n
Jazeph Irtjnui
11 UITVERKOOP
van Manufacturen,
Pakken van omvang worden bezorgd.
Alle dagen geopend.
Advertentien van 1—5 regels 30 cent, elke regel daar boven 5 cent.
NIEUWE HUMORIST
Dames Attentie! mI Knevel-Balsem,
I F. v. tl. BOGAERT, Nijmegen.
Finale Uitverkoop
van SCHA A 7'SEN,
legen spol. spotprijzen.
|DE HOLLANDSCIIE LELIE J
mmmm
-
Hel atelier van den höfpholograal p
J. BOSSERT Hzn.,
Verkoop en Reparatie onder garantie
JAC. CHRISPIJN, Hof-photograaf,
LAGE PR IJ ZEN.
te Zuid-Scharwoude, in een der lokalen van
den Heer H. A. HE VRIES.
De prijzen zijn zoo laag gesteld dat er niet
tegen valt te concurreeren.
Men kan zich overtuigen wanneer
men komt zien.
ZONDAGS wordt niet verkocht.
FEUILLETON.
Hoogmoed en, Adeltrots.
JJis het nieuwste, komiekste Voor-
drachtenboek, bevattende 27 der
mooiste en grappigste Voordrach
ten, Coupletten en komieke scènes voor
alle prettige gelegenheden.
Prijs f 0.50. Het boek wordt goed
verpakt franco per post toegezonden na
ontvangst van elf blauwe postzegels of
postwissel a f0.55, door
J. D. DIJK, boekhandel, Groningen.
Ieder besteller ontvangt gratis de
nieuwe Catalogus van Voordachten,
Kamerstukjes, Feestartikelen enz.
Haar od aangezicht of handen «fanf. Bi i SS£4
Haar op aangezicht of handen staat
leelijk. Directe verwijdering door
aanwending van slechts één flac. OVAL.
Attesten voorhanden. Zending franco
na postvv. f2.—, remb. f 2.20.
Gen.-Agent F. v. d. BOGAERT te
Nijmegen.
I succes verzekerd door gebruik van slechts j
I ééne flacon. Attesten voorhanden. Zen- f
li ding fr. na postw. £t f 1.25, remb. 1.40.
n Gen.-Agent
Machinale inrichting tot het slijpen
van Schaatsen.
SCHAPENSTEEG.
den ondergeteekende verschijnt
I iederen Woensdag:
Weekblad voor Dames
ONDER HOOFDREDACTIE
VAN
Mevr. S M. C. van Wermeskerken-Junius j
(Johanna van Woüde.)
De Hollandsclie Lelie" is het eeuiire Week
blad in Nederland voor Dames uit de lioog-
1 ste en beschaafdste kringenlet hierop voor 1
I nwe advertentiën.
Prijs per jaargang f 4.50 fr. p. p. f5.—
a Proefnummers gratis.
Z Amsterdam. L. J. VEEN.
A G. van der Aa, k
2 sedert een en twintig jaren op het
V erdronkenoord werkzaam ge-
weest, photografeert thans
I L A A <«J EST It A AT 30,
A alles zeer fijn afgewerkt en tevens bil-
ljjk in prijs, daarbij een prachtig Ca-
jj Ivinet I3ortret cadeau.
I3ortretten, vroeger op het
Verdronkenoord gemaakt, kunnen L a n-
gestra at 30 worden nabesteld.
iTVVWTT¥
Mient B §1. ALKMAAR.
MAGAZIJN
van Horlogiën, Pendules, Regelateurs, Wekkers
en Barometers, Goud, Zilver, Diamanten, Koralen
en Haarwerken.
Z I B<; E T A li A G E.
Inkoop hoogste waarde.
41 VERDRONKENOORD 41.
is 7 oudste adreswiens portretten en vergroo
ting steeds m e e r en m eer de aandacht trek
ken om hunne Jijne afwerking en juiste gelij
kenis.
Cabinet-Portret Cadeau.
41 VERDRONKENOORD 41.
Geheel afgezonderd van het cafe.
Aanbevelend,
JOZEPH BRüGEMANN.
P. S. Op verlangen kom ook bij de klanten
aan huis.
Vrij naar het Duitscli.
15).
Een glans van genoegen vertoonde zich
op het gelaat der gravin toen zij de ont
dekking van het bebloede wapentuig in de
kamer der gezelschapsjuffrouw vernam. »Zij
is de schuldige," riep zij heftig, »zij en nie
mand anders. Vervolgt de misdadigster."
Doch haar gelaat werd wit als sneeuw,
toen de commissaris haar de geheimzinnige
vondst van het testament mededeelde en
het haar zelfs voorlas. Het was door de
hand van den overleden graaf geschreven
en wees aan zijne weduwe in duidelijke
bondige woorden een belangrijk legaat toe,
maar den laatsten afstammeling der Lö-
rach's, Ulrich von Waldstein, daarentegen
den universeelen erfgenaam van het geheele
rijke erfdeel.
»Van zulk een testament is mij niets
bekend," sprak de gravin na een pauze,
waarin zij haar geheele bedaardheid schijn
baar herkregen en de onrust, die zich van
haar meester had gemaakt, met haar oude
wilskracht onderdrukt had.
«Hoewel, 't is mogelijk, dat het toch
echt is en gemaakt werd in een tijd toen
mijn overleden gemaal jegens de Waldstein's
wier buitensporigheden algemeen te goed
bekend zijn, nog welwillend gezind was.
Dat wil ik in 't geheel niet bestrijden,
mijne heeren, doch ik verzoek u des te
meer naar de dagteekening van het testa
ment te zien, volgens welke de wettigheid
aanneembaar is, indien het tenminste daar1
door geldig gemaakt kan worden."
»Het draagt geen datum," merkte de
commissaris aan.
»Welnu," ging de gravin met fiere hou
ding voort, «in elk ander geval zou ik mij
geen oogenblik bedacht hebben den wil
van mijn gemaal te vervullen en den reeht-
matigen erfgenaam te erkennen. Zou intus-
schen dit testament niet met het geheim
zinnige voorval in het park in 't een of
ander verband kunnen staan Denk aan
de bekendheid van mijn vroegere gezel
schapsjuffrouw met graaf von Waldstein,
die bewezen kan worden. Voeg hierbij den
teruggevonden ring met liet naamcijfer
van dezelfde persoon, het moordtuig in het
geheime kastje, dat zelfs voor mij verbor
gen bleef en dat in elk geval aan de ge
zelschapsjuffrouw bekend was, benevens
hare vlucht, en gij hebt, dunkt mij,
aanduidingen genoeg, om de persoon ten
minste van medeplichtigheid verdacht te
houden, daar men niet. gemakkelijk kan
aannemen, dat aan juffrouw Tomsdorf liet
bestaan van dit testament onbekend ge
bleven is, wanneer zij, waarschijnlijk eerst
in later tijd de schuilplaats er van ont
dekte, waar zich ook een moordwerktuig
zoo voortreffelijk laat verstoppen."
De commissaris knikte toestemmend en
maakte de gravin zijn onderdanig compli
ment over haar scherpzienden blik, het
geen zij glimlachend aanvaardde.
Toen de heeren afscheid wilden nemen,
trad de kamerdienaar binnen, om de zus
ter van den predikant van Rothensee aan
te dienen. «Hare tegenwoordigheid schijnt
met de moordgeschie lenis in verband te
staan," voegde hij er tot toelichting bij;
«het had haar in onbeschrijfelijken angst
gebracht, toen zij het voorval hoorde, en
zij was zelts eene onmacht nabij."
«Dan moet ik de heeren verzoeken zich
naar den anderen salon te begeven," sprak
de gravin na een oogenblik te hebben na
gedacht; «daar kunt gij alles verstaan
wat hier gesprokeu wordt.
Toen de heeren zich in alle stilte ver
wijderd hadden, opende Jacques de deur I
om mejuffrouw Armgard Ehrhardt binnen
te laten, waarna ook hij zich verwijderde.
«Vergeef mij, mevrouw, dat ik reeds zoo
vroeg in den morgen om een welwillend
gehoor kom vragen de nood dwingt mij
er D e."
«Maak het dan kort," antwoordde de
gravin koel. «Wat voert u op dit ongewone
uur herwaarts?"
«Mijn broeder hield het voor zijn plicht
als predikant om in deze aangelegenheid
zelf een beroep te doen op uw rechtvaar
digheidsgevoel, als hem niet het onver
klaarbaar verdwijnen van een vriend, die
sedert eenige dagen als gast in de pastorie
zijn verblijf hield, reeds vroegtijdig naar
buiten had gedreven, en hij op mijn ver
zoek dezen gang aan mij overliet."
«Kom tot uw doel,« viel de gravin haar
ongeduldig in de rede. «Wie is die gast?»
«Graaf Waldstein, omtrent wie ik zoo
even zoo iets vreeselijks vernam,riep
Armgard met bevende stem. «Is het dan
waar, mevrouw de gravin, dat de arme,
jonge man in dezen ongeluksnacht ver
moord of ten minste zwaar gewond is?«
«Zeker is het waar,« antwoordde de gra
vin, «hij bevindt....
Een vreeselijke gil brak hare wooi^en
af; verschrikt keerde zij hare van licht
beroofde oogen naar den kant vanwaar
liet geluid kwam. De sterke vrouw fnet
haar despotieken wil sidderde en gevoelde
j zich in hare blindheid voor de eerste maal
I als een kind, aan een geheimzinnige macht
overgeleverd, die als de Nemesis een greep
in haar leven deed.
«O tante, dierbare tante, is het waar,
werkelijk waar, wat ik zoo even gehoord
heb?« riep een angstige, snikkende stem,
waarin de blinde nauwelijks die van gra
vin Hildegard vermocht te herkennen.
«Zijt gij het, Hildasprak zij zacht,
toen zij zich door de armen der jonge
dame voelde omvatten.
»Ja tante! Is het dan werkelijk waar?«
«Kind, welke onnoodigé opwinding,®
ging de gravin op berispenden toon voort;
«gij weet dat ik van zoo iets niet houd.
Z iet ge dan zoo geheel over het hoofd dat
wij niet alleen zijn?®
Hilda slaakte een hartverscheurende!!
zucht en trad langzaam achteruit, terwijl
zij met beide handen haar met tranen be
sproeid gelaat bedekte.
«Zeker is er in den verloopen nacht iets
zeer vreeselijks en ongehoords in liet park
van het kasteel voorgevalleu,« gingdegra-
gravin voort. «Ik had bevolen de zaak
voor u geheim te houden, daar ik voor
uwe zwakke zenuwen vreesde. Hadt gij u
door een mijner bedienden, zooals dat het
gebruik is op 't kasteel Lörach, laten aan
dienen, lieve gravin, dan ware u zelve de
schrik en mij een onaangenaam gevoel be
spaard gebleven. Nu zijt gij zelve de oor
zaak Tan uwe ontroering, die zooveel te
minder noodzakelijk was, omdat gij met
de betrokken personen niet in 't minst
iets liebt uit te staan. Eene wild vreemde
vrouw, naar het schijnt een buitenlandsche
avonturierster, is vermoord in het park
gevonden.
«Groote God!« riep Ilildegard verschrikt
uit. «Hoe komt toch de naam van graaf
Waldstein daarmede in verband?®
«Weet ik het?« antwoordde de blinde
schouderophalende. «Het is voor mij geen
verrassing, dut de laatste afstammeling van
een adellijk geslacht zoo aan zijn einde
gekomen is.®
«Dus is hij ook dood?® riep de gravin
angstig uit.
«Om Godswil, matig u, mijn kind 1® sprak
de gravin gestreng. «Wat bekommert gij
u over dit ontaarde niensch? Overigens is
hij niet dood,« voegde zij er op eenigszins
zachtaardiger toon bij, «doch alleen ernstig
gewond.®
«En waar, waar is hij?® vroeg Hilda
met groote inspanning.
«O, kon hij toch naar de pastorie over
gebracht worden,waagde Armgard thans
op zachten,. droevigen toon in 't midden
te brengen.
«Dat zou mij zeer veel genoegen doen,«
zeide de gravin scherp; «ik houd van geen
aristokraat, die zijne vrienden in zulke
sfeeren zoekt. Doch hoe is 't ook,juffrouw
Ehrhardt, welke opdracht voert u totrnij?®
«Ik kom in een aangelegenheid van uwe
gezelschapsjuffrouw, mevrouw de gravin
antwoordde Armgard, nu eveneens op fio
len toon, daar het verachtelijke woord
dei' gravin haar te zeer verontwaardigde.
«Ah, gij weet dus iets aangaande die
persoon?® viel de laatste haar:verrast in
de rede.
«Zij bevindt zich op 't oogenblik met
het doofstomme kind onder ons dak, me
vrouw de gravin.
«In de pastorie van Rothensee bevindt
zich dus de huichelaresEn gij, de zuster
van den vromen predikant, die zich ver
plicht acht zich den steun en vriend van
een gemeen sujet te noemen, waagt het
hier te komen en mij zulks te zeggen
Misschien zelfs op verzoek der vluchte
linge?®
«Neen, mevrouw de gravin, juffrouw
Tomsdorf', die door u als een misdadigster
behandeld is geworden weet niets van mijn
gaan naar hier. Of hadt gij misschien het
recht haar, toen zij u verzocht haar uit
uw dienst te ontslaan, te dreigen, dat gij
haar goeden naam openlijk te schande
zoudt maken, een kunstgreep, die gij jaren
lang te baat naamt om de ongelukkige
aan uwe zijde te binden en niettegenstaande
uwen ouderdom te bedriegen? Waart gij
in uw recht, mevrouw, haar eigendom,
door een derde haar boosaardig ontstolen,
in uw bezit te houden en de liulpelooze
's een kwaaddoenster op te sluiten?®
De blinde gravin, die in 't eerst als ver
steend de koene woorden van deze in haar
oog zoo ondergeschikte vrouw vernomen
had, hief thans gebiedend hare hand op,
terwijl de fijn besneden lippen van inner
lijke ontroering beefden. Op ijskouden toon
zeide zij
«Het antwoord op deze ongehoorde taal
zal u op eene andere plaats medegedeeld
worden mejuffrouw Thans verlang ik
niets anders dan dat gij u op 't oogenblik
verwijdert."
Juffrouw Armgard gevoelde dat zij in
hare verontwaardiging te ver gegaan was
en zich van hare oorspronkelijke gedachte
van een bemiddeling en een verzoenende
schikking, door onaangename gewaarwor
dingen had laten afleiden.
«Mevrouw de gravin begon zij opnieuw
op smeekenden toon.
«Vertrek ik wil geen woorden meer
verspillen aan handlangers van gemeene
landloopers en moordenaars viel de blinde
haar op gebiedenden toon in de rede.
«Landloopers? Moordenaars?" her
haalde Armgard verbaasd en hevig veront
waardigd. «Wie bedoeld gij met deze ver
achtelijke benaming?"
«Dienaangaande zal het gerecht u wel
nadere verklaring geven, mejuffrouw ant
woordde de blinde koeltjes, terwijl zij met
een krachtige beweging naar de schel
tastte.
Armgard begreep die beweging en keerde
zich met een zucht, terwijl zij voor de
jonge gravin, die zwijgende en van de te-
genstrijdigste gewaarwordingen vervuld dit
tooneel had bijgewoond, eerbiedig boog,
naar de deur, om zich haastig te verwij
deren.
«Is zij weg vroeg de gravin na eene
kleine pauze, terwijl zij diep ademhaalde.
«Ja, lieve tante,® antwoordde Hildegard
zacht. «Wat heeft de arme gezelschaps
juffrouw tocli misdreven om zulk een be
handeling te moeten ondergaan
«Zwijg, kind, windt u daarover niet
onnoodig op,« ging de blinde gravin voort.
«Ga naar uwe kamer, ik wil niet dat uw
vroolijk humeur er een oogenblik door be
dorven wordt. Het was mij reeds pijnlijk
genoeg, dat het bericht van het vreeselijke
geval in het park u uwe bedaardheid zoo
kon doen verliezen. Zoo iets mag in uw
hooge positie niet weder voorkomen, Hil
degard ik heb aan uwe opvoeding nog
zeer veel te verbeteren, zooals ik tot mijn
spijt heb opgemerkt.«
«Liefste tante, nog een enkel woordje,
wat ik u bidden mag,« smeekte de gravin
met bevende stem.
«Later later, thans heb ik gewichti
ger zaken te regelen. Ga heen
(Wordt vervolgd.)