„Nieuwe Langedijker Courant", van Zondag 8 Maart 1896.
De Italianen in Afrika.
-
ven moest hij den schurk van het stuk, voorge
steld door Laurent dooden. Met de woorden:
Sterf verrader!" rukte hij het zwaard uit de
scheede en doorboorde den voorschotvrager. Deze
bleef echter merkwaardigerwijze tot de grootste
verbazing van het publiek en zijn tegenpartij
staan. „Sterf, verrader!" brulde de directeur
hem nogmaals toe. Maar nog steeds maakte Lau
rent geen aanstalten om, zooals het een doodelijk
gewonde betaamt, neer te storten, daarentegen
fluisterde hij den directeur zachtjes toe:
Wilt u een voorschot geven, ja of neen?
Sterf, verrader! klonk het thans dreigend
en op woedenden toon.
Ik sterf niet voordat je mij het voorschot
beloofd hebt, antwoordde Laurent zachtjes doch
met vaste stem.
Goed, je zult het hebben.
Op je woord van eer?
Op mijn eerewoord.
Toen eerst viel de verrader onder den leven-
digen bijval van het publiek, dood ter aarde,
om spoedig daarop op het bureau der directie
zjjn zuurverdiende voorschot in ontvangst te gaan
nemen.
't Verhaal gaat, dat een uitgever, bezig
met een encyclopaedic, zich eenigszins verontrustte
over de wijze, waarop het woord „ark" was be
handeld. Hij meende, dat daardoor het succes
der uitgave bij de meer orthodoxe gebruikers
zou werden geschaad. Hij redde zich door achter
het woord te voegenZie Noach.
Toen hij echter een jaar later het artikel
„Noach" dat naar hij meende aan meer om
zichtige handen was toevertrouwd in proef
las, overviel hem dezelfde vrees. Hij redde zich
ten tweede male door achter het woord te voegen
Zie Zondvloed. Is 't werk zóó ver gevorderd,
dan hoopt hij iemand te hebben gevonden, die
't gevaar weet te ontwijken.
EEN WELBETAALD GESCHENK.
Baron Willy von Rothschild, chef van het huis
Rothschild, te Frankfort, lijdt aan de gevolgen
van influenza en de geneesheeren hebben hem
ouden Tokayer wijn voorgeschreven. OudeTokayer
schijnt echter moeielijk te krijgen te zijn, zoodat
de baron vijf flesschen aan een rentenier te
Frankfort liet verzoeken, daar de kelder van
dien heer een buitengewoon goede reputatie
geniet. Aan het verzoek werd welwillend voldaan
en de rentenier weigerde elke vergoeding. De
baron liet daarop voor elke flesch 1000 mark
(f600) aan de armen uitdeelen en betaalde op
die manier zijn wijn op een even wellevende als
edelmoedige wijze.
HET GEEUWEN
Een Belgisch geneeskundige zegt, dat geeu
wen een voor de gezondheid zeer heilzame verrich
ting is, en bovendien een gunstigen invloed oefent
bij aandoeningen van de keel of de Eustachische
buis. Geeuwen is de meest natuurlijke manier
om de ademhalingsorganen te oefenen, daar als
dan al de bij de ademhaling betrokken spieren
van de borst en den hals in werking komen.
Geeuwen verdient aanbeveling, zoowel des
morgens als des avonds, en wel met uitgestrekte
armen; de longen worden daardoor geventileerd
en de bij de ademhaling benoodigde spieren
versterkt. Bij wijze van gymnastische oefening,
wordt geeuwen met goed gevolg toegepast bij
keel- en oorziekten. Het moet dan zes- of acht
maal achtereen gedaan worden en telkens ge
volgd worden doorslokken.
DE REIS VAN PRESIDENT KRUGER.
Volgens een telegram van den 6 Maart te
Londen ontvangen, wordt gemeld, dat eene be
slissing in zake het vertrek van president Kruger
naar Engeland niet zal genomen worden dan na
ontvangst van het definitief antwoord van den
minister Chamberlain over de onderwerpen die
in discussie zullen worden gebracht.
EENE DEPUTATIE.
„Toen ik nog minister van marine was," ver
haalt de heer Robeson in een, eenige jaren ge
leden, in Amerika verschenen boek, „kwamen
er honderden zeelieden bij mij en gaven hun
verlangen te kennen, om tot een zekeren rang
bevorderd te worden. Het was hun niet te doen
om meer bezoldiging, maar alleen om een be
trekkelijk hoogeren rang. Ik kon niets voor hen
doen; maar zij kwamen herhaaldelijk terug en
werden vrij lastig en eindelijk bracht ik eene
deputatie uit hun midden naar het Witte Huis
en liet hen, hun verzoek aan generaal Grant in
persoon doen. Zij zeiden hem, wat zij verlang
den en drongen bedaard, maar krachtig op her
stel van hunne grieven aan. Eindeljjk stapte een
oude bootsman vooruit en terwijl hij zijne broek
optrok en de tabakspruim in zijn mond heen en
weer draaide, zeide hij
„Mijnheer de president, ik zal u de zaak eens
duidelijk maken. Ziet u, ik ben, om zoo te zeg
gen, een vader of eigenljjk, dat ben ik werke
lijk. Mijn zoon is adelborst. Die staat in rang
boven mij, ziet u wel! Dat is toch niet zooals
't behoort wat zegt u er van?"
„Zoo!" zeide Grant. „Wie heeft hem tot adel
borst aangesteld?"
„De minister, hier," antwoordde de bootsman
en door de vraag van den president aangemoe
digd, ging hij voort„Is dat nu niet onpleizierig
voor mij, dat ik onder hem moet staan! Als ik
op zijn schip kwam, zou de jongen, dien ik in
gehoorzaamheid heb opgevoed, zijn eigen vader
commandeeren. Ga eens na! En hij heeft alles
veel beter dan ik beter kost betere slaap
plaats, een leder zacht bed en zoo al meer. Nu,
hoe vindt u dat?"
„Ja, zeide de president, „het gaat in de wereld
al raar toe. Ik weet een geval precies als het uwe."
De oude bootsman griunekte en gaf weereen
ruk aan zijn broek.
„Ik ken een oud man," ging generaal Grant
voort, „die postdirecteur in een klein stadje in
Kentukky is. Hij woont in een klein huifje en
leeft zeer eenvoudig. Hij is een knap maD, maar
volstrekt geen man van stand. Zijn zoon staat
in rang veel hooger boven hem dan uw zoon
boven u. Zijn zoon woont in Washington, in het
grootste huis, dat daar is en hij is omringd van
de kostbaarste meubelen en eet en drinkt alles,
waar hij trek in heeft. Als hij wilde, zou hij
oogenblikkelijk zijn vader in een hoogeren staat
kunnen plaatsen, maar dat vindt hij niet noodig.
En de oude man dat is Jesse Grant weetje
schijnt om die ongelijkheid van rang niets
te geven. Hij is, geloof ik, maar blijde, dat zijn
zoon zoo in de wereld vooruitgekomen is.*
De oude bootsman keek op het tapijt neer en
scheen er met zijn toon een gat in te willen
borenal zijne kameraads lachten en klopten
hem op den rug en met groote vroolijkheid trok
de deputatie af.
Nooit heb ik weer iets van het verzoek of de
verzoekers gehoord.
LUXE-PIANO'S.
Indien een onzer lezers ooit bij de eene of
andere gelegenheid in de noodzakelijkheid mocht
komen, een zijner vrienden of kennissen een
nuttig en tekens goedkoop geschenk aan te bie
den, moeten wij hem beslist afraden, tot dat
doel een piano van Engelsch fabrikaat te kiezen.
Piano's die overal tamelijk duur zijn, bereiken
aan gene zijde van het kanaal en in de Nieuwe
Wereld prijzen, die aan het fantastische grenzen,
Het is daar de mode, zich bij een der eerste fa
brieken een piano te laten maken, die, wat het
mechaniek betreft, min of meer volmaakt is, naar
gelang van den prijs, dien men voor het in
strument besteden wil. De kast, waarvan men
eerst door een architect een gedetailleerde tee-
kening laat maken, wordt naar verkiezing van
het fijnste hout vervaardigd, vervolgens versierd
met rijk gebeeldhouwde paneelen, voorzien van
prachtig inlegwerk of beschilderd door de be
roemdste artisten der Oude en Nieuwe Wereld,
Burne-Jonas, Alma-Tadema en anderen. Zulk een
piano, die uitsluitend op speciale bestelling gele
verd wordt, is het toppunt van weelde, elegance
en verfijning van smaak onzer dagenHet is
dus geen wonder, dat dergelijke instrumenten,
die ware kunstvoorwerpen, eenig in hun soort
zijn, met enorme prijzen betaald worden. Zoo
kocht de markies Yan Breadalbane onlangs een
piano, die verscheidene duizenden ponden ster
ling (f 12) kostte. Die van mevrouw Sassoon,
eveneens een prachtstuk, kostte niet minder dan
f19.000. Carmen Sylva, de koningin van Rumenië
liet zich voor denzelfden prijs en naar hetzelfde
model een dergelijke piano maken. De kast
ig van ebbenhout ingelegd met zilver, versierd
met echte parels en de steunstukken van het
klavier zijn van gebeeeldhouwd ivoor. De spoor
wegkoning der Yereenigde Staten, mr. Cornelius
Vanderbilt, bezit een prachtige piano van on
geveer f45,000. Alleen het tabouretje heeft meer
dan f500 gekost. De New-Yorksche millionair
Henry C. Marquand bezit een vleugelpiano, die
waarschijnlijk wel de duurste der wereld zal
zijn. Zij kost niet minder dan f 125.000. Het
is niet alleen een zeldzaam instrument wat den
toon aangaat, doch vooral de kast is een mees
terstuk. Elk paneel geschilderd door Alma-Tadema
is omlijst door een rand van edelgesteenten en
alles, tot zelfs de verguld zilveren handvatsels,
is een waar kunstwerk. Tot slot nog een kleine,
weinig bekende statistiek.
Er zijn ongeveer 170 piano fabrieken te Lon
den, die gemiddeld 100,000 piano's per jaar
verkoopen. Alleen voor de toetsen van alle pia
no's, die over de geheele wereld gefabriceerd
worden, moet men elk jaar ruim 50.000 olifan
ten van hun slagtanden ontdoen.
De buitenlandsche bladen zijn vol over de
nederlaag der Italianen. En uit alle berichten
blijkt zonneklaar dat de Italianen op verschrik
kelijke manier slaag hebben gekregen. De slag
moet plaats gehad hebben ten Zuid-Oosten
van Adowa, waar de Abessiniërs zoo verwoed
op de Italianen zijn aangevallen, dat deze
over een afstand van vijftig kilometer zijn
teruggeworpen, en al de artillerie en duizen
den geweren in de handen van de vijand zijn
gevallen.
Men vraagt zich af, hoe het mogelijk is,
dat generaal Baratieri zulk een aanval heeft
gewaagd, terwijl hij slechts enkele dagen had
behoeven te wachten om en versterking te
krijgen van achttien nieuwe bataillons. Waar
schijnlijk heeft generaal Baratieri gehandeld
uit overmoed, om te toonen dat hij den strijd
even goed ten einde zou kunnen brengen,
wanneer hij zulks wilde, als zijn opvolger
Baldissera. Hij heeft gehandeld onder den in
vloed van een coupe de tête, zegt de New-
York Hereld", heeft alles gewaagd en is blin
delings tot den aanval overgegaan.
Het is daarom zeer te begrijpen dat het
Italiaansche volk met groote woede tegen hem
i te keer gaat, want de slachting onder hun
j troepen is verschrikkelijk geweest. Minstens
3000 soldaten van de 15000 zijn gedood in den
slag, die den geheelen dag duurde en die door
de Abessiniërs met groot beleid moet zijn ge
voerd. Daardoor komen weer de praatjes te
voorschijn, dat de Abesseniërs geholpen wor
den door de Franschen. De woede tegen de
Franschen moet dan ook onder de officieren
buitengewoon groot zijn. „Wij voeren in
Afrika geen oorlog tegen Menelik", werd o.a.
den Romeinschen correspondent van het „Ber
liner Tageblat" gezegd, „maar tegen de Fran
schen." De woede tegen de Franschen is zoo
groot, zegt dezelfde correspondent, dat mijn
zegsman mij verzekert, dat, wanneer het tot
een oorlog met Frankrijk kwam, elk officier
met pleizier zijn hemd en zijn bed zou ver
koopen. En, voegde die zegsman er aan toe,
„zooals ik, denken al mijn kameraden."
Misschien breekt er echter met het optre
den van generaal Baldissera een betere toe
komst voor de Italianen aan. Deze officier
heeft een schitterend verleden achter zich.
Hij is 27 Mei 1838 geboren uit eenvoudige
ouders, en heeft langen tijd in het Oosten
rijk sen e leger gediend. Als kind werd hij als
't ware van de straat opgenomen door den
aartsbisschop van Udine, die hem aanbeval
bij keizerin Marianne van Oostenrijk, op wier
kosten hij zijn militaire studiën begon. In 1859
nam hij in Oostenrijkschen dienst deel aan
den slag bij Solferino en den slag van Sadowa.
Na 1866 ging hij over in Italiaansehen dienst,
waar hij zich evenzeer onderscheidde als in
het Oostenrijksche leger. Hij maakte spoedig
promotie, werd majoor, luitenant-kolonel en
kolonel bij de bersagliori. In 1887 vertrok hij
als brigade-generaal naar Afrika, waar hij
deelnam aan de expeditie onder den divisie-
generaal San Marzano. Hij was het, die op 3
Augustus 1889 Asmara bezette, dat thans
weer in handen der Abessiniërs zal vallen.
De vertaling van een kort verslag, om te
doen zien hoe de hartstochten bewogen wa
ren toen de heer Crispi in de Italiaansche
Kamer het ontslag van het ministeri mede
deelde
„Om 2 uur 10 minuten trad het kabinet
binnen en onder doodsche stilte nam de heer
Crispi het woord, ter voorlezing der korte
verklaring, dat de koning het ontslag van
het ministerie had aangenomen.
Bij deze woorden brak een verschrikkelijk,
tot aan waanzin grenzend gejuich los, in de
zaal zoowel als op de tribunes. Zelfs de dames
die zich in de hofloges bevonden, klapten in
de handen als bezetenen. Men riep„El vi-
vare!" en schreeuwde ongelooflijke beleedi-
gingen aan het adres van Crispi, die spottend
naar rechts en links zich boog (vernieuwd
bravo!) De uiterste linkerzijde maakte lawaai,
siste en huilde: „Er uit! Er uit! Er uit! Weg
met de dieven! Weg met de roovers en moor
denaars 1"
Het lawaai duurde verscheiden minuten.
Terwijl de socialist Berenini zijn partijgenoo-
ten tevergeefs tot kalmte aanmaande, verhief
zich Crispi ten tweeden male en sprak ironisch
den wensch uit, dat het zijn opvolgers zou
mogen gelukken, de openbare orde te bewa
ren. (Nieuw gehuil en nieuwe bloedige belee-
digingen).
Eindelijk verschafte zich de president, de
heer Villa, een weinig gehoor en vermaande
bij de vergadering in naam des konings tot
kalmte.
Dit was echter het sein tot een nieuwen
orkaan.
„Neen, wij willen niet zwijgen, wij willen
spreken! Wij willen discussieeren! Weg met
de dieven! Weg met de spitsboeven!" De
tribunes deden deze beleedigingen gepaard
gaan met wild gehuil, waarop Crispi met
het gansche kabinet de zaal verliet, omringd
en gevolgd door een massa brullende, drei
gende en opgewonden gesticuleerende afge
vaardigden.
Tevergeefs vermaande de luidende bel van
den president tot kalmte, zijne vermaningen
hadden niet het geringste resultaat er. de
militairen drongen eindelijk de tribunes bin
nen en noodzaakten het publiek tot heengaan.
Intusschen had de president de vergadering
geschorst.
Op de journalisten-tribune kwam het tot
heftige tooneelen. De journalisten schreeuw
den den president toe: „Roep de militairen
terug! Schande over u! Dit is de eerste
maal, dat de militairen de perstribune bin
nen dringen! Wij gaan niet! Wij laten ons
eerder naar buiten dragen!"
Tevergeefs deden de afgevaardigden van
alle partijen hun best. Eerst na een tumult
en een gebrul van drie kwartier, zooals gek
ken in het krankzinnigenhuis het niet erger
kunnen doen, kwam er een beetje rust en
nu gingen de militairen heen. Tegelijk werd
de zitting der Kamer gesloten.
„Men ziet zoo eindigt het korte verslag
men ziet, de aanvang van het nieuwe
regime is goed."
Men ziet aldus een schoon voorbeeld van
het parlementarisme op het einde der negen
tiende eeuw! Brullende afgevaardigden en
in de vergaderzaal militairen, die de verte
genwoordigers van het souvereine volk in
toom moet houden in 1896!
Aldus herdachten de afgevaardigden van
het volk, welks zonen gesneuveld zijn tusschen
de rotsen van hot Abessinische bergland, zelfs
de dames der hofloges, de gesneuvelden in
Italiaansch Oost-Afrika.
Er zijn landen, die een onverhoopte neder
laag in hun koloniën met meer waardigheid
weten te dragen.
INGEZONDEN.
Mijnheer de Redacteur!
Beleefd zou ik u willen verzoeken voor eenige
plaatsruimte in uw blad voor onderstaande.
Het schrijven in uw blad van 1.1. Zondag 1
Maart omtrent de hoeveelheid kool aan de Lan-
gedijk komt mijns inziens zeer onjuist voor. Ik
wil het wel zeer betwijfelen of er wel één bou
wer aan de Langedijk is die 100 duizend kool
heeft, evenmin dat er verscheidene bouwers zijn,
die er van de 50 duizend tot de 100 duizend
hebben. Ik geloof, Mijnheer de Redacteur, dat
u dichter bij de waarheid zoudt zijn als u schreef
dat er nog verscheidene bouwers zijn die er van
de 10 duizend tot de 30 duizend hebben en dat
er misschien nog enkelen zjjn die er meer heb
ben dan de 30 duizend.
U, Mijnheer de Redacteur, mijn dank voor de
mij verleende plaatsruimte,
Uw getrouwe lezer,
C.
Wij zeggen den inzender hartelijk dank voor
zijn inlichtingen en geven hem de verzekering,
dat onze berichtgever niet zoover van de waar
heid was als bovenstaand stukje zou doen denken.
RED.
PREDIKB EU R TEN.
NED. HERV. GEM. OUD-KARSPEL.
Zondag 8 Maart vm. 9.30 ds. Stramrood.
NED. HERV. GEM. NOORDSCHARWOUDE.
Zondag 8 Maart v.m. 9.30 ds. Habbema.
GER. GEMEENTE.
Zondag 8 Maart vm. 9 uur, n.m. 2 uur ds.
Boeijenga.
Woensdag 11 Maart 's av. 6.30 ds. Boeijenga.
Bidstond voor het gewas.
NED. HERV. GEM. ZUIDSCHARWOUDE.
Zondag 8 Maart vm. 9.30 ds. Melchers. Doop.
Woensdag 11 Maart 's av. 7 uur Dr. A. G. Boon
van Enkhuizen; Rede in het belang der Evan
gelische Maatschappij.
NED. HERV. GEM. BROEK OP LANGEDIJK
Zondag 8 Maart v.m. 9 u. nm. 2 u. ds. Gemser.
GEREFORMEERDE KERK.
(N o o r d e r k e r k.)
Zondag 8 Maart v.m. 9.30 ds. D. Bakker
nm. 2.30 Godsdienstoefening.
Woensdag 11 Maart 's av. 6.30 ds. D. Bakker.
Bidstond voor het gewas.
(Z u i d e r k e r k).
Zondag 8 Maart v.m. 9 uur Godsdienstoefe
ningnam. 2 uur ds. D. Bakker.
DOOPSGEZINDE GEMEENTE.
Zondag 8 Maart vm. 9.45 ds. Vrijer.
Marktberichten.
SCHAGEN, 5 Maart 1896.
40
130
23 Geldekoeien (magere)
100
160
8 Idem (vette)
150
240
32 Kalf koeien
140
200
Graskalveren
140 Nuchtere Kalveren
5
20
Schapen (magers)
Idem (vette)
345 Overhouders
14
21
Lammeren
4 Bokken en Geiten
3
6
20 Varkens (magere)
8
50
12
50
60 Biggen
3
7
25
0
10
1
25
0
50
1
50
1
1
40
Duiven
Kipeieren (per 100)
2
50
2
75
Eendeieren
3
50
Boter (Kilogram)
1
1
10
Kaas
0
25
0
35
De handel in magere geldekoeien en kalf koeien,
was evenals die in vette koeien, stug; vette koeien
golden le kwaliteit 34 ets., 2e kwaliteit 32 ets. per
l/» kilogr. De handel in overhouders was iets vlugger,
hoewel de prijzen vrijwel dezelfde bleven. De beste
nuchtere kalveren gingen tegen hooge prijzen flink
van de hand.
Aan de vette varkensmarkt werden 25 stuks aan
gevoerd: de prijzen liepen van 30 tot 36 cents per
kilogram.
Burgerlijke Stand.
Gemeente Noordscharwoude.
Ingeschreven van 129 Februari 1896.
Ondertrouwd en Getoruwd: Geene.
Geboren: Maartje, d. v. Pieter de Geus Gz.
en Geertje Berkhouwer. Jacob, z. v. Cornelis
Schuitemaker en Antje Wagenaar. Nanning
Cornelis, z. v. Dirk Stam en Maartje Kriller.
OverledenGrietje Bakker, eerst weduwe van
Willem Muller, laatst van Cornelis Kuiper, 73'/2
jaar. Maartje Wagenaar, eerst weduwe Pieter
Scheltus, laatst van Leonardus Johannes Bak
ker, 62 jr. Neeltje Blom, echtg. van Dirk Blom,
31 jaar. Jacobus, z. v. Jacob Spaans en Aaltje
Mol, 4 m.