BOEKHUIS „Nieuwe Langedijker Courant", van Zondag 15 December 1895. gebleken niets anders te zijn geweest dan een middel om - indien het toeval het eens waar had gemaakt te blijven voort léven in den geest der goedgeloovigen die werkelijk waarde zouden gehecht hebben aan die profetie. Het Fransch-Russisch verbond bloeide des tijds en het kwam er nu op aan de overmacht van Engeland ter zee te vernietigen. Men gaf aan RuslandWallachije, Moldavië, Armenië en Tribizondeaan OostenrijkBos nië, Herzogewina, Servië, Turksch Croatië en Dalmatiëaan PruisenSaksen en Nederland tot aan den Rijn; aan Frankrijk een verschui ving der grenzen naar het Noorden, zoodat het in het bezit kwam van België, Nederlandsch Brabant, Luxemburg en LandauEngeland kreeg de Nederlandsche koloniën. Maar, gij zult vragen, wat moest er dan met Konstantinopel gebeuren Het zou de hoofdstad worden van een ko ninkrijk, gevormd door den Archipel, Candia, Griekenland, Macedonië, Bulgarije, Tbracië en eventueel Anatoliëdit koninkrijk zou komen aan den koning van Holland, wiens rijk hem was ontnomen ten behoeve van Pruisen en Frankrijk. Het ontwerp van Bois-le-Comte werd aan niemand medegedeeld, het was alleen maar bestemd om klaar te zijn, wanneer men het noodig zou hebben. De gebeurtenissen maak ten het echter onnoodig. Wat nu betreft het versterken der wacht schepen door de Darnadellen, na de inwilliging van den eisch dèr mogendheden is echter van de vergunning nog geen gebruik gemaakt, 't Was toch ook louter maar dwingen. Niet zoozeer is het belangrijk dat Spanje steeds teleurstellingen ondervindt met zijn oorlog tegen Cuba dat Italië een zelfden strijd voert tegen Abessiniës opperhoofden en in een ongelijk gevecht tegen de troepen van koning Menelik een gevoelige nederlaag heeft ontvangendat in de liulgraarsclie So- branje een kabaal is geschopt door den pppo- sitie-leider Yulko Netschoff, omdat hij in een heftige rede het afkeurde dat nog niet was besloten tot de herdooping van den kroon prins dat Bebel, de sociaal-democratische af gevaardigde, in den Duitschen Rijksdag protes teerde tegen de wijze waarop de regeering te gen zijn partijgenooten optreedt; de ministi- riëele crisis in Piuisen is opgelost en in de plaats van den minister van binnenlandsche zaken, ,den hoer Yan Köller, den reactionair, is benoemd de regeerings-president te Dussel- dorf, baron Recke van der Horst (dit is toch wel een bewijs dat de keizer niet van plan is nog strenger op te treden tegen de Sociaal- Democraten) maar wel, wat de nasleep is van den oorlog dien is gevoerd tusschen Japan, en Cliina. Het is werkelijk der moeite waard een blik te slaan naar het verre Oosten, om eens te zien, op welke wijze Buslantl tracht daar zijn scepter te zwaaien. Er wordt in het Verre Oosten verwoed ge worsteld, onzichtbaar voor het grootste doel van het publiek, maar daarom niet minder heftigRusland met Japan. De prijs is de op permacht in het Oosten, of eigenlijk het be zit van het schiereiland Korea, dat voor Rus land van onschatbare waarde is, wegens de havenplaatsen. Een oogenblik is er sprake van geweest, dat de beide mogendheden kame raadschappelijk zouden deelen. Van andere zijde is dit evenwel spoedig tegengesproken. „Er is niets waars in het gerucht omtrent een ver bond tusschen Rusland en Japan," werd 7 Dec. uit Yodohama aan den New-York Herald geseind. „Zulk een verbond is een onmoge lijkheid. De vijandschap, welke de regeering zich door zulk een daad van de Japanners op den hals zou halen, zou zóó groot zijn, dat geen man met eenigen invloed of eenige po sitie het aannemen van zulk een politiek durft aanbevelen." In hetzelfde telegram wordt nog gezegd „graaf Ito beschouwt het Koreaansche vraag stuk als zeer ernstig, doch hij weigert de po litiek aan te duiden, welke hij van plan is te volgen. Graaf Inouye daarentegen verklaart, dat Korea onder de gezamenlijke protectie der belanghebbende mogendheden zou moeten ge plaatst worden." Ook een schrijven in de Daily News uit Yokohama constateert, dat de toestand in Oost-Azië uiterst gevaarlijk is. „Wanneer Rus land alleen stond," heet het, „zou Japan, niet tegenstaande zijn minderheid in aantal oor logschepen, geen verdere voorschriften ont vangen, en wanneer men zich herinnert, dat Rusland geen kolenstations heeft, nog vol doende dokken om de oorlogschepen te kun nen repareeren na een gevecht op zee, be grijpt men dat het voordeel niet geheel aan d6 zijde van Rusland zou zijn. Maar Japan voelt zich overvleugeld door het verbond van Frankrijk met Rusland en Duitschland." Door de overmacht gedwongen zullen de Japanners het hoofd moeten buigen, maarden strijd opgeven waarschijnlijk niet. „De Ja panners zijn een gevoelig en trotsch ras, vat baar voor vleierij en beleefd tegenover vreem delingen, doch onder een aangenaam uiterlijk verbergen zij een onleschbaren dorst naar wraak, wanneer zij zelf of do natie worden Rusland spaart hen nu niet. Japan zal niet spoedig verzadigd zijn, wanneer zijn beurt eenmaal komt." Of de beurt ooit eenmaal aan de Japanners komen zal? Rusland is een sterke tegen partij, ook als het alleen staat, en het be schikt over uitstekende diplomaten, die soms nog meer gewicht in de schaal leggen dan e6in u^stekend leger. Uit Londen werd dan ook b December geseind „Rusland vervolgt mot kracht zijn traditi- oneele politiek, en stelt alles in het werk om den naburigen staten, zooals Korea, de op komst te beletten. Een zekere bewondering wordt zelfs door de tegenstanders van Rusland uitgedrukt voor de meesterlijke wijze, waarop het van de gevaarlijke positie, waarin Engeland, door het toedoen der Engelsche radicalen, in Con- stantinopel is geraakt, weet gebruik te ma ken, om al zijn energie te concentreeren in het Verre Oosten." Buitenland. EEN BARBIER IN DE LEEUWENKOOL Een Spaansch barbier had gewed, dat hij in de leeuwenkooi den leeuwentemmer de helft van den baard zou scheren. Toen het werk was volbracht, wendde hij zich tot het publiek met do woorden: „Heeren doet gij de rest maar." De geschiedenis is bekend maar heeft eerst eenige dagen geleden de jaloezie van een barbier te Toulouse opgewekt. Hij wilde het beter doen en heeft den temmer geheel geschoren. Zooals licht is te begrijpen, was voor de ver tooning een zeer talrijk publiek samengestroomd. Toen in de leeuwenkooi het scheergereedschap was klaar gezet, liet men de leeuwen binnen, waarop de temmer en de barbier zich bij dezen voegde. Het duurde niet lang, in twee streken en drie krabbeltjes was de temmer ingezeopt en geschoren en na enkele minuten kon de barbier met een verlicht hart de kooi verlaten. Ook den leeuwentemmer was een steen van het hart genomen. Nooit had hij een zoo groot gevaar geloopen en wel het meest vreesde hij voor een verkeerden streek van den barbier. De leeuwen gedroegen zich zeer behoorlijk en namen zoo weinig mogelijk notitie van het voor hen zeer ongewone schouwspel. Dinsdag is in het keizerlijk paleis te KON STANTINOPEL brand uitgebroken in het ge deelte waar de ministers en de officieren van het Paleis wonen. Het vuur heeft den grooten konak, waar de sultan zijn gasten herbergt, verwoest. EEN SIGARENMACHINE. Door zekeren Jean Reusse is een sigaren- machine uitgevonden, die in de toekomst een gevaarlijke concurrent van den besten sigaren maker dreigt te worden. De „Tabaksplant" geeft van deze uitvinding een uitvoerige beschrijving, waaraan het volgende is ontleend. Het productievermogen der machine is bij be nadering aan te geven, wanneer wij slechts ver melden dat bij een geregelde wijze van werken zooals wij zagen, in een minuut drie sigaren kunnen worden gemaakt, waarop uiterlijk niets te zeggen valt. Om echter eens te laten zien wat de machine bij eene vlugge bediening in den tijd van vijf minuten kan leveren, liet de heer R. de machine werken „full speed„. De jeug dige sigarenmachinist trapte als een Jaap Eden en werkte met de behendigheid van een gooche laar het dekblad om de pop welke zijn helper tusschen de tangen legde, en in den tijd van vijf minuten draai de hij 35 sigaren Hierbij moeten wij echter opmerken dat onder dit aan tal eenige sigaren waren, waaraan wel een weinig de haast te zien was, waarmede zij waren ver vaardigd. Bovendien is het begrijpelijk dat deze buitengewone haast voor de meeste werklieden geen half uur vol te houden is. Doch het geeft o.i. toch blijk wat de machine in het uiterst ge val leveren kan. Hoe de sigaar er uitziet In een woord onver beterlijk. Correspondentie. Plaatsgebrek noodzaakt ons de Burgerlijke Stand van de omliggende gemeenten, uittestellen tot de volgende week. 350ste Staatsloterij. Maandag 9 Dec. 1895. 3e klasse le lijst. No. 7446 f25,000. No. 13114 f1500. No. 19061 f1000. No. 11706 f400. No. 6911 f200. No. 8225, 8345, 14682 en 19098 ieder f100. Dinsdag 10 Dec. 1895. 2e lijst. No. 766 en 17156 ieder f1000. No. 2298 f 100. Woensdag 11 Dec. 1895. 3e lijst. No. 2744 f2000. No. 11588 f 1500. No. 15750 en 16018 ieder f 1000. No. 1430 10284 en 18505 ieder f400. No. 8930, 9886, 17566 en 18044 eder f200. No. 1217, 7256, 13076 en 16537 ieder f100. Donderdag 12 Dec. 1895. 4e lijst. No. 11000 f5000. No. 12770 f400. No. 5114, 2801, 10211, 12682, 14306 en 20647 ieder f 100. PREDIKBEURTEN. NED. HERY. GEM. OUD-KARSPEL. Zondag 15 Dec. v.m. 9.30 ds. A. Stramrood. NED. HERV. GEM. NOORDSCHARWOUDE. Zondag 15 Dec. v.m. 9.30 ds. Habbema. GER. GEMEENTE. Zondag 15 Dec. voorm. 9 uur, Bediening v/h het H. Avondmaal nam. 2 uur, Dankzegging ds. Boeijenga. Woensdag 18 Dec. 's av. 6.30 ds. Boeijenga. NED. HERY. GEM. ZUIDSCHARWOUDE. Zondag 15 Dec. v.m. 9.30 ds. Melchers NED. HERY. GEM. BROEK OP LANGEDIJK. Zondag 15 Dec. v.m. 9 u. Avondmaal nra. 2 u. Dankzegging ds. Gemser. Woensdag 18 Dec. 's av. 6 uur, ds. Gemser. GEREFORMEERDE KERK. (N o o r d e r k e r k.) Zondag 15 Dec. v.m. 9.30 ds. J. J. Dekker, pred. te Hoogvliet, nam. 2.30 ds. D. Bakker. Woensdag 18 Dec. 's av. 6.30 ds. D. Bakker. (Z u i d e r k e r k.) Zondag 15 Dec. v.m. 9 uur ds. D. Bakker, nam. 2 uur ds. J. J. Dekker, pred. te Hoogvliet. DOOPSGEZINDE GEMEENTE. Zondag 15 Dec. geen dienst. Marktberichten. Van Maandag O Dec. tot en met Zaterdag 14 Dee. werden verzonden 55 wagons groen ten naar België en Duitschland. Groentenmarkt van Broek op Langedijk. Aardappelen f Bloemkool le soort f a f Bloemkool 2e soort f af. Reuzenkool f4.— a f6.— Roode kool f4.— a f 6.—, f Wittekool f a f Geele kool f3.a f5.Koolrapen p. h. f 1.a f2. Wortelen f a f per 100 bos. Uien per mud f 1.— a f 1.10 Uien f a f p. 100 bos. Nep f per zak. Bieten p. 1000 f 6.— a f 8- Deze prijzen gelden voor de geheele week. S C H A G E N, 12 Dec. 10 Paarden f 30 a f150., Stieren f —af —,20 Gelde- koeien f 110 a f210, 6 Kalfkoeien f130 a f160, 15 Vaarzen f90 a f 110. 12 Nuchtere Kalveren f 6.— a f 19,— 220 Schapen f 18.— a f28,1510 Lammeren f 12,af 20,24 magere Varkens f 6.50 a f 8,50, 32 vette var kens f .30 a 0.36 per K.G., 84 Biggen f 3.— a f 4.50, Boter per kop f 0,40 a f0,45 Kip eieren f 5.— a f5.50, eenden dito f af 10 hokkelingen f 45 a f 60, rammen f af ALKMAAR, 13 Dec. Aangevoerd: 288 stapels Kaas, wegende 92628 Kg. Kleine f 30.50 Commissie f 30.— Middelbare f 30.— ALKMAAR44 Dec. 1895. Aangevoerd 6 Paarden f 30.— a f 60; 11 Koeien f 140.— a f190.22 Nuchtere kalveren f 10.a f 24. '174 Schapen f 10. a f22.Lammeren f af—.85 Magere varkens f 9.a f13.297 Biggen f3.a f 6.G Bokken en Geiten f3. a f 6.kleine id. f af Aardappelen f0.60 a fl.per zak, f per mandje, Appelen fl.70 af per mand, Peren f 1.25 a f per mand, Roode kool f4.a f.—Wittekool f 7 a f Bloemkool f af Savooische kool f4. a f alles per 100 Wortelen f 0.per zak. Uien f0.70 per zak. Kippen f 0.40a fl.50 Eenden f0.65 a fl..— Konijnen f .25 a f 1.20 Kip eieren f 6.a f 6.25 Eendeieren f af per 100 stuks, Boter per kop f 0.57 a f 0.65 'Bieten fl.25, Koolrapen f4.— EEN DAPPER MEISJE. Uit het Engelsch door C. R. Jz. Wij, mijn vader en ik, woonden op eene kleine villa, zonder buren, mijlen in den omtrek. Op twee mijlen afstands was de mijn, waarin mijn vader werkte als opzichter. De mijnwerkers waren voor het grootste deel uit Walis, ruwe, koppige kerels en onlangs was er zeer veel ontevredenheid onder hen. Mijn vader, die zeer gezien was, had gefronsde voorhoofden en schuinsche blikken ontvangen, omdat hij er op stond, dat de wenschen van de bezitters uitge voerd werden. Onlangs werden de gefronsde voorhoofden bedreigingen, de schuinsche blikken vloeken en hij oordeelde het het best, dat hij een reis zou maken, om de eigenaars de ware stand van zaken te vertellen en te zien, of zij de eischen, door de arbeiders gesteld, ook wil den inwilligen. „Ik wensch jou hier in 't geheel niet alleen te laten," zeide hij. Maar ik lachte. De eenzaamheid had voor mij niets schrikwekkends en vrees kende ik niet. „Denk om u zelf, vader," antwoordde ik en ik beloof, dat ik hetzelfde zal doen. Toen maakte hjj zich gereed voor zijn ver trek en jpist toen hij op liet punt stond om te vertrekken, kwam één van de agenten, welke hem 200 pond bracht, waarover mijn vader volgens order kon beschikken. Hij had het geld juist uitgeteld, toen twee mijnwerkers, ruwe, norsch uitziende kerels, welke in slechten reuk stonden, de deur in kwamen. Ik zag, dat zij met hongerige begeerte een blik op het geld wierpen, maar zij sloegen de oogen spoedig neer, terwijl zij de zaken afdeden waarom ze gekomen waren en gingen vervolgens weg. „Ik weet niet wat ik met dit geld zal doen," zeide mijn vader, toen wij weer alleen waren. „Ik neem niet gaarne de verantwoordelijkheid op mij, door het mee te nemen, noch is het geheel veilig bij jou te laten." „Oh, jawel," antwoordde ik, trots op het ver trouwen; „ik zal er zorg voor dragen. Welk nadeel kan hiermee gebeuren? Ik zal het zoo veilig verbergen, dat geen mensch het vinden kan." Toen wij er nog eens over nadachten, von den wij dit laatste inderdaad het beste, en met een hart, vervuld met een voorgevoel van een naderend onheil, nam ik afscheid van hem, ter wijl ik hem gade sloeg onder het bestijgen van het paard, waarop hij de reis zou maken en met oogen, verduisterd door eene enkele traan, ging ik zingende terug naar mijn werk. Toen de avond meer en meer begon te vallen, sloot ik de ramen en grendelde do luiken en de deur; dan zag ik mijn gebied in het rond en mijn oog viel op het geld, dat nog op de plank lag, waarop ik het gelegd had. Was het daar «iet veilig genoeg? Wie kon er binnentreden? Maar uit voorzorg nam ik de banknoten op en ging naar boven, waar ik ze in het tinnen kistje lag, waarin ik mijn meest geheime schat ten verborg. Als ten laatste de oude klok in den hoek ne gen sloeg, lag ik mijn naaiwerk ter zijde, zette alles voor den morgen in gereedheid en begaf mij ter ruste. Een vreemd geluid deed mij ont waken. Ik ging terstond rechtop zitten en luister de. Het was een geluid van beitelen en boren, vergezeld van een zacht gemompel van stem men. Wat mocht het zijn? Maar niet zoodra was de gedachte door mijn brein geschoten of het raadsel was opgelost. De twee mannen, die dien achternamiddag het geld in vaders handen gezien haddon, de gierige hebzucht, welke hunne oogen verraadden, hun vijandschap jegens hem, hun waarschijnlijke kennis van zijn vertrek, dit alles maakte het duidelijk. Maar wat te doen! Ik ging van mijn bed, benieuwd zijnde of dit gevoel van verlamming van het 'hart vrees was, welke ik voor het eerst van mijn leven ondervond. Ik keek naar de sterke deur, de gegrendelde vensters en vatte nieuwen moed. Het zou lang duren voordat zij zich een ingang gebaand handen. „Wat verlangt gij?" vroeg ik ten laatste stoutmoedig, terwijl de vrees verdween door het geluid van mijn eigen stem. Ik kon een fluiste rend beraadslagen onderscheiden en toen ant woordde een grove stem: „Wij willen er in en des te eerder je de deur open des te beter. Indien je ons noodzaak de boel in te hakken, denk dan om jezelf; doe je open dan zal je geen onheil geschieden." „Ik ken jelui," antwoordde ik, „beide en ik verkies de kennismaking met een goede stevige deur tusschen ons beiden. Indien je niet verlangt, dat ik mijn vader wakker maak, ga dan weg." „Ha! 11a!" lachten zij met minachting. „Is dat je list, kind? Je meent het goed, maar je vader is buiten het bereik van je stem en dat weten wij. Doe de deur open, dan ben je een braaf meisje. Wij zijn koud en wenschen een deel van je vuur." Wij zouden ook graag een potje bier hebben," vervolgden ze, „indien je het bij de hand hebt. Wil je ons inlaten, ja of neen?" „Dit is het huis Yan mijn vader," antwoordde ik; „en in zijne afwezigheid laat ik geen vreem delingen in." „Dat zullen wij eens zien!" hernamen ze met minachting. En het boren en beitelen werd weer gehoord. Oh, hoe zegende ik het vertrouwde slot! en toen zij ten laatste hunne nuttelooze pogingen staakten en het geluid van hunne voetstappen wegstierf, viel ik op de knieën in vervoering van dankbaarheid, dat ik aan het gevaar ont snapt was. Maar het was helaas voor korten duur. Ik werd opgewekt door een slag, die de muren deed schudden. De mannen waren heen gegaan en hadden zich gewapend met een groot blok hout, waarmee zij de deur bombardeerden. Ik zag de deur schudden en begreep, dat zij niet lang weerstand kon bieden aan hunne ver- eenigde krachten. Met bovenmenschelijke kracht sleepte ik al het huisraad er heen en stapelde het als een barrikade op. Daarna vloog ik naar boven, nam het geld van de plaats, waar ik het had neergelegd en stak het tusschen mijne kleeren, terwijl ik mij voornam het tot het uiterste toe te verdedigen. Toen ik mij omkeerde om weer naar beneden te gaan, viel mijn oog op mijn vaders geweer en met een snik van dankbaarheid greep ik het vast. Terwijl ik dit deed, viel er een slag en nog één en nog één. „Ik ben gewapend!" schreeuwde ik door de deur. „Indien jelui binnen komt, schiet ik je dood Een spotachtig lachen was het eenige ant woord, terwijl de slagen krachtig en snel op elkander vielen, en de mannen trokken zich juist terug om zich weer met nieuw verzamelde kracht voort te bewegen. Nogmaals schreeuwde ik door de deur: „Mannen, indien ge binnentreedt, dan is het in gevaar van je leven. Wees intijds gewaar schuwd." Weer was een spotachtig lachen het antwoord. „We zullen je dit werk betaald zetten en nu geen bedreigingen meer," zeiden zij en ik ge hoorzaamde. Wat is de beste uitkomst? Achter in den ka mer is een raam, dicht bij den grond. Zouden zij een spion hebben? Dit moest ik wagen en vertrouwende op het leven en de duisternis, schoof ik het raam op, sprong er door, juist toen met een verschrikkelijk gekraak mijn bar rikade instortte, de deur bezweek en de kerels de verlaten kamer binnen traden. Het open venster verraadde mij. Zij stormden vooruit. Er was slechts weinig uitkomst. Ik hief het geweer op, schoot beide loopen in de duisternis af en vloog weg. Ik ging verder en verder, totdat ik ten laatste bleef staan om te hooren of de kerels volgden, maar het kloppen van mijn hart was alles wat ik hoorde. Toen viel ik voor de eerste maal in mijn leven bezwijmd op den grond. Toen ik mijne oogen opende niet uit mijne lange bezwijming, maar uit mijne ijlende koort sen blikte ik in mijn vaders bleek, angstig gelaat, die mij liefkoosde en kuste. „Is het geld gered P" vroeg ik. „Ja, mijn braaf kind." „En de inbrekers?" „Een is heengegaan om zjjne belooning te halen bij een hoogeren rechter en de ander ligt geboeid in de gevangenis." Toen ik weer sterker begon te worden, ver telde men mij, dat één van de kogeis het hart van den eenen kerel doorboord had en dat de ander hulpeloos neergevallen was door een schot in zijn been. Advertentiën. te HEER HUGO WAARD, aan den Middenweg, ten storfhuize van den Heer CORNELIS POOL, op W oensdag 18 December 1895 voormiddags te 9 ure, om contant geld, ten overstaan vandeNotarissenDUKER te Zuidscharwoude en SANNES te Hoorn gevestigd, bestaande uil 8 Melkkoeien, 2 Vaarzen, 2 Biggen, 1 vette Koe,3 mestkalveren, 1 jong paard, 38 schapen, 7 kippen met haan, hooi, stroo, haver, rffirilflÉlf gerst, boonen, jachtwagen, charetto, bakwagen met hekken, driewielde kar, 2 ierbakken, boeren wagen, arreslede, tuigen. Boeren- en BotiAvgrereedsclmp. nUOEDEL en HUISRAAD, bedden, brandkast, kostbaarbeden.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1895 | | pagina 3