„Nieuwe Langedijker Courant", van Zondag 25 Augustus 1895. werk van de heereu Brandt Zn. Het vers luidt in zijn geheel als volgt OP DE BLYDE INKOMSTE van H. M. Koninghin WiUielmina en H. M. de Koninghmne-Regente der Nederlanden Binnen Oud-Hollandt den XXIII van Ooghst- maendt van den jaere MDCCCXCV. Vorstinnen, welkoom hier; koom staetlyck in ge togen, Tot d'eeuwen onde Stad, daar elck om strijt U looft, En bloemenkransen vlecht om U gezallefd hooft, En zeegen voor U smeekt van uyt de hemelbogen. Wees welkom, jongste Telg van 't hoogh geslacht van helden Van Nassou, door wier moedt, dat hun in 't herte blaeckt', Oud Hollandt vry en groot en roemryck wert glie- maeckt, Ghelyck d'historie ons op yeder bladt kan melden. Wees welkoom, Regentes, in onse oude veste; Ghy die met liefd' en zorgh en wysheid en ver- standt, De Koningin bewaeckt voor 't lieve Vaderland: En blaekend zyt van liefd' tot het gemeene beste. So is deez' stadt vol vreughds en al de straet vol bloemen. Deez' huyzen weer vergaen, en wel in kleenen tijd Maar niet verlooren gaet, den nydt des tyds ten spijt De liefde tot het Huys, daar in wy blyven roemen. Na dit bezoek ging de stoet steeds onder het gebimbam van der stede klok door de Prinsestraat naar het Marktplein, waar H.H. M.M. met het gevolg eenige oogenblikken on der de vierschaar plaats namen om verver- schingen te gebruiken. Ook de baboe uit het naburige theehuisje, in haar beste sarong en kabaja gestoken, kwam H.H. M.M. hier thee aanbieden in prachtige Japansche kopjes op een zilveren schenkblad. Burgemeester Fabius nam dan het woord tot het houden van de volgende berijmde toe spraak Heil, Koninginnen, heil in deze stad van weken, Broos en vergankelijk, en toch vol hoovaardij Op eeuwen heugenis; hoe groen haar jeugd ook zij, 't Verleden doemt hier op, 't is of de steenen spreken Oud-Hollandt, - rijke troost - uw roem kan niet verbleeken; Onsterflijk is üw kunst van hoogere waardij, Onschatbaar 't stout bestaan der fiere burgerij, Die voor Europa 't licht der vrijheid deed ontsteken. Uw vloot ploegde iedere zee; gij tartt',t ijzig Noor den; Heel Indiö bracht U cijns, terwijl uw krijgsroem gloorde, Uw Heir een leerschool werd, gestempeld door de Faam; - Herdenkt dat trotsch verleen, dat rustloos stout volvoeren, En steekt dan uw trompet en laat uw trommen roeren Eén ging u immer voor Oranje is zijn naam! Het vendel was intusschen op het Markt plein opgesteld. Onder aanvoering van den hopman begonnen thans do evolutiën. Na afloop schaarde het vendel zich weder in twee rijen aan beide zijden van de Markt. De wandeling word daarna voortgezet langs het plein en de stille zijde van de gracht, ter wijl het vendel zich daarbij als eerewacht aan de overzijde opstelde. Een goed gerstewater, dat bij ongesteld heden, bij koorts, inflenza, ontsteking, heesch- heid of rauwheid op de borst zulk een dorstles- schende en verkoelende drank is, verkrijgt men op de volgende wijze Men kookt 1 deel goed gewasschen gerst met 12 tot 16 deelen water zoolang tot de basten loslaten en drukt ze door een zeef of een doek uit. Men doet er bij het gebruik een weinig suiker en citroensap bij. Voorzichtig bij het eten van vruchten! Te Linschoten zou een boerinnetje eene pruim in den mond steken, doch bemerkte nog bijtijds, dat er een wesp op zat. Het diertje werd na tuurlijk verwijderd en de pruim opgegeten. Op hetzelfde oogenblik voelde zij ondraaglijke pijn en zwol haar mond en keel zóó hevig op, dat geneeskundige hulp moest worden ingeroepen. Bij onderzoek bleek, dat de angel der wesp in de pruim was blijven zitten en de pijn en de zwelling had veroorzaakt. Een schoolmeester van den ouden stempel In het noorden van Limburg is een school hoofd, dien men dagelijks vóór en na schooltjjd en op de vacantiedagen met meer dan gewone vlijt zeis, hooivork, zicht, hark, riek, schop en schoffel ziet hanteeren, al naar gelang de werk zaamheden op den akker dit medebrengen. In de kunst van plaggen hakken op de heide heeft meester bepaald zijns gelijke niet. Niets wat meer effect maakt, dan meester op een paar groote holsblokken met gescheurde pantalon, waarvan de deelen door een roodbonten zakdoek bijeen worden gehouden, te zien loopen in den kruiwagen of wel voor ploeg, egge of weiboom. Is het personeel van een of anderen boer niet talrijk genoeg, om de vruchten op tijd in te zamelen, meester is daar, om 't zaakje tegen zooveel per morgen aan te nemen en reeds den volgenden dag slaat „monsieur" de zicht in 't koren, dat het een lust is om te zien. De reuzen-varkens. Van de twee zware varkens van den land bouwer A. Beugel, to Wjjster, gem. Beilen, is de zwaarste verkocht aan de heeren G. Fokke- ma en L. Mulder, te Groningen, voor den in deze dagen van algemeene malaise in den var kenshandel ongehoorden prijs van f145. Het monster, dat nog slechts 17 maanden oud is, wordt door kenners geschat op 460 kilo of ruim 900 oude ponden en zal gedurende de lu strumfeesten op 28 Aug. tentoongesteld worden. Eene echt Aiiierikaanschc geschiedenis verhaalt het „Cincinnati-Morning-Paper." Een eerlijke, brave Zweed trok met zijn vrouw en kinderen naar Upper Yakima, Washington, kocht zich daar een stuk land en begon een huisje te timmeren. Bij het inslaan van den eersten paal borrelde er een bron te voorschijn en welk oen bron De prachtigste ijzerhoudende bron, die men zich kan voorstellen. Een zeldzaam water, dat de familie, die haar huis een eind verder verplaatst heeft, dagelijks drinkt en waarvan zij gedijt zoo als men van ijzer maar eenigszins gedijen kan. Op zekeren dag nu, de vorige week was het, barst een onweer los, het dondert en bliksemt hevig en krak daar slaat de bliksem in de hut, zonder evenwel mr. Peter Stromstadt, noch zijne vrouw en kinderen te deren, den schrik daargelaten. Den volgenden morgen vroeg staat de vrouw op en begeeft zich naar den haard oin vuur aan te maken. Zij grijpt naar de tang en is niet meer in staat dat voor werp los te latenhet zit onwrikbaar aan haar hand vast en vol sehrik schreeuwt zij om hulp. Haar man springt uit het bed, snelt toe en grijpt naar de tang, waaraan hjj op hetzelfde oogeu- blik even vast verbonden is als zijn vrouwEin delijk rukt hij zich los, wikkelt een lap om zijn hand en bevrijdt ook de vrouw van de tang. Nu neemt de vrouw de ijzeren kroezen uit de keu kenkast en het is al te dwaas ook deze blijven haar als betooverd aan de vingers han gen. Weder moet de man met een lap tusschen- beiden komen en de koffie komt gelukkig op tafel. Nauwelijks echter grijpen de kinderen naar de kopjes om te drinken of deze blijven aan hunne handen en lippen kleven, kortom, waar om zoo vele woorden verspild de bliksem had de geheele familie, die van ijzer doortrokken was, magnetisch gemaakt en op de eerstvolgende ten toonstelling zal men de levende magneten, aan wie alles wat ijzer is blijft hangen en zoomaar toevliegt zien en bewonderen kunnen Politiek Overzicht. De zomervacantie wordt besteed aan het hou den van congressen. De vorige week meldden wij iets omtrent een interparlementair vredes congres, thans kunnen wij de aandacht vestigen op twee congressen van anderen aard maar van niet minder gewicht. Het eerste is een internationaal congres tot bestrijding van Drankmisbruik. Op dit 5e con* gres van dien aard is Nederland vertegenwoor digd door op een na het grootste aantal afge vaardigden. Door de regeering is daarheen ge zonden de II.II. J. Heemskerk Azn. en Dr. W. P. Rujjsch. Wel maakt onze regeering die tot heden niets deed tot bestrijding van drankmis bruik dan accjjnsheffen en aan de gemeenten het voordeel geven tot het innen van een ver gunningsrecht, door die afvaardiging eene wel wat bespottelijke figuur, maar het is te verwach ten dat kennisneming van hetgeen elders ge schiedt ter bestrijding van deze groote volks zonde, de geesten van onze regeerders wat vat baarder en geneigder zal maken tot de invoe ring van soortgelijke hervormingen. Op dit te Bazel gehouden congres komen ver schillende belangrijke onderwerpen ten sprake, die alle betrekking hebben op maatregelen te nemen door den staat en private personen en geschikt om het nadeel van de alcoholpest tot op het geringste te beperken. Alle politieke, maatschappelijke en godsdien stige richtingen zijn vertegewoordigd, vrijzinni gen, sociaaldemocraten, geloovige christenen en atheisten, vertegenwoordigers van allerlei beroe pen en standen. Wjj zouden haast zeggen dat waar het praten en twisten over den godsdienst ophoudt en de vervulling van het liefde gebod jegens den naaste begint, het middel blijkt gevonden dat alle men- schen als broeders vereent. Het tweede congres is van geheel anderen aard, bestrijdt niet een misbruik maar hangt toch samen met gebruik, nl. van de gewone levensbehoeften. Het was een internationaal coöperatief congres, een congres van coöperatieve vereenigingen, te Londen. Coöperatie, samenwerking gaat uit van do gedachte dat samenwerking voordeeliger is dan concurrentie. De leden eener coöperatieve winkelvereeninging bijv. krijgen door gerneen- schappeljjken inkoop in 't groot de waren veel goedkooper dan wie zich bij den winkelier moet vervoegen. Hoe voordeelig coöperatie echter voor de deelnemers is, ze blijft nadeelig voor de daar buitenstaanden. Slecht wanueer ze in 't alge meen, als beginsel van regeering werd toegepast en dus allen omvatte zou coöperatie uitsluitend zegenrijk werken. Zoover is het echter thans nog niet. De re geering staat nog op het standpunt eens voor vjjftig en meer jaren uitgevonden dat concur rentie de heilzame weg is, en met handhaving van dat beginsel acht zjj zich geroepen, de slachtoffers der concurrentie van gebrek te laten omkomen. Het jongste congres van coöperatie had ten doel den weg te bereiden voor de vorming van een internationalen bond van coöperatie en eene inrichting in het leven te roepen, waardoor de hoofden der coöperatieve beweging over degan- sche wereld in staat zouden worden gesteld inlichtingen in te winnen, omtrent de methoden welke in verschillende landen wordt toegepast. Er werden verslagen uitgebracht van fabrieken waarin patroons en arbeiders voor gemeenschap pelijke rekening werkten, en dus werkstakingen tot de onmogelijkheden begonnen te behooren. De heer T. A. Brassejj hield eene lezing over „coöperatieve voortbrenging en winstverdeeling" waar in gedachten aangaande het nut dier sa menwerking werden ontwikkeld. Zoo blijkt overal de gedachte zich baan te breken, dat samenwerking moet treden in plaats van concurrentie en dat de werkelijke voort brengers de arbeiders grootere aanspraken heb ben op het werk, dan men tot heden dacht, misschien wel de eenige geldige aanspraak, als we ten minste een rechtesband mogen aanne men tusschen voortbrenger en voortbrengsel. Duitschland. De duitsche keizer houdt veel van spreken. Omdat hij keizer is en zijne uitspraken of gezegden eene koers in de politiek aanwijzen, hebben die redevoeringen, groot of klein, beteekenis. Pas van zijn Engelscho reis teruggekeerd, onthult hij te Berlijn een monu ment opgericht ter eere van zjjn grootvader Wilhelm I. Bij de herdenking van den slag van Metz (18 Aug.) houdt hij eene toespraak tot de sol daten in Potsdam en zegt daar o.a.De voor naamste eigenschappen welke den soldaat moeten kenmerken, zijn dapperheid, oergevoel, onvoor waardelijke gehoorzaamheid en trouw. Wanneer wjj deze eigenschappen in eere houden, zal het duitsche leger den grondslag vormen van den Europeeschen vrede en het gezegde van Moltke rechtvaardigen Niet alleen zijn wij sterk genoeg om den vrede in Europa te handhaven, maar ook zelfs om anderen daartoe te dwingen. Als iemand die dat van zijn leger meent, steeds beweert den vrede te willen en dat op recht meent, schijnt hjj toch geen oorlogsvoor- nemens te hebben. Wat in Duitschland niets ongewoons is omdat da kerk daar staatskerk is, maakt op ons een eenigszins onstichteljjken indruk. Predikanten houden daar redevoeringen ter herinnering aan veldslagen, alsof een veldslag en een oorlog in 't algemeen niet strjjdig is met den geest van Christus. Het schjjnt alsof de kerk in hare omar ming met den staat, die berust op georganiseerd geweld, veel van haar christelijk karakter ver liest. Het zou de moeite waard zjjn eens na te gaan, in hoeverre of juister hoe weinig de duitsche regeering hetHebt uwe vijanden lief, zegent ze die U vervloeken, toepast. Door het miskennen van dat gebod, dat toch een groote zedeljjke beteekenis heeft, krjjgt dat gebod als iets ongewoons, tevens het voorkomen iets onbruikbaars te zjjn. Beter ware de gevolg trekking dat de staat die niet bestaan kan zon der dit en meerdere geboden te schenden, een onchristeljjke is, en dus met moeite in stand te houden. En ongelukkigerwijze leent de kerk zich als dienaresse om den staat te steunen. Zjj verzwjjgt den eisch der zelfverloochening en prjjst de toepassing van geweldmiddelen. Arme schapen aan hare hoede toevertrouwd. Frankrijk. Eene regeering die lang aan het bewind wil bljjven, moet de aandacht van het volk van hare handelingen afhouden. Zjj organiseert daarvoor tentoonstellingen of onderneemt buitenlandsche oorlogen. De pracht der tentoonstellingen, de roem der wapenfeiten verblinden dan het volk en brengen het in een tevreden stemming over de regeering, onder welke al dat moois voorvalt. Het middel der tentoonstellingen is bjj ons vrjjwel nieuw, in Frankrijk niet meer. In een land met een veranderlijke bevolking als Frankrijk heeft, zijn de beste hulpmiddelen reeds sedert lang toegepast. Expeditien hebben reeds meermalen dienst ge daan. Onlangs nog die tegen koning Behanzin van Dahomey (W. Afrika) nu weer die tegen de koningin van Madagascar (O. Afrika.) Sedert eenige maanden is men met die expeditie bezig. De oorzaak is ondanks de schoone voorwendsels van gekwetste nationale eer eene gezochte. Men had lust in het bezit van dat prachtige eiland en verklaarde don oorlog. Als een gewoon mensch het gedaan had, was er gezegd dat hij ruzie zocht en had men hem naar het bureau gebracht. Niet alzoo hier. Men rustte eene grootsche ex peditie uit die f30.000.000 mocht kosten en --- verklaarde don oorlog. Maar o wee daar blijkt door een najjver tusschen de afdeelingen kolo niën en oorlog de zaak niet goed overlegd te zjjn. Met moeite landen de troepen op de ongenaak bare kust. Alle hulpmiddelen bljjken onvoldoende. De wegen die ontbreken moet men maken. De booten waarmee men gehoopt had de rivier „Bet- siboka" te bevaren bljjken niet tegen de snelle strooming bestand. De expeditie wordt opgehou den. Een derde deel der manschappen krjjgt aan de ongezonde kust koorts, de moeieljjkheden ne men daardoor voor de overbljjvende toe en nu is Holland juister gezegd, Frankrijk in last. De leiders, die noch de bevolking, noch het land, noch de taal kennen zjjn afhankelijk van overioopers van de vjjanden. De Fransche pers is natuurlijk verontwaar digd over eene dergelijke roekelooze onderne ming. Zelfs een blad dat steeds do partij der re geering koos, begint haar nu verwijten te doen. Quem Jupiter perdere vult, dementat. Wien de goden verderven willen, berooven zjj van het verstand. Gerarda met een blik van bejammering afscheid genomen. »'t Spijt mij wel," zei zij halfluiden zij was op het punt er bij te voegen: »omdat Jan stellig in dat mooie kransje veel meer pleizier zou hebben." Maar zij hield dai binnen, omdat daaruit blijken zou dat haar Jan dan zeker een zeer burgerlijken smaak moest hebben, als hij verwacht kon wor den eene vóórlaatste mode boven eene laatste te verkiezen I V. Een paar dagen later zat Gerarda met een be- dTukt gezichtje over eenen brief van haren Jan ge bogen. »Wel,« vroeg Julie, «draagt het kapsel de hooge goedkeuring niet weg?« »Hij schrijft niets van het kapsel; hij schrijft in 't geheel niet veel over het portret.« Juist daarin bestond natuurlijk de groote teleurstelling. »Hij vraagt of ik niet binnen kort zelve eens mag over komen, want dat het hem wel zoo lief zou zjjn mij persoonlijk terug te zien.» »En ben je daar bedroefd om?» troostte Julie vroolijk. «Maar mijn allerbeste uiltje, dat is immers het mooiste succes wat het portret kon hebben »Neen,« zei Gerarda, het hoofd schuddend. Er was iets in den briet wat haar niet aanstond. «Hoor eens,« kwam hare meesteres haar tege moet, »ik kan het begrijpen dat jelui verlangt elkaar eens te zien. En. met de meeste bereidwilligheid bedacht zij nu een plannetje: dat hare assistente in Juni een paar weken vacantie moest nemen. «Dan kan ik je het best missen, eer we naar buiten gaan. Ver heug mijnheer Jan maar zoo gauw mogelijk met dat berieht.« Mijnheer Jan's verloofde draalde niet deze heug lijke opdracht te vervullen, en eene week daarna pakte zij haar koffertje om tijdelijk naar huis te gaan. «Compliment aan je ouders en aan mijnheer Jan, plaagde Julie bij het afscheid. Zij verzweeg de voorstelling, die zij zich van den onbekenden mijnheer Jan maakte, en die verre van vleiend was. VI. Gerarda's vacantie zal omstreeks ten halve ver streken geweest zijn toen, op zekeren avond om acht uur, bij de Van Walen's een visitekaartje werd binnen gebracht met den naam van Mr. J. de Noor, en de boodschap: op welk uur mevrouw den vol genden dag voor dien heer te spreken zou wezen. Het gevolg van die bescheiden aanmelding was, dat de persoon in quaestie beleefd verzocht werd dadelijk binnen te komen, dat de heer des huizes hem in de gangdeur tegemoet trad met een joviale zelfaankondiging, en dat de gast aanstonds in ken nis werd gebracht met zijne vrouw, benevens een paar goede kennissen: het zeeofficiersvrouvvtje en den jongen George Lay. De heer De Noor kwam een groet en een briefje van Gerarda overbrengen en had blijkbaar nog iets meer bijzonders omtrent haar te zeggen; doch de omstandigheden brachten mede, dat hij eerst in een algemeen gesprek gewikkeld werd. Het onderhoud liep over allerlei gebeurtenissen van den dag, courantennieuws, particuliere verha len, af en toe eene grap of eene geestigheid. De heer Van Walen was èen gezellig leider van de conversatie; de dames steunden hem met groote opmerkzaamheid en handige tusschenwerpsels; en de twee bezoekers bleken tegen elkaar opgewassen in algemeene ontwikkeling, vlugheid van bevatting en beschaafde welbespraaktheid. Een karakteristiek onderscheid echter vertoonde zich alras tusschen den dorpsburgemeester en den op een Amsterdamsch bankierskantoor werkzamen half-vreemdeling. Terwijl doorgaans, bij al wat ter sprake kwam, het oordeel van verscheiden manrieu van gewicht wist aan te halen, bepaalde gene zich meer tot de zaken zelve; hij nam blijkbaar de ge legenheid te baat om eens met zijns gelijken van gedachten te wisselen over allerhande teekenen des tijds, waaromtrent hij in de betrekkelijke eenzaam heid zijner afgezonderde woonplaats trouw getracht had zich rekenschap te geven en zich eene eerlijke opvatting te vormen. Ofschoon alle afwijkingen van het gesprek volgend, hield hij zooveel doenlijk voet bij stuk. Men kon niet zeggen dat hij zich meester maakte van het woord; integendeel, hij vroeg veel meer dan hij verhaalde of betoogde. Hij was er meer op uit gedachten te ontvangen dan te geven. Hij vroeg naar aller meening, en luisterde aandach tig naar hetgeen men hem zou antwoorden. Voor een deel deed dit hun zeer aangenaam aan. Julie boeide hij vooral omdat zijne vormen haar mee vielen. In Jeanne's oogen vond hij aanstonds genade, omdat de frisehheid, die er van hem uitstraalde, aan die van haren eigen man, den zeeman, denken deed. George Lay voelde zich een hoofd grooter worden bij den opgang, dien hij maakte met eenige beursanecdotenen den heer des huizes was het wèl, over allerhande Amsterdamsche toestanden ge raadpleegd te worden. Doch zelfs deze, zonder twij fel de degelijkste van het gezelschap, was slecht voorbereid op het weinigje inspanning, dat op dit theeuur van hem werd gevergd, en wreekte zich door inwendig de opmerking te maken, dat in dien naïeven ernst, bij gelegenheid van een theepraatje, ondanks alle beschaving, de «buitenman» uit de mouw keek. Op zijne beurt verdroot het af en toe den buitenman, door deze dragers van 't groot- steedsche leven veel, wat hem ernstig voorkwam, als een kleinigheid, als een middel tot tijdverdrijf, tot pratend spel te zien behandelen. Het trof hem., in dit gezelschap uit den toongevenden stand, wel allerhande nieuws, maar bijna geene zelverwerkte denkbeelden te oogsten. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1895 | | pagina 2