NIEUWE
Weekblad voor LANGEDIJK en Omstreken.
N°. 42.
Zondag* 20 October 1895.
4e Jaargang.
Plaatselijk Nieuws.
N ieuwstij dingen.
FE UILLETON".
Hoogmoed er. Adeltrots.
LAMEDIJ
OU
Deze courant verschijnt eiken Zaterdagnamiddag.
ABONNEMENTSPRIJS
voor Noordscharwoude, Oudkarspel, Zuidscharwoude en Br. op Langedijk
per drie maanden 50 ct-, franco p. post 0O ct.
UITGEVER:
J. H. KEIZER.
BUREEL:
iY oordftcliarvt'oude
PRIJS DERAIDYERTENTIËN:
Van 15 regels 30 ct., elke regel meer 5 ct.
Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend.
Brieven rechtstreeks aan den Uitgever.
Door den lieer A. Stramrood, proponent
te OUD-KARSPEL, is bedankt voor het beroep
naar Hensbroek en Oterleek.
Jl. Donderdag had de gewone jaarlijksche
Kolf- en Biljartwedstrijd plaats bij den heer A.
Kist te ZUIDSCHARWOUDE.
Aan het kolven namen 14 personen deel. De
uitslag was:
le prijs T. van Kleef van Zuidscharwoude
met 130 punten. 2e prijs Jb. Slotemaker van
Oud-Karspel met 122 punten. 3e prijs W. Kraak
man Pz. van Zuidscharwoude met 116 punten.
Serieprijs P. Kraakman van Zuidscharwoude
met 45 punten.
Aan den wedstrijd op het biljart, werd even
eens door 14 personen deelgenomen.
De prijs en le premie vielen ten deel aan P.
Kraakman, terwijl de 2e premie werd gewon
nen door W. Kraakman Jbz. beiden van Zuid
scharwoude.
In de gemeente SCHAGEN is 't den laatsten
tijd niet vrij geweest van besmettelijke ziekten.
Naast een enkel geval van typhus, werden ver
scheidene gevallen van roodvonk geconstateerd.
Ook heerscht sinds eenigen tijd onder kinderen
eene besmettelijke keelziekte, eenige overeen
komst vertoonende met diphteritus. Gelukkig
heeft elk bijzonder geval tot heden een snel en
gunstig verloop gehad. Over het geheel hoort
men in verschillende deelen van ons Noorder
kwartier over lichte ziektegevallen in groote
talrijkheid klagen. Is de herfst te onverwacht
de menschen komen overvallen
PIET HEIN.
Donderdag was het 25 jaar geleden, dat te Oud-
Delftshaven het standbeeld van Piet Hein ont
huld werd.
De pogingen, aangewend om dezen dag fees
telijk te vieren, leden schipbreuk. Toch hadden
enkelen de vlag uitgestoken en eeniggroen aan
gebracht, terwijl de kinderen het lied van Piet
Hein zongen.
Het beeld was met een lauwerkrans en een
oranjelint getooid.
Aan den voet van het beeld was het volgend
vers neergelegd:
AAN PIET HEIN!
Reeds vijf-en-twintig jaar staart met metalen oog
Piet Hein op 't nageslacht, op zijne dankbre
(zonen,
Zijn moed, zijn heldendeugd, zijn roem, des
(vijands schrik
Blijft meer nog dan zijn beeld in Neerlands volks
stam wonen
Viel Delfshavens naam de rij der steden uit,
De faam van dezen held zij nooit dat lot be-
(schoren.
Neen, als de laatste dag de jarentallen sluit,
Zal nog zijn gloriezon in vollen luister gloren,
Het hart voor Piet Hein kloppe immer en warmer,
Zijn naam blijft gebeiteld in 't eeuwige marmer.
Den 17en van Wijnmaand.
1870—1895.
Drie géboren Delftshavenaars.
Te AMSTERDAM doet zich het zonder
linge feit voor, dat een bakker, die in staat van
faillissement verkeert, een bakkerij op een andere
plaats opent en als reclame op ieder brood nog
een brood cadeau geeft!
Met machtiging van H. M. de Koningin-
Regentes, de hooge Beschermvrouw vandeVer-
eeniging „Trouw aan Koning en Vaderland,"
wordt dezer dagen in geheel Nederland eene col
lecte gehouden voor het fonds dat die Vereeni-
ging wil vormen ter ondersteuning van behoef-
tigen, gerechtigd tot het dragen van het Meta
len Kruis of de Citadelmedaille.
Wij bevelen die collecte met warmte bij onze
lezers aan. De mannen, wien het geldt, heb
ben in 1830 en 1831, op de roepstem des Ko-
nings, hun leven beschikbaar gesteld voor het
vaderland. Bij alle gelegenheden, die zich daar
toe leenden, werden zij als brave helden toegejuicht
maar inmiddels liet men de armen onder hun
gebrek lijden. Van verschillende zijden werd
daarop onlangs de aandacht gevestigd. Intusschen
hadden eenige wakkere mannen reeds voor eenige
jaren begrepen, dat dit niet langer mocht voort
duren en zij sloegen de handen aan het werk,
om dien armen een dragelijk lot te bereiden in
het laatst hunner dagen. Hun roepstem vond
weerklank bij H. M. de Koningin-Regentes, bij
de regeering, bij de Staten-Generaal, bij de natie
vele bijdragen werden ontvangen, maar nog al-
te weinig om meer te doen dan den armsten
onder de armen eene kleine ondersteuning te
geven.
Daarom komt het Bestuur der Vereeniging tot
allen in den lande, wier hart klopt voor Va
derland en van medelijden bewogen is met de
arme braven, wier dagen geteld zijn, waarvan
er dagelijks grafwaarts gedragen worden en de
meesten ten grave neigenhet vraagt hun
draagt allen uwe gave bij, groote of kleine,
doet het met milde hand, want er is veel noo-
dig voor de honderden, die armoede, die voor een
groot deel broodsgebrek lijden.
Zij, die door omstandigheden niet in de col
lecte hebben bjjgedragen en toch een gave wil
len schenken kunnen die doen toekomen aan
den penningmeester, den heer Mr. W. Th. GRO
TE VAN SCHELLACH, te Utrecht, die ze allen
met dankbaarheid zal aanvaarden.
Een lastig geval.
Menig trouwlustig paartje ziet bij de volvoering
zijner plannen een spaak in het wiel gestoken,
doordat ter bepaalder tijd de „pampieren" niet
in orde blijken te zijn. Een geval als zich dezer
dagen ter secretarie te Midwolda voordeed, zal
echter wel tot de hooge uitzonderingen behooren.
Een trouwlustig weduwnaar vervoegde zich
daar, zonder door de noodige bewijzen te kunnen
staven, wie zijne moeder was. De man stond
blijkbaar te boek, als zonder de tusschenkomst
van een moeder ter wereld te zijn gekomen, een
gevolg natuurlijk van een verzuim, of, zooals
bleek, eigenlijk van een dubbel verzuim, 's Mans
vader had indertijd verzuimd de geboorte van
zijn zoon bekend te maken, ter plaatse, waar
zulks het geval behoorde te zijn.
Een veroordeeling was daarvan het gevolgen
het kind werd toen ingeschreven, als zoon van
den veroordeelden vader, zonder vermelding van
de moeder. Zoo schijnt er dus geen moeder bestaan
te hebben en kan het huwelijk niet eerder vol
trokken worden vóór aan eenige formaliteiten is
voldaan.
5 October en de Walvisschen.
Op 5 October jl. strandde, naar men weet, bij
het dorp Kallantsoog een vinvisch (kleine soort
walvisch). Dit dier had een lengte van 22 h 23
Meter. Dank zij den goeden zorgen van „Artis"
zal het geraamte van dit dier bewaard blijven.
De datum, 5 October, zoo vinden wij opgemerkt,
schijnt voor de walvisschen noodlottig te zijn.
Zoo strandde den 5en October 1682 een dezer
dieren in de Bruintjes Kreek bij St. Philipsland
(Zeeland) en op den 5en October 1631 was pre
cies dezelfde plek als nu bij Kallantsoog het
tooneelivan zulk een stranding. In een kroniek
dier dagen wordt dit als volgt beschreven:
„1631. Den 5 October, alhier op de strant
van Kaliantsooge een Walvis gestranten aange-
spoelt (die Macrocephale genaamte wierde) om
trent het buizegat, hij was lang 68 voeten, liij
spoog veel vet op strant. Die hem kogte wiste
de hersenen daar uit te halen, die al te malen
als Honigraden aan malkander lagen, die hij
rafineerde met een lage van kalk gemaakt, en
doe hadde hij de schoonste Sperma Ceci, die
men in de apotheek ken vinden, en kreeg daar
zeer veel geit van
Aan de meest behoeftige stakende diamant
bewerkers te AMSTERDAM worden dagelijks
brooden aan huis bezorgd.
Een vertrek van het Bondsgebouw aan den
Binnen-Amstel is tot scheerwinkel ingericht.
Verschillende barbiers hebben zich aangeboden,
om elk op zijn beurt gedurende enkele uren 's
weeks de diamantbewerkers, die zulks noodig
hebben, gratis te scheren. Van dit aanbod wordt
door velen een dankbaar gebruik gemaakt.
Heer tot een bedelaar, die een bordje op
zijn borst heeft hangen, vermeldende dat hij
doofstom is)Zoo, ben je doof, jammer ik had
je willen vragen, of je dien politieagent niet
ziet aankomen.
Bedelaar (verschrikt): Waar?
HeerZie je wel, je kunt best hooren
Bedelaar: Neen, hooren doe ik niet, maar u
vroeg immers of ik hem zien kon
Rechter Uw naam is dus juffrouw Ellen
Mulder
Juffrouw Ja, tenminste voorloopig
Op de najaars veemarkt van den 14 dezer
te PURMEREND werden aangevoerd 4116 run
deren. De handel was stug, de prijzen laag.
Te 8 uur in den avond van den 13 dezer
sloeg de vlam uit de boerenwoning van mej.
wed. Brons, aan den Vinkenweg te BURGER-
BRUG. De drie gebouwen, waaruit de plaats
bestond, brandden geheel af, evenals een groote
voorraad winterartikelen, graan en zaad. Van den
inboedel werd slechts weinig gered. Alles was
verzekerd.
Te CALLANTSOOG, in de onmiddellijke
nabijheid van de plaats, waar de walvisch op
het strand werd geworpen, dreef den 13 dezer
een lijk naar de kust, dat in vrij ver gevorder
den staat van ontbinding verkeerde. Vermoede
lijk is het afkomstig van een der opvarenden
van het onlangs verongelukte schip „De Elbe."
Naar men meedeelde werd ook den 12 dezer een
lijk op het strand alhier gevonden.
Den 15 dezer had te AMSTERDAM de
uitloting plaats van de premie-obligatiën der
Wereld-tentoonstelling. Uitgeloot werden de vol
gende nummers met de daarbij genoemde pre-
miën 40335 f 100.000 149840 f25000173681
f 10000; 159114 f 10000 en 161852 f5000. Alle
loten worden bovendien met f5 afgelost.
Vrij naar het Duitsch.
4).
«Vrees niets, juffrouw Mathilda, viel hij haar met
een afschuwelijken lach in de rede, zoodat haar
het bloed in de aderen stolde, sik kom in uw eigen
belang tot u en hoop uwe dankbaarheid te verdie
nen.»
»Wat wilt ge van mij, mijnheer Jacques?»
vroeg Mathilde, die haar tegenwoordigheid van
geest terugkreeg, terwijl zij zich trotsch ophief.
sik wilde u vragen, of gij sedert gisteren niet
iets van uw eigendom mist?»
Mathilde verbleektede angstige gebaren van
het doofstomme kind vielen haar opnieuw als een
centenaarslast op het hart.
Zij zag verward in het rond, als had zij een voor
gevoel van een nieuw onheil, dat over haar los
barsten zoude, en sprak op haperende toensik
begrijp u niet, verklaar u duidelijker.»
«Welnu gij houdt er immers een dagboek op
na, juffrouw Tomsdorf?«
Der arme Mathilde was het bij de vraag, als
ze legde zich een ijskoude hand op haar hart.
sWel zeker waartoe deze vraag?» bracht zij,steeds
meer verward, met moeite uit.
«Het boek is u ontstolen,ging de onbeschaamde
met bewonderswaardige vermetelheid voort.
Een oogenblik keek Mathilde hem aan, ging toen
haastig naar hare commode en trok de lade open.
Het boek was wegzij wist zeer goed, dat zij het
den voorgaanden avond, toen de gravin om haar
gebeld had, op deze plaats had neergelegd. «Het
is weg,» zuchte zij angstig.
sik ken de diefegge, juffrouw Mathilde,» sprak
Jacques. »Gij kent de kleine slang aan uw eigen
boezem gekoesterd, om mij eens dichterlijk uit te
drukken. Het doofstomme Netje heeft u op deze
wijze beloond
sNetje? Onmogelijk!» riep Mathilde bijna bui
ten zich zelve; «belaster het arme kind niet, dat, dit
weet ik zeker, den waren dief gezien heeft. Gij zelf."
sZonder twijfel was ik zelf het, die het kleine
monster op de daad betrapte,viel Jacques schou
derophalend in«het boek bevindt zich thans in
mijne handen, terwijl ik de diefegge tot haar
verdienden straf achter slot en grendel gebracht
heb. Ik ben niet wraakzuchtig, juffrouw Mathilde,
hetgeen ik u aanstonds zal bewijzen, daar ik onder
eene voorwaarde bereid ben, het doofstomme schep
sel los te laten en u het boek terug te geven.»
«En als ik uw voorwaarde niet aanneem vroeg
Mathilde, met moeite haar bedaardheid hersvin-
nende.
»Dan zal ik uw dagboeje, dat zonder twijfel,
voor zoover ik bij het vluchtig doorbladeren be
merkte, zeer belangrijk is, aan de gravin ter hand
stellen, en de dootstommme als diefegge ergens
in een werkhuis laten plaatsen.
Mathilde wierp een blik van onbeschrijfelijke ver
achting op den ellendeling, en zeide na eene korte
pauze: «Uw voorwaarde wil ik niet weten, daar ik
reeds vooraf overtuigd ben, ze niet te kunnen
vervullen. Maar toch behoeft gij nog niet van uw
overwinning zeker te zijn. God heeft middelen
en wegen genoeg, om het booze te verhinderen en
den onschuldige te redden hij zal ook over dit on
gelukkig kind waken, terwijl ik evenzeer overtuigd
ben, dat onze meesteres een beter begrip van eer
bezit, om over het eigendom van anderen naar belie
ven te beschikken.«
Vol verachting keerde z(j hem den rug toe en
trad naar het raam. Jacques streek met de hand
door zijn zorgvuldig gekapte haren, en verhief toen
dreigend zijn gebalden vuist. Eenklaps rolde een
rijtuig voor den breeden stoep, de postillon blies
een vroolijk liedje.
»De gravin is aangekomen,wendde zich Mathilde
met trotsehe waardigheid tot den kamenier«gij
hebt voor de eerste ontvangst te zorgen, monsieur
Jacques!»
«Dit oogenblik zal ik nooit vergeten, trotsehe
jufferbromde deze, haar een blik vol doodelij-
ken haat toewerpende, waarna hij als een peil
uit den boog heensnelde, terwijl Mathilde hem lang
zaam volgde.
HOOFDSTUK VI.
Vlug en vroolijk, als een elfenkind, zweefde een
slanke, jonge dame in den rozentijd harer levens
lente, de breede, met zachte tapijten.bedekte trap"
pen op. Toen zij de gezelschapsjuffrouw bemerkte'
stak zij haar met een bekoorlijk lachje beide han
den toe en zeide «Hoezeer heb ik mij er op ver
heugd, u weder te zien, mijn lieve, beste Toms-
dorf! Niet waar, gij ontslaat mij er van u deftig
juffrouw te noemen? Gij moest eens weten, hoeveel
ik als kind reeds van u hield
«O, zeker, genadige gravin,» antwoordde Mathilde
ontroerd en verheugd.
«Het woord »genadige« is zoo plechtig",mogelijk
tusschen ons beiden in den ban gedaan,viel gravin
Hildegard von Wildenfels haar ernstig in de rede.
terwijl zij als een hinde naast Mathilde de trap
pen opvloog; «hoegaat het mijn waardige tante?»
«Zij houdt haar siësta.»
«Dan (zullen we haar liever niet storen. Wilt ge
mij naar mijn tijdelijk verblijf brengen, lieve Toms-
dorf?»
Op dit oogenblik scheen madame Laurette, die
men [niet eerder bemerkt had, gewacht te hebben.
Terwijl zij zich snel naar voren drong, sprak zij op
onderdanigen toon «Die taak is mij opgelegd, ge
nadige gravin! Hare grafelijke genade heeft het
mij bevolen.
Met een met moeite ondrukte opwelling van mis
noegdheid, trok de gravin even deschouders op en
ging, het hoofd trotsch omhoog heffende, naar hare
kamers.
«Zend mij mijne kamenier, madame Laurette
beval de gravin, terwijl zij zich op een stoel liet
neervallen, «en bericht mij dadelijk, wanneer me-