Weekblad voor LANGEDIJK en Omstreken.
N°. 10.
Zondag 8 Maart 1896.
5e Jaargang.
Wie zich met 1 April
abonneert op dit blad
ontvangt de tot dien
datum verschijnende
nummers GRATIS.
Plaatselij k Nieuws.
N ieuws tij dingen.
FEUILLETON.
jgxoed en Adeltrots,
NIEUWE ff
LAiGERIJKER COURANT,
Deze courant verschijnt eiken Zaterdagnamiddag.
UITGEVER:
J. II. KEIZER.
ABONNEMENTSPRIJS
voor Noordschabwoude, Oudkarspel, Zuidscharwoude en Br. op Langedijk
per drie maanden 50 ct., franco p. post 6O ct.
BUREEL:
.1'oordscliarwoude.
PRIJS DER ADYERTENTIÊN:
Van 15 regels 30 ct., elke regel meer ct.
Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend.
Brieven rechtstreeks aan den Uitgever.
DE UITGEVER.
Tot kerkvoogd bij de Ned. Herv. Gem.
OUD-KARSPEL, is wegens vertrek van den hr.
R. Paarlberg, benoemd de hr. H. Hart Cz.
Gedurende de maand Februari '96, heb
ben op het hulpkantoor te ZUIDSCHARWOUDE,
in de Rijkspostspaarbank, plaats gehad 92 in
schrijvingen tot een bedrag van f 2315.43, tegen
9 terugbetalingen ter somma van f943.50; 5
nieuwe boekjes werden aangevraagd en uitge
reikt, waarvan het laatste is genummerd 6869.
De 1.1. opgerichte Schildersvereeniging
„Door vereeniging verbetering", vergaderde
Maandag 2 Maart jl. te ZUIDSCHARWOUDE
in het lokaal van den heer H. de Vries.
Aanwezig waren 18 leden, terwijl nog 5 leden
toetraden.
De vereeniging is voornemens, zich aan te
sluiten bij den Nederlandschen Schildersbond
vakbladen zullen worden aangeschaft. Verder
werd besloten, jaarlijks eene tentoonstelling te
houden van schilderstukken, vervaardigd door
leden der vereeniging en schidersgezellenieder
zal in de gelegenheid worden gesteld een schil
derstuk te vervaardigen, naar zijn eigen keuze.
Deze tentoonstelling zal voor de eerste maal te
Schagen plaats hebben in nader te melden lo
caal, vanaf 20 tot 27 December.
Het ledental der vereeniging wordt steeds
grooter, alzoo is de verbroedering steeds zicht
baarder.
De vereeniging stelt ten doel, door eendrach
tig samenwerken het vak te bevorderen en zoo
veel mogelijk het werk op prijs te houden, goed
werk te maken en geen werk aan te nemen,
dat beneden waarde is geschat; daarentegen
vaste prijzen te stellen, waarvoor goed werk kan
worden geleverd.
Naar wij vernemen is den 1 dezer in ge
bruik gesteld eene halte bij wachtpost no. 38
tusschen Alkmaar en Heerhugowaard ten gerieve
der bewoners van St. Pankras, Oudorp en een
deel van Koedijk. Drie treinen daags zullen hier
stilhouden: 2 's morgens in de richting Amster
dam en Haarlem en 1 's avonds in de richting
Helder. Ook de markttreinen naar en van Scha
gen des Donderdags stoppen op tijdig verzoek.
Dinsdag 1.1. des namiddags ten 2'/2 ure, had de door heeren Kerkvoogden Ned. Herv.
Gemeente uitgeschreven aanbesteding plaats, tot het bouwen van een Kerk met annexen op de
Marktplaats te SCHAGEN.
Ingeleverd waren 26 biljetten, waarvan drie ongeldig.
De cijfers der verschillende ingeleverde biljetten waren
Geheel volgens bestek Geheel volgens bestek Z
met sterke basterd specie, met slappe basterd specie, g
J. Eriks, Barsingerhorn
L. Klein, Helder 86000 85700 83700 f 83400
K. Zeeman, Helder 98760 94900 96480 94390
J. Levendig, Dirkshorn
J. Hagenaar, Medemblik
II. Brouwer, Leeuwarden
D. Damstra, Leeuwarden
J. Guldemunt, Haarlem
J. Hilarius, Haarlem
N. van Ommeren, Haarlem
Rinkema, Haarlem
H. London, Haarlem
G Kokf' 0udcarsPel
J. Schuurman, Medemblik
B. Hagen, Haarlem
L. de Neef, Nieuwer-Amstel
W. Greve, Amsterdam
C. Bos, Haarlemmermeer
J. Schreuders, Alkmaar
W. de Jong, Helder
H. Wijker, Helder
G. J. de Klein, Haarlem
W. Lammers, Helder
f 85000
f83000
f 79000
86000
85700
83700
98760
94900
96480
81000
79000
76000
86200
85200
83900
80600
79800
79000
79100
78300
77500
86400
85600
83850
86300
85500
83750
83348
82013
80667
83560
82320
80828
83420
84580
80740
87882
86932
84523
79879
78300
77400
76990
73670
74441
82900
83500
80400
82900
84900
81900
88000
87200
85450
80790
79790
78000
98000
96000
92500
85534
85300
82560
81000
78300
77400.
74976
74558
71876
Vrij naar het Duitsch.
21).
«Dat is het juist wat mij verheugt, waarde
dokterlachte de assessor. »Dit blauw
zuur is onbetaalbaar; het geeft ons het
bewijs, dat zich thans op het kasteel
Lörach nog in elk geval een moordenaar
bevindt. Gij zult mij wel den dienst wil
len bewijzen om er met kracht op aan te
dringen, dat de zieke uit het kasteel ver
wijderd en naar de pastorie van Rothensee
vervoerd wordt. Ik neem alle verantwoor
delijkheid op mij, mits natuurlijk de zieke
vervoerd kan worden.
»0, dat zou thans vvel gaan."
«Welnu, dan moet het heden nog ge
beuren," antwoordde de assessor met na
druk. sin naam der wet vorder ik van u,
dokter, geheimhouding der voorgenomen
vergiftiging; ik wil ook zelf met u naar
Lörach rijden om de zaak te ondersteunen."
sDat zal mij aangenaam zijn," zeide de
geneesheer; swant, in alle oprechtheid, ik
heb met de blinde gravin niet gaarne te
doen."
Thans nam de assessor afscheid, met de
belofte den dokter binnen twee uren af te
halen. Hij nam het fteschje met de vergif
tigde medicijnen mede, ofschoon de arts
dit het liefst zelf behouden had. »'t Be
hoort tot de gerechtszaken van de Lörach-
sche moordgeschiedenis," sprak hij lachende,
terwijl hij heenging.
Na twee uren haalde hij den dokter af,
wiens rijtuig reeds voor de deur wachtte.
Op het kasteel Lörach vonden zij alles
in de grootste ontsteltenis. De kamerdie
naar Jacques was verdwenen. Niemand had
hem sedert den vorigen avond gezien. De
gravin had door deze nieuwe ramp voor 't
oogenblik geheel hare bedaardheid verlo
ren en bevel op bevel uitgevaardigd om
den verdwenene naar alle zijden te gaan
zoeken. Toen zij de komst der beide hee
ren vernam, deed zij hen dadelijk bij zich
ontbieden om den assessor den toestand
der zaken mede te deelen.
«Het kasteel Lörach schijnt het tooneel
van nieuwe geheimen te worden, mevrouw
de gravin!" merkte de laatste aan. «Uit
het plotseling verdwijnen van uw kamer
dienaar behoeft men intusschen niet weer
opnieuw tot een misdaad te besluiten. Ik
verzoek u daarom u niet te zeer te willen
verontrusten, mevrouw; hij kan wel ergens
een feestje in den omtrek gehad of goede
kennissen bezocht en daarbij van 't goede
te veel genoten en zich alzoo verlaat hebben."
«Dat dacht graaf Weilburg ook," ant
woordde de blinde onrustigDik ben echter
vast overtuigd, dat Jacques eenig ongeluk
is overkomen. Het zou de eerste maal in
dertig jaren geweest zijn, dat hij zich aan
iets buitensporigs schuldig maakte; neen,
mijnheer de assessor, dat is het niet. Ik
begin mij alles behalve op mijn gemak op
mijn kasteel te gevoelen."
«Mevrouw de gravin mag inderdaad re
denen hebben, om het niet volkomen pluis
op haar kasteel te vinden, 't begint er hoe
langer zoo meer onrustbarend uit te zien.
Doch, waar ik reeds eerder naar had
willen vragen, mevrouw, is dit, of de graaf
von Weilburg rechtstreeks uit Amerika
naar hier gekomen is en of gij met hem
zeiven of met de familie reeds langer be
kend waart?"
De blinde gevoelde een lichte rilling,
maar hernam terstond hare gewone, trotsche
en gebiedende houding. «Wat geeft u het
recht, om zulke vragen tot mij te richten,
mijnheer?" vroeg zijterwijl zij het voorhoofd
fronsdev
«Geen bloote nieuwsgierigheid, mevrouw
de gravin!" antwoordde de assessor be
daard; »als gerechtelijk ambtenaar ben ik
in ieder geval verplicht elkeri bewoner van
het kasteel nauwkeurig te leeren kennen
en wijl nu op zeldzame wijze tegelijk met
de komst van den graaf von Weilburg die
schrikwekkende aanvallen op menschenle-
vens een aanvang namen, is het immers
niet meer dan natuurlijk, ook hem aan
een ondervraging te onderwerpen, zonder
evenwel daaruit eenige verdenking af te
leiden."
«Waartegen ik mij ook met allen ernst
moet verzetten," sprak de blinde met min
achtende koelheid. «Mijnheer de graaf von
Weilburg staat als mijn vriend boven alle
verdenking verheven, en als ik u ten over
vloede mededeel, dat hij reeds binnen kor
ten tijd de hand mijner achternicht, de
gravin von Wildenfels, verkrijgen zal, hoop
ik van uw onbescheiden vragen voor 't
vervolg verschoond te blijven."
Een vluchtige blos bedekte het gelaat
der gravin en verried de onrust in haar
binnenste; anders kwam er in haar trek
ken niet de minste verandering.
De assessor wierp een lachenden blik
op den dokter en trok de schouders op,
doch haastte zich niettemin eerbiedig om
verschooning te vragen en zijnen plicht op
den voorgrond te stellen.
«Mevrouw de gravin verontrust zich on-
noodig," voegde hij er bij; «de dokter zal
goed doen u een kalmeerend middel voor
te schrijven, terwijl ik even naar den ver
dwenen kamerdienaar wil omzieji.cc
«Doe dat,® zeide de blinde koud; «zoek
aan- hem uw ambtenaarsplicht te vervullen,
mijnheer de assessor. Wat den dokter
betreft, hem moet ik voor zijnen hulp be
danken moge hij ze bij den gekwetste
aanwenden, opdat deze spoedig mijne wo
ning verlaten kan.«
«Dat kan heden nog geschieden, me
vrouw de gravinaldus nam de dokter
het woord op. «Ik ben verheugd zijn ver
voer naar de pastorie te kunnen bewerk
stelligen."
«Naar de pastorie dus! Hm, de predi
kant van Rothensee schijnt met de hoofd
acteurs van dit treurspel in zeer nauwe
betrekking te staan. Er kan dus een ver
hoor van den zieke plaats hebben?"
«Waarschijnlijk, mevrouw de gravin,"
sprak de assessor; «ik brand natuurlijk
van verlangen den knoop van dit bloedig
drama te ontwarren en het kasteel Lö
rach van den vloek der onrust te bevrijden."
«Dus zoekt gij den moordenaar nog
ergens anders dan in uwe gevangenissen
vroeg de blinde op ironisohen toon.
«Ja, mevrouw de gravin, en ik hoop
hem ook inderdaad nog ergens anders te
vinden.
«Nu, ik wensch er u veel geluk mee,
mijnheer
Dit zeggende maakte zij een echt ko
ninklijke beweging met de hand, ten tee-
ken, dat zij konden heengaan, en de hee
ren verwijderden zich, om den zieke, die
inderdaad aanmerkelijk beter was, zoo spoe
dig mogelijk te doen vervoeren, hetgeen
door de krachtige hulp van den assessor
boven verwachting gelukte.
«Victoriejuichte Nanette, tot haar
meesteres, die vermoeid en bleek op de
sopha lag en zich bij hare tante had laten
verontschuldigen, terwijl zij de kamer bin-
nenstormde. «De graat is gered; zoo even
werd hij, door den dokter begeleid, naar
de pastorie van Rothensee gebracht®
«God zij geloofdfluisterde de gravin;
«de onrust om hem zou mij zeker nog
voor den nacht gedood hebben.
«Jacques is nog altijd niet teruggevonden,®
ging de kamenier geheimzinnig voort. «Wie
weet misschien was ook hij den onrus
tigen geesten op 't kasteel een doorn in 't
oog en heeft men hem uit den weg ge
ruimd, hetgeen men ook van plan was met
graaf Ulrich te doen. Ach, mijn lieve gra
vin, waren wij toch gelukkig uit dit be-
tooverde nest verlost
«Ja, waren wij goed en wel weg,« zuchtte
de gravin met een innerlijke huivering;
»o, Nanette, liever wil ik sterven, dan dezen
gruwelijken man toebehooren.®
«Dat zeg ik ook,« bevestigde de kame
nier; «ik worgde hem voor het altaar.®
«God bewaar me; liever zeg ik neen, of
zoek mijn heil in de vlucht.«
«O, .dat is een prachtig idee, dierbare
gravin,® riep Nanette van blijdschap in de
handen klappende; wij gaan op de vlucht,
niemand kan ons kwalijk nemen, dat wij
ons leven niet prijs willen geven.
«Ach, het was maar een gedachte, kind
Waar zouden we heenvluchten? Naar mijne
moeder? Zij zou om onze vlucht lachen
en zelf mij naar Lörach terugbrengen. Gij
weet. dat het hier om meer dan een een
voudig huwelijk begonnen is; het is de
vorstelijke erfenis mijner genadige tante,
die op het spel staat. Ik zelf zou haar met
blijdschap opofferen en met graaf Ulrich
zijn verlaten uilenest deelen, indien ik vrij
kiezen mocht.«
Nanette trok ongeduldig de schouders op,
«Dan weet ik geen beter raad dan dat
de gravin zich in haar lot schikt, en den
Amerikaan, van wien men niet weet of hij
een masker draagt of zijn eigen gelaat ver
toont, tot gemaal aanneemt.®
Een huivering overviel de gravin.
«Gij spreekt van een masker,® fluisterde
zij«zeg mij, Nanette, gelooft ge werke
lijk. dat hij bet geweest is?«
«Ik geloof het vast. Toen ik hem he
den morgen nazag; kon ik mij niet bedrie
gen. Vat toch moed, dierbare gravin, laat
u niet als een offerlam ter slachtbank sle
pen. Verzet u met kracht tegen de plan
nen der gravingij moet het haar doen
ondervinden dat het bloed der gravin von
Lörach door uw aderen vloeit. O, ware ik
in uw plaats, genadige meesteres, de Ame-
rikaansche avonturier zou nimmer de gebie
der op dit kasteel worden.®
«Ik benijd u uw moed en volharding,
Nanette,zuchtte Hildegard. «Gij hebt
volkomen gelijk, dat ik me zelve in mijne
schroomvalligheid niet begrijp.«
In de voorkamer lieten zich voetstappen
hooren. Beiden luisterden angstig terwijl
Nanette naar de deur snelde om te zien
wie er was. Laurette kwam haar tegemoet.
«Hare grafelijke genade wenscht de gra
vin te spreken,® zeide Laurette.
«Het spijt mij, maar de genadige gravin
keert in zoo'n lijdende toestand dat zij rust
noodig heeft.®
Laurette trachtte een blik door de half
geopende deur te werpen.
«Mevrouw de gravin heeft echter bevo
len,® merkte zij vinnig aan.
«Toch zeer zeker niet om een zieke te
plagen, Laurette,® antwoordde Nanette
haastig.
«Ah, mejuffrouw handelt alsof zij de
meesteres ware; ik zal het mevrouw de
gravin vertellen.
Trotsch ruischte zij de kamer uit. Na
nette keerde naar hare meesteres terug.
«Gij hadt vriendelijker moeten zijn, Na
nette,® zeide deze bezorgd «ik zal daardoor
eene onaangenaam tooneel moeten verdu
ren.®
«Daar hebben wij het alweer,® pruilde
de kamenier; «altijd maar lief, aardig en
gehoorzaam, opdat de genadige tante niet
boos wordt.«
«Drijf den spot maar met mij, ik heb
het verdiend, gij zult echter zien.®
Zij hield zich stil. De deur der voorkamer
werd zonder gedruisch geopendhet rui-
schen van zijden kleederen werd hoorbaar.
«De blinde gravin,fluisterde Nanette.
«Zal ik weggaan?®
«Neen, neen, blijf bij mij, uw blik zal
mij bemoedigen.®
De kamenier trok zich in een hoek te
rug, toen de hooge vleugeldeuren geopend
werden en de trotsche gestalte der blinde
gravin verscheen.
Hildegard stond op, om haar te gemoet
te gaan.
«O, waarde tante, gij neemt de moeite
om tot mij te komen,® riep zij op een toon,
die te vergeefs naar vastheid streefde.
«Zijt gij alleen, Hilda?® vroeg de blinde
gravin koud.
«Ja, tante,® loog zij moedig en op vasten
toon, toen zy een aanmoedigenden blik van
Nanette opving.
De blinde zette zich in een stoel neder.
«Zijt gij ziek?« begon zij haar onderzoek.
«Ach ja, zeer lijdende, dierbare tante.®
(Wordt vervolgd.)