„Nieuwe Langedijker Courant", van Zondag 8 September 1895. de orde komen. Er kan nog genoeg in dien tijd gebeuren, dat ook dan de vereeniging zal be lemmeren. Yoorloopig kan de Belg echter gerust wezen over zijn belastingpenningen. Zij zullen niet aan den Cougo worden zoek gemaakt. Buitenland. Bij Weis in Oostenrijk is een locaalspoor- trein blijven steken tengevolge van de vele rup sen, die zich op de rails hadden neergezet. Het waren de bekende rupsen van het koolwitje, die in zoo grooten getale op den spoorweg en vooral op.de door de zon warm geworden rails kropen, dat de wielen van de looomotief uitslipten in de brijachtige massa der verpletterende dieren en slechts met de grootste moeite voort kon komen. De machine was beneden geheel met een slij merige massa bedekt. Weer is op het bankiershuis Rothschild te Parijs een aanslag gepleegd. Een man drong om half vier het gebouw der bank binnen, met een rond voorwerp onder den arm. Een agent van politie, wiens aandacht was getrokken door de zonderlinge houding van den man, volgde hem, toen hij de vestibule doorging en daarna de trap wilde opgaan. Toen do man, boven gekomen, een lucifer aanstreek, blijkbaar met het doel, om de lont aan te steken, vatte de agent hem aan. Een worsteling onstond de anarchist wist los te komen en zette het op een loopen, maar de agent hem na, en door opdagende hulp werd de dader gearresteerd, die zich nog tevergeefs met een scheermes trachtte te ver weren. Op het politiebureau bleef hij weigeren zijn naam op te geven. Alleen liet hij los, dat hij 33 jaren oud is. Yerder zeide hij, dat het voorwerp, dat hij bij zich had, 40 gram chloraat-poeder, maar geen projectielen bevatte. Het was zijn doel, door de bom in Rothschilds kantoor te doen ontploffen, den bankiers schrik aan te jagen. Men weet reeds, dat de anarchist geruimen tijd heeft gewoond in de voorstad Montmartre. De politie gelooft daarom dat het zal gelukken te ontdekken wie hij is, vooral omdat men meent dat zijn signalement reeds bij de prefectuur be kend is. EEN VREESELIJKE DOOD. De 80-jarige mevrouw Faivre te Parijs, die van hare renten leefde, is dezer dagen op een verschrikkelijke wijze om het leven gekomen. Mevrouw Faivre, die met haar zoon in de rue de Passy woont, was des middags uitgegaan om eenige inkoopen te doen en vóór dat zij naar huis terugkeerde, ging zij een bad nemen. De badknecht, die haar na een uur nog niet uit de badkamer had zien komen, werd ongerust en klopte aan de deur, die hij na eenigen tijd opende, omdat zijn kloppen onbeantwoord bleef. Een vreeselijk schouwspel vertoonde zich aan zijn oog: de dame lag vreeselijk verbrand in het bad en alle levensgeesten waren geweken. De ongelukkige 80-jarige had in plaats van de koudwaterkraan de heet waterkraan open gezet, waardoor het heete waterover haar lichaam stroom- de.f Zij had de kraan niet kunnen sluiten en men vond haar letterlijk gekookt. TWEE MONSTERS. Een hevige ontroering heeft te Debreczin in Hongarije de arrestatie van twee berenleiders uit Rumenië veroorzaakt, die hun beren hadden gevoed met het vleesch van vier door hen ver moorde kinderen. Allerlei. Het gif der slangen. De in den laatsten tijd, vooral in Indië en Australië gedane proefnemingen met slangengif en de observatie van door slangen gebeten perso nen, hebben het mogelijk gemaakt, met zeker heid vast te stellen hoe het gif werkt. Het bloed bestaat, zooals men weet, uit het bijna kleurlooze, vloeibare bloedplasma, waarin talrijke roode en kleurlooze bloedbolletjes of lichaampjes drijven. De roode, die hoofdzake lijk uit haemoglobin bestaan, vormen biconcave schijfjesin de longen verbinden zij de ingea demde zuurstof, die zij in den bloedsomloop brengen. Als men bloed van mensehen of zoog dieren neemt, dan stolt het binnen korten tijd en men ziet onder den microscoop de bloedlichaam pjes opgesloten in een netwerk van fijne vezel tjes liggen. Deze vezeltjes waren van te voren niet in het bloed aanwezig en hunne vorming is de oorzaak van het stollen van het bloed. Men heeft vastgesteld, dat bij het vast worden van het bloed de in het plasma aanwezige vezelstof de oorzaak der stremming is. Onttrekt men de vezelstof langs scheikundigen weg aan het bloed, dan zal dit vloeibaar blij ven, doch stolt onmiddellijk, als men er de vezelstof weder bijvoegt. De kleurlooze bloed bolletjes scheiden bij de stremming nucleo-albu- mine af, dat zich met het plasma verbindt tot fibrine of vezelstof. Nucleo-albumine kan op verschillende manieren langs chemischen weg verkregen worden. Spuit men nu een zekere hoeveelheid nucleo-albumine in de bloedvaten van een dier, dan volgt de dood onmiddellijk, daar het bloed tengevolge dezer inspuiting in vasten toestand overgaat. Neemt men echter voor de inspuiting eene kleine hoeveelheid, dan zal het bloed niet stollen, en een latere inspuiting met een groote hoeveelheid, heeft den dood niet onmiddellijk tengevolge, doch volgt eerst na eenige uren. Door de proefne mingen van dr. Martin te Sydney, heeft men geconstateerd, dat slangengif juist dezelfde ver schijnselen veroorzaakt als een inspuiting met nucleo-albumine. Bij de lijkschouwing van een slachtoffer van een slangenbeet, zag men dat het bloed in alle bloedvaten geronnen was, tenge volge van eene dosis slangengif, die in den bloedsomloop was gekomen. De dood was onmid dellijk na den beet ingetreden, doordat de hoeveel heid vrij groot nl. '/2 e.g. was. Dringt er echter slechts eene kleine hoeveelheid vergif in de bloed vaten, dan volgt de dood eerst na eenige uren en is het bloed niet geronnen. De oorzaak van den dood in beide gevallen, schijnt eene verlamming der ademhalingsorganen te zijn, daar de bloed lichaampjes hun vermogen om de zuurstof aan de verschillende lichaamsdeelen af te geven, verliezen. In tegen spraak met de algemeene bewering, dat slangengif hevige smarten zou ver oorzaken, is het feit, dat de dood pijnloos, eene soort snellere of langzamere verstikking is, die door het gebrek aan zuurstof wordt veroorzaakt. Het tot nog toe het best onderzochte slangen gif is dat der Kobra-slang. Men verkrijgt het op de volgende wijze Men grijpt de Kobra stevig vast in den nek, vlak achter den kop en laat het woedende dier verscheidene malen in een groot blad of op een stuk glas bijten, waardoor het gif afgescheiden wordt. Het gif is eene gele schuimende vloeistof, die spoedig hare vergiftige eigenschappen verliest. Laat men het vergift ech ter snel verdampen, dan bljjven er kleine, licht gele korreltjes over, die, zooals het onderzoek heeft geleerd, zelfs na twintig jaar nog hunne volle giftige eigenschap bezitten. De analyse toont aan, dat het door de ver damping van het gif overblijvende vaste ge deelte, dat ongeveer 28% bedraagt, veel over eenkomst heeft met gewone albumine of eiwit. Thans heeft men echter vastgesteld, dat het gif uit twee verschillende stoffen bestaat, die beide op albumine gelijken. Daarvan kan de eene gedialyseerd worden, terwijl dit bij de andere onmogelijk is, hetgeen daarom aan eene kristal lisatie doet denken. Slangengif bestaat dus in geen geval uit nucleo-albumine, zooals men abu sievelijk aannam, doch veel meer uit eene stof, die de vorming van nucleo-albumine in het bloed tengevolge heeft. Men weet echter nog niet of de werking onmiddellijk op de bloedlichaampjes geschiedt, of dat het de membranen, die de bloed vaten aan de binnenzijde bekleeden, aantast. Het is bekend, dat iedere beschadiging der membraan eene stolling van het bloed op de gekwetste plaats tengevolge heeft. De groote vraag is natuurlijk of het mogelijk zal zijn een werkzaam tegenmiddel te ontdekken. Het eenige, dat wij kunnen aanwenden, is dubbel mangaan- zure kali, wat slechts bij onmiddelijke aanwen ding nuttig is, daar het gif bijna op hetzelfde oogenblik van den beet in den bloedsomloop dringt Men heeft ontdekt dat de zoowel Kobra als an dere even vergiftige 'slangen, niet ontvankelijk zijn voor slangengif, terwijl andere, minder ver giftige slangen, daardoor sterven. In het alge meen, hoe giftiger de slang is, des te minder uitwerking zal het gif op haar zelf hebben. Het schijnt dus dat het bloed der giftige slan gen eene stof bevat, die een gif onschadelijk kan maken en door deze wetenschap is het misschien mogelijk, een heilzaam tegenmiddel te ontdekken. Paardevleesch als voedingsmiddel. Het vooroordeel, dat vele menschen nog weerhoudt om paardevleesch te eten, is, aldus lezen wy in een Duitsch vakblad, volkomen ongegrond en heeft geen zin. Niemand kan zich eigenlijk er rekenschap van geven waarom hy iets tegen dat vleesch heeft. Het paard is, zooals ieder weet, een van de zindelijkste dieren, en het ip wat zijn voeding betreft veeleischen der dan een van onze nuttige huisdieren. Alleen goed en gezond voedsel en zuiver water neomt het tot zich en het zou liever verhongeren dan het vuile sopje te genieten dat vaak aan runderen en varkens gegeven wordt. De smaak van het paardevleesch verschilt zoo wei nig van dien van rundvleesch, dat het er dikwijls voor gegeten „wordt. En zonder het te weten zullen we het allemaal als rundvleesch verorberd hebben, speciaal in worst. Het vleesch van ezels en muildieren wordt wel in de echte Italiaansche Salami-worst als een deli catesse gegeten en duur betaald. Het is dus alleen een vooroordeel wanneer wij voor paardevleesch den neus optrekken. Een zelfde voor oordeel was in de vorige eeuw een beletsel voor de invoering van de thans onmisbare aardappel. Maar dat vooroordeel was tenminste nog te verklaren, het sproot voort uit vrees. Er werd namelijk beweerd, dat de nieuwe vrucht koortswekkend was, dat zy den bodem schaadde en dergelijke. Maar de reden waarom het paardevleesch voor menschelijke voeding ongeschikt werd geacht, heeft met den aard van het vleesch niets te maken. Zij ligt eenvoudig in een oud kerkelijk verbod. Om de bekeerde aanbidders van Odin en Thor den terugkeer tot het heidendom met alle mogelijke mid delen te beletten, werd alles wat aan de oude Goden en hun offerdienst herinnerde krachtig bestreden. Het duurde lang en kostte heel wat strijd eer dit kerke lijk gebod werd opgevolgd. De schade die dit voor duizend jaren ingeënte voor oordeel aan de Europeesche menschheid heeft berok kend, is enorm. De nationale rijkdom heeft door de waardeloosverklaring van wat het paard kan ople veren en door de nadeelige gevolgen voor de paarden fokkerij onberekenbaar veel geleden. Dóch ook uit een sociaal oogpunt is het zeer te betreuren, dat millioenen menschen zich gebrekkig voedden met aardappelen en andere krachtlooze stoffen, terwijl vele millioenen ponden van het beste en ge zondste vleesch aan de menschelijke behoefte werden onttrokken. Zoowel de ondervinding als wetenschappelijke on derzoekingen hebben aangetoond, dat paardevleesch naar verhouding het meest voedzame is van alle vleesch- soorten. Paardevleesch bevat 74-^0 pc. water en 25.50 pc. vaste stoffenrundvleesch 76 pc. water en 24 pc. vaste stof; kalfsvleesch 78.85 pc. water en 21.15 pc. vaste stof. In rundvleesch wordt 21.96 pc. eiwitstof (spiervormende stikstofverbindingen) gevonden, in paardevleesch 22.20 pc. De vaste stof van paardevleesch bevat tot 15 pc. stikstof en die van rundvleesch 13.5 pc. Bouillon van paardevleesch is zeer krachtig en voed zaam. Zij bevat tweemaal zooveel opgeloste stikstof- bestanddeelen als bouillon van dezelfde hoeveelheid rundvleesch getrokken. In veel hospitalen wordt die bouillon dan ook aan zieken, die versterking behoeven, gegeven. Wanneer het vleesch van een niet te oud en goed gevoerd paard met zorg wordt gepekeld, hebben de smaak en de reuk eenige overeenkomst met die van ganzevleesch. Deze smaak wordt veroorzaakt door de voeding met haver; paarden, die alleen met gras en hooi gevoed worden, missen dien smaak. Paardevet is nog weeker dan varkensvet, bijna olieachtig en het levert dus veel op. Het bevat 4 pc. stearine en 96 pc. oleïne (varkensvet 38 pc. en 62 pc.) en het smelt reeds bjj 300 C. (varkensvet bij 400 C.) Een uitstekende eigen schap van paardevleesch is nog, dat het zoowel in rauwen als in gekookten toestand langer goedblijft dan rundvleesch. Maar vooral omdat het vleesch zoo gezond is, komt het paard als slachtdier in aanmerking. Trichinen enz. kent het paard niet en tuberculose komt bij paarden zeer zelden voor. In Berlijn werden van 1 April 1890 tot 31 Maart 1891 geslacht 124.593 runderen en daar van waren er 14.793 d. i. 12 pc. of 1 op 81/, tubercu leus; er werden geslacht 8471 paarden, waarvan er niet een tuberculeus was. Volgens de laatste telling waren er in het Duitsche rijk 3.852,000 paarden. Den gemiddelden leeftijd op 15 jaar stellend komt men tot een sterfte van jaar lijks 257,000 paarden. Daarvan werden er ongeveer 86.000 geslacht; de beste qualiteit werd voor mensche lijke voeding gebruikt, de mindere als liondenvoedsel. Het vleesch van 171.000 paarden wordt dus jaarlijks in het geheel niet of voor een klein deel met weinig voordeel voor technische doeleinden gebezigd. Jaarlijks kan men rekenen dat Duitschland door veronachtza ming van paardevleesch een verlies lijdt van 21 mil- liöen gulden, de pry's van 50 kilo op f24 geschat. De bekende C. Voit berekent de gemiddelde behoefte van een volwassen mensch aan vleesch op 230 gram, waaronder 18 gram aan beenderen en 21 gram aan vet is begrepen. Volgens deze berekening zouden meer dan een half millioen menschen een krachtige en ge zonde voeding vinden in het nu weggeworpen paarde vleesch. Bestond het vooroordeel tegen paardevleesch niet, dan zouden er tweemaal zooveel paarden worden geslacht en zouden een millioen menschen zich daar mee kunnen voeden. Voor den nationalen rijkdom is echter van nog grooter beteekenis de hoogere waarde die daardoor het paardenmateriaal zou verkrijgen. De paardenfok kerij zou uit het gebruiken van paardenvleesch als menschelyk voedsel een ontzaglijk nut trekken. Als een paardenfokker bemerkte, dat een veulen een slecht paard zal worden, dan zou hy zich de moeite en de kosten van het opkweeken niet getroosten, wanneer hij het op andere manier van de hand kon zetten. Hy zou meer goede paarden fokken en de overige voor de slachtbank bestemmen. De paardenteelt en de land bouw zouden er dus wel bij varen. De bestrijding van het vooroordeel tegen paardevleesch is dus in meer dan één opzicht een staatsbelang. PREDIKBEURTEN. NED. HERV. GEM. OUD-KARSPEL. Zondag 8 Sept. v.m. 9.30 Ds. Stramrood. NED. HERV. GEM. NOORDSCHARWOUDE. Zondag 8 Sept. v.m. 9 u. Ds. Habbema. GER. GEMEENTE. Zondag 8 Sept. voorm. 9 uur, nam. 2 uur Ds, Boeijenga. NED. HERV. GEM. ZUIDSCHARWOUDE. Zondag 8 Sept. v.m. 9.30 Ds. M elehers. NED. HERY. GEM. BROEK OP LANGEDIJK. Zondag 8 Sept. v.m. 9 u. nm. 2 u. Ds. Gemser. GEREF. GEMEENTE A. Zondag 8 Sept. v.m. 9.30 u. nam. 2.30 u. Ds. M. v. d. Maat, pred. te Edam. GEREF. KERK B. Zondag 8 Sept. vm. 9 u. nm. 2 u. ds. Bakker DOOPSGEZINDE GEMEENTE. Zondag 8 Sept. voorm. 9.45 Ds. Vrijer. Marktberichten. Veiling Noordscharwoude. van Maandag 2 Sept. Zaterdag 7 Sept. Maandag. Bloemkool f5.— a f8.50. Middel bare 11.50, Uitschot fl.Roode kool f3. Bieten 18.— Bosuien f Gele kool f3.—.' Nep f2.— Dinsdag. Bloemkool f3.— a f9.—Middel bare f2.— Uitschot fl.-, Roode kool f3.—. Bieten f8.—, Bosuien f Gele kool f3.—. Nep f2.- Woensdag. Bloemkool f2.— a f8.50. Mid delbare f2.50, Uitschot f 0.90. Roode kool f3.— Bieten f8.— Bosuien f Nep f2.— Gele kool f3.— Donderdag. Bloemkool f4.— a f8.50 Mid delbare f 1.50, Uitschot f 0.50. Roode kool f3.— Bieten f8.—, Bosuien f Nep f2.— Gele kool f 3. Vrijdag. Bloemkool f 3.—a f 5.—. Middel bare f 1.50, Uitschot f 0.60 Roode kool f3.— Bieten f 8.—, Bosuien f Nep f 2.— Gele kool f3.- Zaterdag. Bloemkool f3.— a f6.75. Middel bare f 1.50, Uitschot f 0.60, Roode kool f3.—, Bieten f8.—, Bosuien f Nep f2.— Gele kool f3.- Groentenmarkt van Broek op Langedijk. Maandag. Aardappelen f a 0.60. Bloem kool le soort f4.a f8.Bloemkool 2e soort fl.a f2.Reuzenkool f4.a f6.Roode kool f2.50 a f3.Witte kool f4.— a f5. Geele kool f3.50 a f Rapen f af. Wortelen f 1.-a f per 100 bos. Uien per mud f 1.10 a f Uien f 1.20 af p. 100 >s. Nep f2.per zak. Dinsdag. Aardappelen f a f0.60 Bloem kool le soort f5.— a f9.—. Bloemkool 2e soort f 1.50 a f2.50. Reuzenkool f4.a f6.Roode kool f2.50 a f3.— Witte kool f4.— a f5. Geele kool f3.— a f3.50 Rapen f a f Wortelen fl.— a fl.30 per 100 bos, Uien per mud f 1.10 af.— Uien per 100 bos f 1.20 a f Nep f2.— af. Woensdag. Aardappelen f af .60 Bloem kool le soort f 5.af 11.Bloemkool 2e soort f af.— Reuzen kool f 4.—a f6.—Roode kool f2.50 a f3.— Witte kool f4.— a f5.— Geele kool f3.— a f3.50 Rapen f af Wortelen fl.a fl.30 per 100 bos Uien per mud f 1.10 af.— Uien per 100 bos f 1.30 a f .-. Nep f 2.- a f Donderdag. Aardappelen f af .60 Bloem kool le soort f 4.— a f 10.25 Bloemkool 2e soort f 1.50 a f2.— Reuzenkool f4.— a f7.—Roode kool f2,50 a f3.— Witte kool f4.— a f5.— Geele kool f3.— a f3.50 Rapen f at Wortelen f 1.20 a f per 100 bos. Uien per mud f 1.10 af.— Uien per 100 bos fl.— a f Nep f2.— af.— Vrjjdag. Aardappelen f af .60. Bloem kool le soort f4.— a f8.25. Bloemkool 2e soort f 1.60 af Reucenkeol f 4.—a f 7.50. Roode kool f2.50 a f3.— Witte kool f4.— a f5.— Geele kool f 3.a f 3.50 Rapen f 0. af. Wortelen f 1.— a f 1.10, Uien per mud f 1.10 a f Uien per 100 bos f 1.20 a f Nep f2.- af. P Zaterdag. Aardappelen f af .60. Bloem kool le soort f af Bloemkool 2e soort f af. Reuzenkool f af Roode kool f a f Witte kool f4,— a f5. Geele kool f3.— a f3.50 Rapen f af Wortelen fl.a f 1.20 per 100 bos. Uien per mud fl.10 af.— Uien per 100 bos fl.20 a f Nep f 2.— af A L K M A A R, 23 Aug. Aangevoerd 509 stapels Kaas, wegende 156197 Kg. Kleine f28.— Commissie f25.— Middelbare f26.— 3742 HL. Granen, als 321 Tarwe f 5,75 a f 6,—, 235 Rogge f 4,— a f5,—, 900 Gerst f3,25 a f 900 ld. Chev. f4.50 a f4.60 1633Haver f2,25 a f3,Paardenboonen f a f 25 Bruine f 10, a f 14,50 Citroen f a f Duiven f a fWitte f 16'50 a f- 7 Kanariezaad f 151 Rood Mosterdzaad f 7,50 a f— SCHAGEN, 5 Sept. 3 Paarden f 35 a f170., 12 Stieren f60.— af 140, 55 Gelde koeien f 100 a f 260, 30 Kalf koeien f 160 a f200, 20 Vaarzen f90 a f115 ,10 Nuchtere Kalveren f 8.— a f22,— 396 Schapen f 12.— a f25,— 150 Lammeren f 12,— af 18,— 23 magere Varkens f 10.— a f 13,—, 7 vette var kens f 0.38 a 0.42 per K.G., 75 Biggen f 5.— a f 9.—, Boter per kop f 0,55 a f0,60, Kip eieren f3.—, a f3.50, eenden dito f 3.30 a f ALKMAAR 7 Sept. 4895. Aangevoerd 4 Paarden f 40.— a f 200 26 Koeien f120.— a f240.16 Nuchtere kalveren f 10.a f25 190 Schapen f 8. a f22.— Lammeren f af—.—; 95 Magere varkens f13.—a f15.— 309 Biggen f5.— a f 8.—; 5 Bokken en Geiten f2.— af 6. kleine id. f a t Aardappelen '0.80 a f 1.25 per zak, f per mandje, Appelen f0.80 a fl.75 per mand, Peren fl.— a f3.— per mand, Roode kool f5.— a f Witte kool f6 a f Bloemkool f2.— a f8.—, Savooische kool f6- af.— alles per 100; Wortelen f2.50 per 100 bos. Uien fl.— per zak, Kippen f0.15af 1.40 Eenden f0.45 a f 0.65. Konijnen f' .20 a f 0.80 Kip eieren f 3.a f 4.— Eendeieren f 4.af.per 100 stuks, Boter per kop f0.55 a f0.65, Pruimen af Snijboonen f0.90 per mand, Burgerlijke Stand. Gemeente Noordscharwoude. Ingeschreven van 1—31 Aug. 1895. Ondertrouwd: A. J. Vos van Zon 30 jr. Oud- Karspel en Antje de Geus, 28 jr. Noordschar- woude. W. den Adel, 24 jr. Schagen en C. de Geus 24 jr. Noordscharwoude. Jan Kalverdijk 26 jr. Noordscharw. en K. op 't Land van Dijk 26 jr. Oudkarspel. GetrouwdA. J. Vos van Zon en Antje de Geus. GeborenJan, z. v. Dirk Keppel en Adriana Groet. Anna, d. v. Dirk Blom en Neeltje Blom. Dirk, z. v. Corn. Swager en Jantje Groot. OverledenKlaas Noordwest oud 60 jaren, echtgenoot van Trijntje Vlug. Elisabeth Swager oud 28 jr. ongehuwde dochter van Corn. Swager Dz. en van Antje Kansen. Gemeente Oudkarspel. Ingeschreven van 1—31 Aug. 1895. Ondertrouwd en getrouwd Geene. Geboren Matthijs, z. v. E. de Boer Fz. en Reinou Borst. Geertje, d. v. Jacob Blokker en Geertje Turkstra. Maria, d. v. IJf de Lange en van Antje Kos. Pieter, z. v. Dirk Bakker Pz. en van Aafje de Greeuw. Overleden: Jacob, z. v. Arie Kuiper en van Dieuwertje Hoekma oud 13 w. Trijntje Kraak man, echtgenoote van Jan Kos oud 62jr. Klaas Wortel, echtgenoot van Antje de Groot, eerder weduwnaar van Klaasje Volkers oud 70 jr. Gemeente Zuidscliarwoude. Ingeschreven van 131 Aug. 1895. Ondertrouwd J. J. Torequé en E. Slot. Getrouwdgeene. Geboren Marie, d. van K. Kerkmeer en W. Tulling. Jacob, z. van K. de Boer P.Jz. en M. Ootjers. Aaltje, d. v. A. Heneweer en T. Bak. OverledenLevenloos aangegeven kind van C. Heertjes en A. Tulling.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1895 | | pagina 3