de Koningin," en driemaal
„hoera!" werd geschreeuwd, de stafmuziek het
Wilhelmus speelde, handjes werden gegeven en
de troepen hebben gedefileerd, niettegenstaande
dat alles ben ik nog niet te weten kunnen ko
men wat die meneer Quispel voor groote daden
heeft verricht. Dat hij niet gedaan heeft als Piet
Hein (die bracht immers geld naar Holland)
staat vast. Intusschen, hij zal het wel verdiend
hebben. Die Lombokkers zullen dan ook zeker
wel verschrikkelijk het land aan hem hebben,
meer nog dan zijn onderhoorigen, die toch ook
niet met hem wegloopen, omdat hij zoe erg hoog
is, zoo hoog zelfs dat hij bijna niet is te gena
ken. Met de Baliërs schijnt hij het beter te heb
ben kunnen vinden, want die hebben hem op
de thuisreis een Balisch varken meegegeven als
persoonlijk cadeau. Ik heb die sinjeur gezien
en ben overtuigd dat het geen namaaksel is.
Het meest heb ik er mij over verwonderd dat
het Hollandsch verstaat, want als het met den
toch echt Hollandschen naam „Hannes" wordt
aangesproken laat het een tevreden geknor hoo-
ren en steekt het vertrouwelijk zijn kop voor
uit.
Zou er misschien een zinnebeeldige beteekenis
achter dit zwijnengeschenk schuilen P
Maar genoeg hieroverwij gaan den doode
eer bewijzen.
Het weer was niet erg te vertrouwen 's Woens
dags, maar dit was geen bezwaar voor de hon
derden, die al of niet gewapend met een para-
pluie een lap an 'n stokkie, zeggen de jon
gens hier de lijkstatie wilden zien van den
gepensionneerden vuurstoker der Marine A.
Linde, Ridder der Militaire Willemsorde 4e klasse.
Daar kondigden acht kanonschoten den aan
vang der plechtigheden aan en weldra verliet
de stoet met de Marine-muziek aan het hoofd
het sterfhuis, in dit geval het Marine Hospi
taal. Toen het wachtschip werd gepasseerd don
derden van dien bodem weder acht kanonscho
ten ten afscheid en zoo werd den weg vervolgd
naar de begraafplaats onder het spelen van ver
schillende treurmarschen, afgewisseld door den
doodenmarsch van een tamboer en pijpen der
mariniers.
Terwijl ik zoo meestapte in statigen tred,
had ik weer ruimschoots gelegenheid op te mer
ken hoe de menschen onderling toch verschillen
in de opvatting van het gebeurende. Hoorde
men de muziek en heeft men er, zooals ik, ge
voel voor, dan werd men overweldigd door de
hemelsche melodie en treffende accoorden, die
het gemoed tot treurigheid stemden. Maar nau
welijks is de marsch uitgespeeld of ge wordt
als met een sterke arm plotseling weggerukt
uit de hooge sfeeren, waarin men zich geluk
kig voelde en alles om zich heen vergat.
Hier grijpt een politieagent een jongen bij
z'n kraag, terwijl hij bezig was een anderen
agent een papier aan een touwtje aan de achter-
knoop van zijn jas te bevestigen, daar hebben
een paar er twist over of het een marsch van
Chaupin of van Beethoven wasvoor mij knijpt
een fatsoenlijk jongmensch ongemerkt een bij
hem voortschrijdende dienstbode in den wang en
vervolgt, terwijl zij omziet, met het onschuldig
ste gezicht van de wereld het gesprek met zijn
vriend, wat tengevolge heeft dat een woedende
blik uit de oogen der geknepene mij treft en
waarin ik meen te lezen: ouwe kerel, houdt je
handen thuisachter mij hoor ik, och, och, wat
'n eer geschiedt m'n vrijer, hij gaat uit rijen
met muziek," wat beantwoord wordt door: „nou
ik wil d'r niet voor dood wezen."
Onder dergelijke telkens afwisselende indruk
ken wordt de begraafplaats bereikt. De met do
Nederlandsche vlag gedekte kist wordt uit de
lijkkoets op de baar gezet, een salvo uit de ge-