„Nieuwe Langedijker Courant", van Zondag 8 September 1895.
de orde komen. Er kan nog genoeg in dien tijd
gebeuren, dat ook dan de vereeniging zal be
lemmeren. Yoorloopig kan de Belg echter gerust
wezen over zijn belastingpenningen. Zij zullen
niet aan den Cougo worden zoek gemaakt.
Buitenland.
Bij Weis in Oostenrijk is een locaalspoor-
trein blijven steken tengevolge van de vele rup
sen, die zich op de rails hadden neergezet. Het
waren de bekende rupsen van het koolwitje, die
in zoo grooten getale op den spoorweg en vooral
op.de door de zon warm geworden rails kropen,
dat de wielen van de looomotief uitslipten in de
brijachtige massa der verpletterende dieren en
slechts met de grootste moeite voort kon komen.
De machine was beneden geheel met een slij
merige massa bedekt.
Weer is op het bankiershuis Rothschild
te Parijs een aanslag gepleegd.
Een man drong om half vier het gebouw der
bank binnen, met een rond voorwerp onder den
arm.
Een agent van politie, wiens aandacht was
getrokken door de zonderlinge houding van den
man, volgde hem, toen hij de vestibule doorging
en daarna de trap wilde opgaan. Toen do man,
boven gekomen, een lucifer aanstreek, blijkbaar
met het doel, om de lont aan te steken, vatte
de agent hem aan. Een worsteling onstond de
anarchist wist los te komen en zette het op een
loopen, maar de agent hem na, en door opdagende
hulp werd de dader gearresteerd, die zich nog
tevergeefs met een scheermes trachtte te ver
weren.
Op het politiebureau bleef hij weigeren zijn
naam op te geven.
Alleen liet hij los, dat hij 33 jaren oud is.
Yerder zeide hij, dat het voorwerp, dat hij bij
zich had, 40 gram chloraat-poeder, maar geen
projectielen bevatte. Het was zijn doel, door de
bom in Rothschilds kantoor te doen ontploffen,
den bankiers schrik aan te jagen.
Men weet reeds, dat de anarchist geruimen
tijd heeft gewoond in de voorstad Montmartre.
De politie gelooft daarom dat het zal gelukken
te ontdekken wie hij is, vooral omdat men meent
dat zijn signalement reeds bij de prefectuur be
kend is.
EEN VREESELIJKE DOOD.
De 80-jarige mevrouw Faivre te Parijs, die
van hare renten leefde, is dezer dagen op een
verschrikkelijke wijze om het leven gekomen.
Mevrouw Faivre, die met haar zoon in de rue
de Passy woont, was des middags uitgegaan om
eenige inkoopen te doen en vóór dat zij naar
huis terugkeerde, ging zij een bad nemen. De
badknecht, die haar na een uur nog niet uit de
badkamer had zien komen, werd ongerust en
klopte aan de deur, die hij na eenigen tijd
opende, omdat zijn kloppen onbeantwoord bleef.
Een vreeselijk schouwspel vertoonde zich aan
zijn oog: de dame lag vreeselijk verbrand in
het bad en alle levensgeesten waren geweken.
De ongelukkige 80-jarige had in plaats van de
koudwaterkraan de heet waterkraan open gezet,
waardoor het heete waterover haar lichaam stroom-
de.f Zij had de kraan niet kunnen sluiten en men
vond haar letterlijk gekookt.
TWEE MONSTERS.
Een hevige ontroering heeft te Debreczin in
Hongarije de arrestatie van twee berenleiders
uit Rumenië veroorzaakt, die hun beren hadden
gevoed met het vleesch van vier door hen ver
moorde kinderen.
Allerlei.
Het gif der slangen.
De in den laatsten tijd, vooral in Indië en
Australië gedane proefnemingen met slangengif
en de observatie van door slangen gebeten perso
nen, hebben het mogelijk gemaakt, met zeker
heid vast te stellen hoe het gif werkt.
Het bloed bestaat, zooals men weet, uit het
bijna kleurlooze, vloeibare bloedplasma, waarin
talrijke roode en kleurlooze bloedbolletjes of
lichaampjes drijven. De roode, die hoofdzake
lijk uit haemoglobin bestaan, vormen biconcave
schijfjesin de longen verbinden zij de ingea
demde zuurstof, die zij in den bloedsomloop
brengen. Als men bloed van mensehen of zoog
dieren neemt, dan stolt het binnen korten tijd
en men ziet onder den microscoop de bloedlichaam
pjes opgesloten in een netwerk van fijne vezel
tjes liggen. Deze vezeltjes waren van te voren
niet in het bloed aanwezig en hunne vorming is
de oorzaak van het stollen van het bloed. Men
heeft vastgesteld, dat bij het vast worden van
het bloed de in het plasma aanwezige vezelstof
de oorzaak der stremming is.
Onttrekt men de vezelstof langs scheikundigen
weg aan het bloed, dan zal dit vloeibaar blij
ven, doch stolt onmiddellijk, als men er de
vezelstof weder bijvoegt. De kleurlooze bloed
bolletjes scheiden bij de stremming nucleo-albu-
mine af, dat zich met het plasma verbindt tot
fibrine of vezelstof. Nucleo-albumine kan op
verschillende manieren langs chemischen weg
verkregen worden. Spuit men nu een zekere
hoeveelheid nucleo-albumine in de bloedvaten
van een dier, dan volgt de dood onmiddellijk,
daar het bloed tengevolge dezer inspuiting in
vasten toestand overgaat. Neemt men echter
voor de inspuiting eene kleine hoeveelheid,
dan zal het bloed niet stollen, en een latere
inspuiting met een groote hoeveelheid, heeft
den dood niet onmiddellijk tengevolge, doch
volgt eerst na eenige uren. Door de proefne
mingen van dr. Martin te Sydney, heeft men
geconstateerd, dat slangengif juist dezelfde ver
schijnselen veroorzaakt als een inspuiting met
nucleo-albumine. Bij de lijkschouwing van een
slachtoffer van een slangenbeet, zag men dat het
bloed in alle bloedvaten geronnen was, tenge
volge van eene dosis slangengif, die in den
bloedsomloop was gekomen. De dood was onmid
dellijk na den beet ingetreden, doordat de hoeveel
heid vrij groot nl. '/2 e.g. was. Dringt er echter
slechts eene kleine hoeveelheid vergif in de bloed
vaten, dan volgt de dood eerst na eenige uren en
is het bloed niet geronnen. De oorzaak van den
dood in beide gevallen, schijnt eene verlamming
der ademhalingsorganen te zijn, daar de bloed
lichaampjes hun vermogen om de zuurstof aan
de verschillende lichaamsdeelen af te geven,
verliezen. In tegen spraak met de algemeene
bewering, dat slangengif hevige smarten zou ver
oorzaken, is het feit, dat de dood pijnloos, eene
soort snellere of langzamere verstikking is, die
door het gebrek aan zuurstof wordt veroorzaakt.
Het tot nog toe het best onderzochte slangen
gif is dat der Kobra-slang. Men verkrijgt het op
de volgende wijze Men grijpt de Kobra stevig
vast in den nek, vlak achter den kop en laat
het woedende dier verscheidene malen in een
groot blad of op een stuk glas bijten, waardoor
het gif afgescheiden wordt. Het gif is eene gele
schuimende vloeistof, die spoedig hare vergiftige
eigenschappen verliest. Laat men het vergift ech
ter snel verdampen, dan bljjven er kleine, licht
gele korreltjes over, die, zooals het onderzoek
heeft geleerd, zelfs na twintig jaar nog hunne
volle giftige eigenschap bezitten.
De analyse toont aan, dat het door de ver
damping van het gif overblijvende vaste ge
deelte, dat ongeveer 28% bedraagt, veel over
eenkomst heeft met gewone albumine of eiwit.
Thans heeft men echter vastgesteld, dat het gif
uit twee verschillende stoffen bestaat, die beide
op albumine gelijken. Daarvan kan de eene
gedialyseerd worden, terwijl dit bij de andere
onmogelijk is, hetgeen daarom aan eene kristal
lisatie doet denken. Slangengif bestaat dus in
geen geval uit nucleo-albumine, zooals men abu
sievelijk aannam, doch veel meer uit eene stof,
die de vorming van nucleo-albumine in het bloed
tengevolge heeft. Men weet echter nog niet of
de werking onmiddellijk op de bloedlichaampjes
geschiedt, of dat het de membranen, die de bloed
vaten aan de binnenzijde bekleeden, aantast.
Het is bekend, dat iedere beschadiging der
membraan eene stolling van het bloed op de
gekwetste plaats tengevolge heeft. De groote
vraag is natuurlijk of het mogelijk zal zijn een
werkzaam tegenmiddel te ontdekken. Het eenige,
dat wij kunnen aanwenden, is dubbel mangaan-
zure kali, wat slechts bij onmiddelijke aanwen
ding nuttig is, daar het gif bijna op hetzelfde
oogenblik van den beet in den bloedsomloop dringt
Men heeft ontdekt dat de zoowel Kobra als an
dere even vergiftige 'slangen, niet ontvankelijk
zijn voor slangengif, terwijl andere, minder ver
giftige slangen, daardoor sterven. In het alge
meen, hoe giftiger de slang is, des te minder
uitwerking zal het gif op haar zelf hebben.
Het schijnt dus dat het bloed der giftige slan
gen eene stof bevat, die een gif onschadelijk kan
maken en door deze wetenschap is het misschien
mogelijk, een heilzaam tegenmiddel te ontdekken.
Paardevleesch als voedingsmiddel.
Het vooroordeel, dat vele menschen nog weerhoudt
om paardevleesch te eten, is, aldus lezen wy in een
Duitsch vakblad, volkomen ongegrond en heeft geen
zin. Niemand kan zich eigenlijk er rekenschap van
geven waarom hy iets tegen dat vleesch heeft. Het
paard is, zooals ieder weet, een van de zindelijkste
dieren, en het ip wat zijn voeding betreft veeleischen
der dan een van onze nuttige huisdieren. Alleen
goed en gezond voedsel en zuiver water neomt het
tot zich en het zou liever verhongeren dan het vuile
sopje te genieten dat vaak aan runderen en varkens
gegeven wordt.
De smaak van het paardevleesch verschilt zoo wei
nig van dien van rundvleesch, dat het er dikwijls voor
gegeten „wordt. En zonder het te weten zullen we het
allemaal als rundvleesch verorberd hebben, speciaal in
worst. Het vleesch van ezels en muildieren wordt
wel in de echte Italiaansche Salami-worst als een deli
catesse gegeten en duur betaald.
Het is dus alleen een vooroordeel wanneer wij voor
paardevleesch den neus optrekken. Een zelfde voor
oordeel was in de vorige eeuw een beletsel voor de
invoering van de thans onmisbare aardappel. Maar dat
vooroordeel was tenminste nog te verklaren, het sproot
voort uit vrees. Er werd namelijk beweerd, dat de
nieuwe vrucht koortswekkend was, dat zy den bodem
schaadde en dergelijke. Maar de reden waarom het
paardevleesch voor menschelijke voeding ongeschikt
werd geacht, heeft met den aard van het vleesch niets
te maken. Zij ligt eenvoudig in een oud kerkelijk
verbod.
Om de bekeerde aanbidders van Odin en Thor den
terugkeer tot het heidendom met alle mogelijke mid
delen te beletten, werd alles wat aan de oude Goden
en hun offerdienst herinnerde krachtig bestreden. Het
duurde lang en kostte heel wat strijd eer dit kerke
lijk gebod werd opgevolgd.
De schade die dit voor duizend jaren ingeënte voor
oordeel aan de Europeesche menschheid heeft berok
kend, is enorm. De nationale rijkdom heeft door de
waardeloosverklaring van wat het paard kan ople
veren en door de nadeelige gevolgen voor de paarden
fokkerij onberekenbaar veel geleden.
Dóch ook uit een sociaal oogpunt is het zeer te
betreuren, dat millioenen menschen zich gebrekkig
voedden met aardappelen en andere krachtlooze stoffen,
terwijl vele millioenen ponden van het beste en ge
zondste vleesch aan de menschelijke behoefte werden
onttrokken.
Zoowel de ondervinding als wetenschappelijke on
derzoekingen hebben aangetoond, dat paardevleesch
naar verhouding het meest voedzame is van alle vleesch-
soorten. Paardevleesch bevat 74-^0 pc. water en 25.50
pc. vaste stoffenrundvleesch 76 pc. water en 24 pc.
vaste stof; kalfsvleesch 78.85 pc. water en 21.15 pc.
vaste stof. In rundvleesch wordt 21.96 pc. eiwitstof
(spiervormende stikstofverbindingen) gevonden, in
paardevleesch 22.20 pc. De vaste stof van paardevleesch
bevat tot 15 pc. stikstof en die van rundvleesch 13.5 pc.
Bouillon van paardevleesch is zeer krachtig en voed
zaam. Zij bevat tweemaal zooveel opgeloste stikstof-
bestanddeelen als bouillon van dezelfde hoeveelheid
rundvleesch getrokken. In veel hospitalen wordt die
bouillon dan ook aan zieken, die versterking behoeven,
gegeven.
Wanneer het vleesch van een niet te oud en goed
gevoerd paard met zorg wordt gepekeld, hebben de
smaak en de reuk eenige overeenkomst met die van
ganzevleesch. Deze smaak wordt veroorzaakt door de
voeding met haver; paarden, die alleen met gras en
hooi gevoed worden, missen dien smaak. Paardevet
is nog weeker dan varkensvet, bijna olieachtig en het
levert dus veel op. Het bevat 4 pc. stearine en 96 pc.
oleïne (varkensvet 38 pc. en 62 pc.) en het smelt reeds
bjj 300 C. (varkensvet bij 400 C.) Een uitstekende eigen
schap van paardevleesch is nog, dat het zoowel in
rauwen als in gekookten toestand langer goedblijft
dan rundvleesch.
Maar vooral omdat het vleesch zoo gezond is, komt
het paard als slachtdier in aanmerking. Trichinen enz.
kent het paard niet en tuberculose komt bij paarden
zeer zelden voor. In Berlijn werden van 1 April 1890
tot 31 Maart 1891 geslacht 124.593 runderen en daar
van waren er 14.793 d. i. 12 pc. of 1 op 81/, tubercu
leus; er werden geslacht 8471 paarden, waarvan er
niet een tuberculeus was.
Volgens de laatste telling waren er in het Duitsche
rijk 3.852,000 paarden. Den gemiddelden leeftijd op
15 jaar stellend komt men tot een sterfte van jaar
lijks 257,000 paarden. Daarvan werden er ongeveer
86.000 geslacht; de beste qualiteit werd voor mensche
lijke voeding gebruikt, de mindere als liondenvoedsel.
Het vleesch van 171.000 paarden wordt dus jaarlijks
in het geheel niet of voor een klein deel met weinig
voordeel voor technische doeleinden gebezigd. Jaarlijks
kan men rekenen dat Duitschland door veronachtza
ming van paardevleesch een verlies lijdt van 21 mil-
liöen gulden, de pry's van 50 kilo op f24 geschat.
De bekende C. Voit berekent de gemiddelde behoefte
van een volwassen mensch aan vleesch op 230 gram,
waaronder 18 gram aan beenderen en 21 gram aan
vet is begrepen. Volgens deze berekening zouden meer
dan een half millioen menschen een krachtige en ge
zonde voeding vinden in het nu weggeworpen paarde
vleesch. Bestond het vooroordeel tegen paardevleesch
niet, dan zouden er tweemaal zooveel paarden worden
geslacht en zouden een millioen menschen zich daar
mee kunnen voeden.
Voor den nationalen rijkdom is echter van nog
grooter beteekenis de hoogere waarde die daardoor
het paardenmateriaal zou verkrijgen. De paardenfok
kerij zou uit het gebruiken van paardenvleesch als
menschelyk voedsel een ontzaglijk nut trekken. Als
een paardenfokker bemerkte, dat een veulen een slecht
paard zal worden, dan zou hy zich de moeite en de
kosten van het opkweeken niet getroosten, wanneer
hij het op andere manier van de hand kon zetten.
Hy zou meer goede paarden fokken en de overige voor
de slachtbank bestemmen. De paardenteelt en de land
bouw zouden er dus wel bij varen. De bestrijding van
het vooroordeel tegen paardevleesch is dus in meer
dan één opzicht een staatsbelang.
PREDIKBEURTEN.
NED. HERV. GEM. OUD-KARSPEL.
Zondag 8 Sept. v.m. 9.30 Ds. Stramrood.
NED. HERV. GEM. NOORDSCHARWOUDE.
Zondag 8 Sept. v.m. 9 u. Ds. Habbema.
GER. GEMEENTE.
Zondag 8 Sept. voorm. 9 uur, nam. 2 uur
Ds, Boeijenga.
NED. HERV. GEM. ZUIDSCHARWOUDE.
Zondag 8 Sept. v.m. 9.30 Ds. M elehers.
NED. HERY. GEM. BROEK OP LANGEDIJK.
Zondag 8 Sept. v.m. 9 u. nm. 2 u. Ds. Gemser.
GEREF. GEMEENTE A.
Zondag 8 Sept. v.m. 9.30 u. nam. 2.30 u.
Ds. M. v. d. Maat, pred. te Edam.
GEREF. KERK B.
Zondag 8 Sept. vm. 9 u. nm. 2 u. ds. Bakker
DOOPSGEZINDE GEMEENTE.
Zondag 8 Sept. voorm. 9.45 Ds. Vrijer.
Marktberichten.
Veiling Noordscharwoude.
van Maandag 2 Sept. Zaterdag 7 Sept.
Maandag. Bloemkool f5.— a f8.50. Middel
bare 11.50, Uitschot fl.Roode kool f3.
Bieten 18.— Bosuien f Gele kool f3.—.'
Nep f2.—
Dinsdag. Bloemkool f3.— a f9.—Middel
bare f2.— Uitschot fl.-, Roode kool f3.—.
Bieten f8.—, Bosuien f Gele kool f3.—.
Nep f2.-
Woensdag. Bloemkool f2.— a f8.50. Mid
delbare f2.50, Uitschot f 0.90. Roode kool f3.—
Bieten f8.— Bosuien f Nep f2.— Gele
kool f3.—
Donderdag. Bloemkool f4.— a f8.50 Mid
delbare f 1.50, Uitschot f 0.50. Roode kool f3.—
Bieten f8.—, Bosuien f Nep f2.— Gele
kool f 3.
Vrijdag. Bloemkool f 3.—a f 5.—. Middel
bare f 1.50, Uitschot f 0.60 Roode kool f3.—
Bieten f 8.—, Bosuien f Nep f 2.— Gele
kool f3.-
Zaterdag. Bloemkool f3.— a f6.75. Middel
bare f 1.50, Uitschot f 0.60, Roode kool f3.—,
Bieten f8.—, Bosuien f Nep f2.— Gele
kool f3.-
Groentenmarkt van Broek op Langedijk.
Maandag. Aardappelen f a 0.60. Bloem
kool le soort f4.a f8.Bloemkool 2e soort
fl.a f2.Reuzenkool f4.a f6.Roode
kool f2.50 a f3.Witte kool f4.— a f5.
Geele kool f3.50 a f Rapen f af.
Wortelen f 1.-a f per 100 bos. Uien per
mud f 1.10 a f Uien f 1.20 af p. 100
>s. Nep f2.per zak.
Dinsdag. Aardappelen f a f0.60 Bloem
kool le soort f5.— a f9.—. Bloemkool 2e soort
f 1.50 a f2.50. Reuzenkool f4.a f6.Roode
kool f2.50 a f3.— Witte kool f4.— a f5.
Geele kool f3.— a f3.50 Rapen f a f
Wortelen fl.— a fl.30 per 100 bos, Uien per
mud f 1.10 af.— Uien per 100 bos f 1.20 a
f Nep f2.— af.
Woensdag. Aardappelen f af .60 Bloem
kool le soort f 5.af 11.Bloemkool 2e soort
f af.— Reuzen kool f 4.—a f6.—Roode
kool f2.50 a f3.— Witte kool f4.— a f5.—
Geele kool f3.— a f3.50 Rapen f af
Wortelen fl.a fl.30 per 100 bos Uien per
mud f 1.10 af.— Uien per 100 bos f 1.30 a
f .-. Nep f 2.- a f
Donderdag. Aardappelen f af .60 Bloem
kool le soort f 4.— a f 10.25 Bloemkool 2e soort
f 1.50 a f2.— Reuzenkool f4.— a f7.—Roode
kool f2,50 a f3.— Witte kool f4.— a f5.—
Geele kool f3.— a f3.50 Rapen f at
Wortelen f 1.20 a f per 100 bos. Uien per
mud f 1.10 af.— Uien per 100 bos fl.— a
f Nep f2.— af.—
Vrjjdag. Aardappelen f af .60. Bloem
kool le soort f4.— a f8.25. Bloemkool 2e soort
f 1.60 af Reucenkeol f 4.—a f 7.50. Roode
kool f2.50 a f3.— Witte kool f4.— a f5.—
Geele kool f 3.a f 3.50 Rapen f 0. af.
Wortelen f 1.— a f 1.10, Uien per mud f 1.10
a f Uien per 100 bos f 1.20 a f Nep
f2.- af. P
Zaterdag. Aardappelen f af .60. Bloem
kool le soort f af Bloemkool 2e soort
f af. Reuzenkool f af Roode
kool f a f Witte kool f4,— a f5.
Geele kool f3.— a f3.50 Rapen f af
Wortelen fl.a f 1.20 per 100 bos. Uien per
mud fl.10 af.— Uien per 100 bos fl.20 a
f Nep f 2.— af
A L K M A A R, 23 Aug. Aangevoerd 509
stapels Kaas, wegende 156197 Kg. Kleine f28.—
Commissie f25.— Middelbare f26.—
3742 HL. Granen, als 321 Tarwe f 5,75 a
f 6,—, 235 Rogge f 4,— a f5,—, 900 Gerst
f3,25 a f 900 ld. Chev. f4.50 a f4.60
1633Haver f2,25 a f3,Paardenboonen
f a f 25 Bruine f 10, a f 14,50
Citroen f a f Duiven f a
fWitte f 16'50 a f- 7 Kanariezaad
f 151 Rood Mosterdzaad f 7,50 a f—
SCHAGEN, 5 Sept. 3 Paarden f 35
a f170., 12 Stieren f60.— af 140, 55 Gelde
koeien f 100 a f 260, 30 Kalf koeien f 160 a
f200, 20 Vaarzen f90 a f115 ,10 Nuchtere
Kalveren f 8.— a f22,— 396 Schapen f 12.—
a f25,— 150 Lammeren f 12,— af 18,— 23
magere Varkens f 10.— a f 13,—, 7 vette var
kens f 0.38 a 0.42 per K.G., 75 Biggen f 5.—
a f 9.—, Boter per kop f 0,55 a f0,60, Kip
eieren f3.—, a f3.50, eenden dito f 3.30 a f
ALKMAAR 7 Sept. 4895. Aangevoerd 4
Paarden f 40.— a f 200 26 Koeien f120.— a
f240.16 Nuchtere kalveren f 10.a f25
190 Schapen f 8. a f22.— Lammeren f
af—.—; 95 Magere varkens f13.—a f15.— 309
Biggen f5.— a f 8.—; 5 Bokken en Geiten f2.—
af 6. kleine id. f a t Aardappelen
'0.80 a f 1.25 per zak, f per mandje, Appelen
f0.80 a fl.75 per mand, Peren fl.— a f3.— per
mand, Roode kool f5.— a f Witte kool f6
a f Bloemkool f2.— a f8.—, Savooische kool
f6- af.— alles per 100; Wortelen f2.50 per
100 bos. Uien fl.— per zak, Kippen f0.15af 1.40
Eenden f0.45 a f 0.65. Konijnen f' .20 a f 0.80 Kip
eieren f 3.a f 4.— Eendeieren f 4.af.per
100 stuks, Boter per kop f0.55 a f0.65, Pruimen
af Snijboonen f0.90 per mand,
Burgerlijke Stand.
Gemeente Noordscharwoude.
Ingeschreven van 1—31 Aug. 1895.
Ondertrouwd: A. J. Vos van Zon 30 jr. Oud-
Karspel en Antje de Geus, 28 jr. Noordschar-
woude. W. den Adel, 24 jr. Schagen en C. de
Geus 24 jr. Noordscharwoude. Jan Kalverdijk
26 jr. Noordscharw. en K. op 't Land van Dijk
26 jr. Oudkarspel.
GetrouwdA. J. Vos van Zon en Antje de
Geus.
GeborenJan, z. v. Dirk Keppel en Adriana
Groet. Anna, d. v. Dirk Blom en Neeltje Blom.
Dirk, z. v. Corn. Swager en Jantje Groot.
OverledenKlaas Noordwest oud 60 jaren,
echtgenoot van Trijntje Vlug. Elisabeth Swager
oud 28 jr. ongehuwde dochter van Corn. Swager
Dz. en van Antje Kansen.
Gemeente Oudkarspel.
Ingeschreven van 1—31 Aug. 1895.
Ondertrouwd en getrouwd Geene.
Geboren Matthijs, z. v. E. de Boer Fz. en
Reinou Borst. Geertje, d. v. Jacob Blokker en
Geertje Turkstra. Maria, d. v. IJf de Lange en
van Antje Kos. Pieter, z. v. Dirk Bakker Pz.
en van Aafje de Greeuw.
Overleden: Jacob, z. v. Arie Kuiper en van
Dieuwertje Hoekma oud 13 w. Trijntje Kraak
man, echtgenoote van Jan Kos oud 62jr. Klaas
Wortel, echtgenoot van Antje de Groot, eerder
weduwnaar van Klaasje Volkers oud 70 jr.
Gemeente Zuidscliarwoude.
Ingeschreven van 131 Aug. 1895.
Ondertrouwd J. J. Torequé en E. Slot.
Getrouwdgeene.
Geboren Marie, d. van K. Kerkmeer en W.
Tulling. Jacob, z. van K. de Boer P.Jz. en M.
Ootjers. Aaltje, d. v. A. Heneweer en T. Bak.
OverledenLevenloos aangegeven kind van
C. Heertjes en A. Tulling.