„Nieuwe Langedijker Courant", van Zondag 28 Juni 1896. i 1 der rijken te ontkomen. „Zijn wij dus nóch dankbaar, nóch voldaan over deze wet, zoo besluit het wij aan vaarden haar als het eenige, wat onder de be staande omstandigheden kon worden verwacht en wij willen haar gebruiken, om het meerdere, dat wij eischen, te veroveren. Het Volksdagblad zet uiteen, dat een zware verplichting thans op alle werklieden, die voor het kiesrecht in aanmerking komen, rust. „Dat recht," zegt het, „zal hun geld kosten en hun eerste natuurlijke t pwelling zalzjjn, om zich dus maar niet te laten schikken onder de gegadigden. Zij hebben echter te bedenken, dat door hun offer alleen ook hun medewerklieden het kiesrecht kunnen krijgen, dat zij, verzuimende thans hun invloed aan te wenden, ten einde een meer aan hun wenschen beantwoordende volks vertegenwoordiging te krijgen, verzuimen, zich zelf en allen achter hen staanden in de gelegen heid te stellen, voorgoed alle hindernissen die hen bij het verwerven hunner rechten belem meren, uit den weg te ruimen. Want de zuur opgebrachte guldens, waarmede het kiesrecht thans zal worden verworven, mogen een offer zijn, nog grooter offer zou de werkman brengen, die ter wille van die guldens het voor hem verkrijgbare recht uitsluitend ltet in de handen der voogden, die zijn belangen zoo erbarmelijk hebben ver waarloosd." Recht voor Allen zegt van de wet alleen„Ende aan deze doodsbeenderen is leven ingeblazen!" ATJEH. De jongste berichten uit Atjeh wekken be vreemding, zegt de „Standaard". Generaal Vetter is ontheven van zijn mandaat. Een nieuw militair en civiel gouverneur is aan gesteld. We zijn uit de eerste in de tweede periode overgegaan. En toch ontbreekt zoo uit Indië als van het Plein elke aanduiding, wat de beteekenis zij, die we aan dezen overgang hebben te hechten. Zoo oppervlakkig maakt het den indruk, alsof we nu uit den buitengewonen weer in den ge wonen toestand zijn teruggekeerd alsof het werk der tuchtiging is afgeloopen en alsof we nu weer binnen onze linie gaan zitten wachten op de dingen, die komen zullen. Al het verschil met vroeger zou dan zijn, dat we onze buitenposten kwijt zijneen 300 man aan dooden en gewonden ten offer brachten tal van kampongs hebben vernieldminstens een duizend Atjehers in het zand hebben doen bij ten en nu voorts weer op den uitkijk gaan staan als voorheen. Zou dit nu metterdaad de oplossing van het vraagstuk zijn Maar staat het dan niet te voorzien, dat na niet langen tjjd de Atjehers, van den eersten schrik bekomen, het oude lieve leventje weer van voren af aan beginnen, ons met den ge- vreesden guerilla-oorlog het leven weer moeilijk zullen maken, en straks weer in een onderhan deling met ons zullen treden, die op nieuwe te leurstelling moet uitloopen Zoo is wel de pijnlijke zweer bloedig doorge sneden en voor het oogenblik gezuiverd, maar uit het kwade bloed zal de oude zweer telkens weer oploopen, en nieuwe operatie zal onver mijdelijk zijn. Dit nu is geen stelsel, het is geen systeem het is geen staatkunde. Zoo blijft het hinken op twee gedachten voort duren. En juist wat men in Indië zoowel als hier te lande voor alle dingen vraagt, is, dat aan de besluiteloosheid een eind kome. Dat men kiezen of deelen zal. Dat men toont te weten wat men wil. Buitenland. De nieuwe Shah van Perzië moet voorne mens zijn, tal van hervormingen in zijn rijk in te voeren. Behalve de reeds vermelde maatrege len tegen omkooperij bjj het verleenen van ambten en eerbewijzen, wil bij het belastingstelsel ver beteren, verschillende nuttige instellingen stich ten, aan de groote steden in zeker opzicht zelf- regeering schenken, het leger naar Europeesch model inrichten en godsdienstvrijheid invoeren. Omheiningen van zoogenaamd prikkel- of stekeldraad ziet men hier te lande zoowel als in het naburige Duitschland zeer veel, vooral bij buitens en boerderijen. Aan dat hatelijke prikkeldraad hebben zich reeds velen, vooral ook kinderen, gewond. Een grondbezitter nabij Berlijn, die zijn goed met prikkeldraad had omheind, werd door de politie aangemaand, dat te ver wijderen, als gevaarlijk voor het openbaar ver keer. Hij voldeed echter hieraan niet en bracht de zaak voor het „Oberverwaltungsgerecht". De rechter stelde hem echter in het ongelijk, en be sliste, dat men, „om zijn eigen goed te beschermen, nooit het leven, de gezondheid of het eigendom van anderen in gevaar mocht brengen." Den 5den Juli moeten in BELGIË ver kiezingen plaats hebben voor de Kamer. Hoe de gemoederen in beweging worden gebracht, mag blijken uit het volgende uitknipseltje uit een li beraal blad uit Antwerpen, dat aldus tegen de katholieke vertegenwoordigers te keer gaat: Antwerpenaars Smijt ze de deur uit! Aan de deur, de volksbedriegers! Aan de deur, de uithongeraars! Aan de deur, de bisschoppenknechten Aan de deur, de gezworen vijanden van onze duurbare Scheldestad! Gisteren was het twee jaar geleden, dat president Carnot te LYON vermoord werd door Caserio. De president der republiek en de ministers begaven zich des morgens naar het panthéon, om een krans te leggen op het graf van den vermoorde. Daar mevr. Carnot ziek is geweest en de ge- neesheeren haar alle aandoening verboden, zijn de diensten in de kerk uitgesteld. De graven van het Panthéon waren ook toe gankelijk voor het publiek. EEN VERMAKELIJKE DRUKFOUT. Gelezen in een der provinciale bladen: Reuter seint uit Panama: (Padua). De kist, bevattende het stoffelijk overblijfsel van den prins van Oranje, is gevonden. RUSSISCH. Langzamerhand wordt het bekend, dat niet alleen in St. Petersburg, maar ook op verschil lende plaatsen in het binnenland van Rusland zeer ruwe tooneelen zijn voorgevallen ter gele genheid van het kroningsfeest en wat de zaak nog leelijker maakt, dat het volk zelf deze too neelen heeft begonnen, onder zinspeling op het manifest des Keizers, hetwelk gratie toestond voor kleine misdaden. Eigenaardig genoeg is in dit opzicht een mededeeling uit Koslow. Dronken volkshoopen riepen daar voor particuliere huizen de eigenaars naar buiten, verlangden geld van hen en dreigden in geval van weigering het huis te verwoesten, de bewoners te dooden. Ver schillende huiseigenaars lieten zich bang maken en betaalden, anderen echter traden moediger op en wezen de onbeschaamde lieden terug. Het beste verstond een zekere meneer G—w de kunst om het met deze lui klaar te spelen. Toen zij tot hem kwamen met de woorden: „Geef ons geld, anders zullen we je huis ver nielen en slaan we je dood," hield hij hun op kalmen toon de straffen voor, die hen zouden treffen. Maar daarvan wilden zij niets weten. „Was er dan geen kroningsmanifest, volgens hetwelk alle misdrijven werden gegeven?" „Zeker is dit er," zeide de heer Gw, „en dit manifest schenkt ook mij genade, als ik een paar van jou schurken neerschiet." Op hetzelfde oogenblik haalde hij een geladen revolver uit zijn zak en richtte die op de belhamels. Deze zeer eigenaardige uitlegging van het ma nifest en ook d e gapende revolver maakte een bijzonderen indruk op de massa; zij zetten het op een loopen en beproefden of ze in andere straten wat vreesachtiger menschen aantroffen. Daar hebben zij dan ook vrij wat boozer dingen uitgehaald, zij sloegen de mannen en beleedigden op de vreeselijkste wijze vrouwen en meisjes. Waar de politie ondertusschen was en waarom de mannelijke bevolking niet gezamenlijk optrad tegen de dronken menigte, wordt niet gezegd. Volgens de Grasdhanin kwam het in een dorp in het gouvernement Jekaterinoslaw tot een Jo denvervolging, ook al tengevolge der Kronings feesten. De dronken boeren verwoestten een en al de meubels van den Israëliet Abram Fried- mann, plunderden den winkel van een ander en staken dien daarna in brand, waarbij een dron ken boer in de vlammen omkwam. Ook werden nog andere winkels leeggehaald en verwoest. De oorzaak schijnt te wezen, dat de Israëlieten op den kroningsdag hun winkels hadden gesloten. Toen nu de voorraad brandewijn in het dorp op was, verlangden de boeren meer en vielen zjj de Joden aan. Vooral op Friedmann waren zij zeer verbitterd, wijl ze beweerden, dat zijn huis op een stuk land, dat aan hen, de boeren, in eigendom toekwam. Een socialistische rede. Op een zeer merkwaardige wijze is de nieuw fransche prefect Cleiftie door den socialistischen burgemeeeter van Marseille ontvangen. Diens toespraak was niet minder dan een oorlogsver klaring aan de regeering. In hoofdzaak luidde deze aldus „Al is het aan de vertegenwoordigers der ge meenten bij de wet verboden zich te bekommeren om politieke aangelegenheden en al zijn zij daar door beperkt tot een eng gebied, dat zich echter na korten of langen tijd zal uitbreiden, het ge kozen lichaam heeft toch het recht zijn staatkun dige beginselen te verkondigen. Den 3en Mei heeft de bevolking van Marseille ons gekozen als vertegenwoordigers van haar gemeente met de opdracht vast te houden aan het socialistische program en dit overal te passen waar de om standigheden het eischen. Zonder vrees hebben wij de verklaring der regeering gehoord, dat zij met het socialisme niets te maken wil hebben. Deze verklaring zal der regeering later berouwen en belet ons niet te handelen naar de opdracht ons door het volk gegeven, altijd met inacht neming der achting aan de regeering verschul digd." Iets verder ging de burgemeester voort: „Ik hoop, mijnheer de prefect, dat gij u zelf zult over tuigen van het nadeel,dat het beschermende stelsel heeft berokkend aan den handel van Marseille. Ik hoop, dat gij aan de regeering de stichting van dit stelsel zult duidelijk maken en dat gij haar openlijk zult verklaren dat, al wil zjj met de socialisten niets te maken hebben, geen enkele inwoner van Marselle, op een of twee afgevaar digden der stad na, met den Méline, die de oor zaak is van ons ongeluk, tevreden is." En de prefect kon geen enkel woord vinden om den socialistischen burgemeester op zijn plaats te zettenhij zeide hem zelf dank voor de ach ting die de burgemeester tegenover de regeering aan den dag had gelegd De ministerraad heeft den prefect ontslagen. LI HOENG TSJANG. Het sterfgeval in de keizerlijke familie van China (de keizerin-moeder is overleden) zal, naar men verneemt, geen verandering brengen in het voorgenomen bezoek van den Chineeschen staats man Li Hoeng Tsjang aan ons land. Het plan daarvoor is Dinsdag vastgesteld. Zooals aanvan kelijk gemeld is, zal de gezant vier dagen hier te lande doorbrengen, nl. van 4 tot en met 8 Juli. Hij zal met de aan zijn hoogen rang ver schuldigde eerbewijzen worden ontvangente zij ner beschikking zullen koninklijke rijtuigen ge steld worden en waar hij zich in het openbaar vertoont, zal hij worden begeleid door een escorte cavalerie als eerewacht. Li Hoeng Tsjang zal waarschijnlijk Maandag 6 Juli, bij H.M. te Soestdijk op audiëntie gaan. Een bezoek aan Rotterdam is ook onder de uitstapjes van het Chineesche gezelschap begrepen. Tevens kan worden medegedeeld, dat door de Nederlandsche regeering als gedelegeerden met de ontvangst van den hoogen staatsdienaar zijn belast de heeren J. T. Cremer, lid van de Tweede Kamer en W. Groeneveldt, oud-vice-president van den Raad van Indië, die beiden in ambte lijke of commercieele betrekkingen met China hebben gestaan. Deze heeren zullen den hoog- geplaatsten Chineeschen staatsambtenaar na zijn vertrek uit Keulen tot aan de Duitsche grenzen tegemoetreizen, terwijl de heer Knobel, minister resident in China, Li Hoeng Tsjang, met wien hp reeds in zijn diplomatieke betrekking te Pe king heeft kennis gemaakt, mede zal vergezel len als een bewijs van persoonlijke beleefdheid tegenover hem. ATJEH. (Van week tot week). Aan de Telegraaf is geseind „De Moulin is benoemd tot gouverneur van Atjeh." Generaal-majoor J. J. K. de Moulin (van de artillerie, chef van den generalen staf) is dus definitief tot gouverneur van Atjeh benoemd, met welke functie onmiddelijk na aankomst van ge neraal Vetter op Atjeh, de resident voor de Atjeh- sche zaken K. F. H. van Langen, tijdelijk werd belast. Het N. v. d. D. ontving een dergelijk bericht Verder werd aan dit blad nog geseind, dat ge neraal Vetter na Java terugkeert. De correspondent van de N. R. Ct. te Batavia seinde dato 20 Juni: Toekoe Oemar nam het hoofd van Lampagar gevangen. Vier bataljons gaan er heen. De correspondent van de N. R. Ct. te Bata via seinde 22 Juni: „Onze troepen keerden van den laatsten tocht terug, zonder verliezen geleden te hebben. „Heden gaat weer een colonne naar Kroeng Raba." En later: Het vijfde bataljon keert met de tweede berg- batterij naar Java terug. „Aan generaal-majoor J. J. K. de Moulin, tot nog chef van den generalen staf, thans be noemd tot civiel en militair gouverneur van Atjeh en onderhoorigheden, is opgedragen zich Zater dag a.s. in te schepen naar Atjeh." De correspondent van de N. R. Ct. te Batavia seinde 23 Juni. „De colonne, die naar Kroeng Raba is geweest is teruggekeerd; twee caveleristen werden ge wond. „Heden heeft een actie tegen Kroen Kali plaats. ,Eene colonne gaat er op oorlogsschepen over Lamga heen en eene colonne over Lamjong. „Generaal Vetter keert Donderdag naar Java terug." Onder dagteekening van 26 Juni seinde de In dische correspondent van het Hbl. „Generaal Vetter keert reeds morgen uit Atjeh naar Batavia terug. „Gisteren zijn vijf bataillons naar Lam Nga en Kroeng Kali, ten oosten van onze stelling in de XXVI Moekims uitgerukt. De resident voor de Atjehsche zaken K. F. H. van Langen, die bjj het aftreden van gene raal Deykerhoff tot tijdelijk gouverneur was be noemd, legde dit ambt neder. De Gouvern.- Generaal heeft de oprichting van twee reserve- batailjons bevolen." En het Nieuws ontving nog dit telegram: De troepen tuchtigden in het Noordelijk deel der XXVI Moekims, de bezittingen van Nja Ma- kam en Toekoe Tjoet Toenkoeng. Gesneuveld 1 soldaat. Gewond 8 soldaten. Generaal Vetter vertrekt morgen naar Batavia. De correspondent der N. R. C. seinde 24 Juni „Het doel van onzen laatsten tocht om den vijand in te sluiten is mislukt. Wij ondervonden weinig tegenstand en hadden één doode en acht gewonden." Met den in het telegram vermelden laatsten tocht zal wel bedoeld zijn de tocht naar Kroeng Kali. Het Nieuws ontving heden dit telegram Het vertrek van Gen. Vetter is uitgesteld in verband met een spoedige evpeditie naar Lepong. [Staatje aan de W.-Kust, waar de vijand ben- tings opwierp en op de oorlogschepen vuurde]. PREDIKBEURTEN. NED. HERV. GEM. OUD-KARSPEL. Zondag 28 Juni v.m. 9.30 u. ds. Stramrood. NED. HERV. GEM. NOORDSCHARWOUDE. Zondag 28 Juni v.m. 9.30 ds. Habbema. GER. GEMEENTE. Zondag 28 Juni v.m. 9 uur, Bediening van het II. Avondmaaln.m. 2.30 uur, Dankzegging en Doop, ds. Boeijenga. NED. HERV. GEM. ZUIDSCHARWOUDE. Zondag 28 Juni vm. 9.30 ds. Melchers. NED. HERV. GEM. BROEK OP LANGEDIJK. Zondag 28 Juni v.m. 9 u. nm. 2 u. ds. Gemser. GEREFORMEERDE KERK. (N o o r d e r k e r k.) Zondag 28 Juni nm. 2.30 ds. D. Bakker. (Z u i d e r k e r k). Zondag 28 Juni vm. 9.30 ds. D. Bakker. DOOPSGEZINDE GEMEENTE. Zondag 28 Juni vm. 9.30 M. Honing h, Can- didaat aan de Doopsgez. Sociëteit te Amsterdam. Marktberichten. Zaterdag i Maandag S Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag J Groentenmarkt te Broek op Langedijk. Van 22-27 Juni. De aardappelen golden Maandag f0.70afl.15- Dinsdag f 0.70 a f 1.10Woensdag f0.60 a fl.10- Donderdag f0.60 a fl.10; Vrijdag f0.70 a f0.90. De wortelen golden Maandag fL80 a f2.50; Dinsdag f 1-20 a f2.10; Woensdag f 1.40 a f2.-Donderdag fl.10 a f 1.80; Vrijdag fl.20 a fO.-. Groentenmarkt te Sint Rancras. Van 20—26 Juni. I 308 manden f0.60 a fl.10. 1 256 manden f0,85 a f 1.15. 1 265 manden f0,70 a f 1,05. 395 manden f0.60 a f 1,10. I 194 manden f0,65 a' f 1,05. 482 manden f0,45 a f 1,05. In het geheel werden deze week aangevoerd 1900 manden aardappelen, welke over het algemeen vlug van de hand gingen. Dinsdag en Vrijdag was de han del stug, waarschijnlijk door den grooton aanvoer, respectievelijk werden op die dagen aangevoerd 395 en 482 manden. De slaboonen, welke Vrijdag werden verhandeld konden fl.05 de 1000 gelden. SCHAGEN, 25 Juni 1896. 4 Paarden Veulens Ossen Stieren 18 Geldekoeien (magere) 12 Idem (vette) 18 Kalfkoeien Vaarzen Graskalveren 15 Nuchtere Kalveren Rammen Schapen (magere) 76 Idem (vette) Overhouders 100 Lammeren 5 Bokken en Geiten 24 Varkens (magere). Konijnen Kippen Eenden Duiven Kipeieren (per 100) Eendeieren Boter (Kilogram) Kaas Magere geldekoeien en kalfkoeien waren heden prijshoudend; de handel in vette koeien was vlug. Vette schapen, hoewel prijshoudend, gingen redelijk van de hand. Lammeren blijven flink in prijs. Aan de vette varkensmarkt werden 24 stuks aangevoerd de prijzen liepen van 26 tot 30 ets. p. kilogram. ALKMAAR, 26 Juni. Aangevoerd: 639 stapel Kaas, wegende 208754 Kg. Kleine f 25.50 Commissie f 23.— Middelbare f 23.50 ALKMAAR 27 Juni 1896. Aangevoerd: 8 Paarden f130.— a f 180,— 9 Koeien f140.— a f180.27 Nuchtere kalveren f 8.— a f20 Vette Kalveren f af, per kilo fO.— aO.— 34Schapen f 12 a f20.— 43 Lammeren f8,— f 11.85 Magere varkens f 9.a fll.241 Biggen f 2.50 a f 6.— 6 Bokken en Geiten f 3. a f 8.2 kleine id. f 0.50 a t 1.25 Boter per kop 10.45 a f 0.50 e Aardappelen (oude) f 1.40 a fO.—per zak,idem (nieuwe) fl.20 a f per mandje, Wortelen f3.— a f per 100 bos. Rapen f4.a fO- per 100 bos, Uien f3,00 a fO.OO per 100 bos. Kippen f0.20 a f'1.50. Eenden f0.75 a fO.OO. Konijnen f0.15 a f0.80. Kipeieren f3.75 a f4— per 100stuks. Eend eieren f3.30 a fO.per 100 stuks. RIDDERHOFSPEL. Het sportterrein, waar te Utrecht het Ridder hofspel werd gehouden, ligt in het Hoogelandsche park, dat reeds te 12 uur door politie en veldartillerie was afgezet, teneinde den weg voor de feestgangers maar vooral voor de Koninginnen - vry te laten. Om het ovaalvormige sportveld was een kolossale goed afgewerkte tribune getimmerd, die plaats bood aan ongeveer 5000 toeschouwers. In het midden van een gedeelte voor de Vorstin nen smaakvol .versierd, en een eind verder was dat deel, waar de hoofdpersoon van de maskerade, de ko ning van Bohemen, zijn zetel vond. Reeds te 121/, uur wemelde het van feestgangers en begonnen de tribunes gevuld te worden; en toen ze tegen twee uur vol waren, bood het terrein een aan blik, zooals wel zelden "by ons te lande valt te zien. Daar gaat te twee uur do koninklijke Standaard omhoog, en de Koninginnen rijden hot terrein op, van alle zyden met toejuichingen begroet. Het koninklijk ry'tuig wordt begeleid door een eerewacht van 12 stu denten, die allen in smaakvol maskerade-costuum HH. MM. hadden opgewacht en later weder uitgeleide deden. De Konininginnen nemen plaats, en even daarna komt uit de poort, die aan den ingang van het sport terrein is, de optocht, die den koning van Bohemen naar zyn plaats leidt. Oogverblindend was de pracht. Hel schittert de zon, en doet de harnassen der ridders flikkeren van licht, en geheel de schoone stoet geeft een kleurenpracht te genieten, die waarlijk betooverend is. De muziek schalt vroolyk over het veld, en als de ommegang voorbij de koninklijke zetels trekt, staan de vorstinnen op, om het schitterende schouwspel beter te kunnen gadeslaan. Dan lost zich de stoet op, en de Heraut van den Koning door trompetten voorafgegaan, roept aan de vier hoeken van het veld: „Stilte bidde ick. Vrede banne ick. Andacht gebiede ick van mins Heren des Konincks wegen. Uit naam mins Heren Maximiliaan Koninck von Bohemen, Aertshertoge te Oostenryke open ick het Krüt te desen ridderlycken hofspele." Tegenover den zetel der Koninginnen hebben de kamprechters plaats genomen. In het midden van het veld is een schutting, waar boven een pop uitkijkt. Door de poort ryden de ridders het terrein op, de gevelde lans in de hand. Straks moeten zy den kop van die pop afstooten onder het ryden, maar niet al len gelukt dit. Het tweede n lurnooivechten Aan beide zijden van de schutting reden de blin kend geharnaste ridders met gevelde lansen op el- kander in, zoodat de lansen op het harnas met een lichten schok braken, en de illusie hier volkomen was van een oud tournoi. Dit schitterend schouwspel deed alles om zich heen vergeten, en opgetogen kre ten van bewondering gingen uit het publiek op.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1896 | | pagina 3