„Nieuwe Langedijker Courant", van Zondag 2 Februari 1896. Wedorinvoering der doodstraf, kwartjeshouder gelezen, dat ben ik. Dank je voor je borrel. Gegroet samen." De „heeren" waren woedend! H. M. de koningin Regentes zal zich bij de kroningsfeesten in Rusland doen vertegen woordigen door eene commissie, bestaande uit baron Du Tour van Bellinckhave, opper-ceremo- niemeester, als chef; IT. W. J. jbaron Taels van Amerongen, kamerheer, ritmeester jhr. Yan Tets, adjudant en den ln luit. graaf Dumon- eau, ordonnance-officier van H. M. EEN ONMENSCH. „Vier om een dubbeltje eieren, lekkere eieren!" Zoo klonk het met bevende stem uit den kin dermond van een 10-jarige stumperd, die dezer dagen in wind en regen aan den Prinsengracht te Amsterdam, eieren stond te venten. Haar armzalig bleek gezichtje, bibberende onder een doornatten omslagdoek, wekte deernis op bij voorbijgangers van eiken leeftijd. Niet alzoo bij een individu, die bij al haar ontbering nog aasde op een kopje, dat in haar mandje stond en waarin de ontvangst was, die zij zoo straks aan vader of moeder moest af dragen. Onder de schijnbeweging van het pellen van een ei loerde hij af waar de kleine het geld bergde, wierp haar plotseling op zij en verdween met het kopje met geld. Gelukkig was daar iemand met een goed hart niet alleen maar ook practisch. Hij wierp een deel van zjjn porcemonnaie- inhoud in zijn slappen hoed, ging bij de talrijke omstanders een beroep doen en weldra had de kleine niet slechts de gestolen ontvangst terug, maar kon ze een kleine nieuwe bezending eieren inkoopen. Klonk haar stemmetje zoo nu en dan nog wat zenuwachtig, dankbaar lachte zij haar practischen beschermer toe, die nog eenigen tijd bleef sur- veilleeren. (Echo.) Zonderlinge gewoonten! In de Friesche gemeente Oost-Stellingwerf stierf voor eenige dagen een bijenhouder. Op last van de familie werden dadelijk alle korven in den bijenstal omgezet omdat anders de bijen in korten tijd zouden sterven, meent men. Deze meening is nog vrij algemeen verbreid. Soms ook tikt men bij het overlijden van den bijker eenige malen op eiken korf, ten einde de nijvere diertjes het treurig nieuws mede te deelen. Als iets, wat zelden voorkomt, vermeldt men, dat op het dorpje Ter Aa (Utrecht) sedert eenigen tijd des Zondags de dorpsherberg ge sloten blijft. PATRIOTISME. Het Londensche blad „The Echo" heeft een zeer merkwaardig bewijs gevonden, om de meer derheid van Groot-Brittanje aan te toonen boven de Yereenigde Staten van Noord-Amerika. Het blad herinnert er aan, dat het jaar 1896 door twee maan-eclipsen zal worden gekenmerkt, een op 28 Februari, een tweede op 23 Augustus en het voegt aan deze vermelding toe: „Het is een pleizierig leven op het grondge bied van het Yereenigd Koninkrijk! Deze maans verduisteringen zullen beide zichtbaar zijn te Londen, terwijl er te New-York maar éen zicht baar is. En dan nog wat voor een verduistering is datZij begint eerst om half zes 's morgens, wanneer de zon de maan vervangt Indien de lui uit de nieuwe Wereld nu niet in massa komen om zich te laten naturalisee- ren, zijn zij de liefde van eiken sterrenkundige onwaardig. Het sloopen der kerkruine is geëindigd.Groote massa's puin bedekken nog het terrein, die echter spoedig zullen verdwenen zijn, daar de aanvrage om puin bij den heer Kramer, den torenslooper, zoo groot is geweest, dat hij niet allen heeft kun nen voldoen en de aanvragers naar het kerkbe stuur heeft verwezen. In het geheel zijn er on geveer 180000 heele steenen van den kerkramp afgekomen. Zooals bekend is, heeft men nog niet defenitief over de plaatsing van kerk en toren besloten. Twee adressen aan het kerkbestuur en den raad, waarin om eene plaatsing wordt ver zocht, zooals de heer W. Roggeveen heeft voor gesteld, verbreeding van het Rensgars mogelijk makende, dragen vele handteekeningen en zjjn reeds aan genoemde corporaties verzonden, naar aanleiding daarvan meegedeeld heeft het kerk bestuur den raad een bemiddelingsvoorstel ter overweging aangeboden. Yele varkensziekten ontkiemen in de trog gen of voederbakken. Wie deze goed rein houdt, zal véél schade voorkomen. „Vieze varkens worden niet vet" is een leu gen, die al schatten van geld heeft gekost. MOORD TE ROTTERDAM. Catharina Wilhelmina Hoogsteden, door de Rechtbank te Rotterdam in vrijheid gesteld, be vindt zich thans ten huize harer tante te Schie dam, waar zij ook vertoefde, voor zij te dezer stede haar intrek nam in het huis van haren broeder aan de St. Mariastraat. Viermaal is zij door den Rechtercommissaris in strafzaken ge hoord geworden; geen enkele maal echter werd zjj met Van Berkel geconfronteerd. De aanleiding tot haar gevangeneming was de gelijkenis van haar schrift met dat van den bewusten brief, dien de vader van den vermoorden knaap ont ving, denzelfden dag, waarop het lijkje in den Coolpolder gevonden werd. lntusschen is Catha rina Hoogsteden vol lof over de behandeling, die zij in de gevangenis ondervond. Niemand werd gedurende hare gevangenisschap tot haar toegelaten, de geesteljjkheid natuurlijk uitge zonderd. De processtukken in de zaak van Willem Van Berkel, een lijvig dossier uitmakende, zijn door den Officier van Justitie in handen gesteld van president en rechters der Kamer van Verwijzing. De termijn van Van Berkels preventieve hechte nis is den 12en Februari eerst afgeloopen, doch hoogstwaarschijnlijk zal de rechtbank reeds Za terdag 1 Februari oen definitieve beslissing in deze zaak nemen, en alsdan van Berkel's in- vrijheidsstelling gelasten. Vóór honderd jaar. De winter van dit jaar is, tenminste totnog toe, zeer zacht. In dat opzicht heeft hij een voor ganger gehad vóór 100 jaar, die nog heel wat milder was. In de nagelaten papieren van een burger te Nauen in Duitschland vindt men de volgende aanteekening„De winter was tot aan het begin van Februari 1796 zóó zacht, dat men verscheidene dagen in December en Januari geen kachel behoefde aan te hebben; maar men kon integendeel de ramen openzetten. In die beide maanden werd men volstrekt geen nachtvorst gewaar, maar wel dauwde het schier eiken mor gen. De weiden waren zoo groen als in den zomer, gele, blauwe viooltjes en andere bloempjes bloei den den heelen winter door, ja, in één tuin zag men een appelboom bloeien in januari. In Maart daarentegen begon het kouder te worden en het koude weer hield aan tot Juni, zoodat er in het begin dier maand nog geen gras op de weide was. Toch was de oogst van dit jaar zeer goed". Sigarenasch is het zekerst middel tot ver wijdering van witte vlekken uit gepolitoerde meubelen. Met een weinig petroleum aangemengd, wordt de tot brij geworden asch op de vlek ge bracht. Terwijl men ze eenigen tijd laat liggen, brandt men het spitse eind van een kurk boven een lichtje zwart en hiermede wrijft men over de met asch bedekte vlek, totdat de witte vlek ken langzaam verdwijnen. De plek wordt dan met een zeem afgewasschen en gedroogd, wordt zij opgewreven met een flanellen doekje, bevoch tigd met een weinig petroleumhierdoor komt de oorspronkelijke glans terug. ONDERWIJZERSJA ARWEDDEN De Regeering zal, indien mogelijk, invloed trachten uit te oefenen op geregelde opklimming van jaarwedde bij de onderwijzers tot een bedrag dat hen in staat stelt op gepasten leeftijd naar billijke behoefte met een huisgezin te leven. Onredelijke opdrijving van de eischen voorde akte-examens L. O. zal door de Regeering wor den tegengegaan. Iemand, die 50 Amsterdamsche tentoon- 8tellingsloten had, won een kinderzak pistooltje. De f 100.000 van de Staatsloterij is geval len op een heel lot, in- het bezit van een in»^ zetene van ALKMAAR. Benoemd tot rechter in de arrondissements rechtbank te ALKMAAR, mr. S. Gratama Wz., thans rechter-plaatsvervanger in de arrondisse- ments-rechtbank, advocaat en procureur te Arn hem. EEN BELOONING VOOR EEN GOEDE DAAD. Een bewoonster van de Leidschestraat te Am sterdam hield naar de „Echo" meldt, een lijf straffelijke rechtspleging tegen haren 13-jarigen zoon. Terwijl de executie in vollen gang was, kwam een heer binnen en vroeg naar de reden waarom de knaap straf kreeg. „Omdat hij vier uur lang was weggebleven om een boodschap te doen" luidde het antwoord. „Dan ben ik terecht en vraag dien jongen om in mijn dienst te treden", was de repliek van den yrager. "Waarom de heer dien jongen wilde in dienst nemen De knaap was vroeg uitgogaan om voor zijn moeder iets te verrichten. In de Lange Leidschedwarsstraat zag de knaap een oude vrouw strompelen met een juk waar aan twee bussen petroleum. Bij eiken stap kreunde het oudje en waggelde, betrekkelijk weinig verder komende. Wat deed nu de knaap? „Vrouw," vroeg hij, „weet jij je klanten?" Die wist ze. „Nou, geef mij dan die bussen maar, dan zal ik ze dragen." En zoo gebeurde het dat de knaap de geheele clientèle van de vrouw bediende, en de heer dit opmerkende, in hem een goeden jongsten bediende verwacht. Dat deze verwachting nim mer beschaamd worde! EEN GROOTE TELEURSTELLING. Een inwoner van Opsterland ondervond bij de gehouden verloting vanwege de tentoonstelling voor Hotel- en Reiswezen een groote teleur stelling. Indertijd had hij zich een lot aange schaft voor die verloting. Vooraf wenschte hij gaarne ingelicht te worden omtrent hetgeen op het lot zou vallen. Daarom begaf hij zich naar de bekende kaartlegster te Nieuwebrug en liet zich de kaart leggen. De uitslag daarvan was, dat op het vertoonde nummer de gouden zuil zou vallen. Vol goede verwachtingen toog de man naar huis, doch werd bitter teleurgesteld, toen de uitslag bewees, dat op zijn nummer zelfs geen enkel prijsje was gevallen. JAAP EDEN. Naar men uit Hamar verneemt is de heer Jaap Eden na drie a vier weken training al daar, Donderdag, via Christania rechtdoor naar St. Petersburg vertrokken, alwaar zooals bekend is spoedig de wereldkampioenschappen op de schaats zullen worden verreden. Hij is over het resultaat van zijne training tevreden. Moge dit op de wedstrijden in de Czarenstad schitterend blijken De beweging te Rotterdam tot invoering van de doodstraf vindt bij „de Standaard" niet vol komen instemming. Het blad vindt het geene aanbeveling, dat de actie schijnt ontstaan te zijn door de veront waardiging, die onder het Rotterdamsche publiek heerscht over den moord op den jongen Hoog steden .gepleegd. „Moorden van buitengemeen gruwzaam ka rakter vinden onder elk stelsel van strafrecht plaats," zegt de „Stand." en niets waarborgt u, dat, zoo straks de doodstraf is ingevoerd en wordt uitgevoerd, binnen ettelijke jaren niet even gruw zame of nog gruwzamer moord plaats grijpt, hetzij dan te Rotterdam of elders. „Motief tot wederinvoering van de doodstraf kan daarom voor ons nooit zijn zulk een excep tioneel geruchtmakend misdrijf. „Zet men nu toch, onder dit verband, zulk een petitionnement op touw, dan looopt men licht gevaar, dat de gronden, waarop men de weder invoering vraagt, een niet zuiver principieel ka rakter dragen. „We keuren daarom deze actie niet af, noch wenschen haar te storen, maar spreken toch uit, dat wij, anti-revolutionairen, als partij, ons niet voor dezen wagen kunnen laten spannen. „Door ons, als partij, kan de wederinvoering niet anders dan krachtens onze beginselen ge vraagd worden, in casu uit gehoorzaamheid aan de Goddelijke ordonnantiën. „Dit zal ons daarom niet beletten c. q. ter bereiking van ons doel ook de hulp van anderen te gebruiken, die uit anderen hoofde op hetzelfde aanbeeld slaan. Zulk een samènwerking is in een land als het onze steeds onmisbaar." Nu men het voorstelt, alsof de actie van anti- re v. zijde uitging, wenscht het blad te consta- teeren dat dit onwaar is en ook, dat de anti revolutionairen zich niet op sleeptouw kunnen laten nemen door een beweging, die meer in huivering over een gruwzaam misdrijf, dan in den drang van beginselen haar oorsprong nam. De Haagscho correspondent van de „Zaanl. Courant" wijdt zijn jongsten brief aan de dood- strafquaestie en geeft blijk weinig te gevoelen voor een wederinvoering van de doodstraf. Het argument, waarvan men bij deze bewe ging uitgaat dat de gruwelijke misdaden in de laatste jaren hier te lande zijn toegenomen is, meent hij, blijkens de gerechtelijke statistiek een sprookje, en wat er voor pleit wordt verre overtroffen door hetgeen er tegen te zeggen is. Om dit te bewijzen herinnert de correspondent met ingenomenheid aan hetgeen onlangs in het „N. v. d. D." over het vraagstuk geschreven werd en weerlegt hij het gevoelen der geloovi- gen voor wie de „gerechtelijke moord" plicht is. In zijn oog pleit niets zoozeer tegen de dood straf als 't geloof aan één rechter, die over al ler leven en dood beschikt. „Wil men den misdadiger, die zich aan het leven van een medemensch vergrepen heeft, ge durende den tijd zijner afzondering van de vrije maatschappij, aan een strenger regime onderwer pen; zijn onze gevangenissen te goed; is het le ven er om zoo te zeggen te aanlokkelijk voor hen die tot een zeer laag zedelijk peil zijn ge zonken," zegt bij, „ik heb er niets tegen; zie kelijke philantropie voor misdadigers is mij vreemd. Tegen zwaren arbeid, voor veroordeeldentegen 't invoeren van de straf der deportatie naar een minder herbergzaam oord, naar West-Indië bijv. zou ik hoegenaamd geen bezwaar hebben. „En zoo men meenen mocht dat afschrikking door strafbedreiging werkelijk misdaad voorkwam, dan geloof ik dat de straf van deportatie mis schien nog meer invloed beeft dan de doodstraf, aan de uitvoering waarvan men toch niet gelooft en die dus in het oog van misdrij vers, neerkomt op langdurige tuchthuisstraf. „Wat de opsporing van misdaden aangaat, deze houdt absoluut met de straffen, die er tegen zijn bedreigd, geen verband. Maar met den schrijver in het N. v. d. D. ben ik het volkomen eens dat een verscherping van onze middelen tot opsporing van boosdoeners vrij wat meer in het belang van de openbare veiligheid zou zijn dan de weder invoering van de dood straf die, in elk geval de moordenaars, die men niet vindt, ongemoeid laat. Een betere organisatie van onze politie, de invoering van een degelijk korps detectives ziedaar wat we noodig hebben. „Als men daarvoor eens een beweging op touw zette ik deed gaarne mee." In een ingezonden stuk in de Telegraaf, toont een inzender aan met enkele voorbeelden, dat de doodstraf geen straf is, vooral niet voor vree- selijke moorden, dat de doodstraf geen afschrik is voor den moordenaar en geeft ten laatste nog een voorbeeld om aan te toonen dat een moorde naar berouw kan hebben en zich verbeteren. „Een koelie, in Ned. Guinea," schrijft hij, „was ter dood veroordeeld wegens moord, op den gezagvoerder van een plantage gepleegd. De man werd ter dood veroordeeld, doch kreeg gratie, als gebruikelijk, daar de doodstraf aldaar feitelijk is afgeschaft. Korten tijd na zijne veroordeeling verdronk hij zich zei ven door uit een boot, waarin hij met anderen werd vervoerd om dwangarbeid te gaan verrichten, in het water te springen. De dood was hem liever dan dwangarbeid onder strenge tucht te verrichten. „Een andere moordenaar, wetende wat dwang arbeid met een kogel aan het been beteekent, weigerde gratie te vragen van de doodstraf, en dit werd toen voor hem tegen zijn wil gedaan en de gratie verkregen. „Een Chinees deed een moord in een tjjd, toen vele moorden door Chineezen werden gepleegd. Men besloot een afschrikwekkend voorbeeld te stellen, zooals men dacht, en hem op te hangen op de plaats waar hij den moord had begaan. Hoe 't komt, weet men niet, doch nauwelijks hing de man of het touw brak en hij viel be wusteloos neer. Hij kwam bij en smeekte om gratie, de executie werd geschorst en later gratie verleend. De man gedroeg zich goed in de ge vangenis, gaf blijken van berouw over zijn wan daad. Na zijn straftijd verliet hij de gevangenis als een nieuw mensch een bestaan in den han del en staat als goedig en eerlijk bekend. „Men moet zich in Rotterdam niet laten op winden om het strafstelsel, dat uit een wijsgee- ren oogpunt beschouwd reeds aan tal van gebre ken mank gaat, tot de barbaarsche eeuwen te rug te brengen. Buitenland. UIT TRANSVAAL. Een zekere Iligham schrijft uit Johannesburg dd. 5 Januari, dat hij tot het korps wielrijders behoorde, dieuit de stad berichten moest overbren gen overal heen. Hij kreeg 18 shilling per dag. Den ln en 2n Januari (dit is niet duidelijk) werden twee wielrijders, een Engelschman en een Hollander, met een bericht naar dr. Jameson gezonden. De brief werd don Hollander gegeven en deze verborg hem in de stuurstang. Toen de wielrijders te Krugersdorp kwamen was Jameson door de Boeren omsingeld. De Engelschman werd gevangen genomen, de Hollander kon naar Jo hannesburg terugkeeren, en vertelde daar dat hij den brief Jameson had overhandigd. De brief zou van dezen inhoud geweest zijn: „Begin nog niet te vechten, wij zenden u 500 ruiters te hulp zij zullen zich dadelijk bij u voegen." De schrij ver had echter vernomen, dat de Hollander den brief aan de Boeren had laten lezen, waarop deze dadelijk waren begonnen te schieten op „de troepen van armen dr. Jameson." De Hol lander werd gevangen genomen (in Johannes burg) en zou doodgeschoten worden als de aan klacht bewezen kon worden. HOE MOET MEN SLAPEN? In de Revue Scientifique beweert een schrij ver op grond van lange waarnemingen, dat men het spoedigst en gezondst slaapt als het hoofd niet hooger, maar zelfs lager ligt dan de voeten. Wie zich hieraan wil gewennen, moet langzamer hand het hoofd lager plaatsen door kussen en peluw dunner te maken en ze eindelijk weg te laten en onder de voeten te leggen. Vooral voor bloedarme en zenuwachtige gestellen is die hou ding heilzaan^ en zij doet vaak uitstekende diensten bij beginnende longaandoening. EEN GELUKKIGE PRINS. Hoe de kroonprins van Japan schrijven leert, wordt ons door een Japansch onderdaan, die zijn verblijf te Parijs houdt, beschreven. De jonge Daimio is omringd door een aantal schoone meisjes, die gedurig af en toe den leer ling en zijn leermeester alles, wat zij noodig hebben, komen brengen. Een lost den Oost-In- dischen inkt in eene kostbare kom op een ander strijkt het papier glad, dat een derde in een fraaien helder gekleurden cylinder-vormigen koker gebracht heeft; een vierde is druk bezig met hare fijne vingers eene spitse punt aan het penseel te maken, enz. Men zou meenen, dat de Muzen op de aarde waren neergedaald, om alle hjnderpalen op het pad der kennis, door den jonge prins betreden, uit den weg te ruimen en hem zjjne taak zoo aangenaam mogelijk te maken. De leermeester komt op het bepaalde uurdeftig nadert hij den Daimio, zoo stil alsof hij over het witte tapijt waarmede de vloer bedekt is, zweeft. Geen ge luid kondigt zijne komst aanzijn mond is met een wit servet bedekt, opdat zijn adem niet met het gelaat van den prins in aanraking zal komen. De Japansche samenleving is op zulke pun ten zeer gevoelig. Na eene oneindige roeks van zwijgende begroetingen, hurkt de schrijfmeester neder en begint met eene ivoren pon rechte strepen op het papier te trekken. Als de leerling die heeft nageschreven, behoort het tot de taak van den leermeester zijne groote bewondering en verrukking te kennen te geven. Hij moet diep getroffen schijnen door het verwonderlijk talent, dat de knaap aan den dag legt, maar de uiter lijke betuiging van zijn gevoel bepaalt zich tot gebaren, want het is hem niet vergund tot den prins te spreken, Evenwel roept hij een van de oudste dienstdoende meisjes terzijde en draagt haar op bij zijn leerling de tolk van zijne vu rige bewondering voor diens calligrapisch talent te zijn. Gelukkige prins

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1896 | | pagina 2