NIEUWE
Weekblad voor LANGEDIJK en Omstreken.
N°. 45.
Zondag 8 November 1896.
5e Jaargang.
Plaatselijk Nieuws,
N ieuwstij dingen.
Feuilleton.
0ITHA8I1BD.
LANGEDIJKER tlÖERAlT
üezp courant verschijnt eiken Zaterdagnamiddag.
ABONNEMENTSPRIJS
voor Noordsciiarwoude, Oudkarspel, Zuidscharwoude en Br. op Langedijk
per drie maanden 50 ct., franco p. post (ÏO ct.
UITGEVER:
J. II KEIZER.
BUREEL:
loortlsclianvoude.
PRIJS DER ADYERTENTIEN:
Van 1—5 regels 30 ct., elke regel meer 5 ct.
Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend.
Brieven rechtstreeks aan den Uitgever.
In den loop der maand October '96, zijn
op het Hulpkantoor te ZUIDSCHARWOUDE,
behandeld: 100 inschrijvingen op de Rijkspost
spaarbank, tot een bedrag van f2466,44. Zeven
terugbetalingen vonden plaats, uitmakende een
bedrag van f 885,59, terwijl het getal nieuwe
aangevraagde boekjes met 7 vermeerderde. Het
laatst uitgegeven boekje draagt het nr. 7444.
P A ASCHTENTOONSTELLING.
Bij Kon. besluit van 12 October is aan de
vereeniging tot het houden van jaarlijksche
Paaschtentoonstellingen van vee te Schagen voor
1897 het houden eener verloting van paarden,
landbouwwerktuigen enz. toegestaan. Het aantal
uit te geven loten is weder op 15000 bepaald.
De heer Mulder, rijksteekenaar ter bewa
ring van monumenten van geschiedenis en kunst
aan het ministerie van Binnenlandsche Zaken
heeft deze week ten tweedemale eene teekening
gemaakt van het Schager raadhuis, nadat een
grooter gedeelte van het pleister op den gevel
wa3 weggehakt. Uit het onderzoek is gebleken,
dat de gevel oorspronkelijk een trapjesgevel is
geweest. Yoor de herstelling van het Raadhuis
heeft de gemeente eene rijkssubsidie aangevraagd.
Mocht die worden toegekend dan zal de gevel
ook in den oudsten vorm als trapjesgevel wor
den gerestaureerd.
Personeele belasting
In het regeeringsantwoord op het voorloopig
verslag der Tweede Kamer betreffende het wets
ontwerp tot invoering van de nieuwe regeling
der personeele belasting, doet de minister van
financiën nader uitkomen, dat de omstandigheden
zoozeer veranderd zijn, dat aan de Kamer kan
worden gevraagd te doen wat zij eenige maan
den geleden nog niet geraden oordeelde.
Yoorts meent hij, dat de vrijheid der Kamer
om de gemeente-financien op gewijzigde grond
slagen te vestigen, in geen enkel opzicht weg
genomen wordt en onverkort blijft, en dat het
tot stand komen der kieswet niet als een be
zwaar is aan te merken tegen de invoering van
de nieuwe belastingregeling.
De Minister is er tegen om de nieuwe rege
ling eerst met 1 Mei 1897 in te voerenal wat
bij de invoering noodig is, is reeds ontworpen
zij kan dus met 1 Januari a.s. plaats hebben.
WORMERYEER. De bruigom was er en
de papieren waren er ook, maar de ouders van
den bruigom en een paar getuigen van hier
waren er nog niet.
„De vigelant zal zoo aanstonds wel komen,
daar is ze al." Ja de vigelant was er maai
de inhoud ontbrak. Ieder keek verbaasdGe
strooid kon zij niet zijn, er achter uit gevallen
nog minder, de geheele vigelant was ook vol
komen gaaf.
Er zat niets anders op dan terug te keeren
en „het vrachtje" op te halen. Hoe kwam dat
nu zoo
Of misschien bruigoms moeder wat lang werk
heeft gehad om haar hoedje naar wensch op te
zetten of de dochters niet uit haar bewonde
ring over moeder tot zich zelf konden komen
trouwens mama ziet er op haar leeftijd nog
lang niet onaardig en zelfs jeugdig uit of
vaders dasje niet goed wou zitten, of de koet
sier door dat wachten in den dut is geraakt en
misschien een schalkachtige jongen het open
staande portier had dicht geflaptaltemaal
raadselsMaar zeker is hetde koetsier reed
met een ledig rijtuig heen. Dat accident viel
als een dissonant in de opgewekte stemming,
maar geen ander was de lijdende partij dan de
arme rosinant.
Zonder verdere hindernissen liep de trouw
plechtigheid op de gewone pathetische manier
en het vereischte tranendibuut af, togen de fees
telingen naar hier om eens „lekkertjes bruiloft
te vieren" en hebben ze zich niet onbetuigd
gelaten.
Het tooneel speelde afwisselend hier en te W.
(„Zaanl. Ct".)
Van het begin dezer week af worden de
namiddagmarkten aan het station te Bovenkars-
pel niet meer gehouden. De ochtendmarkten blij
ven nog dagelijks doorgaan.
lederen herfst worden duizenden bieten
ingekuild om in het voorjaar aan de markt te
worden gebracht. In het afgeloopen voorjaar
waren ze echter onverkoopbaar, zoodat er groote
hoeveelheden aan het vee gevoederd zijn. Geluk
kig zijn thans de prijzen zeer goed met veel
vraag. De verbouwers maken dus met dit artikel
goede zaken.
HOOGWOUD, 28 October. Uitslag van
den kolf- en biljartwedstrijd uitgeschreven dooi
de sociteit „Niet klappen" te Hoogwoud, gehou
den op 27 en 28 October.
Kolven. Everts van Oudkarspel le prijs met
149 punten, II. de Boer van Hoogwoud 2e pr.
met 146 punten, P. Dekker van Schellinkhout
3e prijs met 144 punten, O. Schermer van Hoog
woud serieprijs met 53 punten.
Biljarten. Jn Langedijk van Hoogwoud (Gouwe)
le en 2e prijs, A. Kist van Zuidscharwoude
3e prijs.
GAUWDIEVENSTREEK.
Eene goedgelukte gauwdievenstreek werd te
Barmen in een sigarenwinkel uitgehaald. Een
goed gekleed jongmensch kocht een kistje fijne
sigaren en liet het inpakken. Op het oogenblik,
dat hij het onder den arm nam, en zich gereed
maakte om te betalen, kwam een ander persoon
in den winkel geloopen en met den uitroep:
„Heb ik je eindelijk, smeerlap!" gaf hij hem
een paar flinke oorvegen. Daarop rende deze
weder den winkel uit, achtervolgd door den oogen-
schijnlijk woedend geworden kooper, die het
kistje onder den arm hield. De sigarenkoopman
stond eerst heel verbluft te kijken, daarop liep
hij ook de straat op om naar zjjn kooper te zien,
maar deze laat nog altijd op zich wachten.
EEN MOOI GETUIGSCHRIFT.
Door een bijzonder toeval waren wij in de
gelegenheid, schrjjft de „Tel.", van het volgende
wel gestelde en gespelde getuigschrift een copie
te nemen.
Aan Den Heer S. M.
Ik ondergetekkenden
I. P. G.
Koopman
te W.
Verklaar, dat S. M. 4 Jaar in patreking gu-
wees isch en daar hy altijt eerlyk en gutrouw
bij my in patrekken isch guweesch en daar hy
dussenden gulden voor My verhandelt heef en
daar er Nooi geen aanmerkeg op wasch daar
hy dougsaam was in Manlykken en in godelyk-
ken in dien gy op vryjen voetten word gustelt
dan Staat My housch voor U oopen. Wy heb
ben u Avocaat ook al een goed gadrag gugeven.
Komp alumend van ons hellen liouschgasien,
voord
Noem ik My
Met Agteng I. P. G.
en Soon.
DYPHTHERITIS.
In de gemeente Schagen heerscht in toene
mende mate de gevreesde besmettelijke keel
ziekte. Om het toenemend aantal gevallen heeft
de heer Ter Linden eene kinderzanguitvoering,
bepaald op 7 November, tot een nader te bepa
len datum uitgesteld. In een paar dagen tijds
vermeerderden de gevallen dan ook met het uit
breken der ziekte in een drietal gezinnen. Ge
lukkig is zjj tot heden niet van zeer ernstigen
aard gebleken.
De Hooge Raad heeft beslist dat de be
doeling van art. 1612 Burgerlijk Wetboek deze
is: dat bij verkoop van het verhuurde de rech
ten en verplichtingen van den verhuurder van
rechtswege op den kooper overgaan, tenzij uit
drukkelijk het tegendeel bedongen is.
SLIMMERDS.
De huisjes der klaverbloemen, waarin de ho
nig is, zijn 9 a 10 mM. lang en de zuiger
eener bij 6 '/2 mM. Men tracht nu bijensoorten
te kweeken met lange zuigers, en diet dit door
suikerwater op nauwkeurig afgemeteu afstanden
te plaatsen onder dunne metalen platen met
gaatjes en alsdan die bijenkoninginnen voor de
voortplanting uit te zoeken, die langer dan de
andere bij het zoete vocht kunnen komen. Zoo
verkregen Fransche bijenkweekers er al met
zuigers van 71/2 mM.
ZINGENDE PENDULES.
Men meldt uit Dordrecht:
De heer Jae. Schotel J.Rzn. alhier stelt een
nieuwigheid ten toon, die bezienswaard is, nl.
zingende pendules. De sierlijke, vergulde uur
werken bevatten een phonograaf, die zeer dui
delijk en zonder dat men daarbij verplicht
is geleiddraden in de ooron te stoppen ge
deelten van opera's en operettes te hooren geeft.
Heel gemakkelijk kan men het uur bepalen,
waarop men de pendule haar tours de force wil
laten vertoonen. De heeren Farcot Wanden-
berg te Parijs zijn do fabrikanten dezer nieu
wigheid.
Het H b 1. bevat eene zeer waardeerende
levensschets van den even uitnemenden als be
scheiden componist J. C. Boers. De schrijver
meldt daarin ook het volgende
Was het zijn bescheidenheid, of was het zijn
rechtmatige trots, die hem op zijn tachtigste jaar
de Oranje-Nassau-orde deed weigeren De historie
verhaalt, dat, toen de postbode hem den brief,
15.)
ZESTIENDE HOOFDSTUK.
Mrs. BeltonJ was opgebleven om te wach
ten tot Arline thuiskwam en zij maakte er
haar een verwijt van, dat zij zoo lang in
de woning van het zieke kind gebleven
was, maar het meisje bekommerde zich
niet naar haar gemelijke woorden en hoorde
alles wat zij te zeggen had met een vrien
delijk lachje aan, zonder ook maar te trachten,
zich te verontschuldigen.
Ik zou wel eens willen weten, wat er
met u is voorgevallen, zeide de huishoudster,
terwijl zij Arline nieuwsgierig aankeek. Gij
zet een gezicht alsof ge een groote erfenis
hadt gekregen of men u een zeer goed hu-
welijksvoorstel had gedaan, hetgeen de
meisjes altijd als een geluk beschouwen.
Arline werd vuurrood en bukte zich snel
om haar handschoenen op te rapen, ten
einde op die manier haar verlegenheid te
verbergen.
Het is al ver over den tijd van het
avondeten, mopperde mrs. Belton voort,
maar ik geloof wel dat ge na uw verre
wandeling nog wel iets zult willen gebrui-
Neen dank u, ik heb geen honger.
Met eenige moeite gelukte het Arline
eindelijk aan de huishoudster te ontkomen
en zij snelde naar haar kamer, maar daar
gekomen, begaf zij zich nog niet te bed
want zij was veel te opgewonden om te
slapen.
Er was zooveel, waarover zij had na te
denken, want het kwam haar voor als
had zij sedert dezen middag meer beleefd
dan in haar geheele leven.
Zij opende het venster, keek naar bui
ten in den vochtig koelen herfstnacht en
een glimlach van geluk speelde om haar
een kettinkje om haar hals hing en de
portretten van haar overleden ouders be
vatte. Zij meende dat zij het wellicht kon
verloren hebben, toen zij bij het thuisko
men haar mantel in de gang had uitge
trokken en zij besloot er terstond naar te
haren, die ver over haar rug vielen, na-
derkwam en eindelijk een hoek omsloeg
om den westelijken vleugel te bereiken.
Arline dacht in het geheel niet meer
aan het medaillon, dat zij wilde zoeken;
zoodra de gestalte was verdwenen en zij
gaan zoeken. Zij trok haar nachtjaponjde macht over haar ledematen terugkreeg,
aan, nam de kaars op en ging naar de'liep zij zoo hard als zij kon naar haar ka-
vestibule.
een zonderling |bedrukte stemming, maar
hetgeen gij mij te zeggen hebt, zal mij
ongetwijfeld opvroolijken.
Hoe weet gij, dat ik u iefs te zeggen
heb? vroeg Hubert, die tijd wilde winnen
om te overleggen, hoe hij zijn mededeeling
zou inkleeden.
Dat zie ik aan uw houding en uw
ken.
lippen.
Jij kon nauwelijks gelooven, dat allesi
wat haar wedervaren was, in werkelijk
heid zou gebeurd zijnhet was haar alsof
zij gedroomd had of zij door eene langdurige
zinsbegoocheling bevangen was geweest.
Dien morgen had zij zich nog zoo verlaten
en ongelukkig gevoeld en had slechts een
leven tegemoet gezien, dat door geen zon
nestraal der liefde werd beschenen, een
eenzaam leven van arbeid en plichtsbe
trachting en thans was haar toekomst niets
Op haar weg moest zij door een gang,
die naar den westelijken, zoo gevreesden
vleugel voerde en juist toen zij die gang
bereikt had, sloeg de torenklok van het
kasteel twee uur, welke slagen luid en
zwaar in de nachtelijke stilte weerklonken.
Arline bleef even staan, zij voelde een
onverklaarbaren angst in zich opkomen en
op hetzelfde oogenblik zag zij een witte
gedaante, die met zonderlinge, zwevende
stappen langzaam en zonder eenig geluid
naderde.
In het eerst zou Arline het liefst weg-
geloopen zijn, maar zij was er letterlijk
niet toe in staat zich te bewegen, haar
voeten schenen aan den grond vastgena-
die met haar deelen.
Zij verbande hardnekkig iedere gedachte
aan de bezwaren, die zij beiden dat
wist zij wel in den tegenstand van lord
Cliffe zouden te overwinnen hebben.
Het was echter den volgenden dag nog
tijds genoeg, daaraan te denken, nu ten
minste wilde zij onverdeeld gelukkig zijn.
Hoe lang zij zoo aan het venster stond,
wist zij zelf niet, maar toen zij het ein
delijk sloot en zich begon te ontkleeden,
vermiste zij het kleine medaillon, dat aan
mer terug, grendelde de deur en viel be-!gezicht. Bovendien herinnert ge u ons ge
vend van ontzetting over hetgeen zij ge-Jsprek van gisteren nog wel, over Clarice.
zien had op haar bed neer.
dan vreugde en geluk want Hubert wilde geld te zijn; zij wilde een kreet slaken,
maar haar tong was als verlamd.
Evenals alle bewoners van het kasteel,
kende zij de geschiedenis van lady Hil-
dred en hear eerste gedachte was dan
ook, dat die gedaante het spook moest
zijn, dat in het kasteel verschenen was
om een der Cliffe's zijn naderend einde
aan te kondigen.
Hoewel zij anders zeer moedig was, zou
Arline thans bijna in onmacht zjjn geval
len, toen deze onheilspellende gedaante in
haar lang, witte kleed, met haar zwarte
Ik zou wel eens willen weten, zeide
Hubert den volgenden morgen, toen hij
zich naar de kamer van zijn oom begaf,
hoe iemand zich te moede voelt, die onder
de aanklacht van een zware misdaad naar
zjjn rechter wordt gevoerd. Ik geloof, dat
zjjn gemoedsstemming (zeer veel overeen
komst moest hebben met de mijne op dit
oogenblik.
Toch kwam de gedachte aan terugkee-
ren niet in hem op, zijn liefde voor Arline
had reeds diep en sterk genoeg wortel ge
schoten, om hem tegen alles te pantseren
en hem moedig weerstand te doen bieden
aan alles wat zijn oom zou kunnen zeg
gen, maar niettemin voelde hij zich in
nerlijk ongerust, toen hij de kamer betrad
en lord Cliffe in sombere stemming, met
het hoofd diep op de borst gezonken, in
een fauteuil vond zitten.
Toen zijn neef echter binnentrad, hief
de lord het hoofd op, verdreef zijn som
bere stemming en zag Hubert vriendelijk
aan.
Het doet mij genoegen, dat ge komt,
mijn jongen, zeide hij. Ik gevoel mij in'
Gij hebt mij beloofd, dat ge mij heden
een beslissend antwoord zoudt geven.
Dat heb ik beloofd en met dat doel
ben ik ook gekomen, zeide Hubert lang
zaam. Gij zeidet mjj, dat het uw wensch
was, mij rehuwd te zien en ik besloot dit
zoo spoedig mogelijk te doen.
Daar heb gij gelijk in en ik wensch
u van ganscher harte geluk met dat be
sluit riep lord Cliffe, terwijl hij opsprong
en zijn hand greep. Hebt gij met uw uit
verkorene al gesproken?
Ja.
En heeft zij uw aanzoek aangenomen.
Ja.
Ik wist wel dat zjj dat doen zou,
Hubert, gjj zijt een benijdenswaardig jong
mensch, ieder bewondert Clarice en gij
zult de schoonste vrouw uit dit en de
twee naburige graafschappen hebben.
Ik geloof ook wel, dat ik die hebben
zal, maarmaar het zal Clarice
niet zijn.
Lord Cliffe liet eensklaps zijn hand los
en zag hem verbaasd aan.
Wat?
Het zal Clarice niet zijn, herhaalde
de jonge man, wiens stem onder het spre-