„Nieuwe Langedijker Courant", van Zondag 8 September 1895. BBIEVEH UIT DEU HELDEK. In Kampen geschieden altijd wondere dingen Toen bij de aankomst der Koninginnen te Kampen de klokken werden geluid, viel in den boventoren de klepel naar beneden zonder ech ter ongelukken te veroorzaken. Postdiefstnl. Een belangrijke diefstal is dezer dagen gepleegd in een postwagen van den sneltrein van Ap1" sterdam naar Brussel, die te half vier van hier vertrekt. Bij aankomst te 's-Gravenhage bleek, dat uit een bagagewagen die uitsluitend wordt gebruikt door de Posterijen, uiteen zak, bestemd voor een betaalmeester aldaar, ontvreemd was een bedrag van f 750. Alle toegangen tot den wagen waren gesloten, het binnenslot vertoonde sporen van inbraak. Vreemil. Vóór eenigen tijd stierven, zooals men zich herinnert, in den Wilhelminapolder (Z. Beve land een 11 tal runderen in ééne weide aldaar grazende. De oorzaak der plotselinge sterfgeval len bleef tot dusver, ook voor veeartsen steeds een raadsel. Het gras werd scheikundig onder zocht, doch zonder resultaat. Men liet daarna de weide eenigen tijd ongebruikt liggen, maaide ze toen geheel af en bracht er dezer dagen weder koeien in. Thans hebben zich opnieuw dezelfde ziekteverschijnselen als vroeger bij een 4tal koeien voorgedaan. Men heeft de dieren oogenblikkelijk uit de weide gehaald en zal deze proef wel niet meer herhalen. Opmerkelijk is het, dat een paard dat steeds in dezelfde weide heeft gegraasd altijd gezond is gebleven. Jantje tot de kindermeidJe doet me zoo'n pijn met kammenIk wou dat ik zoo kon doen als mama. Kindermeid Zoo P Hoe doet die dan JantjeMama hangt het haar aan een spijker en dan kamt ze het uit. Dan voelt ze er niets van Bijgeloof. Uit Stavenisse schrijft men Hoe gemakkelijk het bijgeloof nog altijd wortel schiet, moge uit het volgende blijken Op een der dorpen van. het eiland Tholen werd eenigen tijd geleden het praatje gehoord, dat eene arbeiderswoning „betooverd was, waartoe als bewijs werd aangevoerd, dat de aardappelen er zonder te koken uren aaneen op het vuur hadden gestaan. Hoe die kokerij zich heeft toegedragen is niet recht duidelijk geworden, en doet ook minder ter zake. Maar hoe sterk er geloof aan die tooverij werd geslagen blijkt hieruit, dat zeer velen bang waren, om 's avonds laat voorbij het be- tooverde huisje te gaan. Toen schrijver dezes er met een volwassen meisje over sprak, vroeg zij hem hoogst verwonderd, of hij het dan niet geloofde. „Het is toch zeker waar, hoor, ze zeggen het allemaal," voegde zij er aan toe. Volgens de nieuwste en vertrouwbaarste statistieken werdt medegedeeld, dat de onder linge verhouding van de verschillende hootd- godsdiensten der wereld is thans als volgt Protestantsche Christenen 200 millioen, Roomsch-Katholieken 195 mühoe^Grieksch- Katholieken 105 millioen, samen 500 millioen. Van de Israëlieten zijn er 8 millioen, Moham medanen 180 millioen en heidenen 812 millioen. De Christenen vormen derhalve het deide gedeelte van de bevolking der geheele aarde, die ongeveer 1500 millioen bedraagt. In 1/Wd vormden zij slechts het zesde gedeelte. V. Was de verwachting omtrent de feestelijkhe den op den verjaardag der Koningin hier nog al hoog gespannen, die verwachting is met be schaamd, al is het schier eene onmogelijkheid om een vooraf opgesteld programma volgens de letter uit te voeren. Reeds vroeg was Zaterdagmorgen een onge kende drukte in de stad merkbaar. Een bonte mengeling van ouden en jongen stroomde met versnelde schreden naar het Havenplein. Tal van huismoeders, waarvan vele in gewone om standigheden moeite hebben om de kinderen s morgens op tijd naar school te krijgen, flaneer den opgedirkt en afgestoft langs de straat, en dat alles om tegenwoordig te zijn bij de aange kondigde groote reveille. 't Liep tegen zevenen de tamboers der in fanterie, de hoornblazers der artillerie en schut terij en daarachter de leden van Helders Har moniekapel stonden op het Havenplein opgesteld, alles in groot tenue en gewapend met de hun toekomende instrumenten. De lange tamboer- mettre der infanterie, monsterde met gefronste wenkbrauwen, als een veldheer zijn strijders, de onder zijne bevelen geplaatste levenmakers en vestigde beurtelings zijn blik op de bollen der hoeden of op de bodems der petten en chacots, wachtende op het sein van aanvang van de feest commissie. Edoch, wat waren die heeren in het zwart met de hooge dop op onrustig't was net of zij no* iemand of iets wachtende waren. Van de marine of mariniers was wrl geen enkele mu- ziekmaker aanwezig, maar die werden ook zeker niet verwacht, want militairen zijn altijd op hun tijd (Later heb ik vernomen dat deze niet konden worden gemist.) - De horloges werden voor den dag gehaald en vergeleken, de hoofden nof even bij elkaar gestokenbom, boin, daar begint de klok te slaan, een knikje van een der commissieleden en na een kranigen zwaai met den staf van den tamboer opent de infan terie met trommelslag de rij der feestelijkheden daarna het Wil je niet opstaan, dan blijf je maar liggen. Dan moet je maar weten wat er van komt." j de feestcommissie dit vuurwerk Woensdagavond doen afsteken. Maar nu zou ik bijna het kinderfeest nog ver geten. 't Had er veel van toen het om de dub beltjes te doen was of dit een der hoofdschotels van de feestelijkheden moest uitmaken ik laat het echter aan den lezer over, zelf zijn oordeel daarover te vellen l)e kinderen werden op de scholen getracteerd op koek. werden bezig gehouden met zingen van vaderlaudsche liederen en spelletjes cn^ kregen ieder een net gedrukt portret van de Koningin mee naar huis. Hiermee was het voor de kin deren afgeloopen. Vermelding verdient, dat een paar socialisti sche onderwijzers verzocht waren dien dag met op school te komen, waaraan zij bereidwillig hebben voldaan. Overigens liep alles in de beste orde at. Be gunstigd door goed weer, heerschte een prettige geest onder de ingezetenen en werd geen wan klank gehoord. noodig hebt, komt zij natuurlijk tijdelijk terug maar liefst heb ik, dat u van vandaag at naar een plaatsvervangster voor haar zoekt. Ik ben u erken telijk voor hetgeeen n goeds aan haar gedaan hebt, maar we mogen haar niet langer wagen aan de minder goede zijden van invloeden die haar te mach- tlgToen hij ophield, kruisten zich tweeërlei opwel lingen in de ziel zijner toehoorderes Dat was dus nu het onderhoud, waarop zij zich den ganschen morgen voorbereid hadZoo kwam haar dus die man, in haar eigen boudoir en onder vier «ogen. ruwweg de waarheid zeggen! Ruw.... neen, dat was hij niet, dat woord mocht zij niet gebruiken. Hij had onder 't spreken een klosje, waarmede zij speelde en dat zij opzettelijk liet vallen, heel rid derlijk opgeraapt; en het ontging haar niet hoe tactvol hij ontweek, haar of iemand anders persoon lijk aansprakelijk te stellen voor wat er, zijns in ziens, aan Gerarda misdaan was. Maar overigens bleek hij volkomen onontvankelijk voor al hare coquetteriën. Het feit van de ontvangst in het bou doir maakte stellig niet den minsten indruk op hem. Zij zelve en de gratie van hare omgeving lie ten hem geheel kalm en... nuchter. Nuchter, ia dat was de waarheid die hij haar kwam mede- de'elen. Het ontstemde haar, die waarheid te moe ten erkennen en door hem hare hevelingsgebreken zoo eenvoudig bij den naam te hooren noemen Ln toch boeide hij haar meer dan haar salonaanbid- ders, meer dan Jhr. Van Aa, ondanks diens rang; meer dan George Lay, die hij al zijne lengte niet -veel beter dan haar page was. Neen, bij mocht nog niet weggaan, deze onderhoudende boetprediker; zij wou nog geen afscheid nemen van die mooie blauwe oogen.Zij wou ook niet dat hij zou heengaan met een siechten indruk van haar! Daar hij zweg en voor het oogenblik had uitge sproken, begreep zij dat zij, om het vuurtje van de conversatie aan te houden, er een turf op moest gooien. Zij koos er in de haast een zeer losse: Slot Volgt. van de hoornblazers, opgevolgd door het Wil helmus van de Harmoniekapel. Na een korte pauze speelde dit muziekkorps de melodie van het bjj zooveel duizenden bekende „Uren, dagen, maanden, jaren," welke koraalmuziek met plech- tigen ernst door het publiek werd aangehoord. Nauwelijks waren de laatste tonen uitgebla zen, of met vroolijke marschen en lustige popu laire deuntjes werd door alle trommelaars en toeteraars, begeleid door de feestcommissie en honderden van beiderlei kunne en allerlei ge slacht, een promenade door de gansche met vlag gen getooide stad. Er werd dien dag hier bijna met gewerkt; behalve dat bij bijna alle particulieren de ge-f reedschappen rustten, hadden de ruim 800 werk lieden van de marinewerf dien dag vrijaf met behoud van traktement en nog een halven dag loon extra. Ik behoorde echter niet tot die ge lukkigen en mij wachtte nog een vermoeienden taak daarom nam ik, na een stukje te zijn meegewandeld, den kortsten weg naar huis en wie kom ik daar tegen een lid der feestcommissie, zoekend naar de reveille-makers. Hij had zich verslapen Nu, dat kan de beste gebeuren. Maar laat ik mijn indrukken op dezen feest dag wat bekorten, want zoo voortgaande zou ik voor mijn vijfden brief de halve courant noodig hebben, waartegen ongetwijfeld de redacteur be zwaar zou maken. Om twaalf uur was het groote parade door het garnizoen en de mariniers op den dijk bij de landskeet, hier gewoon weg windwijzer genoemd, en door de marine op de schepen, 's Middags gepavoiseerde gondelvaart van de Binnenhaven naar het Westplein en daarna op dat plein volks spelen. Voor het mastklimmen was men wat al te roijaal met de zeep geweest, maar daar wisten de jon gens raad voor zij hadden de zakken gevuld metmaar, neen, dat vertel ik niet't mocht eens navolging vinden en dan was de aardigheid er af. 't Turfrapen werd turfgooien, want de uit voerders daarvan wierpen elkaar de turven naar het hoofd. Strjophappen is iets, waar toch altijd om wordt, gelachen, en geen wonder ook.'t Zijn geen kieskeurige snuiters, die zich daarvoor aan melden en dat zij niet op hun mondje zijn ge vallen bleek mij, toen ik aan een dier knapen die zich met zijn metetroop en veeren besmeerd gezicht verwijderde, vroeg of hij zich niet eerst ging wasschen, hij leuk weg^zei„ik mot eerst m'n meissie een zoen geven." 's Avonds geïllumineerden gondelvaart van het Westplein naar de Binnenhaven. Kon deze gon delvaart geen vergelijking velen met dien van het vorig jaar en was de indruk niet zóó grootsch toch gaf het een mooi effect die honderden dwarrelende lichtjes kronkelend als een lange slang over het Heldersche kanaal. En nu tot besluit van de feestelijkheden aan de Binnenhaven groot schitterend vuurwerk Mis't stond wel op het programma, de dub beltjes er voor bestemd waren aanwezig, 't weer was mooi, kijkers waren er meer dan genoeg, de feestcommissie wilde wel, maar.... het vuur werk was niet aangekomen, j Inmiddels is dit gearriveerd en bedachtzaam j aan het „beter laat dan in 't geheel niet" heeft Maandagmiddag 2 uur lichtte Hr. Ms. fregat Atjeh" het anker en vertrok onder het lossen van salutschoten naar Ylissingen, ten einde aldaar de compassen te regelen en dan de reis naar Indië te aanvaarden. Honderden menschen ston den op den zeedijk en wuifden met den zak doek of brachten den vertrekkenden een stillen o-roet. De ruim 300 man sterke equipage stond aan de landzijde van het schip geschaard en met vluggen gang stoomde het zeekasteel het zee- gaAUe'menschen hebben toch niet evenveel lust tot reizen en onze marinemannen steken het niet onder stoelen of banken, dat zij er met zoo heel erg op gesteld zijn een kleine vier jaar bu iten het vaderland te vertoeven. Daaraan is het ook zeker toe te schrijven dat eenigen der mindere schepelingen van de „Atjeh" hebben getracht deze reis te ontloopen door achter te blijven van passagieren en zich hier of daar aan wal te verschuilen. In de meeste gevallen weet de po litie echter de achterblijvers wel op te sporen en naar boord te brengen, waar hun dan de gelegenheid tot herhaling wordt benomen. Toch is het een paar gelukt zich verborgen te hou den, wat ten gevolge had, dat een paar anderen slechts enkele uren voor het vertrek bevel kre gen zich op de „Atjeli" in te schepen en de reis naar Indië te aan vaarden,zonder in de gelegen heid te zijn geweest afscheid te nemen van familie en kennissen. Tal van moeilijkheden vloeien hieruit soms voort, terwijl voor de gehuwden de financieele zorgen drukkend worden. Van financieele zorgen weet de burgerij hier ook mee te spreken. In hoofdzaak hebben de neringdoenden een moeilijken tijd te doorleven en zou ik geen winkelier kunnen opnoemen die niet klaagt. Yelen berusten hierin met een kalme gelatenheid en troosten zich met de hoop op aeter na het einde van den komkommertijd. Gelukkig hij, die dit kan uitzingen. Toch was met eenigen goeden wil wel wat hieraan te gemoet te komen. De meeste nering doenden zenden op geregelde tijden hunne re keningen onder de menschen en durven alleen bij den kleinen burger de kwitantie ter betaling te presenteeren, waar deze in de meeste geval len terstond of na een kort uitstel betaald wordt. Bij den grooten of zoogenaamd deftigen stand is men gewend de rekeningen te betalen wan neer men daaraan eens denkt, er lust toe heeft of het gelegen komt. Wee den neringdoende, die krap zittende, zijne kwitantie durft aanbie- nen. Wel volgt in den regel terstond betaling, maar bijna zeker kan hij zijn de klandizie te hebben verbeurd. Zoo gebeurt het soms dat een rekening eerst na twee jaren wordt betaald, niettegenstaande vaak de neringdoende contant heeft moeten voldoen. Het ware te wenschen dat degenen die aldus handelen zich een juist denkbeeld konden vor men van de moeilijkheden, die hun gemakzucht of gril of hoe men het ook noemen wil, na zich kan slepen. Politiek Overzicht. Duitse]iln nd. Het is merkwaardig te zien hoe de vertegenwoordigers, de gezagvoerders der regeerende burgerpartijen, de werkelijkheid, waarin ook zij leven miskennen of weigeren te kennen. De werkelijkheid is, dat door een zeer duide- lijk voel- en merkbaar proces de tegenwoordige bezitsvorm met al de rechtsverhoudingen daar uit voortvloeiende, bezig is te verdwijnen onder den machtigen invloed van het zich ontwikke lend machinewezen van de verdeeling en vereen voudiging van arbeid en van de daaruit voort vloeiende werkeloosheid. Als nu de proletariërs, de klasse der werk lieden, die het eerst buiten de voortbrenging wordt gestooten, uit nood zich vereenigt om dooi de macht der organisatie een nieuwe vorm van samenleving in het leven te roepen, die en hunne en anderen, dus aller belangen zal waarborgen, zien de gezagvoerders der regeerende klassen daarin niet een onvermijdelijke oplossing der moeielijkheden, maar „verzet tegen de staats macht, majesteitsschennis." Als de eene klasse aanspraak maakt op het bezit der levensgoede ren, die de tweede door den arbeid der eerste gemakkelijk geniet, spreekt men niet van een billijk recht, dat de eene klasse zoo goed mag genieten als de andere, maar van ordeverstoring. De regeerende klasse kent geen andere vorm van orde, dan die waarbij hare belangen gebor gen zijn. Zij ziet in hare kortzichtigheid niet dat dra oolc haar positie zal bedreigd worden door de zelfde macht, die de arbeidersklasse reeds dwong zich te organiseeren. Zij leeft nog in begrippen, die voor een 50 of 100 jaar als nieuw golden. Het aankweeken \an die begrip- pen heet ordelievendheid. Recht van bestaan ontzeggen aan de begrippen of wel ze bestrijden wordt gekenmerkt als verloochening van de door God gestelde ordeningen. Waag het eens uit naam der algemeene menschenliefde het bekrom- pene te bestrijden, dat in het begrip vaderlands liefde ligt. Men begrijpt u niet en dus veroordeelt men u. Beweer eens, dat oorlog en oorlogsroem van twijfelachtige waarde zijn. Men noemt het gebrek aan deugd. In de feesten ter herinnering aan den oorlog van 187071, voornamelijk in de luisterrijke viering van den slag van Sedan op 2 Sept. 1870, hebben de sociaal-democraten geweigerd deel te nemen. Zij wezen er op dat door dat feestvieren, dat zich beroemen op de overwinningen, toen op de Franschen behaald, de oude wonden telkens worden opengereten. En bij hun streven den oor log van den aardbodem te doen verdwijnen en eene algemeene verbroedering der menschheid te scheppen, scheen hun dat feestvieren juist een belemmering. Zij waren dan ook besloten te pro testeeren tegen die huldiging van den ooi log. Verscheidene artikelen in hun hoofdorgaan „De Vorwarts" hadden hun standpunt ten opzichte van die feesten uiteengezet en menige scherpe beoordeeling van het gedrag van Wilhelm I en Bismarck ten beste gegeven. Dit schijnt den keizer geweldigd gehinderd te hebben. In eene toespraak door hem gehouden op dien St. Sedan-dag heeft hij het volgende gezegd; In die hooge groote feestvreugde klinkt een toon, die werkelijk daarin niet behoort, een troep (Rotte) van menschen, niet waard den naam van Duitschers te dragen, waagt het, het Duitsche volk te beleedigen, waagt het den voor hen hei- ligen persoon des keizers door het slijk te sleu- ren. Moge het gansche volk de kracht in zich vinden deze ongehoorde aanvallen af te slaan. Geschiedt dit niet, welnu dan, dan roep ik u op de schare hoogverraders te weren, om een strijd te voeren die ons bevrijdt van zulke elementen. Die krasse uitdrukking natuurlijk aan het adres der sociaal-democraten heeft heel wat pen nen in beweging gebracht. Alle Duitsche bladen hadden terstond een hoofdartikel, waarin zij de gevolgen van het uitspreken dier woorden over wogen. - Yoor ons zijn die verschillende opinien niet van belang. Slechts wat de betrokken partij, de sociaal-democraten schreef, zij hier vermeld „Meer en meer worden wij ook in de verde diging der politieke vrijheid geïsoleerd (alleen gelaten), door de lafheid der burgerlijke partijen. Des te beter. De sociaal-democratie zal nooit sterker en zekerder zijn van de overwinning, dan wanneer zij alleen staat tegenover de gan sche wereld." In eene vergadering, door de sociaal-demo craten te Berlijn belegd, zeide Auer, een van de bekende socialistische leden van den Ryks- dag ter rechtvaardiging van de houding der so cialisten, „dat zij zich niet met de.feestviering konden vereenigen, omdat het hun streven is een einde te maken aan de oorlogen en niet omdat zij het wenschelijk achten dat Elzas en Lot haringen aan Frankrijk worden teruggegeven. Het wil ons voorkomen, dat keizer Wilhelm zeer onverstandig heeft gedaan door zijn hefti- gen uitval. Omdat hij die woorden gesproken heeft, zal een ieder ock kennis willen nemen van het antwoord der socialisten en de kennis making daarmede zal ongetwijfeld velen winnen voor hunne idealen van wereldvrede en van alge meene menschenliefde. Vergeten we bovendien niet dat het feestvie ren nog niets bewijst aangaande de meening van het volk. Het feestvieren gaat eenigszins gedwongen. De keizer heeft er vrijwel de be velen voorgegeven. Zou hij zich soms zoo in spannen om het terrein, dat hij zich voelt ont zinken, te herwinnen? _A.rmenië. Ter bevestiging van wat wij de vorige week schreven aangaande de houding van den Turkschen Sultan bij de beantwoording der nota door de gezanten van Engeland, Rus land en Frankrijk bij hem ingediend, diene het volgende antwoord door Lard Salisbury, gege ven aan den Turkschen gezant te Londen. „In dien de Porte (het Turksche hof) weigert, dezen eisch in te willigen zullen wij genoodzaakt zijn, een beroep te doen op de andere mogendheden, die met ons het tractaat van Berlijn hebben onderteekend. Wij zullen dan het voorstel doen tot het bijeen roepen van een tweede congres en de bepalingen toepassen van artikel 61, met behulp van een internationale commissie. Mocht de Sultan zich tegen den eisch der mogendhe den blijven verzetten, dan zou daardoor het sein worden gegeven tot de verbrokkeling van het Turksche Rijk." De Porte heeft hierop te kennen gegeven aan alle eischen van de Mogendheden te zullen vol doen. België. Waarschijnlijk als gevolg van de moeielijkheden met Engeland, ontstaan door het terechtstellen van den Engelschman Stokes, heeft de Belgische Regeering voorloopig afgezien van alle voorstellen ter vereeniging van den Congo staat met België. Die zaak kan nu niet eerder dan 1900 aan

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1895 | | pagina 2