NIEUWE Weekblad voor LANGEDIJK en Omstreken. N°. 48. Zondag 27 October 1895. 4e Jaargang. Een Eereschuld. Nieuwstij dingen. FEUILLETON. Hoogmoed en Adeltrots. LAMIJKER COMAE Deze courant verschijnt eiken Zaterdagnamiddag. ABONNEMENTSPRIJS voor Noordscharwoude, Oudkarspel, Zuidscharwoude en Br. op Langedijk per drie maanden 50 ct., franco p. post 0O ct. UITGEVER: J. II. KEIZER. BUREEL: IVoordscIiiarwomle. PRIJS DERApYERTENTIËN: Van 15 regels 30 ct., elke regel meer 5 ct. Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend. Brieven rechtstreeks aan den Uitgever. Ook wij voldeden aan het verzoek van het bestuur der vereeniging Trouw aan Koningen Vaderland" en plaatsten een aanbevelend woord voor de collecte die eerstdaags zal worden ge houden ten bate der behoeftigen, dragers van het Metalen Kruis en de Citadel-Medaille. Reeds op enkele plaatsen heeft die collecte reeds plaats gehad, o.a. te Amsterdam. Naar aanleiding dezer collecte, vinden wij in No. 956 van „De Amsterdammer, "Weekblad voor Nederland", onder redactie van J. de Koo en Justus van Maurik Jr., onder bovenstaand motto een artikel, dat der moeite waard is ge lezen te worden. In de eersle plaats spreekt het blad zijne verwondering uit over de groote kalmte, waar mede de Vereeniging Trouw aan Koning en Vaderlanddie in het bijzonder op zich geno men heeft voor die arme stumperds te zorgen, het in armoede wegkwijnen van 80 jarige oud strijders verdraagt. Ze heeft, heet het verder in dat artikel, nu reeds eenige jaren besteed aan een uitgebreid onderzoek, waar en hoeveel oud strijders er zijn en welken steun zij behoeven," maar vestigt volgens het verslag harer jongste vergadering, bij gebreke van de noodige middel- len, „hare hope op de afsterving der oudjes." Waarschijnlijk zullen dus weldra de steeds in aantal verminderde oudstrijders een eenigermate voldoende ondersteuning kunnen genieten, zon der dat de hoop op afsterving al te luid behoeft te worden uitgesproken. Maar al tellende, ho pende, overleggende en zorgende, heeft Trouiv aan Koning en Vaderland vergeten jaar in jaar uit, gelijk toch haar plicht zou geweest zijn, de Regentesde Regeering en de Volksver tegenwoordiging te wijzen op haar verzuim hare verantwoordelijkheid haar doen gevoelen, zoodat zij, al ware het dan niet uit medelijden, althans uit schaamte dien oudstrijders zouden geven, wat hun toekomteen dragelijken ouden dag. Zij, die beter dan iemand wist, hoe de stumperds aan hun eind plegen te komen, heeft ze maar met een bedeelinkje afgescheept, in plaats van op eiken toon voor hen te vragen, te smeek en en te eischen, daar waar dat aller eerst had behooren te geschieden, bij de hoogste en heusche vertegenwoordigers van het Neder- landsche volk." Het blad uit zich verder in de volgende be woordingen Met toestemming van de Regenteszal er dus werkelijk voor de behoeftigendie in Belgie heb ben gestreden en de Citadel hebben verdedigd, voor tachtigers tot negentigershuis aan huis wat geld worden gebedeld O Nederlandsche Trouw aan Koning en Va derland O Nederlandsche Staat!! En hoe lang hebben die menschen nu reeds honger moeten lijden, en, zoo al geen honger lijdende, dan toch een allertreurigst, volstrekt niet verzorgd leven moeten voortzetten, vóór er dan eindelijk met toestemming van H. M. de Koningin-Regentes der Nederlanden (Staatsblad 26 Sept. 1895 N. 8) een collecte zal worden ge houden Had dit hoofdbestuur Dr. J. W. Schubart voorzitter, Mr. W. Th. Grothe v. Schelach pen ningmeester niet iets anders dan de toestem ming tot het houden eener collecte aan H. M. de Koningin-Regentes moeten vragen, en hadden zij het niet behooren te voorkomen dat in 1895, het jaar der huldiging van den Lombok-veld heer, de naam van Neerlands Regentes in één' adem genoemd moet worden met een collecte voor de in armoe versufte mannen uit 1830 Vergissen wij ons, of is de noodzakelijk heid, dat zulk een collecte wordt uitgeschreven, voor den Nederlandschen Staat een waar schan daal België geeft aan zijn oud-strijders een pensioen van f 300 p. j. onlangs, meenen wij, nog ver meerderd, wijl men f300 te weinig vond, om hen op hun zeer ouden dag een goed leven te verzekeren. En Nederland houdt in 1895 een collecte. Hoe is het mogelijk Jaarlijks verdwijnen uit 's lands schatkist tien en honderd-duizenden aan pensioenen voor personen, die zonder zulk een pensioen, in weelde kunnen leven en deze stakkers, op wier af sterving Trouw aan Koning en Vaderland haar hoop houdt gevestigd deze stakkers, die voor 't Vaderland hun leven hebben gewaagd wor den verwezen naar een bedeeling. De begrooting ligt weder gereed. Zij komt in behandeling. Maar geen postvoor deze pen sioenen. Intusschen is het nog niet te laat. Wij hebben ook militairen in onze Kamer. Men denke maar eens aan de Ras, die zich zoo dapper geweerd heeft in de gewerenzaak en aan Seret, over wiens niet-bevordering ons zeer waarschijnlijk nog een interpellatie te wachten staat. Deze militairen en hun collega's moeten vooral gevoelen, hoe de Staat der Nederlanden zijn oude krijgslieden verwaarloost. Zal niet een hunner het voor de behoeftige dragers van het Metalen Kruis en de Citadel Medaille opnemen Ons dunkt, wie ook voor die oudjes aan de Nederlandsche Volksvertegenwoordiging al ware de Regeering daarvan afkeerig niet een gift, maar wat hun rechtens toekomt en reeds lang rechtens toekwam, een pensioen vraagt hij zal gehoor vinden en kan rekenen op den bijval der gansche natie. Bedankt voor de beroeping naar Midwoud door den heer A. Stramrood cand. te Oudkar spel, die de beroeping naar Ursem (toez.) heeft aangenomen. Op 23 Oct. j.l.is tot lid van het bestuur der banne Ondkarspel herbenoemd de heer J. Butter Cz. De heer D. van Zomeren, onderwijzer aan de openbare school te SINT PANKRAS, staat no. 1 op de voordracht ter benoeming van een derden onderwijzer aan de openbare lagere school der 2e klasse, Lr L. te Amsterdam. Naar ons werd meegedeeld kwam Vrijdag een werkman van het Rijksmuseum te Amster dam te SCHAGEN om in de ruïne der kerk te zoeken naar den bij het inpakken van het graf gesteente van den eersten Heer en Vrouw van Schagen verloren geraakten steenen neus van genoemden Heer. Bedoeld lichaamsdeel werd niet gevonden, zoodat de man zonder neus moest vertrekken. Wat 'n neus Vrijdagnacht werd de bliksemafleider op den toren der Katholieke kerk te SCHAGEN door den bliksem getroffen, zonder dat er ver dere schade werd veroorzaakt. Donderdag had in het Noordhollandsch Kof fiehuis te SCHAGEN een buitengewone verga dering plaats van de vereeniging tot het houden van jaarlijksche Paaschtentoonstellingen van Vee aldaar. Van de bijna 300 leden waren een 30-tal aan wezig, waaronder de heer Breebaart lid der lste Kamer der Staten Generaal. Overeenkomstig de gewijzigde statuten werd de verdienstelijke voor zitter, de heer J. Zjjp Hz., als zoodanig herko zen. Gekozen werden tot bestuursleden, de hee- ren J, de Veer, Schagen, J. van Beusekom, Zijpe, J. Coster, Nieuwe Niedorp. Besloten werd voor het volgende jaar 15000 loten voor de verloting uit te geven. Dit jaar waren er 13500 verkocht. De begrooting voor 1896 sloot in ontvangst en uitgaaf met een soin van f 1102. Dat de zoo belangrijke vereeniging voor heel het Noorderkwartier in zulk een bloeienden staat verkeert geeft redon tot tevredenheid en hoop voor de toekomst. Twee gelukkige handen Werd dezer dagen als curiosum medegedeeld, dat de burgemeester van Rotterdam, voor de 9 lotelingen, in wier piaats hij geloot had, 9 niet dienstplichtige nummers getrokken had, de bur gemeester van Oud-Beierland heeft bij de j.l. Zaterdag plaats gehad hebbende loting, 6 maal voor afwezigen geloof en evenveel malen een niet dienstplichtig nummer getrokken. ONBEVOEGD UITOEFENEN DER VER LOSKUNDE. Te Nijmegen werdeD in den laatsten tijd door de gemeenteveldwachters een drietal processen- verbaal opgemaakt wegens het door vrouwen onbevoegd uitoefenen der verloskunde. De overtredingen werden geconstateerd in de buitenwijken, waar wel ééne vroedvrouw woont, doch nog al op verren afstand van de buurten, waar de onbevoegde hulp werd verleend. ONTSLAG ONDERWIJZER. Naar wij vernemen, heeft de raad der ge meente Sint Maarten den heer Akkerman, on derwijzer aan de openbare school aldaar, eervol ontslag gegeven. De beer Akkerman heeft zich wegens ziekte eenigen tijd naar het gasthuis te Amsterdam moeten begeven en zou, daaruit als genezen teruggekeerd, zijne betrekking weer aanvaarden. Op welken grond nu het gemeente bestuur genoemden heer zijn ontslag heeft kun nen geven is onbekend. Nader vernemen wij, dat de heer Akkerman voornamelijk ontslagen is op grond van het feit, dat hij, zonder kennisgeving aan den raad, de gemeente had verlaten om in Amsterdam ecne operatie te ondergaan. De heer Akkerman heeft zich gewend tot gedeputeerde staten met beleefd verzoek in deze tusschen beide te treden en het gegeven ontslag niet goed te keuren. Het is te wenschen, dat gedeputeerden wat billijker oor- deelen over een verzuim van een zieken onder wijzer dan de gemeenteraad van St. Maarten. In 't buffet van het Kurhaus te SCHE- VENINGEN zijn dit jaar in 4 maanden tijds 60.000 liter bier geschonken. Hoefblad is een lastig onkruid op bouw land en schrale weiden. Een afdoend middel om het te vernietigen, schijnt petroleum te zjjn. Men maakt een puntig ijzer in het hart der plant een gat en druppelt er een weinig petroleum in. Deze dringt tot in de fijnste wortels door en veroor zaakt met zekerheid den dood van de plant, zon der dat men bevreesd behoeft te zijn, mits met voorzichtigheid to werk gaande, de andere plan ten te benadeelen. Zekere Maarten Frings, timmermansknecht te SCHIEDAM, vader van een groot gezin, had vóór eenige jaren het ongeluk langzamerhand zijn gezicht te verliezen. Men zou meenen, dat hij nu voor zijn ambacht ongeschikt was gewor den, doch weldra ontwikkelde zich bij hem een verbazend fijn gevoelsvermogen, waardoor hij in staat werd, ofschoon totaal blind, het fijnste timmerwerk, van welken aard ook, te maken. Zoo vervaardigde hij een katheder, die als een kunstwerk wordt beschouwdook is hij een zeer bekwaam schavenmaker, enz. Het is een eigenaardig gezicht, wanneer men hem tot in den nacht, natuurlijk zonder licht, aan den arbeid kan aantreffen op zijn kleinen zolder aan de Parallelstraat. UIT ATJEH. Een O. I. militair, onlangs gerepatrieerd, deelt het volgende staaltje mee van de wijze waarop men daarginds tegen den Atjeher optreedt Hij was als cavalerist op wacht geplaatst nabij Vrij naar het Duitsch. 5). Is het waar, dat uw buurman, graaf Waldstein, zijne zaken zoo in de war heeft, dat zijn schuldeischers, die rijke industrieelen, hem gedwongen hebben, zich aan hunne zijde te scharen en front tegen de regeering maken Op dit oogenblik zegende Hilda in stilte de blind heid der gravin, die deze verhinderde hare ver warring te bemerken. «Ik weet er niets van, lieve tante!" antwoordde zij, zich geweld aandoende. «Gij kent dus den jongen graaf in't geheel niet?" »Ik heb hem eenige keeren op een pai tij ontmoet," stotterde Hilda. «Men noodigt hem dus, niettegenstaande zijn be narde omstandigheden en zijn daaruit voortvloeiende demagogische gezindheid toch uit?" vroeg de blinde verbaasd. «Ja, lieve tante," antwoordde Hilda niet zonder eenig leedvermaak; »om zoo te zeggen vecht men met elkander om den jongen graat, dewijl'hij even onderhoudend in gezelschap als een geestigdichteris." »Hij maakt dus verzen. schrijft misschien wel boeken?" «Ik geloof liet wel, lieve tante." «Welk een schandaal een graaf Waldstein, neef van graat Lorach, leeft onder dichters en ro manschrijvers Och hoe gelukkig dat mijn gemaal deze schande niet meer beleefd heeft!" «Maar, beste tante," riep Hilda, van misnoe gen blozende, «gij oordeelt inderdaad te streng en schijnt geheel te vergeten, dat zelfs koningen tot den gewijden kring van dichters en schrijvers be hooren, en menig vorst is trotscher op hare lauwe ren dan op een schitterenden diadeem. Eenige der meest uitstekenden, b.v. Frederik den Groote, ko ning Lodewijk van Beieren en prinses Amalia van Saksen, ofschoon van zoo hoogen stand, stelden er hun roem in, ook op Duitschlands geestelijk gebied hunne plaats te bekleeden, in stede van, zooals gij meent, lieve tante, dit als verachtelijk te beschou wen." De gravin, zich overwonnen ziende, was verstan dig genoeg van dit voor haar gevaarlijk onderwerp af te stappen, om niet opnieuw haar gezag op het spel te zetten. Zij verborg haar geraaktheid en zeide: «Dezer dagen, misschien heden of morgen reeds, zullen wij een gast uit Amerika krijgen 1" «Uit Amerika?" vroeg Hilda verwonderd. «Ja, kindlief, een graaf Weilburg, wiens fami lie eenige tijd geleden, wegens ongelukkige om standigheden, Europa verlaten heeft. Zeker heb ge nooit daarvan gehoord »0 ja wel, lieve tante," riep. Hilda haastig; ik hoorde zelfs eene zeer romantische geschiedenis van zekeren graaf Weilburg." «Werkelijk vroeg de blinde. Wie heeft u daar van iets verteld »Een oude freule von Meerheim." »En wat heeft die dame u wel van graaf Weil burg verteld onderzocht de blinde met in 't oog vallende drift. »Veel treurigs, tantehij moet even Schoon als arm zijn geweest, en tot zijn ongeluk tot waan zinnigheid grenzend verliefd op eene gevoellooze kokette." «Uw oude freule von Meerheim schijnt het in de kunst van kwaadspreken zeer ver gebracht te hebben,viel de gravin haar scherp in de rede «overigens schijnen mij zulke romantische geschie denissen hoogst ongepast voor het oor eener acht tienjarige jonge dame van stand. Noemde zij u wel licht ook den naam der dame, op wie graaf Weilburg zoo hartstochtelijk verliefd zal zijn geweest «Neen, tante !a antwoordde Hilda bedaard «zij vertelde mij alleen dat de dame een hartelooze ko kette was geweest, die den graat liefde huichelde en hem later bedroog, zoodat hij ten laatste, half krankzinnig" van droefheid, naar Amerika's wilder nissen vluchtte, en daar door zelfmoord een einde aan zijn leven maakte. «Om aan zijn raadselachtig verdwijnen een oor zaak als deze toe te schrijven, licht voor de hand. Enfin, deze geschiedenis heeft niets gemeen en staat in het minst niet in betrekking met onzen graaf Weilburg, waarmede ik u in kennis hoop te bren gen. Ik ontving heden bericht van baron Konne- ring.« «Die voor pleizier naar Amerika ging?« «Dezelfdehij schildert mij den jongen graaf als een gentleman, zoodat ik reeds bij voorbaat de gun stigste meening en levendigste belangstelling voor hem heb opgevaten ook u verzoek, hem als mijn gast welkom te heeten.« «Voor zoover de etikette het veroorlooft, tante.« «O ja, dat is immers natuurlijk, mijn kind gij moogt nimmer vergeten wat gij u zeiven en uwe familie verschuldigd zijt. En nu zullen wij aan tafel gaan, mijn kleine gravin,voegde zij er vroolijk bij «geef mij uw arm en bewijs mij steeds kinderlijke gehoorzaamheid. Zij stond met majestueuse bevalligheid op en ging met hare nicht naar den tuin, waar in de oranjerie een keurige tafel gereed stond en juffrouw Tomsdorf de dames reeds zat te wachten. «Hoe verheug ik mij die lieve Tomsdorf terug te zien, beste tante,babbelde Hilda, naast de gravin plaats nemende, terwijl zij Mathilde een vriendelij ken blik toewierp, 't Kasteel Lorach zou mij erg vreemd voorgekomen zijn zonder haar, die zich» reeds zoo lang binnen deze muren heeft bevonden, ja, zonder wier tegenwoordigheid ik mij mijne waarde tante niet recht meer konde voorstellen. «Hoe ongepast," sprak de gravin met gerimpeld voorhoofd; «het werpt doorgaans een ongunstig licht op de gebiedster, wanneer hare dienstboden zich als 't ware aan haar gehecht gevoelen, - doch ik kan aan het langdurig verblijf der laatsten on mogelijk die uitwerking toekennen, daar zij, he laas! meer schaduwen op het levensbeeld der

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1895 | | pagina 1