Weekblad voor LANGEDIJK en Omstreken. N°. 38. Zondag 20 September 1896. 5e Jaargang. Achteruitgang. Feuilleton. 0ITMASËI1B. U WE LMGlflUKER COURAlT I)eze courant verschijnt eiken Zaterdagnamiddag. ABONNEMENTSPRIJS voor Noordscharwoude, O.cdkarspel, Zuidscharwoude en Br. op Lanöedijk per drie maanden 50 ot., franco p. post 60 ct. UITGEVER: J. H. KEIZER. BUREEL: Hoordscharwoude. PRIJS DER ADYERTENTIÉN: Van 1—5 regels 30 ct., elke regel meer 5 ct. Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend. Brieven rechtstreeks aan den Uitgever. Nieuwe abounds ontvangen de nog in deze maand verschijnende nrs. dezer courant GRATIS. DE UITGEVER. Hoezeer het platteland in het algemeen en do landbouwstand in het bijzonder, achteruit gaat, hebben de cijfers van de laatste be roepstelling in Duitschland op welsprekende wijze aangetoond. De vergelijking met vroegere telling doet in het oog springen, dat hoewel handel en industrie bij onze naburen zich krachtig ont wikkelen, de landbouw integendeel aan een cronische ziekte lijdt. Zal deze belangrijke tak van het volksbe staan niet verkwijnen, dan zal spoedige af doende hulp moeten worden geboden. Vergelijkt men de laatste beroepstelling, wat betreft deze drie hoofdgroepen, met die der vorige, welke plaats vond in 1882, dan komt men tot de volgende uitkomst: 1882. 1895. Totaal inwoners 45.222.000 51.770.000 Landbouw 19.225.000 18.501.000 Industrie16.058.000 20.253.000 Handel4.531.000 5.966.000 Hieruit blijkt dus dat het cijfer voor de landbouwende bevolking met 3/, milüoen is gedaald. Terwijl overal vooruitgang is waar te ne men, blijkt het dab de landbouwstand ver armt, tengevolge waarvan het platte land wordt ontvolkt en de steden toenemen in zie lental. Hierdoor groeit het getal der proletariërs in de steden onrustbarend aan, welke niet kunnen voorzien in de grootsteedsche behoef ten en zoodoende de rijen der ontevredenen vullen of wel tot armlastigen vervallen en de hand ophouden om bedeeling. Men meene nu echter niet dat de Duitsche regeering dit kwaad niet erkent en de mid delen schuwt die verbetering kunnen brengen. Integendeel. Minister Von Hammerstein heeft pas nog aangetoond in een uitvoerig docu ment, dat het gouvernement zeer veel doet en gedaan heeft, om den landbouw uit zijn verval op te heffen. De memorie over den „ten behoove vaai den landbouw in de laatste jaren genomen maatregelen", telt niet minder dan 73 blad zijden. -Men beschuldige de Duitsche regeering dus niet van stilzitten. Na in zijn inleiding te hebben gezegd, dat de egeering „vast besloten is, alle binnen haar bereik liggende middelen aan te wenden, die aan den treurigen toestand zooveel doenlijk een eind kunnen maken," spreekt de minister als zijne meening uit, dat de daling der graan prijzen als de grootste oorzaak der heerschende malaise kan worden genoemdmaar schuld daaraan heeft ook het heerschende erfrecht: en uitvloeisol van beiden is de enorme toe neming van hypotheek en andere schulden. De minister zegt hiervan het volgende: De toeneming der schulden zou dan veel van haar bedenkelijkheid verliezen, indien een daarmee overeenkomende waarde-vermeerde- ring van grond of bodem viel te constateeren. Dit moge echter in of bij de steden het geval zijn, van het landelijk bezit in heb algemeen kan dit niet gezegd worden. Van nieuwe eta blissementen of vernieuwingen van den inven taris is maar zelden sprake; aan verbetering van den grond wordt evenzoo weinig ten koste gelegd. Dus moet men aannemen, dat het grootste deel der schuldvermeedering niet ge diend heeft voor productieve doeleinden, maar tot voldoening aan loopende verplichtingenen bijgevolg is het vermogen der landbouwers er Wü. nlijlr op aohtoj«jit0n0no.n Het heerschende erfrecht, met de gelijke aanspraken van alle kinderen, leidt, volgens den minister, vaak tot een te zware belasting van het grondbezit, als men het goed onder de familie wil houden of in één hand te laten. Doch ook bij aankoop heeft men, in den tijd dat de grondiente stijgende was, almeer de ge woonte aangenomen, om slechts weinig af te betalen en veel schuld op het land te laten staan. Zoolang nu de landbouw met succes ge dreven werd, mocht men vertrouwen zijn ver plichtingen te kunnen nakomen, en zelfs te kunnen aflossenmaar het voortdurend ver minderen van de grondrente, dat het gelijk tijdig dalen van den algemeenen rentevoet overtrofmaakte den toestand ongemeen moei lijk en soms hopeloos. Want nu moest men zijn toevlucht nemen tot nieuwe hypotheek, om aan zijn renteverplichtingen te kunnen voldoen. Voorts wordt in de memorie het dalen van den graanprijs als hoofdoorzaak aangemerkt van het verminderen der grondrente. De Agrariërs geven den raad de prijzen kunstmatig in den hoogte te drijven, maar daar kan niets van komen, volgens minister Von Hammerstein, zooals blijkt uit hetgeen hij verder toelicht: Een verhooging van de invoerrechten is, geheel afgezien van de vraag, of ze niet druk kend op de prijzen der wereldmarkt zou wer ken, tijdens den duur der tegenwoordige han- stel-Kanitz is èn om die reden, maar óók om dat het zoo moeilijk uit te voeren ware en den eigenlijken landbouwer weinig zou doen profi- teeren van de prijsverhooging der granen, door NEGENDE HOOFDSTUK, 's Morgens van den dag, die op het tuin feest van sir Ascot Carlyon volgde, dus zijn hand vertrouwelijk op haar schouder.'niet betalen, dan vervalt de hypotheek Alice, wat gij daar zegt, kunt gij niet 'en het landgoed wordt verkocht. Neen meenen, of liever, ge weet niet wat uw Ascot, ik ben u steeds in alles bereid woorden beteekenen, sprak hij. Ik heb willig van dienst geweest en dat wil ik alle middelen aangewend om mij geld te nog zijn, zoolang slechts mijn eigen be- verschaffen, maar te vergeefs en wanneerilangen op het spel staan, maar die van gij niet toestemt in die hypotheek, he eenige middel dat mij nog aan het noodige geld kan helpen, dan ben ik een verloren man; verloren niet alleen financieel, maai t gij ant eenigen tijd voor de gebeurtenissen uit ook maatschappelijk, want als ik het voorgaande hoofdstuk, kwam de baro-jeereschulden niet kan betalen, dan word net in het boudoir van zijn vrouw die naast ik van mijn club verjaagd, door mijn de sofa zat, waarop haar zoontje sliep. Op|vrienden geminacht, in één woord, dan de tafel lag een geopende brief, die ter- ben ik eerloos. Zij werd doodsbleek, maar zg hield haar oogen onafgewend gericht op het kind, dat daar lag te slapen. Wanneer ik er in toestem, wat moet er dan van mijn kind worden? vroeg zij. Dit landgoed is zijn erfdeel, ik mag zijn toekomst niet vernietigen. Zjjn oogen volgden de richting der ha ren en hij hernam: Gij spreekt van ons kind en van zijn toekomst. Bedenk eens wat zjjn toekomst zijn zou, wanneer de menschen hem met den vinger nawezen en vol verachting zou- stond zijn aandacht trok. Aha, zeide hij, ik zie woord hebt van Baylist. -- Ja. Hij wilde den brief opnemen, maar zijn vrouw belette hem dit. Heeft hij maatregelen genomen voor de hypotheek? Neen. Niet? Hoe komt dat? Ik dacht toch dat gij hem hadt opgedragen het te doen? Zg antwoordde kalm: Neen, dat heb ik niet gedaan, ik heb hem alleen om zijn raad in deze aan gelegenheid gevraagd en hier is zijn ant woord. Sir Ascot fronsde het voorhoofd, toen hij haar den brief van den advocaat uit de hand nam en nadat hij hem gelezen had, w ierp hij het papier met een binnen- mondschen vloek weer op de tafel. D'e advokaat is een ingebeelde gek! riep hij uit. Gg zult toch geen acht slaan op hetgeen hij u schrijft? Hij schrijft dat, wanneer het mijn uitdrukkelijke wensch is, die hypotheek te nemen, hij het doen zal, maar waar schuwt mij dat ik, waneer ik het doe, ik elke aanspraak op het landgoed geheel zal prijs geven, en hij raadt mij daarom aan, mij er niet toe te laten overhalen. Zij zweeg. Sir Ascot vroeg ongeduldig: En? Ik zal zijn raad opvolgen. Zij zeide dit zeer kalm, maar op beslis ten, vastberaden toon waaruit hij kon op maken, dat haar besluit onwrikbaar was en onwillekeurig balde hij de vuisten van woede en bittere teleurstelling die hij slechts met veel inspanning kon verbergen. Hij ging naar het venster en keek zoo lang naar buiten naar het door de zon helder beschenen landschap, tot hij een weinig tot kalmte was gekomen, daarna keerde hij naar zijn vrouw terug en legde den zeggen, dat zijn vader zijn schnlden niet betaald had en als een eerlooze uit de gezelschappen was gebannen, omdat hij zijn verplichtingen als man van eer niet had nagekomen. Beter dat men zoo iets zou zeggen, dan dat hij een bedelaar zou zijn. Maar hy zal geen bedelaar zijnHet paard, dat ik thans voor de eerstvolgende wedrennen heb laten inschreven, moet zeker winnen en dan heb ik geli' om al mgn schulden te betalen. De oude geschiedenis, antwoordde zij treurig. Hoe dikwgls hebt ge mij d-t niet reeds gezegd, Ascot, en telkens is het geheel anders uitgekomen. Begrijp mij goed, ik bedoel niet dat ge zelf geen geloof aan uw woorden hecht, maar het is onverantwoordelijk en lichtzinnig op zulke kansen te bouwen. Tot dusverre heb ik steeds aan uw verlangen voldaan en u zelfs mijn juweelen gegeven om te verpan den en alles is verdwenen; geloof mij, ons landgoed zou denzelfden weg opgaan, wan neer ik er in toestemde. Maar ik vraag h niet, het landgoed te verkoopen, drong hg aan, ik vraag alleen uw toestemming om het tot on derpand voor een leening te doen verstrek ken. Dat komt in dit geval op hetzelfde neer, want wanneer de leening gesloten is en wij kunnen de rente en aflossing mijn kind ofler ik in geen geval op, het is mijn heilige plicht daarover te waken en dien plicht zal ik vervullen, wat er ook moge gebeuren. En hoe denkt ge dan wel over uw plichten als echtgenoote, of hecht ge daar geen waarde aan vroeg hg na een korte pauze. Hij beefde inwendig van woede, maar met vee! inspanning gelukte het hem die woede te onderdrukken, zoodat zijn stem vrij kalm en vast klonk. Alice antwoordde Ik hecht integendeel zeer veel waarde aan mijn plichten als echtgenoo te, de hemel weet hoeveel moeite ik mij iteeds geef, die nauwgezet te betrachten. Ja, daar geeft gij nu een schitterend bewgs van, zeide sir Ascot hoonend. Ik moet u waarlgk met dat strengg plichts besef gelukwenschen, lady Carlyon, gij hebt er alle eer van. Het kind sliep rustig voort onder dezen woordentwist van zijn ouders lady Car lyon, die tot dusverre steeds aan zijn zijde was blijven zitten, stond nu op en plaat ste zich recht tegenover haar echtgenoot, dien zij met van toorn fonkelende oogen aanzag, terwijl een vurige blos op haar anders zoo bleeke wangen lag. Ik vraag u thans, zooals ik u reeds eenmaal hebt gevraagd, of gg één geldige reden hebt om u over mij te beklagen riep zij hem toe. Stil en onderworpen heb ik alle vernederingen verdragen, waartegen elke andere vrouw in opstand zou geke- men zijnkalm heb ik er in berust, dat gij aan andere dames beleefdheden en at tenties beweest, terwijl gij mij op verre gaande wijze verontachtzaamdet. Ik heb u daar nooit eenig verwijt van gemaakt, ja, ik heb zelfs niet eens laten blijken, dat uw gedrag mij hinderde. Met inspanning van alle krachten heb ik volgehouden den eed gestand te doen, die ik voor het altaar heb gezworen en toen ik tot de overtuiging kwam, dat ik u nooit zou kunnen beminnen, nam ik mg voor, u ten minste onvoorwaardelijk te gehoor zamen en dat heb ik ook gedaan, inaar nu is het zoover gekomen, dat een langer volhouden van die gehoorzaamheid een misdaad jegens mijn kind zou zijn en daarom weiger ik. En gij durft uw echtgenoot te trot- Ja, om een schepseltje te verdedi gen, dat nog te zwak is om het zich zelf te doen. Haar rechtmatige verontwaardiging bracht een geheelen ommekeer bij haar teweeg, zij was niet langer de zachtzin nige, geduldige, onderworpen echtge noote, maar een moedige, standvastige vrouw, wier gelaat gloeide, wier oogen fonkelden van geestdrift, toen zij voor de rechten van haar zoon in het strijdperk trad. Ondanks zichzelf zag sir Ascot haar vol bewondering aan, hij vond haar werkelijk schoon op dit oogenblik, maar zijn woede kreeg terstond weer de overhand en Lij zeide vol bitteren spot: Gij hebt uw roeping gemist, kindlief, gij hadi aan het tooneel moeten gaan, want in houding en gebaren zijt ge een geboren actrice. Jammer maar, datikgeeri gevoel heb voor de tooneelspeelkunst en comediespelen bepaald belachelijk vindt, zoowel op het tooneel als in het dage- lijksch leven. Ik geloof dan ook niet, dat wij daar nog langer mee behoeven voort te gaan, daarom zal ik u maar kort en goed zeggen, dat ik geld hebben moet, en zoo ik het niet langs wettigen weg kan krijgen, dan maar op een andere manier, hebben moet ik het, dat staat op den vooi- grond. Hij zweeg en wachtte op haar antwoord, maar toen dit niet kwam, ging hij voort: Hebt ge mij verstaan? Ik heb ge tracht u met woorden tot gehoorzaamheid te bewegen, maar nu dit vruchteloos blijft, zal ik tot daden moeten overgaan, om u te dwingen, uw toestemming te geven en wij zullen eens zien, of ons dit niet nader tot ons doel brengt. Vóór alles zult gij van het schepseltje, dat gij meent te ver dedigen van uw zoon'gescheiden worden. Alice werd eensklaps weer doodsbleek, snelde naar het slapende kind en nam het in de armen, terwijl zij met zwoegende borst en woest rollende ongen uitriep: Gij zult, gij kunt zoo wreed niet zijn, mg van mijn kind te scheiden. Dat kan ik wel en ik kan nog veel meer, zooals ge spoedig zien zult en wat die wreedheid betreft, gij zelf zijt het, die mg er toe dwingt, gij behoeft slechts te doen wat ik van u verlang, dan behoef ik mgn toevlucht niet tot dwangmaatregelen te nemen. Voor de laatste maal, wilt gij? Nooit. Dan verlaat Douglas nog heden dit huis. Zg klemde het kind met alle kracht te gen haar borst, zoodat het zacht begon te schreien. Ik ga met hem mee! riep zij uit. Ik laat mij door geen aardsche macht mijn kind ontrukken! Kalm antwoordde hij Gij blijft hier op de plaats waar gij behoort, in het huis van uw echtgenoot. Hebt gij er wel eens over nagedacht, vroeg zij eenigszins bedaarder, wat de menschen er van zullen zeggen, wanneer ik wat ik ook zeker doen zal hun uw ontaarde handelwijze meedeelt? Daar heb ik volstrekt niet aan ge dacht, maar is mij ook niets aan gelegen. Bovendien geloof ik niet eens, dat de open bare meening in dit geval tegen rnij zou zijn, want het kind is zwak en heeft ver andering van lucht noodig, niets is dus natuurlijker dan dat ik het met een ver trouwde dienstbode naar de kust zend en wat u betreft, oordeelt onze huisdokter West het voor uw zwakke gezondheid zeer noodzakelijk, dat ge uw rust houdt en thuis blijft. Ik handel dus volkomen als een zorgzaam echtgenoot en vader, daar ik slechts de voorschriften van den arts volg. Dokter West schrijft alleen voor, wat gij hem beveelt en waarvoor gg hem betaalt,zeide de jonge vrouw vol verachting. Natuurlijk, want het is zijn plicht mij, als hoofd van het gezin in alles te raadplegen en dat hij zich voor zijn dien sten laat betalen, kan toch niemand hem verwijten. West is een zeer bereidwillig man, en ik twijfel er niet aan, of hg zal mij nog van veel nut zgn. Deze laatste woorden gingen vergezeld van een spottenden glimlach. Er lag iets duivelachtigs in de oogen, waarmee de baronet zijn vrouw aanzag, die blik, die glimlach kwamen haar zoo onheilspellend voor, dat zij onwillekeurig huiverde. Zg begreep dat zg een strgd begon, waarin hij voor geen middel hoe eerlocs ook, zou terugdeinzen, maar in- plaats van zich hierdoor in haar besluit aan liet wankelen te doen brengen, prik kelde het haar moed om onversaagd tot het uiterste vol te houden. Wanneer hij haar zoontje wegzond, nam Alice zich voor daar kalm in te berusten en hardnekkig in haar weigering te vol harden, en als Ascot zou inzien, dat zijn dwangmaatregel vruchteloos was, dan zou hij ten slotte Douglas wel terug laten komen De baronet zag zijn vrouw scherp aan, maar hg kon geen teeken van onderwer ping op haar gelaat waarnemen, integen deel, zij klemde de fijne lippen vast op elkaar en uit haar oogen straalden moed en vastberadenheid hem tegen. (Wordt vervolgd)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1896 | | pagina 1